9 GRENZEN AAN DE RECHTSSTAAT VRAGEN blz. 64 1. a. Eigen mening leerling. b. Eigen mening leerling. Houd een klassendiscussie over het beroepsgeheim van artsen. De functie van het beroepsgeheim is het bewaken van het privé-belang van de patiënt en vooral de toegankelijkheid van de zorg. Daarbij is een vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt essentieel. Hoe ver moet de arts daarin meegaan? Denk aan patiënten die zich schuldig maken of maakten aan buitensporig geweld, verkrachting, kindermishandeling of oorlogsmisdaden. 2. Ayaan Hirsi Ali wilde dat meisjes uit de Afrikaanse risicogroepen geregeld een genitaal onderzoek krijgen. Dit onderzoek zou verplicht moeten zijn. 3. Het voorstel van Ayaan Hirsi Ali botst op twee aspecten met de grondwet: - Er is sprake van een etnische selectie. Dit druist in tegen artikel 1 dat gelijke behandeling voorstaat. - Een verplicht onderzoek staat op gespannen voet met artikel 12 dat onaantastbaarheid van het lichaam waarborgt. Houd een klassengesprek over het voorstel van Ayaan Hirsi Ali en de bovenstaande aspecten. 4. Bij een burgerarrest mag je aanwezig zijn, een verdachte staande houden en je verdedigen. Bij dit alles is het dragen van een wapen niet toegestaan. Voorbeeld: je mag een fietsendief aanspreken en hem met blote handen vasthouden als hij weg wil lopen. Bij agressie mag ter verdediging passend geweld gebruikt worden. Vervolgens moet je de politie inschakelen voor de arrestatie. Leg de leerlingen ook de volgende situatie voor: je wordt ’s nachts wakker omdat je lawaai in de woonkamer hoort. Als je een zwaar voorwerp pakt om de eventuele inbreker zo snel mogelijk uit te schakelen, ben je strafbaar. Benadruk dat dit soort regels zo strikt zijn om alle vormen van eigenrichting wettelijk uit te sluiten. 5. Eigen uitwerking leerling. Het is interessant de rangordes van de leerlingen als uitgangspunt voor een klassengesprek te nemen. Bespreek of de volgorde afhankelijk is van de zwaarte van het misdrijf (verschil diefstal en moord). 6. Eigen mening leerling. Wraak en vergelding. Iemand mishandelen kan niet zonder gevolgen blijven. Een passende straf verzacht ook enigszins het leed van het slachtoffer. Resocialisatie. De jongen handelde door alcoholgebruik impulsief. Een verplichte training ‘agressiebeheersing’ kan voor hem erg nuttig zijn. 7. In Afrika en Azië. Het is niet toevallig dat in beide werelddelen ook de meeste dictaturen voorkomen. 8. Met afschrikking. Iedereen ziet dan goed wat er met je gebeurt als je de fout in gaat. Stel de vraag of het zou helpen als jonge criminelen een rondleiding zouden krijgen in gevangenissen of als voorbeeld een nachtje worden opgesloten in een gevangeniscel. Zou dat helpen? Waarom wel of waarom niet? 9. De resocialisatie omdat volgens Marijnissen gevangenisstraffen alleen maar negatieve gevolgen hebben. 10. Afschrikking. Lange straffen werken volgens Farah ontmoedigend. Zet haar mening tegen die van Jan Marijnissen en stel de vraag of lange straffen ook impulsief crimineel gedrag kunnen verminderen. 11. Nee, pas nadat ook zijn zoon wegens moord in de cel belandde, kwam hij tot inkeer. Tooky zat toen zelf al twaalf jaar in de dodencel. JUIST OF ONJUIST? blz. 68 juist X Maatschappelijke normen zijn niet per se in wetten vastgelegd. 1. Maatschappelijke normen zijn regels die door de overheid wettelijk zijn vastgelegd. 2. Het strafrecht is onderdeel van het publiekrecht. 3. Als je een vergunning voor een tuinschuur aanvraagt, valt dat onder het vermogensrecht. 4. In de eerste Nederlandse Grondwet van 1798 werd de macht van de koning nog niet sterk ingeperkt. 5. De trias politica en het legaliteitsbeginsel zijn noodzakelijke voorwaarden voor een rechtsstaat. 6. De sociale grondrechten in de grondwet zijn afdwingbaar, klassieke grondrechten zijn dat niet. X X De aanvraag valt onder het bestuursrecht. X X X Klassieke grondrechten zijn afdwingbaar, sociale grondrechten niet. X De ne bis in-idem-regel verhindert juist een tweede vervolging. 7. De officier van justitie mag een rechtszaak bij nieuw bewijs heropenen op basis van de ne bis in idem-regel. 8. De maximumstraf voor moord is gestegen van twintig naar dertig jaar, omdat het gat tussen twintig jaar en levenslang te groot was. 9. Onder invloed van de georganiseerde criminaliteit is in het strafrecht de definitie van het begrip ‘verdachte’ aangescherpt. onjuist X X De aanscherping vond plaats door de toename van terreurdreigingen. X De politie moet daar een reden voor hebben. 10. Een politieagent mag iemand altijd vragen zich te legitimeren. 11. Als de politie binnenkomt met een machtiging tot binnentreding mag ze geen huiszoeking verrichten. 12. Seponeren houdt in dat iemand niet voor de rechter hoeft te komen als hij een geldbedrag betaalt. X 13. Een verdachte mag tijdens een rechtszaak liegen, getuigen mogen dat niet. 14. Ontzegging van de rijbevoegdheid en tbs zijn bijkomende straffen. 15. De anomietheorie van Merton zegt dat in ieder mens een crimineel schuilt. X X De beschrijving hoort bij het begrip schikken (voortijdige transactie). X Tbs is een strafrechtelijke maatregel. X Volgens de bindingstheorie schuilt in ieder mens een crimineel. 16. Sociale controle is een repressieve maatregel. X Sociale controle is een preventieve maatregel. 17. De hoofdtaak van de Hoge Raad is om de regering te adviseren bij het maken van wetten. X De Hoge Raad behoort tot de rechterlijke macht en behandelt rechtszaken in cassatie. 18. In de VS ben je als burger verplicht zitting te nemen in een jury, en een advocaat mag de jury niet weigeren. X De advocaat kan de jury afwijzen.