1 CATECHEMUNAAT VORMINGSMOMENT 6 - MEI JEZUS GAAT ONS VOOR IN DE STRIJD TEGEN KWAAD EN DOOD JEZUS MAAKT EEN BEZETENE VRIJ: MARCUS 5,1-20 Het verhaal speelt zich af in niet-Joods gebied Dat boeit de toehoorders van Marcus te Rome, die overwegend niet-Joden zijn! v1 de overkant van het meer: dus niet-Joods gebied; zie de kaart in je bijbel v9 legioen: alleen Romeinen gebruiken deze naam voor een grote legerafdeling. Daaraan voel je dat Marcus zijn boek te Rome schrijft, voor Romeinse lezers. Veelheid is eigen aan het chaotische, eenvoud aan het leven. v11 varkens: voor joden zijn varkens onrein; we zijn in heidens gebied! v17 de Gerasenen wensen Jezus niet in hun midden te ontvangen; de Romeinen staan ook niet open voor het christendom! v18-20 De bezetene, die leefde in de ban van de ‘onreine geest’, toont nog steeds een afhankelijk gedrag: hij klampt zich nu aan Jezus vast. Maar Jezus bevrijdt hem niet om hem dan aan zich te binden! Hij moet zelfstandig en vrij worden. Jezus geeft hem de opdracht om de blijde boodschap bekend te maken bij zijn heidense streekgenoten: dit is ook de opdracht van de christenen te Rome. Een knipoog van Marcus naar de doopkandidaten Het Marcusevangelie is waarschijnlijk geschreven om, op zijn geheel, voorgelezen te worden tijdens de lange Paasnachtwake. De v19-20 houden dan ook een boodschap in voor de doopleerlingen, die wat later in de paaswake zullen gedoopt worden. Er zit veel symboliek in dit verhaal Dit is een fantastisch verhaal, met een sterk symbolische betekenis. De bezetene verkeert in het domein van de dood (in graven!), en is daardoor onrein. Hij vertoont een onbedwingbaar chaotisch gedrag, dat zich uit in zelfvernietiging. Het kwaad is als een angstaanjagende krioelende massa: 2000 varkens! Een duidelijk symbolische overdrijving. De weg van de onreine geest leidt naar de dood: onreine varkens ► zee ►dood. In de Bijbel is de zee het symbool voor de dood; enkel op het droge kan de mens leven. Deze symbolische betekenis van het water komt voor in de verhalen van de Schepping, de Zondvloed en de Uittocht, en zo ook van het Doopsel. Onreine geesten In primitieve culturen verbeelden mensen zich ervaringen die hen overstijgen en waarbij ze zich klein voelen, als persoonlijke wezens. De donder wordt een persoonlijke dondergod, een vuurberg de woning van een boze god. Een kind krijgen wordt beleefd als het deelnemen aan de kracht van de godin van de vruchtbaarheid. Het kwaad wordt verpersoonlijkt tot een boze geest of een duivel, die spreekt, verleidt, kwaad sticht. Dergelijke voorstellingen wortelen hoofdzakelijk in angst. JFebruari 2010 2 Tijdsgebonden beelden behoren niet tot de boodschap De evangelist drukt zich uit in woorden en beelden van zijn tijd. Ook de mens Jezus doet dat. Er zijn immers geen ‘tijdloze’ woorden en beelden. Maar deze tijdsgebonden voorstellingen behoren NIET tot de inhoud van de boodschap. Ze zijn daarvan de verwoording (de voorstelling, de uitdrukkingsvorm). In dit verhaal is de boodschap niet dat de duivel bestaat als een persoonlijk wezen, en dat hij bezit neemt van een kudde varkens. De boodschap luidt: het kwaad bestaat, en er gaat een sterke kracht van uit, maar Jezus strijdt tegen het kwaad en hij is sterker. Jezus gaat ons voor in de strijd tegen het kwaad Geloven betekent niet geloof hechten aan mysterieuze bovenaardse wezens, die ons leven zouden beheersen. Jezus wil ons juist daarvan bevrijden. Realistisch laat hij ons zien dat er kwaad en dood is in de wereld. Maar hij roept ons op om ons daar niet bij neer te leggen! Het kwaad is immers geen ‘god’ die ons zou overstijgen. Er IS maar één God, onze goede Vader, en Hij is sterker dan alle kwaad en dood. En wij kúnnen en móeten strijden tegen ziekte (geneeskunde en verpleging), onrecht (ontwikkelingshulp en armoedebestrijding), dood en zonde. Bij Jezus vinden wij kracht en vertrouwen om daaraan te werken, en de vaste hoop op de uiteindelijke overwinning. JEZUS GENEEST TWEE VROUWEN: MARCUS 5,21-43 Ook hier strijdt Jezus tegen ziekte en dood Mc plaatst inderdaad dit verhaal duidelijk in parallel met het vorige: v22 rijmt met v2. Hier redt Jezus twee vrouwen uit een uitzichtloze, ‘dodelijke’ situatie. v27 De vrouw is door haar ziekte onrein (bloed staat symbool voor leven, is dus taboe: het voorbehouden terrein van de goden!), maar zij overtreedt het taboe door Jezus aan te raken. En ezus geeft haar moed en vertrouwen om haar uitsluiting te doorbreken, waardoor ze al twaalf jaar buiten de gemeenschap is gezet. v30 Hier klinkt nog een ‘magische’ opvatting door over de werkwijze van God. Op deze vrij primitieve manier drukt Marcus uit dat het wel degelijk Jezus is, die de vrouw geneest! Daarom is het hem te doen. In beide verhalen staat iemand op het punt om zich aan Jezus toe te vertrouwen: v33 geloven is: je angst overwinnen (v27) en de stap zetten in overgave (v33) v34 Dochter! Jezus drukt een dichte relatie uit, hij doorbreekt de uitsluiting waarin de vrouw gevangen is: God is niet vies van jou! Ook ik hou van jou! Houd nu ook van jezelf. Jezus’ strijd tegen de ziekte staat tegen de achtergrond van zijn strijd tegen de dood. v36 Wees niet bang: woorden uit het Paasverhaal (Mc 16,6), die er dus op wijzen dat Jezus ook hier reeds de strijd aangaat met de dood. Dezelfde woorden worden gesuggereerd in 4,40 en komen letterlijk voor in 6,50, wat erop wijst dat beide verhalen over Jezus’ strijd met de storm eveneens Paasverhalen zijn. JFebruari 2010 3 v37 Petrus, Jakobus en Johannes: deze drie getuigen komen terug wanneer God Jezus aanmoedigt om ondanks de doodsbedreiging toch naar Jeruzalem te gaan ( 9,2), en bij Jezus’ doodstrijd in de Hof van Olijven (14,33): we staan ook hier dus voor een gelijkaardige situatie, waarin Jezus de confrontatie aangaat met de dood. Twee genezingen in één verhaal Mc legt een duidelijk verband tussen beide genezingen: 1. Hij schuift het verhaaltje over Jaïrus’ dochter midden in het verhaal over de vrouw 2. Hij werkt beide verhalen kundig in elkaar: A v25: ‘die twaalf jaar aan vloeiingen leed’ = die twaalf jaar geen kind kan krijgen B v27: ‘raakt zijn kleren aan: overschrijdt de reinheidswet, die haar uit de gemeenschap sluit B’ v41: ‘pakt haar bij de hand’: overschrijdt de reinheidswet (ook een dode is onrein) A’ v42: ‘ze is twaalf jaar’ = ze wordt huwbaar en ze ‘besterft’ het dat ze nu een kind kan krijgen! 3. In beide verhalen steekt dezelfde boodschap: Jezus is sterker dan de dood. VERZET EN ONBEGRIP IN ZIJN VADERSTAD: MARCUS 6,1-6 Jezus doorbreekt de band van de bloedverwantschap (3,31-35), hij ondervindt ook verzet en onbegrip in zijn vaderstad (6,1-6). v3 het is aan de timmerman niet te ‘zien’ dat hij de Messias van God is. v4 profeet: Nochtans verwachten de Joden een Messias-Profeet, naar het model van Mozes, en die wordt juist uit uw midden, uit uw broeders genomen (Dt 18,15.18)! v 5 Het koningschap van God gebeurt, wanneer mensen dit willen ontvangen. Het is zoals met een geschenk: pas als de ander jouw geschenk met dank aanvaard, wordt het ook een geschenk! JEZUS GEEFT AAN DE TWAALF ZIJN EIGEN OPDRACHT: MARCUS 6,7-13 Jezus heeft onder zijn vrienden twaalf apostelen aangesteld (3,13-19); hier zendt hij hen twee aan twee uit. En ze krijgen dezelfde opdracht en dezelfde macht als Jezus: mensen bevrijden van onreine geesten oproepen tot bekering zieken zalven en genezen DE ZIEKENZALVING: VERLOOP EN BETEKENIS Het heeft de vrienden van Jezus sterk getroffen hoe Jezus omging met de zieken. Van bij het eerste begin van de Kerk, houden we twee gebaren van Jezus levend in ons midden in het sacrament van de Ziekenzalving: - de handoplegging: Mc 5,23 en 6,5 - de zalving met olie: Mc 6,13 Dat laatste gebruik is al betuigt in de Brief van Jakobus (5,14). Hier volgt een eenvoudige tekst voor een ziekenzalving: Openingswoord Christus is altijd bij ons. Maar er zijn momenten in het leven dat we ons daar sterker van bewust zijn. Bijvoorbeeld wanneer iemand ziek is. De zieke verzamelt ons. Hij brengt ons dichter bij elkaar. Hij brengt ook Christus sterker in ons midden. Jezus had een bijzondere aandacht voor de zieken. Dank zij hem, zijn wij hier samen om gebaren te stellen die hij ons heeft geleerd, en om voor elkaar te bidden in zijn naam. JFebruari 2010 4 Lezing uit het evangelie: Lucas 4, 38-40 Jezus verliet de synagoge en ging het huis van Simon binnen. De schoonmoeder van Simon werd gekweld door hoge koorts en zij riepen Jezus’ hulp in voor haar. Hij boog zich over haar heen en bestrafte de koorts, en die verliet haar. Onmiddellijk stond zij op en bediende hen. - Bij zonsondergang brachten allen hun zieken, die aan allerlei kwalen leden, naar Hem toe. Hij legde hen een voor een de handen op en genas ze. Handoplegging De priester en de anderen die rond de zieke staan leggen hem de handen op. Lezing uit de brief van de Jakobus: 5, 13-15 Zusters en broeders, heeft iemand van u te lijden? Laat hij bidden. Is iemand opgewekt? Laat hij een loflied zingen. Is iemand van u ziek? Laat hij de verantwoordelijken van de gemeenschap roepen; zij moeten een gebed over hem uitspreken en hem met olie zalven in de naam van de Heer. En het gelovige gebed zal de zieke redden en de Heer zal hem oprichten. En als hij zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden. Zalving N-, onze Heer Jezus Christus is bij u. Mag Hij u sterkte geven en vertrouwen, zijn vrede in uw hart. Hij blijft bij u, ook in donkere uren. Onze Vader Laten wij bidden, met de woorden van Jezus: Onze Vader, die in de hemelen zijt, geheiligd zij uw naam, uw rijk kome, uw wil geschiede op aarde als in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven aan onze schuldenaren. En leid ons niet in bekoring maar verlos ons van het kwade. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen. (Communie) Zalig zij die genodigd zijn aan de maaltijd van de Heer. Zie het Lam Gods dat draagt de zonden van de wereld. Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt, maar spreek en ik zal gezond worden. Lichaam van Christus. Amen. Wees gegroet, Maria Wees gegroet, Maria, vol van genade, de Heer is met u; gezegend zijt gij boven alle vrouwen en gezegend is de vrucht van uw lichaam, Jezus. Heilige Maria, moeder Gods, bid voor ons, arme zondaars, nu en in het uur van onze dood. Amen. Zegen: God zegene en beware ons, de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen. JFebruari 2010 5 UITWISSELING Jezus gaat ons voor in de strijd tegen kwaad en dood. Neem jij deel aan deze strijd? Hoe word jij, in naam van Jezus, de ‘naaste’ van medemensen in hun strijd tegen de ‘dood’ in hun leven? GEBEDSMOMENT We bidden de volgende voorbeden in de volgorde waarin ze staan. Wie wil, leest er een voor. We gaan niet het rijtje af. Tussen elke voorbede houden we het even stil. 1. Gij hebt het geloof in ons gewekt, God, uw blijde boodschap naar ons toegesproken. Gij zijt ons overkomen. Wij blijven ons verwonderen, dat U zo veel van ons houdt. 2. Maak ons eenvoudig, ontvankelijk voor U en onbaatzuchtig. Maak ons oprecht en zuiver van hart, dat wij de tekenen zien van uw aanwezigheid. Geef ons honger naar vrede, maak ons dorstig naar recht en gerechtigheid, vergevingsgezind en zachtmoedig. 4. En wees Gij zelf barmhartig voor ons. Leer ons elkaar te verontschuldigen. Geef ons de kracht, het leed van anderen te dragen. 5. Wij bidden U voor allen die treuren en bedroefd zijn. Voor gebrekkigen, zieken, voor hen die in dit uur stervende zijn. 6. Voor allen die door het leven zijn ontgoocheld: voor gehuwden die niet bij machte zijn elkander vast te houden, voor ouders die in hun kinderen zijn teleurgesteld, en ook voor allen die nooit een levenspartner hebben gevonden, wier verlangen en genegenheid niet wordt beantwoord. 7. Wij bidden U, Heer, voor de wereld van onze dagen, voor hen die door oorlog ontredderd zijn, voor allen die door wreedheid en eenzaamheid zijn verminkt. Voor hen die arm zijn en rechteloos, veracht en mishandeld. 8. Wek in ons midden de kracht, waarmee wij deze armoede kunnen bestrijden, zend over ons uw goede geest die licht en wijsheid is, en levend maakt; dat in onze wereld de weg gevonden wordt om de honger uit te bannen en de oorlog te beëindigen. 9. Gij schenkt ons het leven. Maak ons bereid, het met anderen te delen, opdat ons geluk even groot mag zijn als onze welvaart. Bescherm ons tegen onze eigen hardheid. Houd ons open. Zo willen we proberen uw kerk te zijn, uw uitverkoren volk. Laat ons treden in het spoor van Jezus. Blijf ons nabij. (Naar: Huub OOSTERHUIS, Bid om vrede, 27-28) JFebruari 2010