C. Visser Info

advertisement
Info.doc
Corpo
FAQ
Datum bijwerking : 01-04-2003
Documentnummer : ID-N-A01-02
SUBROGATIE VAN DE WETSVERZEKERAAR
I. FAQ :
Kan de wetsverzekeraar de uitgekeerde vergoedingen terugvorderen op basis van bruto, semi-bruto
of netto?
II. PRINCIPE :
De vergoedingstechniek van het loonverlies in gemeen recht verschilt in grote mate van die in wet hetgeen
voor problemen inzake het verhaalsrecht van de wetsverzekeraar zorgt.
Het overgrote deel van die problemen wordt echter ondervangen door de overeenkomst die binnen de
BVVO werd afgesloten tussen de verzekeraars arbeidsongevallen en de verzekeraars gemeen recht, de
AO/GR-Conventie
II. COMMENTAAR :
A. TERUGVORDERING IN HET KADER VAN DE OVEREENKOMST AO/GR
A.1. TWO
De vergoeding zal worden berekend op basis van het basisloon zoals deze door de arbeidsongevallenverzekeraar wordt bepaald, min 10%.
De in aanmerking te nemen periodes van tijdelijke ongeschiktheid zijn deze zoals weerhouden in wet.
Deze conventie past zich slechts toe tot een maximumbedrag van het basisloon in aanmerking genomen
door de wetsverzekeraar. .
Het excedent-wet valt buiten de toepassing van de Overeenkomst.
A.2. BWO
De Conventie is enkel van toepassing voor schadegevallen met een BWO lager of gelijk aan 50%
De afrekening geschiedt op basis van het basisloon WET.
Het excedent-wet valt echter buiten de toepassing van de conventie.
1
B. TERUGVORDERING BUITEN DE OVEREENKOMST AO/GR
B.1.PRINCIPE
Volgens de equivalentietheorie van het Hof Van Cassatie mag de schadevergoeding voor het loonverlies
slechts op het brutoloon berekend worden indien het bedrag van de sociale en fiscale lasten
op de vergoeding overeenstemt met het bedrag van die lasten op de gewone bezoldiging van de getroffene.
Het bruto-loon is het loon sensu-stricto, het vakantiegeld en de premies (oa 13 de maand).
Het semi-brutoloon is het brutoloon onder aftrek van de RSZ- bijdragen:
Voor bedienden : 13,07% van het bruto-loon
Voor arbeiders : 13,07% op 108% van het bruto-loon
Het netto-loon is het semi-brutoloon verminderd met de belastingen.
De sociale lasten :
Bij een ongeval is gebeurd in het kader van het privé-leven worden de niet-gewerkte dagen met
arbeidsdagen gelijkgesteld en behoudt de werknemer de sociale voordelen ondanks het feit dat er geen
sociale bijdragen worden gestort.
Gaat het daarentegen om een arbeids(weg)ongeval dan moeten de sociale bijdragen wel betaald worden
opdat de sociale voordelen behouden zouden blijven . De Wetsverzekeraar houdt deze bijdrage af aan de
bron en stort deze door aan de S.Z.
Deze sociale inhoudingen maken deel uit van het vorderingsrecht van de wetsverzekeraar, zonder dat hij
meer kan terugvorderen dan datgene dat door slachtoffer kan worden gevorderd.
Op de gemeenrechtelijke vergoedingen wegen geen sociale lasten en aldus kan o.i. worden gesteld dat het
percentage van de sociale zekerheidbijdrage minstens reeds in mindering dient te worden gebracht van de
brutobasis (bruto –RSZ = semi-bruto).
Betwisting is evenwel mogelijk gezien de verrichte inhoudingen een voorwaarde zijn voor het behoud van de
sociale voordelen.
De fiscale lasten :
De vergoedingen voor inkomstenverlies zijn belastbaar.
Deze vergoedingen worden beschouwd als vervangingsinkomsten en genieten van de
belastingsvermindering voorzien in art. 147 e.v. WIB.
De fiscale lasten op de gemeenrechtelijke vergoeding zijn steeds lager dan de fiscale lasten die op het
normale loon zouden hebben gewogen.
Interessant om weten is dat de fiscus het kapitaal tot dekking van een toekomstig inkomensverlies omzet in
een fictieve rente die jaarlijks aan het inkomen wordt toegevoegd (maximaal 10 tot 13 jaar) Zodoende geniet
dit kapitaal een gunstige belastingstarief doordat het in belangrijke mate ontsnapt aan het effect van de
progressieve belasting .
In de praktijk is het moeilijk om op het ogenblik van de regeling de preciese lasten te bepalen die op de
vergoedingen zullen wegen .
Een afrekening op nettobasis met toekenning van een fiscaal voorbehoud is dan ook technisch gezien de
aangewezen oplossing (doch niet gewaardeerd bij een afhandeling t.o.v. een wetsverzekeraar).
2
B.2. TWO & BWO
In theorie dient men aldus uit te gaan van de netto-vergoeding, (bruto – RSZ - belastingen).
De inkomsten (en het belastingniveau) kan men berekenen aan de hand van de aanslagbiljetten van de drie
jaren voorafgaand aan het ongeval waarbij dan het gemiddeld netto-inkomen van deze laatste drie wordt
genomen.
Indien de tijdelijke werkonbekwaamheid slechts enkele maanden bedraagt kan deze berekening gebeuren
aan de hand van de maandelijkse loonfiches van vóór het ongeval.
Indien het niet mogelijk is om de netto-vergoeding exact te berekenen of in kleinere gevallen, kan men de
netto-basis forfaitair benaderen door het bruto-inkomen met 20-30% te verminderen, RSZ inbegrepen.
Enkel in de kleinere gevallen kan met zich verzoenen met een regeling op semi-bruto basis, dus bruto - RSZ
Een fiscaal voorbehoud kan enkel worden toegestaan indien de afrekening is gebeurd op zuivere nettobasis.
De wetsverzekeraar is gesubrogeerd voor de gedane betalingen, doch eveneens voor de kapitalen
geconstitueerd tot dekking van de toekomstige betalingen (o.m BWO); dit steeds binnen de grenzen van wat
in gemeen recht verschuldigd is.
Met betrekking tot de BWO
Er zijn in gemeen recht verschillende vergoedingsmethodes: o.m. de vermengde vergoeding en de
kapitalisatie
-
Ingeval van een BWO van minder dan 15%, dient steeds een vergoeding per punt te worden
verdedigd conform de laatste indicatieve tarieven.
-
Ingeval van een BWO > dan 15%, kan eventueel een kapitalisatie worden aanvaard, doch
steeds op nettobasis.
Dit netto-jaarloon kan met 5 à 10% verhoogd worden voor toekomstige loonsverhogingen en/of
promoties, doch enkel wanneer dit gevorderd wordt en indien dit in concreto aannemelijk is.
3
Download