Psychose en Schizofrenie Lieuwe de Haan Arjen Sutterland Zorglijn Vroege Psychose Inhoud 1. Wat is psychose? 2. Wat is schizofrenie? 3. Welke symptomen komen voor bij psychosen? 4. Wat is het beloop? 5. Hoe vaak komt het voor en welke oorzaken kennen we? 6. Genen 7. Hersenen en dopamine 8. De behandeling 1. Psychose • Als neutrale informatie bijzonder wordt Waarom kijken zij mij zo aan? Ze willen me iets zeggen met cijfer 9 Ik wordt in de gaten gehouden Hoe weet ze dat over mij? Dopamine ~ Belangrijk Howes, O. D. et al. Arch Gen Psychiatry 2009;66:13-20 Psychose • Bij psychose is de informatie verwerking verstoord. • Hierbij krijgen mensen vaak het idee dat zaken speciaal voor hen bedoeld zijn. • Degenen die dit meemaken proberen hier logica in te vinden en kunnen zo tot waanideeën komen. • Meer en langdurige dopamine afgifte speelt hier een belangrijke rol in. Psychose is divers Ontwikkeling: soms plotseling vaker geleidelijk Veel variatie: soms chaotisch en bizar soms opgewonden of juist erg teruggetrokken zelfverzorging kan ernstig tekortschieten soms is het moeilijk om contact te leggen Wanen Individuele overtuigingen zonder voldoende grond, waaraan iemand blijft vasthouden ondanks bewijzen van de onjuistheid ervan. Wanen kunnen niet herleid worden tot opvattingen die horen bij een bepaalde (sub)cultuur of religieuze gemeenschap. Vrijwel altijd staat de persoon zelf in het middelpunt. Hij of zij ondergaat bepaalde invloeden, krijgt speciale aandacht of heeft bijzondere eigenschappen. Er zijn verschillende soorten wanen Paranoïde waan Beïnvloedingswaan Grootheidswaan Religieuze waan Somatische waan Nihilistische waan Misidentificatie waan …. 2. Schizofrenie Schizofrenie is een aandoening met vele gezichten Het beloop loopt sterk uiteen van gunstig tot uiterst ongunstig Dus niet: gespleten persoonlijkheid Schizofrenie en andere psychosen 1. Schizofrenie 2. Schizofreniforme stoornis 3. Schizoaffectieve stoornis 4. Waanstoornis 5. Kortdurende psychotische stoornis 6. Gedeelde psychotische stoornis 7. Psychotische stoornis door somatische aandoening 8. Depressie met psychotische kenmerken 9. Manie met psychotische kenmerken 10. Psychotische stoornis door een middel Schizofrenie [DSM-IV] A. Kenmerkende symptomen Minimaal twee van de volgende, elk gedurende één maand een belangrijk deel van de tijd aanwezig (of korter bij succesvolle behandeling): 1. Wanen 2. Hallucinaties 3. Onsamenhangende spraak (incoherentie) 4. Ernstig chaotisch of katatoon gedrag 5. Negatieve symptomen, d.w.z affectvervlakking, gedachten- of spraakarmoede of apathie Schizofrenie [DSM-IV] C. Duur: Verschijnselen van de stoornis zijn gedurende tenminste zes maanden ononderbroken aanwezig. In deze periode van zes maanden moeten er tenminste één maand symptomen zijn die voldoen aan criterium A Verschijnselen kunnen zich beperken tot beperken tot negatieve symptomen of tot twee of meer symptomen uit criterium A in een lichte vorm (vreemde overtuiging, ongewone zintuigelijke ervaringen) 3. Symptomen bij Psychosen Positieve Wanen Hallucinaties Verwardheid en negatieve symptomen Minder actief Verminderd initiatief Vlakke emoties vervlakking Sociaal terugtrekgedrag Spraakarmoede Symptomen a. Inhoudelijke denkstoornissen b. Waarnemingsstoornissen c. Verwardheid d. Negatieve symptomen e. Cognitieve stoornissen f. Stemmingsstoornissen g. Angststoornissen h. Gebrek aan inzicht a. Inhoudelijke Denkstoornissen afwijkende denkbeelden, opvattingen en interpretaties. Milde varianten: magisch denken [bijgelovigheid helderziendheid]. Ernstig: wanen b. Waarnemingstoornissen Hallucinaties Horen, voelen, zien en/ of ruiken Terwijl er in de realiteit geen stimulus is Stemmen horen De meest voorkomende, waarnemingstoornis bij schizofrenie BV: stemmen die zich tot de patient richten:. “je ogen staan raar” of “er is iets mis met jou” of over de patient spreken: bv. “wat ziet hij er vreemd uit” of “het gaat niet goed met hem”. c. Verward denken Associatief Onlogisch Gedachteblokkade d. Negatieve symptomen Verminderde emotionele ervaring en uitingen Spraakarmoede Gebrek aan interesse Apathie Gebrek aan sociale belangstelling e. Stoornissen van cognitieve functie Moeite met verwerken van ingewikkelde of snel opeenvolgende indrukken Aandacht # Inprenting #: geheugenklachten Het minder goed herkennen van gezichtsuitdrukkingen Moeite om alledaagse gesprekken op gang te houden. f. Stoornissen in stemming Depressie & Piekeren g. Angst stoornissen 20% Sociale fobie 15% Obsessieve Compulsieve stoornis 5% Paniekstoornis h. Verstoord inzicht Komt vaak voor en heeft Invloed op de therapietrouw 4. Beloop psychotische episoden restfasen Uitkomst 1e episode 37 onderzoeken, 4100 patienten, 38 maanden gevolgd 50 40 30 20 Goed Slecht 10 0 Menezes, 2006 WHO incidentie studie Psychose 776 patienten, 25 jaar gevolgd 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Schizofrenie Hersteld Non Schizofrenie Hersteld GAF symptomen Schizofrenie > 60 GAF symptomen Non Schizofrenie > 60 Harrison e.a., 1998 5. Hoe vaak komt het voor? Jaarlijkse zijn er 2/10.000 nieuwe gevallen 0.7/100 mensen krijgt in zijn/haar leven schizofrenie Jongvolwassenen & psychiatrische stoornissen 5. Oorzaken? Risicofactoren: omgeving Cannabis ODDs 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 Cannabis 15 e jaar Cannabis 18 e jaar Geen Migratie ODDs 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 2e generatie 1e generatie autochtoon Opgroeien in een grote stad 2,5 2 1,5 ODDs 1 0,5 0 grote stad stad platteland Trauma ODDs 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 sexueel trauma pesten geen trauma Genen Risico op schizofrenie voor 1e graads familieleden 50 Bevolking 40 kinderen 30 20 Zusters/Broers Dizygote tweeling Monozygote tweeling 10 0 Kinderen van 2 ouders met schizofrenie Risico op schizofrenie voor 2e graads familieleden 50 40 30 20 10 0 Bevolking Halfzusters/Halfbroers Neven/Nichten Ooms/Tantes Kleinkinderen Omgeving en genen bepalen in interactie de kwetsbaarheid 7. Hersenen en Dopamine Hersenen: netwerk Basale Kernen Beweging Emoties Hyperactief: psychose Te veel antipsychotica: Stijfheid, trillen Frontale Schors Problemen oplossen Plannen organisatie Limbisch systeem emoties Gehoor schors Verwerkt geluid Bij hallucinaties ook actief Achterste kwab Verwerkt Beelden Gezichts herkenning Hippocampus Leren geheugen Dopamine ~ psychose Dopamine Denken Aandacht Emotie Beloning Beweging Dopamine is actiever Howes, O. D. et al. Arch Gen Psychiatry 2009;66:13-20 8. Behandeling a. Antipsychotica Antipsychotica zijn effectief verminderen psychose 50 40 30 20 Antipsychotica Placebo 10 0 Leucht e.a. 2008 Antipsychotica zijn effectief voorkomen terugval 80 70 60 50 40 Antipsychotica Placebo 30 20 10 0 Leucht e.a. 2008 Zorglijn Vroege Psychose Bedankt u voor uw vertrouwen Aantal patienten in psychiatrische kliniek ~ antipsychotica Werking antipsychotica Binden aan het ontvangst station van dopamine Daardoor wordt het signaal gedempt Verschillen Effect van de verschillende antipsychotica is vergelijkbaar Alleen clozapine is effectiever bijwerkingen Verschillen per antipsychoticum: Trillen, stijfheid Gewichts toename Verhoogd bloedsuiker en vetten Seksuele functiestoornissen Aanmaak van bloedcellen Waar kunnen we de meeste winst halen? a. Zelfvertrouwen b. Samenwerking c. Drugs a. Zelfvertrouwen Verbeteren van zelfvertrouwen 1. Psycho educatie 2. Cognitieve Gedragstherapie 3. Individual Placement Support 4. Gezins Interventie 5. Fitness 6. Lotgenoten contact % patienten met een betaalde baan na 1 jaar IPS vs Stapsgewijze Arbeids Voorbereiding 50 40 30 20 10 0 IPS Stapsgewijs Fitness Cognitie Zelfvertrouwen Effect begeleid lotgenoten contact 50 40 30 20 Toename sociaal contact buiten de lotgenoten groep Toename sociaal contact wachtlijst groep 10 0 Ook toename optimisme en zelfvertrouwen e.a, 2008 Castelein b. Samenwerken Assertive Community Treatment Multidisciplinair Contact krijgen en houden Maximale bereikbaarheid Caseload 10-15 Zorg aan huis Praktisch en zelfmanagement Assertive Community Treatment vs standaard zorg Relatief Risico op slechte uitkomst referentie ontevredenheid werkeloosheid uitval heropname geen zelfstandige huisvesting dakloosheid 0 0,5 1 c. Drugs Cannabis vrije dagen na Training Motiverend interviewen en Familie Interactie Vaardigheden vs Alleen Psycho educatie 70 60 50 40 30 Familie Interactie Psycho educatie 20 10 0 Smeerdijk e.a. 2010 Onderzoek naar ontwikkeling melktandjes Voeding en infectie relateren aan ontwikkeling Samenwerking met Mount Sinai Hospital New York Nodig: 1 melktandje van patient Bedankt voor Uw aandacht ! Zorglijn Vroege Psychose