rechten en plichten van een overeenkomst

advertisement
Juridisch en fiscaal
Door Reynoud van Servellen, jurist bij Harvey Reynalds Legal
rechten en plichten
van een
overeenkomst
De transacties die uw onderneming dagelijks aangaat, worden in juridisch opzicht aangeduid als overeenkomsten. Deze
kwalificatie heeft voor u en uw wederpartij specifieke rechtsgevolgen. Kenmerkend voor de rechten en plichten in een
overeenkomst is dat ze elkaars spiegelbeeld vormen: tegenover het recht van de één staat een plicht van een ander. In een
koopovereenkomst rust bijvoorbeeld de verplichting op de koper om de overeengekomen koopprijs te betalen. De verkoper zal de gekochte goederen leveren. Hoe ontstaat nu een overeenkomst? Hoe is dat in de wet geregeld?
contracteren: een eerste kennismaking
O
m maar meteen met de deur in huis te vallen: wat is het
verschil tussen een overeenkomst en een contract? Die
is er eigenlijk niet. Wel is het zo dat de wet alleen
spreekt over het begrip ‘overeenkomst’ en niet over het
begrip ‘contract’. Een overeenkomst (contract) doet op haar beurt
een of meer verbintenissen (lees: afspraken) ontstaan. Daarmee
weet u meteen ook het verschil tussen een overeenkomst en een
verbintenis.
Beginselen verbintenissenrecht
Het wettelijk kader voor het verbintenissenrecht is vastgelegd in
het Burgerlijk Wetboek (bw). Het verbintenissenrecht wordt geregeerd door de beginselen van partijautonomie, pacta sunt servanda en consensualisme. Partijautonomie geeft aan dat partijen in
een overeenkomst alles mogen afspreken wat zij zelf willen. Binnen de kaders van de wet hebben zij de volledige vrijheid om met
behulp van een overeenkomst doelstellingen te realiseren. Uitzondering zijn de overeenkomsten die in strijd zijn met de goede
zeden of als zodanig in de wet zijn genoemd - de ‘benoemde overeenkomsten’. Voor de laatste gelden bijzondere voorschriften
waarvan men vaak niet mag afwijken. Voorbeelden zijn de huurovereenkomst, koopovereenkomst, arbeidsovereenkomst en overeenkomst van opdracht.
Zijn de afspraken eenmaal gemaakt, dan geldt het eerdergenoemtijdschrift administratie – nummer 1/2 – januari/februari 2015
de beginsel pacta sunt servanda: contract is contract. De afspraken in een overeenkomst worden - zoals bekend - verbintenissen
genoemd en deze dient u na te komen. Consensualisme ten slotte
houdt in dat overeenkomsten tot stand komen door wilsovereenstemming (consensus) van partijen.
Een overeenkomst komt slechts tot stand wanneer een handelende partij dat wil. Belangrijk hierbij is dat deze wil ook getoond
wordt. In het bw staat: ‘Een rechtshandeling vereist een op een
rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard’. Ook wordt bepaald dat een overeenkomst tot stand
komt door een aanbod en de aanvaarding daarvan. Een aanbod
kan expliciet, maar ook stilzwijgend worden aanvaard. Het is echter niet zo dat een aanbieder eenzijdig kan bepalen dat voor acceptatie geldt ‘wie zwijgt stemt toe’. Een niet-doen kan alleen dan
als teken van toestemming gelden wanneer dit expliciet tussen
partijen is overeengekomen. Wilt u een aanbod aanvaarden, dan
zult u dit altijd aan de partij die iets aanbiedt kenbaar moeten maken. Meestal stemmen wil en afgegeven verklaring met elkaar
overeen. Dat hoeft echter niet altijd het geval te zijn. Zo bepaalt de
wetgever dat de partij die op de door de wederpartij opgewekte
schijn af gaat, in bescherming wordt genomen. Essentieel hier is
dat de wederpartij van de aanbieder ‘onder de gegeven omstandigheden en redelijkerwijs’ niet aan de juistheid van de verklaring
van de aanbieder hoefde te twijfelen.
30
W W W. t i j d s c h r i f t a d m i n i s t r a t i e . N L
Wilsgebreken
Er kunnen zich situaties voordoen waarbij wil en verklaring wel overeenstemmen, maar waar met de wil zelf iets aan
de hand is: een wilsgebrek. Het bw kent
vier vormen van wilsgebreken:
1. Dwaling. Van dwaling is sprake wanneer bij één of beide partijen de wil gevormd is onder invloed van een onjuiste
voorstelling van zaken. Dit is in de volgende gevallen van toepassing: als de wederpartij van de dwalende ten onrechte
zweeg, als de wederpartij van de dwalende verkeerde inlichtingen gaf of als beide
partijen dwaalden bij het aangaan van de
overeenkomst.
2. Bedreiging. Met bedreiging wordt
het uitoefenen van ongeoorloofde
dwang bedoeld en dan met name om iemand anders tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling te bewegen.
3. Bedrog. Dit is een specifieke vorm van dwaling. Het bijzondere
is dat bij bedrog de dwaling steeds wordt teweeggebracht door
middel van een opzettelijke kunstgreep.
4. Misbruik van omstandigheden. Dit wilsgebrek maakt het mogelijk om vernietiging van een overeenkomst te vorderen wanneer
de tegenpartij misbruik heeft gemaakt van een bijzondere omstandigheid waarin de andere partij zich bevond. De bijzondere
omstandigheid kan zijn:
-- een abnormale geestestoestand;
-- een sterke economische gebondenheid;
-- een grote mate van onervarenheid en/of lichtzinnigheid.
Als men kan bewijzen dat bij de totstandkoming van een overeenkomst sprake was van een wilsgebrek, dan wordt de rechtshandeling daardoor aantastbaar: de overeenkomst kan worden vernietigd. Voor dwaling en bedrog geldt dat een actie tot vernietiging
kan worden ingesteld tot drie jaar na ontdekking ervan. Voor bedreiging of misbruik van omstandigheden geldt een verjaringstermijn van drie jaar vanaf het moment waarop de invloed van de
bedreiging, dan wel misbruik van omstandigheden heeft opgehouden te werken.
Vernietigbaarheid en nietigheid zijn sterk aan elkaar verwant. Het
verschil tussen een nietige en een vernietigbare rechtshandeling
is dat de eerste wordt geacht nooit te hebben plaatsgevonden en
daarom geen rechtsgevolgen heeft. Een vernietigbare rechtshandeling heeft geldige rechtsgevolgen zolang zij niet vernietigd is.
Het is mogelijk dat een vernietigbare rechtshandeling gewoon
blijft bestaan, als bijvoorbeeld niemand het door heeft of als partijen om hen moverende redenen het zo laten.
Gevolgen van een overeenkomst
Het bw bepaalt welke rechtsgevolgen een overeenkomst heeft.
De tekst van de wet luidt: ‘Een overeenkomst heeft niet alleen
W W W. t i j d s c h r i f t a d m i n i s t r a t i e . N L
de voor partijen overeengekomen
rechtsgevolgen, maar ook die welke
naar de aard van de overeenkomst,
uit de wet, de gewoonte of de eisen
van redelijkheid en billijkheid voortvloeien’.
Met ‘overeengekomen rechtsgevolgen’ wordt bedoeld dat datgene wat
partijen bij het aangaan van de overeenkomst expliciet hebben afgesproken, ook tussen hen geldt. De wet bepaalt expliciet dat partijen aan hun
afspraken zijn gebonden. De afspraken
- mondeling of schriftelijk - worden bedingen of clausules genoemd. Een overeenkomst kan dus ook mondeling zijn
en is dan nog steeds rechtsgeldig. Voor
uw bewijspositie is het aan te raden een
en ander vast te leggen in een overeenkomst.
De vrijheid van partijen om afspraken te
maken is, zoals u eerder zag, zeker niet
absoluut. De wet kan dwingendrechtelijk voorschrijven dat men bepaalde afspraken niet mag maken. Als partijen bij het sluiten van een overeenkomst niets anders hebben
afgesproken, dan gelden de wettelijke regels. Deze regels worden aanvullend of regelend recht genoemd. Kenmerkend voor
deze regels is dat partijen er zonder meer van mogen afwijken.
Een regel van dwingend recht kan niet door partijen met een
afwijkend beding opzij worden gezet. Medebepalend voor de
uitvoering van een contract is ook de redelijkheid en billijkheid. Dit kan worden gezien als het normen-en-waardenstelsel
waarmee een onredelijk of onbillijk resultaat van een overeenkomst kan worden aangepast.
Overeenkomsten in de praktijk
Het is denkbaar dat met name bij duurovereenkomsten een van
de partijen op een bepaald ogenblik geen belang meer heeft bij
de instandhouding van de overeenkomst. In beginsel wordt elke
overeenkomst echter afgesloten met de bedoeling dat de verbintenissen die uit de overeenkomst voortvloeien worden nagekomen. In de praktijk komt het vaak voor dat bij een van de partijen
de overeengekomen prestatie niet goed of niet op tijd wordt uitgevoerd of dat de prestatie helemaal uitblijft. Als men tekortschiet
in de nakoming van de overeengekomen prestatie spreekt men
van een tekortkoming in de nakoming. Niet elke tekortkoming in
de nakoming is hetzelfde, want de oorzaak die tot de tekortkoming heeft geleid is van belang.
Zo maakt de wet een verschil tussen aan de schuldenaar toerekenbare tekortkomingen en niet aan de schuldenaar toerekenbare tekortkomingen. Is de tekortkoming aan de schuldenaar toe te
rekenen, dan pleegt de schuldenaar een wanprestatie. Kan de tekortkoming hem niet worden toegerekend, dan spreekt men van
overmacht. Het belang van het verschil zit vooral in de mogelijkheid om in een voorkomend geval schadevergoeding te eisen. Bij
een niet-toerekenbare tekortkoming bestaat deze mogelijkheid
namelijk niet.
31
tijdschrift administratie – nummer 1/2 – januari/februari 2015
winst. Met ander nadeel wordt die schade bedoeld die het vermogen niet heeft verminderd maar die wel is geleden. Deze schade
wordt ook wel aangeduid met smartengeld of immateriële schade.
Het eindigen van verbintenissen kan
op verschillende manieren, maar wordt
niet expliciet geregeld
Verder wordt bepaald dat wanneer bij een wederkerige overeenkomst een van de partijen zijn verplichting niet nakomt, de wederpartij bevoegd is de eigen verplichting op te schorten. Dit opschortingsrecht biedt vooral mogelijkheden voor een crediteur
wanneer partijen hebben afgesproken dat de crediteur op een bepaalde datum dient te presteren of te leveren. Blijft dat uit, dan
kan de crediteur rustig afwachten, omdat de debiteur eerst aan
zijn verplichting zal moeten voldoen.
Voor uw bewijspositie is het aan
te raden een en ander vast te leggen
in een overeenkomst
Wanneer de tekortkoming de schuld van een debiteur is, dan is
deze toerekenbaar. Een tekortkoming kan echter ook toerekenbaar zijn omdat de wet dit zo bepaalt. Zo is men aansprakelijk
voor gedragingen van personen die men bij de uitvoering van de
overeenkomst heeft ingeschakeld. In dit verband spreekt men van
risicoaansprakelijkheid. Hierbij is het niet van belang of de schade veroorzaakt is door de schuld van de veroorzaker. Deze risicoaansprakelijkheid geldt ook voor zaken die de schuldenaar gebruikt ter uitvoering van de verbintenis.
De wet biedt de mogelijkheid om bij het aangaan van een overeenkomst vast te leggen dat de debiteur voor een of meer specifieke tekortkomingen niet aansprakelijk is. Denk daarbij aan het uitblijven van een bepaald resultaat. De bepaling kan ook anders
worden gebruikt, door bijvoorbeeld contractueel vast te leggen
dat aansprakelijkheid juist geheel of gedeeltelijk wordt uitgesloten. Dit noemt men een exoneratieclausule. De vrijtekening via
een dergelijke clausule kan zelfs zover gaan dat de aansprakelijkheid voor personen en zaken contractueel in haar geheel wordt
uitgesloten. Een vrijtekening voor opzet of grove schuld is echter
altijd nietig wegens strijd met de goede zeden.
Ten slotte is een tekortkoming toerekenbaar op basis van de in het
verkeer geldende opvattingen. Denk hierbij aan omstandigheden
die de debiteur persoonlijk betreffen of die hij had kunnen voorzien. Dit kunnen zaken zijn als financieel onvermogen, ziekte of
een gebrek aan bekwaamheid.
Rechtsgevolgen van wanprestatie
Bij wanprestatie hangen de mogelijkheden van een crediteur sterk
af van het antwoord op de vraag of de prestatie nog te leveren is.
De wet kent namelijk twee situaties: de nakoming kan nog steeds
mogelijk zijn of de nakoming is tijdelijk of blijvend onmogelijk. In
het laatste geval kan de crediteur schadevergoeding eisen, ontbinding van de overeenkomst of deze opschorten als de crediteur zelf
zijn verplichting onder de overeenkomst nog niet is nagekomen.
In het Burgerlijk Wetboek worden de twee soorten van schade die
de wet kent genoemd: vermogensschade en ander nadeel. Vermogensschade bestaat zowel uit geleden verlies als gederfde
tijdschrift administratie – nummer 1/2 – januari/februari 2015
Einde van een verbintenis
Het eindigen van verbintenissen kan op verschillende manieren
plaatsvinden, maar wordt vreemd genoeg niet expliciet geregeld.
De belangrijkste gronden voor het eindigen zijn:
-- vervulling van een ontbindende voorwaarde. Partijen hebben de
mogelijkheid om af te spreken dat het ontstaan van een verbintenis afhankelijk zal zijn van het voldoen aan een bepaalde
voorwaarde dan wel het aanbreken van een bepaald tijdstip;
-- nakoming door schuldenaar of een derde;
-- verrekening. Dit gaat uit van de situatie waarin twee partijen zowel crediteur als debiteur van elkaar zijn. De beide ondernemingen kunnen hun vorderingen over en weer verrekenen. De
kleinste vordering zal dan tegen de grootste wegvallen;
-- afstand. Een verbintenis kan eindigen omdat een crediteur expliciet afziet van zijn vorderingsrecht;
-- vermenging. Hiervan is sprake als de hoedanigheden van crediteur en debiteur zich in één persoon verenigen. Bijvoorbeeld als
iemand geld leent van zijn vader en hij – na het overlijden van
de vader – de enige erfgenaam is;
-- nietigheid en vernietiging;
-- ontbinding. Indien het niet tijdelijk of blijvend onmogelijk is om
nog na te komen, moet de tekortschietende partij de mogelijkheid krijgen om alsnog binnen een redelijke termijn aan zijn
verplichtingen te voldoen. Voldoet hij daar niet aan, dan komt
hij ‘in verzuim’ te verkeren en krijgt zijn wederpartij de bevoegdheid de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden. Dit
kan hij doen door een schriftelijke verklaring of door een daartoe strekkende vordering bij de rechter in te stellen. Niet iedere
tekortkoming is overigens reden voor ontbinding. Als er sprake
is van een tekortkoming van geringe betekenis, zoals het te laat
betalen van een huurtermijn, dan rechtvaardigt dit geen ontbinding. In beginsel echter is ontbinding bij elke tekortkoming mogelijk; een uitzondering doet zich zelden voor.
32
Meer weten over contracteren?
Dit artikel heeft de basisbegrippen van contracteren uitgelegd. Er
zijn nog tal van onderwerpen die niet zijn behandeld. Bent u geïnteresseerd? Kom dan naar de masterclass Contracteren die
Reynoud van Servellen geeft op 2 april in Utrecht. Meer informatie op: www.overfinancieelmanagement.nl/opleidingen.
W W W. t i j d s c h r i f t a d m i n i s t r a t i e . N L
Download