ANTWOORDEN SYNOPSIS HOOFDSTUK 5

advertisement
ANTWOORDEN SYNOPSIS HOOFDSTUK 5
A. KEIZER AUGUSTUS
1. Octavianus wordt Keizer Augustus
1. De slang is het kenmerk van Apollo. Octavius’ moeder is door een slang bevrucht, dus is Octavius
een kind van Apollo.
2. Caesar filii =zoon van Caesar. Deze was erg populair bij de bevolking en soldaten. Als Augustus
zich presenteert als zoon van Caesar geeft hem dat aanzien.
3. –
4. Je ziet op de afbeelding: in het midden Atia met de slang (zie vraag 1). Links moet dan de god
Apollo zijn. Erboven zweeft Cupido. Rechts is waarschijnlijk Jupiter.
5. Op dat moment was Octavianus als zoon van Caesar populair bij de bevolking. Maar omdat hij
nog zo jong was, dachten de senatoren dat ze hem wel konden laten doen wat ze wilden.
6. Republikeinen (mensen die de Republiek weer wilden terugbrengen).
7. Marcus Antonius was al getrouwd (met Octavia) en bovendien was Cleopatra geen Romeinse.
8. Marcus Antonius wilde zich in Egypte (Alexandrië) laten begraven en voelde zich dus kennelijk
niet Romeins. Verder werden zijn kinderen bij Cleopatra gelijk gesteld aan zijn Romeinse
kinderen.
9. Egypte was een erg rijke provincie: deze leverde bv. veel graan op.
10. Caesarion was natuurlijk de échte zoon van Caesar, Octavianus niet. Verder was Caesarion als
zoon van Cleopatra erg rijk.
11. –
12. Octavianus voelde natuurlijk aankomen, dat ze hem nog niet konden missen en hem meer macht
zouden aanbieden. Hij zou dat met tegenzin aannemen. Zo kon hij er nooit van beschuldigd
worden, dat hij naar de macht streefde: hij had immers aangeboden de macht terug te geven.
13. a. Bv de speerdrager van Polycleitos of de Hermes van Praxiteles.
b. Cupido (met een dolfijn).
c. Cupido is het symbool van Venus, de stammoeder van de Julische familie.
14. a. De vrouwenfiguur is moeder aarde, symbool dat de hele wereld onderworpen is.
b. Ze binden de gevangenen hun armen op de rug en trekken aan hun haar.
2. Augustus en de bouwkunst
1. a/b.het altaar van de Pax Augusta gaf aan, dat Augustus vrede had gebracht.
de tempel van Apollo, omdat Apollo zijn vader zou zijn.
tempel van Caesar: die was zijn adoptiefvader
Lupercal: Romulus en Remus waren de voorouders van de hele familie.
tempel van Quirinus: Quirinus = Romulus (zie hierboven)
tempel van Juno Regina: Juno beshermde het huwelijk en Augustus propageerde juist weer het
huwelijk,
tempel van Jupiter Libertas: libertas = vrijheid: Augustus heeft vrijheid gebracht.
tempel Lares en Penates: Lares en Penates= beschermgoden van het huis / familie
(propagandapunt van Augustus)
tempel van Jeugd: Augustus wilde dat de mensen veel kinderen kregen
tempel van Magna Mater: zie hierboven
basilica Julia: ter ere van zijn zoons / opvolgers
tempel van Mars Ultor: Ultor = wreker; hij heeft de moord op Caesar gewroken en de
moordenaars gedood.
Forum van Augustus: natuurlijk reclame voor hemzelf; ook betaald met geld van de moordenaars
van Caesar.
Theater van Marcellus: ter ere van overleden neef: familie wordt dus vereerd.
2a. Zijn eigen mausoleum wordt niet genoemd.
b. Dit was niet openbaar, maar een privé-bouwwerk.
3. Het Pantheon was niet door hem gebouwd, maar door Agrippa.
4. -
5a.
b.
c.
d.
6.
7.
8.
9.
10.
Kinderen, planten en dieren.
Duiden op vruchtbaarheid en vrede.
Italië / Aarde
Classicisme
Roma als leider van de wereld; Italië kan door de voorspoed en vrede die Augustus heeft gebracht
weer bloeien; Mars is de vader van Romulus en Remus, dus de voorvader van Augustus en zijn
familie; Aeneas was ook de voorvader van Augustus en zijn familie: tevens goed voorbeeld van de
ideale Romein, vol doorzettingsvermogen etcetera.
a/b Marcus Antonius wilde zich in Egypte (Alexandrië) laten begraven en voelde zich dus
kennelijk niet Romeins. Augustus wilde duidelijk maken dat hij wel in Rome begraven wil
worden; stelt Italische tradities hoog.
Terug naar oude normen en waarden in alle opzichten, ook van begraven.
Zie ook vraag 1 en 2 (dikgedrukt zijn belangrijkste monumenten).
a. Circua Maximus / Marsveld
b. Fungeerden als zonnewijzer
c. Naar Piazza del Populo en Piazza di Montecitorio
d. –
3. Augustus en de moraal
1. Augustus liet bv zijn dochter Julia verbannen vanwege herhaaldelijk overspel. Ook bleef hij zijn
hele leven getrouwd. Daarentegen had hij zich van zijn eerdere vrouw laten scheiden om met Livia
te trouwen en had veel minnaressen.
2. a. Aug. had hetzelfde gedaan. b. Zich wel verloven, maar niet trouwen
3. Hij vergelijkt zich met een heros = held, halfgod: hij doet dus bovenmenselijke dingen (vrede etc.
brengen).
4. Augustus en de literatuur
1. a. Sol / Phoebus. b. Meisjes en jongens. c.Augustus zelf. d. Bij Apollotempel op de
Palatijn. e. Diverse mogelijkheden
2. –
3. a. Offer brengen. b. Offerschaal en kan wijn. c. Aan de stijl (classicistisch) en de
afbeelding van de Ara Pacis linksboven.
5. Agrippa
1. a. Meer dan 170.
b. D.m.v. aquaducten.
c. Dat er vóór Augustus nog geen water naar de hoger gelegen delen van de stad werd
aangevoerd.
d. Autowegen door bergen.
2. a. Gymnastische oefeningen getraind
b. Gewijd aan alle goden.
c. De koepel kwam pas na de tijd van Agrippa (bij de restauratie)
d. Wilde geen mensen voor het hoofd stoten door zich nu al gelijk te stellen aan een god.
e. Zou later met Julia trwouen.
3. a. Marcellus was een neef van Augustus die op jonge leeftijd gestorven was.
b. Marcellus was minder geschikt als opvolger. Agrippa was ook erg geliefd bij het volk.
Hij wilde het volk laten kiezen.
c. Agrippa verlaat Rome.
4. Links (toga over hoofd)
B. MUSSOLINI
1. Mussolini en keizer Augustus
1. Het Romeinse rijk is nooit weg geweest, maar altijd (sluimerend) blijven bestaan. Het
fascisme blaast het weer nieuw leven in.
2. Een mythe is iets, dat niet waar is gebeurd. Het Romeinse Rijk i sniet blijven bestaan; de
fascisten willen dat alleen doen geloven.
3. Keizer Augustus: hij stichtte het Keizerrijk. De periode van Augustus werd als het
hoogtepunt van het Romeinse Rijk gezien: vrede, voorspoed, rijkdom, cultuur, veel
bouwactiviteiten, normen en waarden en verdere uitbreiding van het Rijk. Eigenlijk alles
wat Mussolini ook wilde. (Een andere vergelijking, met Nero, was minder gewenst bij de
fascisten: Zowel Nero als Mussolini liet het land ook ten onder gaan)
4. Het Augustusbeeld van p. 84.
5. a. DVX (=DUX) b. Il Duce = Mussolini
6. XVI is het 16e jaar na de nieuwe jaartelling (die in 1922 begon): 1938 dus.
2. Mussolini en Rome
1. a. Stam = begin van alles; in dit geval van Rome. Bedoeld is dus (de resten van) het oude
Rome.
b. Alles wat hem nu nog overschaduwt: Er zijn gebouwen overheen gebouwd later.
c. Eeuwen, waarin geen hard en nuttig werk werd gedaan, maar vol luxezucht: de eeuwen
voor het fascisme dus.
d. Tiber.
2. Middeleeuwse en zestiende eeuwse wijken.
3. Keizerfora.
4. Het Pantheon op zich stond goed, maar om het Pantheon lagen ook nog teveel huizen en
gebouwen. Die had Mussolini weg willen halen.
5. Rome heeft nu een aantal gebouwen, die heel kenmerkend zijn (bv Colosseum, Theater
van Marcellus). Dankzij Mussolini zijn die nu zo goed te zien.
6. Naaktheid geeft heldendom aan, maar dit is een skiër en die zie je nooit naakt. Die ziet er
voor ons vreemd uit.
7. –
8. Esposizione Universale di Roma (de Wereldtentoonstelling van 1942)
9. Het moest een nieuwe stad tussen Rome en Ostia worden, die aangaf hoe goed de
fascisten wel niet waren. Propaganda dus.
10. Un populo di poeti do artisti di eroi di santi di pensatori di scienzati di navigatori di
transmigratori (een volk van daichters, van artiesten, van helden, van denkers, van
wetenschappers, van zeelieden, van emigranten)
11. Het heeft net als het Colosseum veel bogen (maar is vierkant van grondvorm).
3. Mussolini en de archeologie.
1. Omdat Augustus zijn grote voorbeeld was.
2. Veel oude gebouwen zijn dankzij het fascisme opgegraven en gerestaureerd, in Rome en
daarbuiten (bv Ostia)
Download