Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Administratie Personeelsontwikeling Boudewijnlaan 30, 1000 Brussel Tel. 02-553 50 30 – Fax. 02-553 50 28 E-mail: [email protected] MEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft : Ontwerp mededeling Vlaamse regering: competentiemanagement Inleiding Het huidige landschap van de Vlaamse overheid met een ministerie van de Vlaamse gemeenschap en diverse Vlaamse openbare instellingen wordt hertekend. In een context van verzelfstandiging , responsabilisering en grotere autonomie is het risico op versnippering van het beleid niet denkbeeldig. Er zal dus moeten samengewerkt worden om een inclusief beleid te kunnen realiseren. Het zal nodig zijn om de krachten te bundelen om toekomstige uitdagingen aan te kunnen. Er zal moeten gewerkt worden aan de corporate identity, aan een gevoel van behoren tot één geheel met gemeenschappelijke doelstellingen waarin iedereen een bijdrage te leveren heeft. Competentiemanagement kan daarbij een strategische rol vervullen. Op het vlak van personeelsbeleid kan het gebruiken van competenties als referentiekader voor alle human resources activiteiten fungeren als bindende factor. Dat is bijvoorbeeld nodig in het kader van de interne mobiliteit. 1. Een gemeenschappelijk competentieraamwerk voor de Vlaamse overheid op middellange termijn Om competentiemanagement als referentiekader te laten fungeren moet een gemeenschappelijk competentieraamwerk worden opgebouwd. De uitdaging daarbij bestaat er grotendeels in om te komen tot een gemeenschappelijk taalgebruik dat toelaat met elkaar te communiceren op het vlak van competenties - een gemeenschappelijke stam - en anderzijds toch ruimte te laten voor de eigenheid van de aparte entiteiten. Bij het opbouwen van een gemeenschappelijke stam wordt vertrokken vanuit de gemeenschappelijke waarden, datgene wat de entiteiten bindt. Bovendien moet dergelijk raamwerk eenvoudig, transparant en gemakkelijk bruikbaar zijn door de verschillende entiteiten. 2 Het opbouwen van een gemeenschappelijk competentieraamwerk impliceert dat de toekomstige vereiste competenties om de uitdagingen aan te kunnen worden geïdentificeerd. Dit is een eerste stap in het competentiemanagement. Hiermee wordt op korte termijn gestart. Latere stappen in het competentiemanagement zullen zijn : het identificeren en registreren van aanwezige competenties en het overbruggen van eventuele kloven tussen de vereiste competenties en de aanwezige competenties. Uiteraard zal het competentiemanagement - van zodra er voldoende duidelijkheid is - moeten ondersteund worden door geïnformatiseerde systemen (cfr. VLIMPERS in het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap). De opbouw van een competentieraamwerk voor de Vlaamse overheid zal gefaseerd verlopen. De scope (kerndepartementen, intern verzelfstandigde agentschappen, extern verzelfstandigde agentschappen) zal bepaald worden door het kaderdecreet bestuurlijk beleid. Er zal in eerste instantie vertrokken worden van de functiecategorieën die in de blauwdruk voor het nieuwe beloningsbeleid werden gedefinieerd. De afstemming met de blauwdruk voor het nieuwe beloningsbeleid - reeds eerder goedgekeurd door de Vlaamse regering - moet immers strikt worden bewaakt, zowel inhoudelijk als qua timing. Voor de eerste categorie nl. die van het strategisch management (topmanagement) zal op korte termijn een project worden opgestart. 2. Op korte termijn een nieuw profiel voor het topmanagement Naar aanleiding van de reorganisatie is het nodig om op korte termijn - vertrekkend vanuit de missie, visie en waarden van de nieuwe organisatie - de inhoud en het vereiste profiel van de functies voor het topmanagement opnieuw te onderzoeken en te expliciteren. Contractmanagement, mandaten, responsabilisering, verzelfstandiging …zullen ongetwijfeld een fundamentele wijziging van de verantwoordelijkheden en het vereiste profiel voor deze groep meebrengen. De groep van het topmanagement zal dan ook als eerste aan bod komen in het traject van competentiemanagement. Vrij snel daarna wordt dezelfde oefening gemaakt voor het middenkader. Op middellange termijn komen ook de andere functiecategorieën aan bod. 2.1 Functiedesign Vooraleer de vereiste kritische competenties voor de topmanagers kunnen worden vastgesteld is het nodig om te verduidelijken wat van de topmanagers in de nieuwe context wordt verwacht (functiedesign). De toekomstige verantwoordelijkheden van de topfuncties moeten dus worden geëxpliciteerd. Naar aanleiding hiervan zal ook de discussie komen over de mate van responsabilisering of m.a.w. de bevoegdheden 3 voor de topambtenaren in de nieuwe context. Het functiedesign moet hierover helderheid bieden. Er moet over gewaakt worden dat het functiedesign de nodig informatie biedt om functieweging mogelijk te maken. Er wordt zo veel mogelijk gestreefd naar één gemeenschappelijke beschrijving. Er is wel ruimte voor eventuele varianten of aanvullingen voor bepaalde types leidinggevende ambtenaren. 2.2 Competentieprofiel In het kader van de introductie van competentiemanagement en in het kader van de reorganisatie zal een gemeenschappelijk competentieprofiel voor het topmanagement worden gedefinieerd. Het gewenste profiel expliciteert de vereiste competenties, nodig om de toekomstige functie van topleidinggevende te kunnen waarmaken. De eerste toepassing van het profiel voor het topmanagement op korte termijn situeert zich op het vlak van selectie en aanduiding van de leidend ambtenaren van de toekomstige kerndepartementen, IVA’s en EVA’s. Later moet het competentieprofiel ook bruikbaar zijn als ankerpunt voor werving, mobiliteit, beoordeling, beloning en loopbaanontwikkeling van het topmanagement. 2.3 Voorbereidingsfase: expliciteren van de toekomstige waarden van de Vlaamse overheid Vereiste competenties zijn een uiting van de waarden van een organisatie. Zij vertalen de waarden naar gewenst gedrag en maken ze concreet. Visie, missie, en waarden vormen het uitgangspunt voor competentiemanagement. Het is dus essentieel een goed inzicht te hebben in de weg die de nieuwe Vlaamse overheid wil inslaan en de belangrijkste waarden die daarbij voorop zullen staan. Voor de huidige entiteiten zijn die in vele gevallen bepaald. Voor de nieuwe gereorganiseerde Vlaamse overheid als geheel is dat echter niet het geval. De gemeenschappelijke missie, visie, en waarden moeten een bindmiddel zijn tussen de zelfstandige entiteiten en kunnen in die zin een bijdrage leveren aan een beter bestuurlijk beleid. Voorafgaand aan de bepaling van het competentieprofiel voor het topmanagement zullen die nieuwe waarden moeten bepaald. Om dat te kunnen zal met de relevante actoren een gesprek rond opdracht, strategie, primaat van de politiek, responsabilisering, de visie, de missie en de waarden van de nieuwe Vlaamse overheid worden aangegaan. Relevante actoren zijn de leden van de Vlaamse regering, de leidend ambtenaren, experten inzake overheidsmanagement en ethiek. De explicitering van de gedeelde waarden zal elementen leveren voor het competentieraamwerk, het functiedesign (toekomstige verantwoordelijkheden) en competentieprofiel top. 4 Zowel topdown als bottom up moet informatie worden verzameld over de toekomstige waarden van de Vlaamse overheid. Dat kan uiteraard op verschillende manieren worden aangepakt. Naast de studie van een aantal documenten (bestaande missie-, visie- en waarden’statements’, charters, .., relevante documenten inzake beter bestuurlijk beleid, documenten inzake ethiek bij de overheid) is een proces nodig waarin diverse actoren input leveren en uiteindelijk de Vlaamse regering de finale versie valideert. 2.4 Voorstel stappenplan De voorgestelde stappen zijn: Documentenstudie met aanvullende verduidelijkende gesprekken indien nodig Top down input: er wordt voorgesteld om hiervoor minstens de input van de stuurgroep beter bestuurlijk beleid te vragen. Ik wil bovendien graag de leden van de Vlaamse regering de gelegenheid geven om via een interview hun input te geven inzake de waarden voor de nieuwe organisatie, de nieuwe verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de topambtenaren en de betekenis hiervan voor de vereiste competenties. De leden van de Vlaamse regering die hier een input willen geven wil ik vragen mij dit te signaleren. Interviews met een aantal leidend ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap, de Vlaamse openbare instellingen en de wetenschappelijke instellingen. Bottom up input: op het seminarie voor de afdelingshoofden op 7 oktober werd reeds input verzameld bij de afdelingshoofden via diverse discussiegroepen Eerste voorstel waarden, functiedesign en competentieprofiel Toetsing van het voorstel bij de leidend ambtenaren (seminarie van 26 november 2001) Validering van de waarden, het functiedesign en het competentieprofiel door de Vlaamse regering. 3. Uitwerken van competentiemanagement in ‘lokale’ vraaggestuurde projecten Op sommige plaatsen in de organisatie is er een behoefte om te werken rond competentiemanagement bvb. naar aanleiding van een geplande reorganisatie, een gewijzigde opdracht, hertekende processen… In deze lokale projecten kan men verder gaan dan het louter bepalen van vereiste competenties en eventueel ook reeds de volgende stappen in het competentiemanagement zetten zoals bvb screenen van aanwezige competenties, de kloof analyseren met gewenste competenties, activiteiten ontplooien om die kloof te overbruggen. … De oprichting van een Vlaams Planbureau is een dergelijk project dat op dit moment wordt opgestart. 5 4. Samenwerkingverband met externe partners Ik zal zeer binnenkort een raamovereenkomst inzake competentiemanagement afgesloten met twee externe partners: de HAYgroep en Quintessence. De gunning van de opdracht geschiedt volgens de onderhandelingsprocedure na voorafgaande bekendmaking in het publicatieblad van de Europese Gemeenschap en het Belgisch staatsblad. Beide partners zullen bijkomend onderling een protocol van samenwerking afsluiten. De opdracht van de externe partners is om ondersteuning te bieden zowel bij het geheel van het competentiemanagement (competentieraamwerk opbouwen) als bij lokale competentiemanagement projecten. Voor wat betreft de lokale competentiegerelateerde projecten doe ik een oproep om gebruik te maken van het raamakkoord. Als we de geformuleerde ambities inzake competentiemanagement ook willen realiseren moeten we zorgen voor een coherente aanpak. Lokale projecten kunnen bovendien ook het competentieraamwerk voeden. Dat heeft als onmiskenbaar voordeel dat het opgebouwd wordt vanuit de praktijk en het risico op een al te theoretische en dus minder bruikbare benadering wordt vermeden. De eerste projectovereenkomsten met de externe partners betreffen : - ondersteunen bij het expliciteren van de waarden voor de nieuwe Vlaamse overheid als basis voor competentiemanagement - ondersteunen bij het uitwerken van het functiedesign en het competentieprofiel topmanagement - ondersteunen bij het bepalen van de grammatica en de structuur van een competentieraamwerk voor de Vlaamse overheid - ondersteunen van het competentiemanagement bij de oprichting van het Vlaams planbureau Deze opdracht zal uitgevoerd worden volgens de modaliteiten van een bestellingsopdracht. Dit betekent dat het opdrachtgevend bestuur afhankelijk van zijn behoeften en overeenkomstig de bepalingen van de ontwerpovereenkomst bestellingen kan plaatsen. Per bestelling wordt een vastlegging genomen (aanrekening op de basisallocatie 12.09). Meer concreet zal een eerste bestelling betrekking hebben op het uittekenen en opstellen van 'Functiedesign en competentieprofielen voor het strategisch management'. Op basis van de ingediende prijzen in het kader van deze onderhandelingsprocedure (zie case 1) kan de kostprijs hiervan op ongeveer 3 miljoen BEF (BTW inclusief) worden geraamd. De totale kostprijs voor de uitvoering van de gehele opdracht (looptijd tot einde 2003) wordt geraamd op 20 à 25 miljoen BEF. 6 5. Structuur en werkwijze van het project competentiemanagement De omvang en de impact van het project vereisen een goed programmamanagement en een strakke aansturing. Deze problematiek vraagt een specifieke aanpak die niet met de traditionele hiërarchische structuren en werkvormen op te vangen is. Een projectmatige aanpak waarbij het huidige ministerie van de Vlaamse gemeenschap en de huidige Vlaamse openbare instellingen samenwerken is noodzakelijk, dit met het oog op de toekomstige scope van het project (kerndepartementen, IVA’s, eventueel EVA’s). De voorgestelde structurering van het project is als volgt : 5.1 Stuurgroep De stuurgroep heeft onder meer tot taak: - het project goedkeuren, opvolgen en daar waar nodig bijsturen - beslissen over keuzes en strategische opties - het info- en communicatieplan bekrachtigen - waken over de interne samenhang met de interfererende HR gebieden . In het bijzonder moet de stuurgroep de afstemming met het project beloningsbeleid bewaken - beslissen over eventuele prioritisering van lokale projecten - het overleg met het politieke niveau onderhouden - … Om de integratie met het beloningsbeleid te waarborgen zal de stuurgroep competentiemanagement dezelfde zijn als de stuurgroep beloningsbeleid. Deze is samengesteld uit vertegenwoordigers van het Ministerie, de VOI’s en de WI’s en wordt voorgezeten door de heer Leo Victor, bijzondere commissaris beter bestuurlijk beleid. 5.2 Projectgroep De projectgroep heeft onder meer volgende taken : - opstellen, uitwerken en opvolgen van de projectstappen - contractbeheer, resultaten en kwaliteit van de externe partners bewaken - bewaken van de opbouw van het raamwerk - opvolgen van de lokale vraaggestuurde projecten - actief meewerken aan de uitvoering van de projecten - rapporteren over de voortgang - communicatie verzorgen naar de belanghebbende doelgroepen - … 7 Als voorzitster van de projectgroep wordt Marleen Roggeman (Afdeling HRM, Administratie personeelsontwikkeling) aangeduid, hierin bijgestaan door Freddy Verbeke (Afdeling HRM, Administratie personeelsontwikkeling, voorzitter projectgroep beloningsbeleid) De projectgroep wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, VOI’s en WI’s. Voor de gunning van het contract werd ook reeds een gemengde evaluatiecommissie samengesteld. Hierop wordt voortgebouwd voor een representatieve samenstelling van de projectgroep. Als leden worden de volgende interne HRM professionals voorgesteld: Jan Willems (dep WVC) Mario Naeye(dep AZF) Joris Bouve (dep LIN) Jan Willems (VDAB) Fred Vanhoof(VIZO) Koen Van Heule (Kind en Gezin) Voor het uitvoeren van deelprojecten kunnen subwerkgroepen worden opgericht met een gemengde samenstelling. In functie van de evolutie en de behoeften kan er een uitbreiding zijn van het projectgroep bvb voor wat betreft de aspecten vorming, genderneutraliteit… De projectleden worden door hun organisatie formeel aangesteld om deel te nemen aan de projectgroep. 5.3 Human resources - netwerk Om de VOI’s en de departementen die niet in de projectgroep vertegenwoordigd zijn eveneens te betrekken zal de voortgang regelmatig gerapporteerd worden en zullen bepaalde aspecten worden afgetoetst in het HRM-netwerk ministerie-VOI’s-WI’s. 5.4 Klankbordgroep met internationale vertegenwoordigers Gelijkaardige discussies en projecten vinden ook plaats in andere landen. Het is daarom zinvol om regelmatig af te toetsen met de visie, ervaringen, resultaten in het buitenland. Een internationaal samengestelde klankbordgroep kan hierover regelmatig input geven. Zo zal bvb het ontwerp van profiel voor het topmanagement aan deze klankbordgroep worden voorgelegd. Paul Van Grembergen Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid