Hoorcollege 4 april 2013 “Bedreiging en Afweer” Prof. Dr. R. Mebius “Adaptieve immunologie” Innate immuunsysteem pattern recognition receptors. B- en T-cel receptoren kunnen antigenen herkennen. We hebben heel veel T-cel receptoren en dus ook T-cellen. Zo is er altijd een T-cel die een pathogeen kan herkennen. Als we bescherming nodig hebben van B-cellen, kan de B-cel receptor van het membraan afknippen en de B-cel verlaten en als antistoffen door het lichaam migreren. Variatie in receptoren zit in de variabele regio. Herrangschikking van genen is de basis voor receptorvariatie. 60 variabele delen, Vormt samen met één joining gedeelte een koppel, andere genen worden uit het gen geknipt en afgebroken. B- en T-cel receptoren hebben een constant en een variabel gedeelte. T-cellen Thymus B-cellen beenmerg T-cellen migreren door thymus en ondergaan daar modificaties. 95% van de T-cellen die in de thymus komen verlaten de thymus nooit. Alle cellen in de thymus worden getest op auto-immuniteit en herkenning van MHC-moleculen. Principe van verworven afweer is klonale selectie van B- en T-lymfocyten. Als een B- of T-cel een antigeen herkennen, gaan ze delen, dit wordt gestart door dendritische cellen in de secondaire lymfoïde organen. Chemokines komen op het endotheel van de bloedbaan tot expressie. Receptoren op lymfocyten binden hieraan, activatie van adhesiemoleculen, en verlaten het bloedvat. B- en T-cellen hebben eigen gebieden in de lymfeklieren, dit wordt zo geordend door chemokines. Door deze hoge mate van orde in de lymfeklieren, is er een hoge mate van efficiëntie van het aanbieden van antigenen aan T-cellen, doordat dendrieten “weten” waar ze heen moeten. Dr. Yvette van Kooyk “Antigeenpresentatie” Antigeen processing en presentatie Afhankelijk van de manier waarop de dendritische cel het antigeen presenteert, krijg je een cytotoxische T-cel, of T-helper cel respons. Naïeve T-cellen T-lymfocyten die nog nooit een antigeen zijn tegengekomen. DC’s dragen informatie over aan naïeve T-cellen. Verschil tussen dendritische cel in weefsel en in lymfeklier Immatuur – matuur In weefsel is opname en verwerking van pathogenen heel belangrijk. Oppervlakteverandering door co-stimulatie heet maturatie (als Toll like receptoren gestimuleerd worden). De antigeenpresentatie gebeurt met MHC (major histocompatibility complek) moleculen. Een T-helper cel kan B-cellen en macrofagen activeren. Extracellulair antigeen wordt opgenomen dmv fagocytose. Het vesicle matureert (pH daalt) en fuseert met een vesicle met MHC molecuul. MHC bindt aan het membraan. MHC klasse 2 zorgt dat de T-cel een T-helper cel wordt. Als extracellulair antigeen door fagocytose wordt opgenomen, dan matureren naïeve T-cellen tot Thelper cellen. Virussen zitten vaak intracellulair, als dit opgenomen wordt en gepresenteerd, ontstaat een cytotoxische T-cel. Cytotoxische T-cellen kunnen door virussen geïnfecteerde cellen lyseren. Vanuit het Cytoplasma komt het antigeen in ER, hier zijn MHC klasse 1 moleculen. Hier wordt het antigeen op MHC klasse 1 geladen. Naïeve T-cel kan peptide met MHC klasse 1 herkennen en matureert tot een cytotoxische T-cel. T-cellen in lymfoïde organen zijn al CD4 (T-helper) of CD8 (cytotoxische T), ze hebben CD4 of CD8 receptoren, respectievelijk. MHC-II kan alleen aan CD4 cellen binden, MHC-I alleen aan CD8 cellen. MHC-I bestaat uit één keten, MHC-II uit twee. MHC-I komt voor op alle kernhoudende cellen. MHC-II komt alleen voor op professionele APC’s en epitheliale cellen in de thymus. MHC-II is sterk geassocieerd met de functie van de cel. Voor intracellulair aanwezig-zijnde pathogenen krijg je een geheel andere respons dan voor virale pathogenen. Signaal 1 voor de T-cel is antigeenpresentatie. Signaal 2 is co-stimulatoire moleculen op APC-binding naïeve T-cel. Signaal 3 is de afgifte van cytokines cytokines zijn boodschappermoleculen die de differentiatie beïnvloeden. Effector T-cel is niet afhankelijk van signaal 2. Signaal 1 en 2 zijn allebei nodig om een T-cel te activeren. Als alleen signaal 1 voorkomt, wordt een cel geïnactiveerd (anerch?). Regulatoire T-cellen onderdrukken alles, ontstekingsremmend.