SPELLING BLOK 1 - 2 Uitleg en voorbeelden Basis leerjaar 4 WERKWOORDSPELLING Hoe spel je de werkwoorden in de tegenwoordige tijd (TT) en verleden tijd (VT)? Schrijf je alleen een –t , een –d of –dt? Hoe schrijf je voltooid deelwoorden (vdw)? Gebruik het stappenplan werkwoordspelling! BIJVOEGLIJK NAAMWOORD AFGELEID VAN EEN VOLTOOID DEELWOORD Wat is dat nu?? Een voltooid deelwoord (vdw) dat is veranderd in een bijvoeglijk naamwoord (bnw). Bijvoorbeeld: De muur is geverfd. (Geverfd is hier het vdw) De geverfde muur. (Nu is het gebruikt als een bnw; het zegt namelijk iets over de muur). BIJVOEGLIJK NAAMWOORD AFGELEID VAN EEN VOLTOOID DEELWOORD Hoe pak je het aan? 1. Kijk naar het vdw eindigt het op –en? het bnw eindigt ook op –en. voorbeeld: De fiets is gestolen. De gestolen fiets. 2. Kijk naar het vdw eindigt het op een –t of –d? het bnw eindigt op –te of –de. voorbeeld: - De zwemmer is gered De geredde zwemmer. - De fouten zijn gemaakt De gemaakte fouten. HOOFDLETTERS/kleine letters Wat schrijf je met een hoofdletter (HL)? UITZONDERINGEN: 1ste woord van de zin - Zin begint met een verkort woord (‘s) 2de woord van de zin krijgt een HL - Zin begint met een cijfer je schrijft geen HL Inwoners van een land en de talen die men spreekt -- Persoonsnamen -- Namen van God en heilige personen + heilige materialen (Bijbel, Koran) -- Namen van feestdagen LET OP: woorden die niet de feestdag zelf betekenen, maar hiervan zijn afgeleid, schrijf je met een kleine letter (bijvoorbeeld: kerstvakantie, moederdagcadeau). 1ste letter van een boek, film, programma, -enz. MEERVOUD VAN ZELFSTANDIGE NAAMWOORDEN Woorden die eindigen op: Schrijf: Voorbeeld: -e, -é, -ee, -er, -ie, -eau, -ey, -ay, -ieu en -ui Vaste -s Lentes, introducés, chimpansees, dokters, correcties, bureaus, trolleys, sprays, milieus, etuis -a, -i, -o, -u, -y (Let op: hier moet een medeklinker voor staan!) ‘s Drama’s, bikini’s, foto’s, menu’s, lobby’s -ee -ie (met klemtoon op –ie!) -ën Moskeeën, trofeeën, sleeën Fobieën, democratieën - ̈n Oliën, koloniën -f PAAR UITZONDERINGEN: -f -fen -ven Staaf staven, kloof kloven -fen Fotograaf fotografen, paraaf parafen -s Soms schrijf je –sen, soms –zen - sen/-zen Heks heksen, laars laarzen Onbekemtoond: -ik, -it, -es, -et, -el -en Perziken, flauweriken, kieviten, engelen Onbeklemtoond –as, -is, -os, -us -sen Vonnissen, krokussen, kubussen UITZONDERING: -ie (geen klemtoon op –ie) Succes met het maken van de opdrachten van Spelling!