1 NORMALE BARING DEEL 3 EN 4 1.1 Begeleiden van de normale baring: inleiding Leiden of begeleiden van het baringsproces: niet enkel uitvoeren van afzonderlijke technieken, ook aandacht voor het somatisch en het niet-somatisch welzijn (respect, eigenwaarden en normen koppel, maw: koppel volledig betrekken, 1 vroedvrouw voor 1 parturiënte, continue steun bieden) Kortere arbeidsduur, meer kans op vaginale partus, minder gebruik van analgesie, meer tevreden over bevallingservaring Normale baring= Een bevalling die spontaan begint, laagrisico bij het begin van de arbeid en zo blijft doorheen arbeid en bevalling De baby wordt spontaan geboren in hoofdligging Tss 37-42W Na geboorte moeder en kind in goede toestand Uitgebreide def: die baring die na 37 weken en voor de 294 ste dag (42W) spontaan begint met een latente fase van ongeveer 10u en een actieve fase van 7-12u. De gemiddelde uitdrijvingsduur is voor de primi- en multipara respectievelijk 60 en 20 minuten. Placenta en vliezen volgens spontaan na ongeveer 20 minuten. Het perineum is gaaf of heeft een eerste- of tweedegraads ruptuur. Het totale bloedverlies bedraagt ongeveer 500 ml. De baby weegt ongeveer 3,500kg. Aard van de geboorte: Normale geboorte Obstetrische bevalling= vaginale bevalling, voorafgegaan door een aantal interventies (KBV (=kunstmatig breken vliezen, amniotomie), gebruik van prostaglandines, inductie, stimulatie, epidurale analgesie, episiotomie) Operatieve of instrumentele bevalling: sectio, ventouse, forceps 1.2 Begeleiding en methodiek tijdens de verschillende fasen 1.2.1 Opname van barende op vk Tijdstip van opname is sterk variërend: Afh. van ≠ factoren Best wanneer arbeid begonnen is, latente fase liefst thuis doorbrengen Primigravida: verlies van VW, al dan niet met CT, regelmatige CT om de 5 min, abnormale verschijnselen (vb. bloedverlies), ongerustheid Multigravida: verlies van VW, al dan niet met CT, regelmatige CT om de 10 min, abnormale verschijnselen (vb. bloedverlies), ongerustheid Gericht op het verzamelen van gegeven: Toestand moeder en kind? 3 Vaststellen van beginsituatie: in partus? Welke fase? Arts correct informeren Prognose maken voor het verder verloop Beleid vastleggen in overleg met arts Belang van hartelijk onthaal 1.2.1.1 Onthaal en administratieve formaliteiten Waar: onthaal ZS of rechtstreeks op VK Persoonlijke benadering koppel!! Installeren in arbeidskamer Informatie geven Vrouw laten omkleden en urineren in potje, documenten opvragen en beluisteren FHT Verloskundig dossier opstarten 1.2.1.2 Verzamelen van gegevens Bronnen: ZSdossier / moederboekje, dossier van vorige bevalling(en), opname gesprek, opname-onderzoek Het opname gesprek: Verloskundige anamnese: GPA VBD en ZSduur Begin van de weeën en weeënpatroon Al dan niet VW verlies (indien ja; sinds wann, hoeveelheid en uitzicht) KB Regelmaat van prenatale controles, door wie, wanneer laatste controle Datum en verloop van vroeger ZS, bevallingen, PP, met aandacht voor toestand kind Verloop van huidige ZS: Somatisch: eerste KB, bloedverlies, BD, urine (albumine, glucose, bacteriën), gewichtstoename, oedemen, aandoeningen, klachten (vb. varices, hemorroïden), onderzoeken (bloed, echo, prenatale diagnostiek), therapieën (medicate, dieet, opname, andere) , bekkenevaluatie Psychosomatisch: prenatale voorbereiding? (bij wie? ), geboorteplan, beleven van ZS Gynaecologische anamnese: Cyclus Aandoeningen Ingrepen Anticonceptie Algemene medische anamnese: Aandoeningen (vb hartziekten, longziekten, diabetes, epileptie, schildklier,…) Ingrepen Ongevallen Huisdieren Transfusies 4 Familiale anamnese: Gezondheidstoestand van ouders en directe familieleden Meerlingenzwangerschappen Congenitale afwijkingen Erfelijke aandoeningen Gegevens van de moeder: Gebruik van geneesmiddelen Roken- alchohol- drugs Allergieën Leefgewoonten Kinderarts voor neonaat BV of FV Gegevens huisarts Telefoonnummer voor dringende gevallen Het opname onderzoek: bestaat uit Algemeen onderzoek: Controle BD, P, temp Urine-onderzoek op proteïne en glucose Inspectie alg. lichaamsbouw Nagaan alg. gezondheidstoestand Opsporen van oedemen Klachten navragen Psychische instelling t.a.v. de bevalling Verloskundig onderzoek: Uitwendig onderzoek: Inspectie: het bekijken v/d vrouw, met vnl aandacht voor abdomen:grootte ,confrom ZSduur, lengte/dwars? hoge fundus? perimeter lightening? striae? littekens? pigmentatie? KB? uitwendige genitaliën: teken van Chadwick, varices, littekens, infectie, vaginaal verlies (slijmerig, bloederig, VW (kwantiteit, aspect,kleur,geur), fluor(=witte afscheiding), bijzonderheden borsten : striae, pigmentatie, toestand tepels, littekens? onderste ledematen: varices, oedemen malleolair oedeem (aan handen en voeten, normaal tijdens ZS) en pretibiaal oedeem (niet normaal, thrombose?) (hygiënische toestand, klein gestalte?, algemene gezondheid) Palpatie: het betasten v/h abdomen met beide handen ter exploratie v/d zwanger uterus handgrepen van leopold :lege blaas, ontspannen rugligging (vena cava!) A. Vorm en inhoud van de uterus B. Aan welke kant ligt de rug/ kleine delen? 5 (bij deflexieligging: zijde met meeste weerstand=kleine delen, minste weerstand= rug) (handgreep van Ahlfeld: een hand duwt op fundus, zodat rug beter te voelen is langs zijkant) (kans waar FHT het duidelijkst zijn= rug) (kleine delen voelbaar langs beide kanten v/d middenlijn= vermoeden van achterste plaatsing) C. Voorliggend deel: geen voorliggend deel= dwarsligging, wel= lengteligging D. Indaling Bbbi: beweegelijk boven de bekken ingang Bibi: beweegelijk in de bekkeningang Vibi: vast in de bekkeningang (wilt niet zeggen dat het dan ook echt ingedaald is) Primi: indaling 38-39W, Multi: indaling bij begin van arbeid Oorzaken van niet indalen: deflexie van caput (dm is groter), verkeerde stand caput, CPD(cefalopelvische disproportie), bekkenafwijkingen, volle blaas, placenta preavia, geen uitzetting van OUS, onefficiënte weeën, polyhydramnion, verkeerd berekende ZSduur, afwijkingen bij foetus Hulpmiddel graad indaling: afstand tss schouder en symfyse een handbreedte: bbbi een vingerbreedte: volledige indaling handgreep van Osborne (5de handgreep Leopold): wanverhouding tss foetaal caput en bekken ingang opsporen. Een vlakke hand op symfyse en een vlakke hand op foetaal caput (postitieve osborne: hoofd steekt uit, negatiev osborne; hoofd steekt niet uit) Percusie: het bekloppen van lichaamsstreken om na te gaan of een bepaald gebied dof of hol klinkt, begrenzing van de uterus (vb. bij obesistas) (of differentiaal diagnose ascites (waterbuik) of ZS) Niet systematisch: een hulpmiddel indien uterus door palpatie niet af te lijnen is (dof: vol orgaan (uterus), hol: hol orgaan) Auscultatie: het beluisteren van de FHT Aanwezig? Kwaliteit FHT en foetaal welzijn frequentie: tss 110-150 bpm (bradycardie< 110 bpm,ernstig <100bpm, tachycardie > 150bpm, ernstig >170bpm) variabiliteit: tss 5bmp en 25bpm acceleraties= versnellingen in de hartfrequentie deceleraties= vertragingen in de hartfrequentie Eenling/meerling Ligging, indaling foetus Reactie van ouders (bij horen FHT) Fetoscoop (foetale stetoscoop), Leffscoop, hoorbuis van Pinard: vanaf 18-20W Doptone, CTG (cardio toco grafie, ook contracties, uitwendig/ inwendig): vanaf 10-12W Ontsluitingsfase: bij opname, regelmatig om de 15-20 min, voor en na KBV, na SBV, voor en na toediening medicatie/ pijnstilling Uitdrijvingsfase: na elke contractie 6 Continu CTG bij: pathologisch verloop van arbeid en/of bij foetaal lijden, zwangere met een hoogrisicoprofiel Contra-indicaties: bij IUVD, niet te frequent wann prikkeling uterus tegenaangewezen is (vb. preterme CT) Lege blaas (uitvoering lezen op PP) STEEDS MOEDERLIJKE POLSSLAG TELLEN Inwendig onderzoek: Vaginaal onderzoek: een onderzoek waarbij de wijs- en middenvinger van één hand inde vagina van de zwangere vrouw wordt gebracht, ter exploratie van het verloskundig gebeuren, terwijl de ander hand de funds uteri ondersteunt = vaginaal toché Alleen op indicatie owv: risico op infectie, onaangenaam voor vrouw Indicatie: bij opname, ter evaluatie v/h baringsproces, KBV/SBV, voor toediening pijnmedicatie, bij persdrang, bij teken van foetaal lijden Contra-indicaties: bloedverlies, preterme contracties, preterm gebroken vliezen, a-term gebroken vliezen zonder CT Lege blaas Doel: informatie over POVASI Portio: verweking en verstrijking Ontsluiting Vliezen: gebroken of niet? Aard van het voorliggend deel (hoofd, stuit, schouder, rug,heup) Stand van het voorliggend deel Indaling van het voorliggend deel (H1, H2, H3, H4) het benige bekken en het weke baringskanaal Evaluatie bekken: zie deel 1 Evaluatie weke baringskanaal: consistentie bekkenbodem, opsporen van afwijkingen (vb. varices, tumoren,..) pathologische situaties Voorliggende/uitgezakte navelstreng Vasa preavia : bloedvaten in navelstreng liggen deels bloot reacties van de vrouw: angst , pijn Rectaal onderzoek:een onderzoek waarbij de wijsvinger van één hand in het rectum gebracht wordt om het verloskundig proces thv het baringskanaal te evalueren Als VT tegenaangewezen is (verhoogd risico op opstijgende infectie, bloedverlies) 7 Observatie v/d weeënactiviteit: Klinisch-manueel: met de vlakke hand het abdomen palperen tussen navel en fundus of thv de fundus Frequentie: Gemeten vanaf het begin van een wee tot het begin van de volgende wee Weeënpauze= de tijdsduur tss het einde van de wee en het begin v/d volgende Duur: gemeten vanaf de wee opkomt tot het volledig ontspannen v/d BMspier (mag max 60sec zijn) Intensiteit: zeer sterk (plankharde buik), sterk (hard waar geen putje in geduwd kan worden), matig (wordt harder, spant niet volledig op), zwak (een zeker spanning, mr makkelijk een putje in duwen) Goede regelmaat; verandert ilv barinsproces Cardiotocografie parturiënte steeds informeren: WAT, WAAROM, RESULTAAT 1.2.1.3 Hygiënische zorgen bij opname Soms douchen Scheren van perineale streek (vulvatoiliet): bespreken met parturiënte Laxeren: vrije keuze van parturiënte (nooit voor VT) 1.2.1.4 Informatie aan toekomstige ouders Resultaten, verder verloop, verdere begeleiding, accommodatie, mobiliteit en houding, aandeel v/d vader 1.2.1.5 Verwerking van de gegevens Gegevens evalueren en beginsituatie bepalen Rapportage: Arts, verloskundig dossier, teamleden Bepalen van verloskundig beleid