CAT 1

advertisement
A
VUmc-compas
Toets
herCAT 2.1 / Cursusafhankelijke toets
Cursus
Studiejaar
Groei en ontwikkeling
2012-2013
Cursuscoördinator
drs. A.F. Nagelkerke / mevr. prof. dr. C.D. Dijkstra
Gelegenheid
2e
Toetsdatum
29 januari 2013
Tijd
15.15 – 17.15 uur (half uur langer voor extra-tijd studenten)
Plaats
HT IN-0B60 Initium gebouw
Aantal en type vragen
65 meerkeuzevragen: 13 tweekeuzevragen, 9 driekeuzevragen,
40 vierkeuzevragen, 3 vijfkeuzevragen
Aantal versies
1
Druk
tweezijdig bedrukt
Toegestane hulpmiddelen
geen
Studentinstructie:
MC-toets: kies het beste (volledig juiste en meest complete) antwoord








mobiele telefoons uit en in de tas onder de stoel
alléén toetsbenodigdheden op tafel
vragen over de inhoud van de toets worden NIET beantwoord
commentaren na afloop naar de JVC van je cursus
toiletbezoek NIET toegestaan
fraude wordt bestraft

kras NIET op het geel antwoordformulier! Ook geen doorhalingen!

Foutieve hokjes corrigeren door zeer goed te gummen!

Geen studentnummer invullen betekent geen resultaat!
Kleur de hokjes duidelijk in met uw potlood!!
Succes!
vs A herCAT213 Groei en ontwikkeling / afname 29 januari
Pagina 1 van 14
vs A herCAT213 Groei en ontwikkeling / afname 29 januari
Pagina 2 van 14
1
Veruit de meeste bacteriën in het colon zijn…
a. obligaat intracellulair
b. gram positief
c.
anaeroob
d. virulent pathogeen
2
Fimbriae van Gram-negatieve bacteriën spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van een
infectie.
Welke stap in het infectieproces wordt door fimbriae mogelijk gemaakt?
a. Adhesie aan cellen van de gastheer
b. Voorkómen van fagocytose
c.
Voorkómen van beschadiging van de bacteriewand door complementactivatie
d. Uitwisselen van genetische informatie tussen bacteriën onderling
3
Stelling:
Chemokinen in de lymfeklieren zijn belangrijk bij het binnenkomen van lymfocyten uit het bloed.
a. Juist
b. Onjuist
4
Stelling:
Chemokinen in de lymfeklier spelen een rol bij de lokalisatie van T-cellen in hun gebieden.
a. Juist
b. Onjuist
5
Stelling:
Chemokinen spelen een rol bij de binnenkomst van dendritische cellen via de lymfe.
a. Juist
b. Onjuist
6
Stelling:
Een antigeenpresenterende cel zoals een dendritische cel kan tegelijkertijd een CD4 T-cel en
een CD8 T-cel stimuleren.
a. Juist
b. Onjuist
7
Welk van onderstaande moleculen wordt verlaagd tot expressie gebracht na activatie van een
CD4 T-cel?
a. LFA-1
b. L-selectine
c.
T-cel receptor
d. VLA-4
vs A herCAT213 Groei en ontwikkeling / afname 29 januari
Pagina 3 van 14
8
Een met een virus geïnfecteerde cel wordt door een CD8 T-cel gedood.
Welk molecuul is hierbij van essentieel belang?
a. Interferon-gamma
b. Perforine
c.
9
TGF-beta
De productie van interferon-gamma door TH1 T-cellen kan worden gestopt door cytokines van
de CD4 Th2-cel.
a. Juist
b. Onjuist
10
Wat is een belangrijke eigenschap van geheugen B-cellen?
a. Continue productie van antilichamen
b. Gering proliferatievermogen
c.
11
Hoogaffiene B-cel receptoren
Stelling:
Tijdens de ontwikkeling van B-lymfocyten uit voorlopercellen in het beenmerg, vindt
genherschikking (gene rearrangement) van de zware keten plaats zonder herkenning van
antigeen.
a. Juist
b. Onjuist
12
In een muizenstam is een mutatie geïntroduceerd waardoor er op stromale cellen van de thymus
geen MHC klasse 1 moleculen tot expressie komen.
Welke gevolgen op de vorming van T lymfocyten heeft deze mutatie?
a. Geen enkele, door de aanwezigheid van MHC klasse I op alle andere cellen.
b. De ontwikkeling van CD4 en CD8 T-cellen is volledig verstoord
c.
Er kunnen alleen CD4 T-lymfocyten worden gevormd, maar geen CD8 T-cellen
d. Er kunnen alleen CD8 T-cellen worden gevormd, maar geen CD4 T-cellen
13
Bij welk proces zijn de cytokines geproduceerd door T helper 2 cellen cruciaal?
a. Bij de klonale proliferatie van de geheugencellen
b. Bij de productie van grote hoeveelheden IgM in een primaire respons
c.
14
Bij de isotype switching in de kiemcentra
Welke interactie is van belang bij het kunnen switchen van het isotype door B-cellen?
a. CD40-CD40L interactie met T-cellen
b. Fc receptor binding aan mestcellen
c.
Complementbinding aan folliculaire dendritische cellen aan de CR2 receptor
d. Interactie tussen MHC I en antigeen peptide in het kiemcentrum
vs A herCAT213 Groei en ontwikkeling / afname 29 januari
Pagina 4 van 14
15
Dendritische cellen die met antigeen beladen uit de huid in een lymfeklier aankomen zijn bij de
passage door de lymfe geactiveerd.
Dit leidt in de lymfeklier tot…
a. het goed kunnen presenteren van antigeen door de cel
b. het goed kunnen processen van antigeen
c.
16
zowel optimale processing als presentatie van antigeen
Bij de interactie van een CD8 T-cel met een dendritische cel wordt de CD8 T-cel aangezet tot
expressie van de IL-2 receptor.
Welke eigenschap verkrijgt deze CD8 T-cel daardoor bij voldoende IL-2 in de omgeving?
Hij is daardoor in staat…
a. makkelijker over bloedvatwanden te migreren
b. te gaan prolifereren
c.
17
te differentiëren tot geheugencel en in rust gaan
Welke combinatie van bevindingen in de liquor past het beste bij een virale meningo-encefalitis?
a. Lymfocytose en verlaagd eiwit
b. Troebel aspect liquor en leukocytose
c.
Lymfocytose en verhoogd eiwit
d. Visceus aspect liquor en verlaagd glucose
18
Een virus heeft, in tegenstelling tot een bacterie, een menselijke gastheercel nodig om zich te
vermenigvuldigen. Dit proces verloopt in een aantal stappen. Welke stappen, en in welke
volgorde (van het begin tot het einde)?
Na aanhechting volgt…
a. penetratie, replicatie, assemblage en vrijkomen
b. penetratie, transcriptie, transformatie en budding
c.
cytolysis, synthese, assemblage en vrijkomen
d. ontmanteling, translatie, transcriptie en assemblage
19
DNA kan via een natuurlijke weg tussen bacteriën uitgewisseld worden door…
a. transcriptie
b. mutatie
c.
recombinatie
d. transductie
20
Hoe komt het dat er elk jaar weer een epidemie van influenza optreedt?
Dit komt door …
a. gebrek aan anti-influenza middelen
b. antigene shift
c.
toegenomen mobiliteit van de wereldbevolking
d. te lage vaccinatie-graad van de bevolking
vs A herCAT213 Groei en ontwikkeling / afname 29 januari
Pagina 5 van 14
21
De LD (lethale dosis) 50 van een pathogeen is het aantal micro-organismen dat nodig is om 50%
van de gastheren te doden. In een artikel over 2 bacteriën wordt gesteld dat bacterie A een
LD50 van 20 heeft en bacterie B een LD50 van 100.
Welke conclusie volgt uit deze stelling?
a. Bacterie A is virulenter dan bacterie B
b. Bacterie B is virulenter dan bacterie A
22
Bacteriën die zich zowel in een milieu mét zuurstof als in een milieu zónder zuurstof kunnen
voortplanten noemen we…
a. obligaat aeroben
b. obligaat anaeroben
c.
microaerofielen
d. facultatief anaeroben
23
Hoe wordt de toestand in een relatie genoemd waarin de ene partner voordeel heeft ten koste
van de andere?
a. Mutualisme
b. Parasitisme
c.
Commensalisme
d. Discordantie
24
De ouders van Vivian (6 weken) komen met haar op de Spoedeisende Hulp. Vivian reageert
weinig op prikkels, drinkt nauwelijks als ze haar fles krijgt en huilt klagerig. Zij heeft een rectaal
gemeten temperatuur van 38,9 graad Celsius.
Stelling:
Bij Vivian dient onder meer met spoed een bloedkweek te worden verricht.
a. Juist
b. Onjuist
25
Bij welke infectie is de kans dat een bacteriële bloedkweek positief wordt het grootst?
a. Huidinfectie door stafylokokken
b. Meningokokkenmeningitis
c.
Nasofaryngitis
d. Otitis media acuta
26
Welke bacterie komt het vaakst voor als verwekker van meningitis bij een kind jonger dan 2
maanden?
a. Haemophilus influenzae
b. Neisseria meningitidis
c.
Streptococcus agalactiae
d. Streptococcus pneumoniae
27
Wat is de goede volgorde van handelen bij wondverzorging?
a. Handschoenen aan, wondverzorging, handschoenen uit, handdesinfectie
b. Handdesinfectie, handschoenen aan, wondverzorging, handschoenen uit, handdesinfectie
c.
Handdesinfectie, handschoenen aan, wondverzorging, handschoenen uit
vs A herCAT213 Groei en ontwikkeling / afname 29 januari
Pagina 6 van 14
28
Op welke leeftijd krijgen kinderen in Nederland hun eerste inenting tegen pneumokokken?
a. 0 maanden
b. 2 maanden
c.
4 maanden
d. 11 maanden
29
Bij welke aandoening komt een sterk verhoogd aantal (> 15 x 109/l) lymfocyten in het perifere
bloed vaak voor?
a. Kinkhoest
b. Mazelen
c.
Pneumokokkenmeningitis
d. Rode hond (rubella)
30
De uitvoering van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) in Nederland kost geld (kosten). Anderzijds
hebben de preventieve programma’s ook een kostenbesparend effect (baten).
Wat is de verhouding tussen kosten en baten van de huidige JGZ in Nederland?
a. De baten bedragen ongeveer de helft van de kosten
b. Kosten en baten zijn ongeveer in evenwicht
c.
31
De baten zijn ruim hoger dan de kosten
Van welke doodsoorzaak bij kinderen (van 0-19 jaar) is de incidentie in Nederland in de
afgelopen halve eeuw NIET sterk afgenomen?
a. Ongeval buiten het verkeer
b. Ongeval in het verkeer
c.
Wiegendood
d. Zelfdoding
32
Eduard van 11 maanden oud kruipt nog niet op handen en voeten, maar beweegt zich voort op
zijn billen, een zogenaamde ‘symmetrische billenschuiver’. Hij kan zich nog niet optrekken tot
staan. De zwangerschap was à terme, de bevalling voorspoedig, hij is nooit ziek geweest en
heeft zich zich tot op dit moment voorspoedig ontwikkeld.
Hoe moet het billenschuiven bij Eduard worden beschouwd?
Als…
a. een normale ontwikkelingsvariant
b. een alarmsymptoom
33
’Wat is volgens Lissauer de mediane leeftijd waarop een kind zonder steun kan zitten?
a. 5 maanden
b. 7 maanden
c.
9 maanden
d. 12 maanden
vs A herCAT213 Groei en ontwikkeling / afname 29 januari
Pagina 7 van 14
34
Wat is volgens het Van Wiechenschema de p90-leeftijd voor het spreken van een
tweewoordszin?
a. 14 maanden
b. 17 maanden
c.
20 maanden
d. 24 maanden
35
Welk probleem (welke problemen) wordt (worden) NIET vaak gezien bij kinderen met een
cerebrale parese?
a. Leerstoornissen
b. Epilepsie
c.
Scheelzien
d. Gehoorstoornissen
e. Eenzijdige verlamming van een bovenooglid
36
Pieter wordt geboren na 42 weken zwangerschapsduur. Op de tweede dag ziet hij erg geel. Op
de derde dag begint hij minder te drinken en op de vierde dag heeft hij een verlaagd bewustzijn
en stopt hij met drinken. Bij opname in het ziekenhuis heeft hij een sterk verhoogd bilirubine en
heeft hij koorts.
Op welke stoornissen op latere leeftijd heeft Pieter een verhoogd risico?
a. Een dyskinetische bewegingsstoornis
b. Een eenzijdige verlamming
c.
37
Een verlaagd bewustzijn
Nkwame is twee jaar oud als hij wordt binnengebracht bij een post van Artsen zonder Grenzen in
een oorlogsgebied in West-Afrika. Hij heeft een opgezette buik en een vergrote lever. Zijn
hartslagfrekwentie is laag voor de leeftijd. Men concludeert dat hij lijdt aan ernstige
ondervoeding.
Wat is de correcte diagnose bij Nkwame?
a. Kwashiorkor
b. Marasmus
38
Bij de behandeling van ernstige acute ondervoeding moet snel worden gehandeld. Niet alle voor
de hand liggende mogelijke maatregelen zijn echter zonder gevaar.
Welke maatregel kan beter worden vermeden, in verband met daaraan verbonden risico’s?
Een maatregel die beter kan worden vermeden is…
a. het geven van antibiotica
b. het corrigeren van een gebrek aan kalium
c.
snelle en ruime toediening van vocht met electrolyten via een infuus
d. het snel corrigeren van hypoglykemie
39
Welk hormoon zorgt ervoor dat het “toeschieten” van de borst (de melkafgifte) plaatsvindt?
a. Oxytocine
b. Prolactine
vs A herCAT213 Groei en ontwikkeling / afname 29 januari
Pagina 8 van 14
40
Gegeven: samenstelling per 100 gram voedingsmiddel:
bonen (gedroogd): 20 gram eiwit, 43 gram koolhydraten, 1,5 gram vet
rijst (zilvervlies, gedroogd): 9 gram eiwit, 78 gram koolhydraten, 2,5 gram vet
ui: 1 gram eiwit, 10 gram koolhydraten, 0 gram vet
maisolie: 100% plantaardige olie
Een gevangenismaaltijd in een Midden-Amerikaans land wordt bereid uit 80 gram (droog
gewicht) bonen, 80 gram (droge) zilvervliesrijst, een ui van 50 gram en 10 gram maisolie.
Wat is ongeveer de energetische waarde van deze maaltijd (1 kcal = 4,2 kJ)?
a. 620 kcal
b. 680 kcal
c.
740 kcal
d. 800 kcal
41
In welke periode (na de geboorte) wordt de grootste groeisnelheid bereikt?
In…
a. het eerste levensjaar
b. de peuterleeftijd
c.
de basisschoolleeftijd
d. de puberteit
42
Wat is ongeveer een normaal gewicht voor een Nederlands kind van zes jaar met een mediane
lengte voor de leeftijd?
a. 15 kg
b. 21 kg
c.
27 kg
d. 35 kg
43
Bij welk testisvolume treedt de puberteitsgroeispurt bij jongens meestal op?
a. 4-7 ml
b. 8-11 ml
c.
12-15 ml
d. > 20 ml
44
Een vijfjarige jongen presenteert zich met pubertas praecox. De puberteitsstadia zijn G3P3. Het
testisvolume is 2-3 ml beiderzijds. Bij hem is meest waarschijnlijk sprake van een…
a. centrale puberteitsontwikkeling op basis van een hersentumor
b. centrale puberteitsontwikkeling op basis van neurofibromatose
c.
perifere puberteitsontwikkeling op basis van een probleem in de bijnier
d. perifere puberteitsontwikkeling op basis van een testistumor
45
Bij alle volgende nieraandoeningen is een dodelijke afloop mogelijk of zeker. Bij welke
aandoening is, indien dubbelzijdig aanwezig, de levensverwachting na de geboorte het kortst?
a. autosomaal dominante polycysteuze nierziekte
b. autosomaal recessieve polycysteuze nierziekte
c.
congenitale vorm van vesico-ureterale reflux
d. multicysteuze dysplasie
vs A herCAT213 Groei en ontwikkeling / afname 29 januari
Pagina 9 van 14
46
Stelling:
Behandeling van obstipatie is belangrijk ter voorkoming van urineweginfecties.
a. juist
b. onjuist
47
De retractiele testis…
a. dient goed in de gaten te worden gehouden omdat in veel gevallen het testisvolume afneemt
met de leeftijd
b. kan tot in de bodem van het scrotum worden gebracht maar beweegt daarna weer terug in
de richting van de lies
c.
ontstaat door onvoldoende functie van de cremaster spier die de testis normaal gesproken in
de testis houdt.
d. blijft tot op volwassen leeftijd regelmatig voelbaar in de lies
48
Wat is GEEN oorzaak van een “intoeing” (= endorotatie van de voet/onderbeen) looppatroon bij
een 4 jarig kind?
a. Metatarsus varus
b. Mediale tibia torsie
c.
Persisterende femur anteversie
d. Pes planus
49
Bij schedel-hersenletsel is het van belang om vroegtijdig de ernst ervan goed vast te stellen. Wat
is de belangrijkste methode waarmee de ernst van een schedel-hersenletsel bij een kind kan
worden vastgesteld?
a. Anamnese, algemeen lichamelijk en neurologisch onderzoek
b. CT of MRI scan van het brein
c.
Achteruitgang van de Glasgow Coma Scale
d. Röntgenfoto van de schedel
50
Welke van de volgende stoffen is bij accidentele overdosering het MINST gevaarlijk?
a. Alcohol
b. Digoxine
c.
Een oraal anticonceptivum
d. Ijzersuppletie
51
Bij Jamie, 3 jaar, wordt bij toeval een otitis media met effusie gevonden in het rechteroor. Het
linkeroor is normaal. Het gehoor is goed en ook verder zijn er geen KNO-klachten.
Welke behandelingsstrategie is aangewezen?
a. Afwachten
b. Antibiotica
c.
Een trommelvliesbuisje rechts
d. Beiderzijds een trommelvliesbuisje
e. Beiderzijds een trommelvliesbuisje, gecombineerd met adenotomie
vs A herCAT213 Groei en ontwikkeling / afname 29 januari
Pagina 10 van 14
52
Hieronder staat een fase in de normale taalontwikkeling beschreven.
Het kind:
- spreekt in enkelvoudige zinnetjes.
- heeft vaak nog problemen met het meervoud en de vervoegingen van het werkwoord.
- spreekt woorden helder en duidelijk uit: 75% tot 90% van wat het kind zegt, is voor anderen
verstaanbaar.
Bij welke leeftijd past deze fase het beste?
a. 2 jaar
b. 3 jaar
c.
4 jaar
d. 5 jaar
53
Welke van de volgende omstandigheden past volgens de hygiënehypothese bij een verhoogde
kans op het ontwikkelen van een allergie?
a. Blootstelling aan parasieten
b. Veelvuldig antibioticagebruik
c.
Opgroeien in een groot gezin
d. Veelvuldig doormaken van virale luchtweginfecties
54
Hoe noemt men een individuele en/of familiaire neiging tot het produceren van IgE-antilichamen
als respons op blootstelling aan potentiële allergenen?
a. Allergie
b. Anafylaxie
c.
Atopie
d. Hyperreactiviteit
55
Lisa (6 maanden) is kortademig en heeft een droge hoest sinds anderhalve dag. De symptomen
begonnen drie dagen geleden met een neusverkoudheid. De thorax is uitgezet en er zijn
subcostale intrekkingen. De onderste leverrand is 3 cm onder de ribbenboog palpabel in de
midclaviculairlijn, en is scherprandig. Verspreid over de longvelden zijn eindinspiratoir fijne
crepitaties hoorbaar, en over diverse longvelden wordt expiratoir en ook wel inspiratoir piepen
gehoord. Ze heeft een temperatuur van 38,1 graad Celsius gemeten met de oorthermometer.
Voorheen heeft ze nooit luchtwegklachten gehad.
Welke diagnose is bij Lisa het meest waarschijnlijk?
a. Bronchiolitis, veroorzaakt door het respiratoir syncytieel virus
b. Lobaire pneumonie, veroorzaakt door pneumokokken
c.
Exacerbatie van astma bronchiale, uitgelokt door een rhinovirusinfectie
d. Kinkhoest
56
Wat is NIET geassocieerd met “transient early wheezing”?
a. Roken van moeder tijdens de zwangerschap en/of na de geboorte
b. Congenitaal relatief kleine diameter van de luchtwegen
c.
Het optreden van exacerbaties tijdens een rhinovirusinfectie
d. Treedt vaker op bij jongetjes dan bij meisjes
e. Positieve familieanamnese voor astma en/of allergie
vs A herCAT213 Groei en ontwikkeling / afname 29 januari
Pagina 11 van 14
Invuloefening (behorende bij vraag 57 en 58).
Maak onderstaande zin kloppend.
In de kleutertijd merkt het kind – volgens Sigmund Freud – dat zijn vader en moeder er niet
alleen voor hém zijn, maar dat die twee ook iets met elkaar hebben waar het kind zelf eigenlijk
helemaal buiten staat. Deze ontdekking – die wordt aangeduid als horend bij de … (vul in met
een van de onder vraag 57 genoemde items)…. fase – kan met schrik gepaard gaan en het
vergt heel wat ontwikkelingsinspanning om tot acceptatie daarvan te komen. Maar als het lukt,
hoeft het kind – volgens de … (vul in met een van de onder vraag 58 genoemde items)…
gedachtengang – minder bezig te zijn met dit soort emotionele zaken. Het is dan klaar voor de
school.
57
a. orale
b. anale
c.
autistische
d. oedipale
58
a. leertheoretische
b. psychoanalytische
c.
gehechtheidstheoretische
d. sociale leertheoretische
Einde invuloefening
59
De dorsolaterale prefrontale schors bereikt opvallend laat de volwassen dikte, met als gevolg…
a. het later tot stand komen van de vaardigheid een handeling op tijd te stoppen
b. het later tot stand komen van het vermogen emoties te uiten
c.
een sterk blijvend vermogen informatie vast te houden
d. dat oudere volwassenen impulsiever zijn dan jong-volwassenen
60
Door het pruning-fenomeen in de hersenen…
a. sterven synapsen af als gevolg van een toename van de efficiency van de hersenschors
b. neemt het aantal synapsen toe omdat de hersenen pas in de volwassenheid hun definitieve
gewicht krijgen
c.
neemt de plasticiteit van de hersenschors toe
d. komt er neutrofine vrij, nodig om het afsterfproces van hersencellen te faciliteren
61
Het begrip persoonlijkheid…
a. is identiek aan het begrip temperament
b. verwijst naar individuele kenmerken als gedrags-, angst- en stemmingsstoornissen
c.
wordt gebruikt voor kenmerken als gevoelens, motieven en houdingen
d. is een gevolg van “goodness of fit”, en dus niet zozeer erfelijk bepaald
vs A herCAT213 Groei en ontwikkeling / afname 29 januari
Pagina 12 van 14
62
Een nieuw ontworpen huidtest op type 1 allergie is volgens de fabrikant aanzienlijk goedkoper
en patiëntvriendelijker dan de gangbare tests. In een onderzoek worden de testkenmerken
bestudeerd bij 2000 kinderen die bij de huisarts komen met luchtwegklachten. De resultaten
staan in de tabel hieronder.
Type 1 allergie
Aangedaan
Niet aangedaan
Totaal
Test positief
200
40
240
Test negatief
400
1360
1760
Totaal
600
1400
2000
Wat is de negatief voorspellende waarde van de nieuwe test in de populatie waarin deze is
onderzocht?
a. 33 %
b. 77 %
c.
83 %
d. 97 %
63
Wat gebeurt er met de positief voorspellende waarde van een screeningstest, als de prevalentie
van de geteste aandoening stijgt?
a. Deze daalt
b. Deze blijft gelijk
c.
64
Deze stijgt
Welke oorzaak past het beste bij een vergrote preauriculaire lymfeklier?
a. Bacteriële tonsillitis
b. Infecties van het oog of oogleden
c.
Koortslip
d. Ziekte van Pfeiffer
65
Waar kan bij een gezonde volwassene de ictus cordis worden gepalpeerd?
a. Binnen de medioclaviculairlijn
b. Buiten de medioclaviculairlijn
vs A herCAT213 Groei en ontwikkeling / afname 29 januari
Pagina 13 van 14
Aanvullende vragen (zaten niet in de herCAT van 2012-2013)
Bij de volgende drie vragen hoort de hieronderstaande tekst over Bente:
Bente is een 11 jarige meisje met een unilaterale cerebrale parese rechts. Bij 5 maanden viel op dat ze
vooral haar linker arm gebruikte. Zij kon bij de leeftijd van 15 maanden zitten en bij 3 jaar kon ze zelfstandig
loslopen. Zij kan zelfstandig de trap oplopen maar moet zich wel vasthouden. Vanaf haar 4e jaar heeft zij
epileptische aanvallen van de rechter arm en het rechter been. Zij wordt behandeld met valproine zuur
(depakine).
66. Wat is haar mate van beperking van de mobiliteit
a)
geen
b)
matig
c)
GMFCS klasse II
d)
GMFCS V
67. Bij een cerebrale parese zoals bij Bente is er een niet-progressieve hersenafwijking
a)
juist
b)
onjuist
68. Dat Bente een voorkeur voor de linkerhand had op de leeftijd van 5 maanden is
a)
een alarmsymptoom
b)
op die leeftijd een vaak voorkomend verschijnsel
Einde van de vragen over Bente
vs A herCAT213 Groei en ontwikkeling / afname 29 januari
Pagina 14 van 14
Download