Sociale zekerheidsbijdragen Voorafgaande opmerking Sociale zekerheidsbijdragen zijn steeds punt van discussie en worden dan ook regelmatig herbekeken. Ook in het huidige regeerakkoord zijn wijzigingen voorzien. Echter, hierover is nog geen akkoord. Tot dat dit er is, zijn de huidige regelingen van toepassing. 1. Toepassingsgebied 1.1 Voor wie? Zowel werkgevers als werknemers die aan de Belgische sociale zekerheid onderworpen zijn, moeten bijdragen betalen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (hierna RSZ). Alle werkgevers en werknemers die door een arbeidsovereenkomst met elkaar zijn verbonden, zijn onderworpen aan de sociale zekerheid. Ze zijn onderworpen aan de Belgische sociale zekerheid als de werknemer de arbeid verricht in België en zijn werkgever in België is gevestigd. Dit geldt ook als de werkgever in het buitenland is gevestigd maar een exploitatiezetel heeft in België waaraan de werknemer is verbonden. 1.2 Vrijgestelde personen Op deze regels zijn er een aantal uitzonderingen. Bij bepaalde arbeidsovereenkomsten zijn de werkgevers en werknemers niet onderworpen aan de sociale zekerheid. In de socio-culturele sector is dit zo voor studentenarbeid, bepaalde occasionele prestaties (25-dagenregeling) en voor sportmanifestaties, uiteraard onder bepaalde voorwaarden. Als gevolg hiervan moeten zowel de werkgever als de werknemer geen bijdragen betalen en ligt de loonkost dus lager. Deze specifieke statuten worden hier niet verder behandeld. 2. Bijdragen De werkgeversbijdragen worden opgeteld bij het brutoloon dat de werkgever aan de werknemer moet betalen. Ze worden dus niet in mindering gebracht bij de werknemer, het bedrag wordt wel vermeld op de loonfiche. Er bestaat een verschil tussen de bijdragen voor arbeiders en die voor bedienden. Dit verschil wordt veroorzaakt door een verschil in wetgeving rond de jaarlijkse vakantie. Het vakantiegeld voor arbeiders wordt uitbetaald door de vakantiekas. Om die kas te spijzen worden sociale zekerheidsbijdragen betaald door de Sociale zekerheidsbijdragen a) Gewone bijdragen voor werkgevers 1 werkgevers. Vandaar dat de bijdragen voor arbeiders 38.38% bedragen terwijl die voor bedienden 32,38% zijn.1 b) Gewone bijdragen voor werknemers Ook werknemers betalen bijdragen aan de sociale zekerheid. In principe betaalt een werknemer 13,07% sociale zekerheidsbijdragen. Hierop bestaan een aantal uitzonderingen. Studenten die werken onder de 50-dagen regel, betalen geen sociale zekerheidsbijdragen maar enkel een solidariteitsbijdrage van 2,71%. Indien een werknemer wordt tewerkgesteld volgens de 25-dagen regel2 is hij eveneens vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen. Ze moeten geen solidariteitsbijdrage betalen. c) Bijzondere bijdragen Naast de gewone werkgevers en werknemersbijdragen, zijn werkgevers en werknemers ook ‘bijzondere” bijdragen verschuldigd. Deze bijdragen zijn bijzonder omdat ze niet rechtstreeks zijn bestemd voor takken van de sociale zekerheid of omdat ze enkel in bepaalde omstandigheden verschuldigd zijn. Sommigen zijn verplicht voor iedereen, anderen hangen af van het paritair comité. De bijzondere bijdragen kunnen werkgeversbijdragen zijn, maar sommigen van hen zijn ten laste van de werknemer of moeten door beiden worden gedragen (gedeeld). Voorbeelden van deze bijzondere bijdragen voor werkgevers zijn de bijdragen voor bedrijfswagens (enkel wanneer je bedrijfswagens aan je personeel ter beschikking stelt) of de bijdrage voor het fonds voor sluiting van ondernemingen. Dit zijn de percentages zoals ze gelden op 11/12/2014. Door het nieuw regeerakkoord kunnen deze worden verlaagd, echter op 11/12/2014 is hierover nog geen akkoord. 1 2 Art. 17 KB van 28 november 1969. Sociale zekerheidsbijdragen Voor werknemers is dit o.a. de inhouding op het dubbel vakantiegeld en de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid. 2 d) Verminderingen ter bevordering van de werkgelegenheid I. Doelgroepenverminderingen De werkgever kan aanspraak maken op een vermindering van zijn basisbijdragen door het aanwerven van werknemers uit een bepaalde doelgroep. Deze verminderingen zijn beperkt in de tijd. De vermindering kan o.a. voor: - Oudere werknemers - Nieuwe werkgevers – eerste aanwervingen - Werkgevers die een collectieve arbeidsduurvermindering instellen Een 4-dagenweek instellen - Langdurig werkzoekende - Jonge werknemers - … II. Structurele lastenverlagingen Werkgevers kunnen beroep doen op een structurele verlaging van de basisbijdragen. Deze zijn structureel aangezien werkgevers dit bedrag forfaitair krijgen voor iedere werknemer in dienst, onderworpen aan alle takken van de sociale zekerheid. In de non-profit sector is deze structurele lastenverlaging uitgewerkt in een eigen alternatieve regeling3, namelijk de sociale maribel. Sociale Maribel De sociale Maribel is de alternatieve regeling voor de non-profit sector voor een structurele lastenverlaging op de werkgeversbijdragen en is dus een sectorsubsidie. Voor elke werknemer die 50% van de equivalente voltijdse functie werkt, wordt een forfaitaire bedrag van de werkgeversbijdrage afgehouden. De werkgever merkt hier niets van, hij stort zijn werkgeversbijdrage door aan de RSZ, welke automatisch het forfaitaire bedrag/werknemer afhoudt en doorstort aan het fonds van de sociale maribel. Link: info van de sociale zekerheid over lastenverlagingen De algemene maatregelen i.v.m structurele lastenverlagingen, zoals in andere sectoren van toepassing, gelden dus niet in de socio-culturele sector. 3 Sociale zekerheidsbijdragen Voor de werkgever opent elke werknemer die 50% werkt het recht op sociale maribel. De bedragen die in het fonds worden gestort en dus niet worden ingezet in de sociale zekerheid, moeten worden gebruikt ter subsidiëring voor bijkomende tewerkstelling in de socio-culturele sector. 3