Wandelen op het water Van letterlijk naar post- kritisch geloof Van letterlijk naar post-kritisch geloof Oefening: Jezus wandelt op het water (Mt. 14, 22-36) NBV [22] Meteen daarna gelastte hij de leerlingen in de boot te stappen en alvast vooruit te gaan naar de overkant, hij zou ook komen nadat hij de mensen had weggestuurd. [23] Toen hij hen weggestuurd had, ging hij de berg op om er in afzondering te bidden. De nacht viel, en hij was daar helemaal alleen. [24] De boot was intussen al vele stadiën van de vaste wal verwijderd en werd, als gevolg van de tegenwind, door de golven geteisterd. [25] Tegen het einde van de nacht kwam hij naar hen toe, lopend over het meer. [26] Toen de leerlingen hem op het meer zagen lopen, raakten ze in paniek. Ze riepen: ‘Een spook!’ en schreeuwden het uit van angst. [27] Meteen sprak Jezus hen aan: ‘Blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang!’ [28] Petrus antwoordde: ‘Heer, als u het bent, zeg me dan dat ik over het water naar u toe moet komen.’ [29] Hij zei: ‘Kom!’ Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe. [30] Maar toen hij voelde hoe sterk de wind was, werd hij bang. Hij begon te zinken en schreeuwde het uit: ‘Heer, red me!’ [31] Meteen strekte Jezus zijn hand uit, hij greep hem vast en zei: ‘Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld?’ [32] Toen ze in de boot stapten, ging de wind liggen. [33] In de boot bogen de anderen zich voor hem neer en zeiden: ‘U bent werkelijk Gods Zoon!’ [34] Toen ze overgestoken waren, gingen ze aan land bij Gennesaret. [35] De mensen daar herkenden hem en maakten zijn komst overal in de omgeving bekend, en men bracht allen die ziek waren bij hem. [36] Die smeekten hem alleen maar de zoom van zijn kleed te mogen aanraken. En iedereen die dat deed werd genezen en was volkomen gezond. Van letterlijk naar post-kritisch geloof Daniel Bonnell – Jesus Walking On The Water Opdracht: Schrijf in het witte vlak in het midden van de woordenwolk aan de hand van sleutelwoorden: • Welke betekenisassociaties u maakt bij dit Bijbelverhaal? • Hoe u dit verhaal zou vertellen aan kinderen en jongeren? (3 minuten) http://ldab.arts.kuleuven.ac.be/ LDAB_scans/Christus.jpg Van letterlijk naar post-kritisch geloof Daniel Bonnell – Jesus Walking On The Water Wandelen op het water (letterlijk geloof) Bepaalde dieren (en robots) kunnen over het wateroppervlak wandelen en blijven drijven door de oppevlaktespanning Wandelen op het water (letterlijk geloof) Jezus (en Petrus) wandelt op het water – zuiver op basis van geloof? Wandelen op het water (externe kritiek) Cartoons creëren hun grappige effect door de letterlijke interpretatie van een bovennatuurlijke gebeurtenis af te zetten tegen de grenzen in het alledaagse leven Wandelen op het water (relativisme) Mensen kunnen op water wandelen met behulp van speciale technieken, trucjes of gezichtsbedrog Wandelen op het water Van letterlijk naar post-kritisch geloof Reflectie: Als je terugkijkt naar de woorden die je opschreef in de woordenwolk: - Welke geloofshouding herken je bij jezelf? - Wat heb je geleerd/ gehoord dat je voordien nog niet wist? - Hoe kan post- kritisch geloof ontwikkeld en gestimuleerd worden bij jouw leerlingen/in jouw school? Wat met het Wonderverhaal van Jezus die wandelt op het water ? Wandelen op het water Lezing vanuit Post-kritisch Geloof Een verhaal over: • Vertrouwen • Volhouden • Geloven • Herkennen • Liefhebben én een Geloofsbelijdenis: “U bent werkelijk Gods Zoon!” ‘Wonderen zijn, volgens gangbaar taalgebruik, verschijnselen die niet rijmen met de natuurwetten. De Bijbel kent daarover vele verhalen. Maar in eerste instantie wordt ‘wonder’ er breder opgevat: alles wat de mens vervult met bewondering en dankbaarheid jegens God, kan een wonder genoemd worden. Ook Jezus’ wonderen worden vooral verteld om de macht te onderstrepen die hij als een door God gezondene had. Vaak worden de wonderverhalen van Jezus onderscheiden in ‘genezingen’ en ‘natuurwonderen’ (hij stilt een storm, loopt over water). Toch wordt Jezus getekend als een terughoudende wonderdoener: nooit doet hij kunstjes om mensen te winnen; steeds heeft hij de ander op het oog – die moet genezen en nieuwe kansen krijgen. Soms lijken de wonderen vooral te worden verteld om de lezer voor te bereiden op het grootste wonderverhaal in de evangeliën: dat van Pasen. Jezus heeft macht om de storm te stillen en de doodsangst van de leerlingen te verjagen, zoals hij straks de dood zelf zal verjagen. Is ook dat grootste wonderverhaal niet vooral een getuigenis van geloof in goddelijke overmacht?’1 ‘Dit Bijbels wonderverhaal brengt een geloofservaring in beeld. In de fase van het schrijven van dit evangelie, 75 jaar na Christus, beleeft de Kerk een uiterst moeilijke periode. Ze is aan het wegzinken in verdeeldheid. Daarover getuigen de geschriften van Paulus. Voelen de joden- christenen zich overspoeld door de niet- joodse christenen met als gevolg het verdwijnen, afzwakken of aanpassen van hun traditie? Zijn vervolgingen oorzaak van het uitdunnen van de rangen? Groeit het aantal naam- christenen? Het lijkt wel alsof de Christus er niet meer is voor hen. Blijkbaar moeten ze zonder hem de boot in. Jezus is de kruisdood gestorven maar de beweging die hij op gang heeft gebracht, heeft hij aan hen toevertrouwd. Maar wat zijn ze zonder hem? Een schip in nood dat tegenwind niet aankan, het water staat hen aan de lippen! Vandaar hun bede: Heer, red ons. Wanneer de kleingelovigen doorhebben dat Jezus hen nabij is, dat hij leeft in en door hen, dat hij hen bij de hand houdt, gaat de wind liggen. Alles wordt anders. Het duister van de nacht wordt licht, ze zinken niet weg, twijfel en vrees, als gevolg van hun kleingelovigheid wordt geloof in Jezus reddende nabijheid in mensen, hun angst verdwijnt.’² Een Bijbels wonderverhaal Post- kritische lezing van Mt 14, 22-36 1. NBV Studiebijbel, Tielt, Lannoo, 2008, p. 1833 2. J. Devijver, Zondagsvieringen in het Ajaar, Averbode, Altiora, 2001, p. 211. De beelden die in dit Bijbelverhaal gebruikt worden, zijn ook ons vandaag niet vreemd. Zo vinden we heel wat gezegden terug die vandaag verwijzen naar de ervaring van de leerlingen. De wind van voren krijgen, zwemmen of verdrinken, de nacht van het leven ingaan, de hand reiken naar de ander, … Ze wijzen allen op herkenbare, door en door diepgaande menselijke ervaringen. Wanneer we uitgenodigd worden om dit verhaal te lezen als een relationeel verhaal valt meteen op dat vertrouwen en twijfel hand in hand gaan. Relatie aangaan en liefhebben gaan duidelijk niet over het bezitten van de absolute zekerheid. Zowel in de relatie tussen mensen als tussen mens en God is er vaak dubbelzinnigheid. Soms voelen we een intense nabijheid (‘Ik ben er’) maar vaak ook een grote afstand (‘aan de overkant’). In elke relatie gaat het over loslaten en vasthouden, de hand reiken en het water ingaan, storm en vrede. Steekt in de relatie tussen Jezus en zijn Vader soms ook niet die spanning: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?’ versus ‘In uw handen beveel ik mijn Geest’. We vinden gelijkaardige verhalen terug in vele tradities en godsdiensten: Boedha, Pythagoras, Empedokles, Epidemes, Abaris, Babylonische magiërs, de Perziër Cyrus, ze wandelden allen over water. De vraag of Jezus echt over het water gelopen heeft, is in het kader van een geloofsverhaal niet de centrale vraag. ‘Het lijkt verstandig om noch in het ene uiterste (wonderen zijn absurd), noch in het andere (alles is precies zo gebeurd) te vervallen. De schrijvers van deze verhalen hebben in al die wonderen geloofd. Zij kenden geen onontkoombaar natuurwetten, in hun wereld was veel mogelijk. Deze verhalen werden echter niet verteld om aan te tonen hoe betrekkelijk natuurwetten zijn, maar om te getuigen van hun geloof in Gods macht en trouw. Men hoeft de getuigenissen niet letterlijk te nemen om er zich door te laten aanspreken.’ ’1 Een Bijbels wonderverhaal Post- kritische lezing van Mt 14, 22-36 1. NBV Studiebijbel, Tielt, Lannoo, 2008, p. 1833 Naar J. Devijver, Zondagsvieringen in het A-jaar, Averbode, Altiora, 2001, p. 211.