Vereisten aan uw computer

advertisement
Buitenlandse werknemers
Kennisbank
Inleiding
Er gelden speciale regels voor werknemers met een buitenlandse nationaliteit. Voor
sommige werknemers dient de werkgever een tewerkstellingsvergunning aan te vragen. De
werknemer met een buitenlandse nationaliteit en de uitgezonden werknemer met de
Nederlandse nationaliteit kunnen in aanmerking komen voor de 30%-regeling. Hierbij wordt
30% van het bruto salaris netto uitgekeerd ter bestrijding van de kosten voor vestiging in
twee landen.
Er gelden speciale regels voor werknemers die in het buitenland wonen, maar voor een in
Nederland gevestigde werkgever werken. Tevens gelden er speciale regels voor de
belasting- en verzekeringsplicht van werknemers die in Nederland wonen en (tijdelijk) in het
buitenland werken.
Tewerkstellingsvergunning
Er hoeft geen tewerkstellingsvergunning aangevraagd te worden als de werknemer aan één
van de volgende voorwaarden voldoet:
De werknemer heeft de Nederlandse nationaliteit.
De werknemer is afkomstig uit de Europese Economische Ruimte (IJsland, Noorwegen,
Liechtenstein of de Europese Unie met uitzondering van Roemenië en Bulgarije).
De werknemer heeft een sticker in zijn paspoort met de melding ‘Arbeid vrij toegestaan’.
De werknemer is een kenniswerker. Dit houdt in dat de werknemer aan één van de
volgende voorwaarden voldoet:
- De werknemer heeft minimaal een brutosalaris van € 50.619,00 per jaar of een
brutosalaris van minimaal € 37.121,00 indien hij jonger is dan 30 jaar.
- De werknemer is een promovendus.
- De werknemer is een postdoctorale of wetenschappelijke docent jonger dan 30 jaar.
De werknemer heeft een verblijfsvergunning met de aantekening ‘Arbeid is vrij
toegestaan’ of ‘Arbeid als zelfstandige’.
De werknemer verricht incidentele en kortdurende werkzaamheden in Nederland. Denk
hierbij aan muzikanten, gastdocenten en journalisten.
Als de werknemer niet aan de bovenstaande voorwaarden voldoet, dan dient de werkgever
voor de werknemer een tewerkstellingsvergunning aan te vragen bij het UWVwerk.
Afhankelijk van de nationaliteit van de werknemer dient er ook een verblijfsvergunning of een
visum aangevraagd te worden. De aanvrager van een tewerkstellingsvergunning dient aan
de volgende voorwaarden te voldoen:
De aanvrager is de werkgever van de werknemer met de buitenlandse nationaliteit.
De werknemer voldoet niet aan de bovenstaande voorwaarden.
De werkgever heeft in Nederland en de Europese Economische Ruimte een
sollicitatieprocedure gevoerd en geen geschikte kandidaat voor de vacature gevonden.
Een tewerkstellingsvergunning wordt voor maximaal drie jaar afgegeven. Na drie jaar kan de
werknemer meestal een verblijfsvergunning aanvragen met de aantekening ‘Arbeid is vrij
toegestaan’. Er zijn drie soorten tewerkstellingsvergunningen:
Een tijdelijke, niet-verlengbare vergunning voor tijdelijke, kortdurende werkzaamheden.
De vergunning is maximaal 24 weken geldig.
Een tijdelijke, verlengbare vergunning. De vergunning is maximaal drie jaar geldig.
Een tijdelijke, niet-verlengbare vergunning voor bepaalde functies.
1
Bij de samenstelling is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd, maar onze organisatie kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.
Versie 1 maart 2011
Buitenlandse werknemers
Kennisbank
De tewerkstellingsvergunning wordt afgegeven voor:
De werkgever die de vergunning aanvraagt.
De werknemer waarvoor de vergunning is aangevraagd.
De werkzaamheden waarvoor de vergunning is aangevraagd.
Indien de werkgever of de werkzaamheden wijzigen, dient er voor de werknemer een nieuwe
tewerkstellingsvergunning aangevraagd te worden.
30%-regeling
Voor werknemers die vanuit Nederland naar het buitenland of vanuit het buitenland naar
Nederland worden uitgezonden kan onder bepaalde voorwaarden gebruik worden gemaakt
van de 30%-regeling. De 30%-regeling is een forfaitaire regeling ter bestrijding van de kosten
voor dubbele huisvesting in Nederland en het buitenland (extraterritoriale kosten). De
werkgever mag zonder nader bewijs 30% van het bruto salaris inclusief de vergoeding of
30/70 van het bruto salaris exclusief de vergoeding als netto vergoeding aan de werknemer
betalen.
Onder extraterritoriale kosten worden onder meer de volgende kosten bedoeld:
De extra kosten voor levensonderhoud door een hoger prijspeil in het werkland dan in het
land van herkomst.
De kosten voor een kennismakingsreis naar het werkland om bijvoorbeeld te zoeken naar
een woning of een school.
De kosten voor het aanvragen of omzetten van officiële persoonlijke papieren.
De kosten voor medische keuringen en vaccinaties voor het verblijf in het werkland.
De dubbele huisvestingskosten als de werknemer ook in het land van herkomst blijft
wonen.
De (eerste) huisvestingskosten in het werkland indien meer dan 18% van het bruto
salaris.
De opslagkosten voor het deel van de boedel dat niet wordt verhuisd naar het werkland.
De reiskosten naar het land van herkomst voor bijvoorbeeld familiebezoek.
De extra kosten voor het in laten vullen van de aangifte inkomstenbelasting als dat
duurder is dan een vergelijkbare belastingadviseur in het land van herkomst. Hiervoor
geldt een maximum van € 1.000,00.
De cursuskosten voor het leren van de taal van het werkland door de werknemer en de
gezinsleden die met hem meegaan naar het werkland.
De extra (niet-zakelijke) gesprekskosten voor telefoneren met het land van herkomst.
De kosten van een aanvraag vrijstelling sociale zekerheid zoals een E101-verklaring.
Als de 30%-regeling wordt toegepast bij de werknemer, dan mogen de bovenstaande kosten
niet alsnog netto vergoed worden. Alleen als de werkgever kan bewijzen dat de
extraterritoriale kosten meer zijn dan 30%, dan mogen de werkelijk gemaakte kosten worden
vergoed.
De volgende zaken zijn geen extraterritoriale kosten en mogen alleen bruto worden vergoed:
Uitzendtoelagen, bonussen en vergelijkbare vergoedingen.
Vergoedingen voor vermogensverliezen.
De aan- en verkoopkosten van een woning.
De compensatie voor hoger belastingtarieven in het werkland.
2
Bij de samenstelling is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd, maar onze organisatie kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.
Versie 1 maart 2011
Buitenlandse werknemers
Kennisbank
De volgende kosten mogen naast de 30%-regeling netto worden vergoed:
Schoolgeld voor een internationale school of internationale afdeling van een school voor
de kinderen van de werknemer in het werkland.
De verhuiskosten en de kosten voor de tijdelijke opslag en het overbrengen van de boedel
naar het werkland conform de regels rond verhuiskosten.
De kosten voor een kennismakingsbezoek van de werknemer aan het bedrijf in het
werkland.
De kosten voor het aanvragen of het omzetten van een tewerkstellingsvergunning.
Een vergoeding van € 0,19 per kilometer voor de zakelijke gereden kilometers in het
werkland.
Werknemers uitgezonden vanuit Nederland naar het buitenland
De 30%-regeling geldt voor de volgende personen die vanuit Nederland naar het buitenland
zijn uitgezonden:
Werknemers die vanuit Nederland worden uitgezonden naar landen in Afrika, Azië,
Latijns-Amerika en een aantal Oost-Europese landen.
Werknemers die worden uitgezonden om in het buitenland wetenschap te beoefenen of
onderwijs te geven.
Ambtenaren bij vertegenwoordigingen van Nederland in het buitenland.
Ambtenaren, rechterlijke ambtenaren en militairen die worden uitgezonden naar de
(voormalige) Nederlandse Antillen en Aruba.
Militairen die worden uitgezonden buiten het Koninkrijk der Nederlanden.
De werkgever mag de 30%-regeling bij de werknemer toepassen als de werknemer
gedurende een periode van 12 maanden ten minste 45 dagen in het buitenland verblijft. Voor
de bepaling van het aantal dagen tellen alleen uitzendingen van minimaal 15 dagen mee. Als
aan het 45-dagencriterium is voldaan, dan mag de werkgever de 30%-regeling zonder
beschikking toepassen op elke uitzending van minimaal 10 dagen.
Werknemers die uit het buitenland komen
Voor werknemers die uit het buitenland komen gelden voor de toepassing van de
30%-regeling de volgende voorwaarden:
De werknemer heeft een dienstbetrekking.
De werknemer beschikt over een specifieke deskundigheid die op de Nederlandse
arbeidsmarkt niet of nauwelijks is te vinden.
Er is door de Belastingdienst een beschikking afgegeven dat de 30%-regeling mag
worden toegepast.
Bij de beoordeling van de specifieke deskundigheid houdt de Belastingdienst rekening met
de volgende factoren:
Niveau van de gevolgde opleiding van de werknemer.
De voor de functie relevante ervaring van de werknemer. Als de werknemer meer dan 2,5
jaar in een vergelijkbare functie heeft gewerkt, dan wordt aangenomen dat de werknemer
voldoende relevante ervaring heeft.
De verhouding tussen het beloningsniveau in Nederland en het beloningsniveau in het
land van herkomst.
3
Bij de samenstelling is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd, maar onze organisatie kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.
Versie 1 maart 2011
Buitenlandse werknemers
Kennisbank
Werknemers uit het middenkader of hoger kader van een internationaal concern, die voor
functieroulatie naar Nederland worden uitgezonden, worden geacht te beschikken over een
specifieke deskundigheid die op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of nauwelijks is te vinden
als zij tenminste 2,5 jaar werkervaring binnen dat concern hebben.
Wonen en werken in verschillende landen
Als de werknemer in een land woont en in een ander land werkt, dan dient er te worden
beoordeeld in welk land de werknemer belasting- en verzekeringsplichtig is. Er kunnen zich
vier situaties voordoen voor de beoordeling van de belasting- en de verzekeringsplicht van
de werknemer:
1.
2.
3.
4.
De werknemer woont en werkt in Nederland.
De werknemer woont in Nederland en werkt in het buitenland.
De werknemer werkt in Nederland en woont in het buitenland.
De werknemer woont en werkt in het buitenland.
In de eerste situatie ligt de belasting- en verzekeringsplicht in Nederland en dient de
Nederlandse wetgeving gevolgd te worden. In de vierde situatie ligt de belasting- en
verzekeringsplicht in principe in het buitenland en dient de plaatselijke wetgeving gevolgd te
worden.
In de tweede en derde situatie dient er een aparte beoordeling plaats te vinden. Hierbij dient
rekening gehouden te worden met de feitelijke omstandigheden van de werknemer en
eventuele belastingverdragen tussen de landen.
Er gelden aparte regels voor de volgende werknemers:
Bestuurders en commissarissen.
Grensarbeiders.
Uitkerings- en pensioengerechtigden.
Studenten, hoogleraren en andere docenten.
Werknemers die door een buitenlandse onderneming op de Nederlandse arbeidsmarkt ter
beschikking worden gesteld.
Afdeling Salarisadministraties
Bij het aannemen van een buitenlandse werknemer dient de werkgever met veel regels
rekening te houden. Hierboven staan de globale regels, maar de situatie is per buitenlandse
werknemer verschillend. Daarnaast komt er veel papierwerk kijken bij het aannemen van een
buitenlandse werknemer.
De afdeling Salarisadministraties van VDGC accountants en belastingadviseurs kan de
werkgever adviseren over de buitenlandse werknemer. Daarnaast kan de afdeling
Salarisadministraties een gedeelte van het papierwerk van de werkgever overnemen. De
contactgegevens staan op VDGC Salaris Online onder ‘Contact’.
4
Bij de samenstelling is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd, maar onze organisatie kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.
Versie 1 maart 2011
Download