Factsheet stap 2 GDE Friesland 09-09-14

advertisement
Project
Factsheet
Dorp
Doelstelling gehele initiatief
Duurzame energie voor dorpsvoorziening GDE Friesland (versie 28 mei 2014)
Fase 2 :
• Stap 2: onderzoeken opties en ontwerpen
En voorbereiden van:
• Stap 3: vergunning aanvragen
• Stap 4: contract energie-/netwerkbedrijven
• Stap 5: financiering en organisatie
(# zelf invullen)
Het mogelijk maken voor dorpen in Fryslân om door zelf energie op te wekken geld te genereren voor dorpsvoorzieningen.
Uitgangspunten







Het gaat om duurzame vormen van collectieve energieopwekking, waarbij de omvang is afgestemd op eigen dorpsbehoefte;
Het exploitatieoverschot is bestemd voor (eigen) dorpsvoorzieningen;
Beheer en exploitatie wordt collectief door elk dorp gedaan;
Ieder dorp draagt eigen lusten en lasten;
Het initiatief heeft een vergunning van de gemeente nodig;
De juridische haalbaarheid dient reproduceerbaar te zijn, m.a.w. ook in andere gemeenten toepasbaar;
Het totale initiatief werkt met een open en transparante aanpak, zowel binnen het initiatief als naar ‘buiten’.
Spelregels




Alle relevante informatie op tafel;
Elkaar respecteren, ongeacht wat iemand vindt of doet; dus ook als iemand ‘tegen’ is;
Doorvragen en goed luisteren totdat je iemand echt begrijpt;
Verschillende meningen opschrijven en bijvoorbeeld uitwerken als varianten.
Valkuilen




Teveel aandacht voor ‘initiatief en inhoud’ en te weinig voor ‘draagvlak’;
Bewoners gaan mee in de structuur/taal van de overheid en verliezen zo hun eigen rol uit het oog;
Overheid weet niet zo goed een houding aan te nemen en dwingen burgers in traditionele rol;
Alleen oog hebben voor de realisatie.
Doel fase 2
In beeld brengen van mogelijke locaties (bijvoorbeeld drie alternatieven) waar de dorpsmolen/zonneweide kan worden gerealiseerd.
Het moet voor de dorpen mogelijk worden om zelf te onderzoeken wat de voorkeurslocatie wordt. Tevens kunnen de dorpen aan de
Hoofdkeuzes
Ruimtelijke onderbouwing voor
Wabo-vergunning
slag om een document op te stellen voor de voorkeurslocatie waarin zij de basis leggen voor het verlenen van de vergunning.
Het dorp staat voor de volgende keuzes:
Vorm van duurzame energie: wind- of zonne-energie?
Locatie: alternatieven en voorkeur
Welk onderzoek is nodig?
Organisatievorm, financiering en besteding opbrengst
Voor het realiseren van de dorpsmolens in Friesland is ervoor gekozen om deze te realiseren via een Wabo-vergunning. Als er sprake
is van afwijken van het bestemmingsplan dient de aanvraag voor een Wabo-vergunning gepaard te gaan met een ‘goede ruimtelijk
onderbouwing’. Een dergelijke onderbouwing lijkt veel op de toelichting van een bestemmingsplan.
De eisen die gesteld worden aan de ruimtelijke onderbouwing zijn hieronder uitgewerkt.
De volgende onderdelen dienen te worden opgenomen om te voldoen aan de inhoudelijke eisen die aan een goede ruimtelijke
onderbouwing worden gesteld:
1. Projectomschrijving
2. Vigerend bestemmingsplan
3. Overzicht van het toepasselijk ruimtelijk beleid
4. Uitkomsten van uitgevoerde onderzoeken
5. Ruimtelijke aanvaardbaarheid
6. Economische uitvoerbaarheid
Ruimtelijke onderbouwing:
1) Projectomschrijving
Voor een goede beoordeling van het project door de gemeente is het van belang het voornemen zo duidelijk mogelijk te
omschrijven. Duidelijk naar voren moet komen om wat voor een windturbine het gaat, waar die gerealiseerd gaat worden en of de
gronden in eigendom zijn. Verder moet worden aangegeven welke ingrepen er allemaal gaan plaatsvinden (bijvoorbeeld kappen van
een boom, het aanleggen van verharding, het trekken van sleuven voor bekabeling en dergelijke). Er moet tevens een
situatietekening worden toegevoegd van de locatie en een bouwtekening van de turbine zelf.
Vragen:
 Waar komt de dorpsmolen, om welk soort gaat het (hoe groot)?
 Situatietekening en bouwtekening van de dorpsmolen.
 Welke (aanvullende) werkzaamheden moeten worden uitgevoerd?
TIP: Voor de bouwtekening van de windturbine is een specificatie van de leverancier voldoende.
Ruimtelijke onderbouwing:
2) Vigerend bestemmingsplan
In de onderbouwing moet worden aangegeven wat de geldende ruimtelijke regeling is op die locatie. Welk bestemmingsplan is van
toepassing en op welke wijze wordt daarvan afgeweken.
Vragen:
 Vraag aan gemeente welk bestemmingsplan van toepassing is?
 Welke ruimtelijke regels gelden op dit moment?
 In hoeverre geven deze aanleiding tot nader onderzoek?
TIP: Bestemmingsplannen zijn vaak al te vinden op de internetsite van de gemeente. Maak voor de dorpen in één gemeente een
gezamenlijke afspraak met de wethouder (en de verantwoordelijke ambtenaar). Presenteer je als pilot GDE en geef
omschrijving van het project. Vraag om een ambtelijk contactpersoon en om beschikbare informatie ten behoeve van
(ruimtelijke) onderzoeken en maak vervolgafspraken over (wijziging) bestemmingsplan en levering informatie. Vraag ook
na of een dorpsmolen ook via een aanduiding in het bestemmingsplan mogelijk is.
Ruimtelijke onderbouwing:
3) Overzicht van het toepasselijke
ruimtelijke beleid (beleidskader)
Geldt er landelijk, provinciaal, regionaal of gemeentelijk beleid dat van belang is voor de beoordeling van de aanvraag? Wanneer dat
het geval is, dan moet worden aangegeven op welke wijze daarmee in de aanvraag rekening wordt gehouden. Past de windturbine
binnen het beleid en waarom wel of niet? En wanneer het niet past, waarom het voornemen dat het toch aanvaardbaar zou kunnen
zijn.
Vragen:
 Welk (aanvullend) landelijk, provinciaal, regionaal of gemeentelijk beleid is er van belang is voor de beoordeling van de
aanvraag?
Ruimtelijke onderbouwing:
4) Uitkomsten van uitgevoerde
onderzoeken
TIP: Doe dit via de werkgroep, zodat niet elk dorp dit apart hoeft te doen. Belangrijk is om je als dorp goed te organiseren.
Een windturbine brengt een aantal effecten met zich mee. Naar het voorkomen en eventueel ondervangen van die effecten dient
onderzoek te worden verricht. Deze onderzoeksrapporten dienen te worden overgelegd en in de ruimtelijke onderbouwing dienen
de conclusies en oplossingen te worden verwoord. Thema’s die in ieder geval aan de orde zullen zijn:
 Geluid
 Landschappelijke inpassing
 Flora- en fauna
 Slagschaduw
 Veiligheid
Mogelijke andere onderzoeken betreffen (afhankelijk van de locatie):
 Bodem
 Water
 Archeologie
 Cultuurhistorie

Planschade
TIP algemeen: Vraag voor allerlei informatie EERST bij de gemeente, bijvoorbeeld over: archeologie, natuur, bodem etc. Gebruik
elkaars netwerk en deel de ervaringen en kennis. Beter goed gekopieerd dan slecht uitgevoerd!
 TIP Geluid: Hanteer bij het zoeken van een locatie de Vuistregel voor een veilige afstand: 3 keer masthoogte
 TIP Landschappelijke inpassing: Zoek bij landschappelijke inpassing voor locaties waar hoogbouw al aanwezig is, dat vergroot het
draagvlak. Vraag bij gemeente om specifieke eisen.
 TIP Flora- en fauna: Is er (beschermd) natuurgebied in de omgeving? Maar denk ook aan beschermde soorten zoals weidevogels,
vleermuizen, etc.
 TIP Slagschaduw: Vooral last van in voor- en najaar (laagstaande zon): vaak maar 2 a 3 dagen per jaar. Huidige molen kan
worden stilgezet om overlast te voorkomen. Op basis van vastgestelde normen is uit te rekenen wneer slagschaduw nog
acceptabel is.
 TIP Veiligheid: Neem een goede aansprakelijkheidsverzekering ter ondervanging van de risico’s.
 TIP Planschade: gaat voornamelijk om waardedaling woningen. Blijf circa 300/400 meter uit de buurt van woningen (vuistregel)
en betrek de dichtstbijzijnde bewoners extra goed bij het proces.
Ruimtelijke onderbouwing:
5) Ruimtelijke aanvaardbaarheid
Trek een conclusie op basis van de informatie uit de bovenstaande onderdelen door uiteenzetten en te onderbouwen dat de
dorpsmolen op de voorgestelde locatie in de voorgestelde omvang en opzet, gelet op de eventuele effecten en het eventueel
ondervangen van deze effecten, aanvaardbaar is.
Als er geen bezwaren zijn vanuit de verschillende onderzoeken, draagvlak is bij de huidige eigenaar en omliggende
eigenaren/bewoners is het plan ruimtelijk aanvaardbaar.
TIP: Stem van te voren af met de vergunningverlener (de gemeente is in dit geval bevoegd gezag). Probeer op een nette manier
medewerking te krijgen van de gemeente. Zie ook tip bij vigerend bestemmingsplan.
Ruimtelijke onderbouwing:
6) Economische uitvoerbaarheid
1) Financiële middelen
 Haalbare business case? Welke gelden (financiën) zien jullie om het plan uit te voeren?
2) Planschade
 Zijn er eigenaren in de directe omgeving die evt. schade kunnen leiden; bijv. woningen: slagschaduw en geluid;
 Bedrijven die beperkt worden in de bedrijfsvoering?;
 Een andere manier is dat omliggende eigenaren akkoord zijn met het plan en verklaren geen schade te leiden als gevolg van het
plan.
Contact met de netbeheerder
TIP: Neem de mensen in de omgeving mee! Als het kan blijf enigszins weg van bebouwing. Naarmate je verder af bent van de
bebouwing, hoe minder de waarde daalt. Zie ook tip planschade bij onderzoeken.
Kosten voor een aansluiting op het elektriciteitsnet kunnen snel oplopen. Uitgaande van een windturbine van 1 MW zal elke 100
meter kabel die aangelegd moet worden de investeringskosten met circa €10.000,- verhogen. Dit kan dus snel oplopen als er niet
dichtbij aangesloten kan worden op het elektriciteitsnet. Bijvoorbeeld omdat er geen vrije capaciteit op het elektriciteitsnet is. In
Fryslān zijn Liander en Enexis (gemeente Leeuwarden) actief als netbeheerder. Om te komen tot een goede locatiekeuze en een
nadere onderbouwing van de financiële haalbaarheid is het daarom noodzakelijk om met de netbeheerder af te stemmen.
Wie te spreken?
De assetmanager voor het middenspanningsnet in het eigen dorp is de beste persoon om te consulteren. De assetmanager gaat over
het beheer van het elektriciteitsnetwerk in zijn gebied. Hij heeft zicht op waar er aangesloten kan worden, hoeveel vrije capaciteit er
is en hij kan een globale kostenindicatie geven.
NB: netbeheerders staan steeds meer onder druk om kosten laag te houden. Wees dus heel doelgericht in het contact met de
netbeheerder.
De netbeheerder heeft ook een belang. De netbeheerder moet in zijn capaciteitsplan voor de aankomende jaren rekening houden met
verandering in capaciteit op het net. Het kenbaar maken van je initiatief resulteert erin dat dorpsmolens als ontwikkeling in dit plan
meegenomen gaan worden.
Welke informatie te geven?
Relevante informatie voor de netbeheerder is:
 Wat ben je van plan?: stichten van 1 dorpsmolen, etc. (zie projectomschrijving)
 Welke aansluitcapaciteit heb je nodig?

Waar komt de dorpsmolen?
Wat te vragen?
 Kunt u aangeven waar wij, in de zones die wij nu op het oog hebben, op het elektriciteitsnet kunnen aansluiten?
 Hoeveel meter kabel er aangelegd moet worden?
 Zijn er naast de tarieven van de website van de netbeheerder nog bijkomende kosten voor het aansluiten op deze locatie?
Projectuitvoering/organisatie
TIP: Doe dit via de werkgroep, zodat niet elk dorp dit apart hoeft te doen.
Rondom Leeuwarden is het zaak om met beide netbeheerders af te stemmen. Op de grens tussen het concessiegebied van Enexis en
Liander kan het namelijk zo zijn dat het in Liander-gebied goedkoper is om aan te sluiten bij Enexis of andersom.
Fiscaal:
Houd bij het project rekening met fiscale voordelen (SDE+ en postcoderoos)
SDE+ lijkt voor een dorpsmolen het meest geschikt.
Financiering:
Hoe ga je het project financieren? (Eigen vermogen uit dorp, vreemd vermogen, etc.)
Besteding opbrengsten:
Ga de dialoog aan met de dorpsbewoners hoe je om wilt gaan met de opbrengsten, wil je dat nu al vastleggen en bepalen, of juist vrij
laten in de toekomst, en hoe doe je dat dan?
Organisatie:
De juridische vorm (coöperatie, stichting, bv) is in dit stadium nog niet belangrijk, dus besteed er in stap 2 geen aandacht aan.
Product stap 2
Een rapportage waarin het initiatief wordt uiteengezet aan de hand van de richtlijnen, indeling en vragen die hierboven zijn
weergegeven.
Maak gebruik van de voorbeelden en voeg bijlagen toe waar nodig!
TIP: zie voorbeeld Donau 02 augustus 2010. Ga in overleg met de gemeente bepalen hoe deze er uit ziet.
Download