MEDICIJNGEBRUIK BIJ DIALYSEPATIËNTEN FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Over het algemeen heeft een dialysepatiënt veel medicijnen nodig. In deze folder leest u meer over de werking van medicijnen die u al gebruikt of die u mogelijk later krijgt voorgeschreven. Wij proberen de meest gebruikte medicijnen te behandelen. Algemene opmerkingen en adviezen Het medicijngebruik van patiënten met nierfunctiestoornissen is niet te vergelijken met mensen die nog gezonde nieren hebben. Sommige medicijnen moeten in een lagere dosering gebruikt worden, omdat de nieren niet meer voldoende afvalstoffen uitscheiden. Er kan dan een teveel aan bepaalde stoffen in uw lichaam achterblijven. Het is belangrijk om medicijnen die door een andere arts of specialist zijn voorgeschreven, eerst met uw eigen nefroloog, de dialysearts te bespreken. Probeer, omdat u mogelijk een vochtbeperking hebt, uw medicijnen met zo weinig mogelijk vocht in te nemen, bijvoorbeeld met een lepel vla. Uw apotheek heeft handige doosjes en zakjes, waarin u voor de hele week uw medicijnen klaar kunt zetten. In deze folder zijn de medicijnen ingedeeld naar hun werking, medicijnen: als aanvulling van stoffen die door de dialyse verloren gaan; voor verbetering van afwijkende waarden (in uw bloed); om te voorkomen dat bepaalde stoffen in het bloed te hoog worden; ter bestrijding van pijn en slapeloosheid; tegen andere aandoeningen. Aanvullende medicatie Omdat de meeste vitamines in water oplosbaar zijn, worden tijdens de dialysebehandeling niet alleen afvalstoffen verwijderd, maar gaan er helaas ook kostbare vitamines verloren. Zij moeten dus worden aangevuld. Er zijn verschillende soorten vitamines: in vet oplosbare vitamines: A, D, E, K; in water oplosbare vitamines: B complex, B12, C, Foliumzuur. Medicijnen die voorgeschreven kunnen worden: Vitamine D drank Als bij u een te laag vitamine D gehalte in het bloed gemeten wordt, krijgt u aan het einde van de hemodialysebehandeling, eenmaal per maand deze vitamine in een drank. Vitamine D speelt een belangrijke rol bij de skeletopbouw en instandhouding. Als PD patiënt gebruikt u vitamine D via de calchi-chew D3 tabletten. Etalpha (de actievere vorm van vitamine D) Normaal gesproken wordt vitamine D vanuit het voedsel en via daglicht opgenomen in het bloed en via uw nieren en lever omgezet in de bruikbare actieve vorm van vitamine D. Deze vitamine zorgt ervoor, dat in de darm vanuit de voeding meer calcium in het lichaam wordt opgenomen. Het calciumgehalte in het bloed gaat daarbij omhoog waardoor de kans op botontkalking afneemt. De Etalpha kan als tablet worden ingenomen, maar kan ook via de bloedbaan gegeven worden. Dit gebeurt dan na de dialysebehandeling tijdens het afsluiten, als uw bloed aan u teruggegeven wordt. De dosering hangt af van het calcium- en fosfaatgehalte in uw bloed. Op de dialyseafdeling wordt deze regelmatig bij de grote bloedafname bepaald. Als PD patiënt gebruikt u de tabletten. Vitamine B- 12 Deze vitamine krijgt u zo nodig twee maal per jaar door de dialyseverpleegkundige via het bloed in de dialysemachine toegediend. Vitadial Dit is een gecombineerd vitamine tablet of capsule en bevat de volgende vitamines: Vitamine B- complex. Foliumzuur, dit is vitamine B 11. Vitamine C. Een tekort aan deze vitaminen geeft verschijnselen als bloedarmoede, afwijkingen aan het zenuwstelsel en een verminderde weerstand. Voor deze vitaminen geldt dat de overheid deze medicijnen omschrijft als voedingssupplementen. Daarom komen deze soms niet in aanmerking voor vergoeding door de zorgverzekering. Maar het blijft belangrijk om deze medicijnen wel in te nemen. Als u deze iedere dag inneemt, weet u zeker dat u voldoende vitamines binnen krijgt (met uitzondering van vit B12.) Plastablet (Burinex) Als u nog voldoende plast als dialysepatiënt, willen we dat graag zo houden en hopen dat het nog wat meer kan worden. Om het plassen te bevorderen schrijft de arts het plastablet Burinex voor. Verbeterende medicatie Verbeterende medicijnen zijn medicijnen die worden voorgeschreven als behandeling van bijvoorbeeld bloedarmoede of een hoge bloeddruk. Medicijnen tegen bloedarmoede Behandeling van bloedarmoede is nodig, omdat dialysepatiënten vaak bloedarmoede hebben. Bloedarmoede kan klachten geven als vermoeidheid, hartritmestoornissen en pijn op de borst. De bloedarmoede kan komen door: de nierfunctiestoornis; bloedverlies door de dialysebehandeling en bloedafnames; bloedverlies elders in het lichaam; verstoorde ijzeropname in het bloed. Bloedarmoede kan met de volgende medicijnen behandeld worden: Ferrofumeraat / ferrogradumet Dit zijn ijzertabletten die de aanmaak van het hemoglobine ( = HB gehalte de rode bloedcellen) in het bloed verbeteren en worden voorgeschreven als u te weinig ijzer in uw bloed hebt. Deze medicijnen werken het beste als ze op een lege maag worden ingenomen. Ze kunnen een zwarte kleur aan de ontlasting geven en zorgen soms voor een vertraagde stoelgang. Mocht u daar last van krijgen, geef dit dan door aan uw arts of verpleegkundige. Venofer Dit medicijn wordt toegediend als u te weinig ijzer in uw bloed hebt. Venofer wordt gegeven volgens een vastgesteld schema en toegediend tijdens uw dialysebehandeling. De dosering is afhankelijk van het ijzergehalte in uw bloed. Als u start met Venofer, wordt het gebruik van ijzertabletten gestopt. PD-patiënten krijgen zo nodig een venoferinfuus op de dialyseafdeling, eventueel naast ijzertabletten. Aranesp Aranesp is een kunstmatig gemaakt hormoon dat uw beenmerg stimuleert tot het aanmaken van rode bloedcellen. Door gezonde nieren wordt dit hormoon vanzelf aangemaakt en heet dan erythropoëtine. Aranesp wordt éénmaal per week of éénmaal in de 14 dagen door de verpleegkundige, via uw bloed, toegediend tijdens de dialyse behandeling. Als PD patiënt injecteert u de Aranesp subcutaan, dus onder de huid. Regelmatig wordt het HB gehalte van uw bloed gecontroleerd; de dosering van de aranesp is daar namelijk van afhankelijk. Medicijnen ter verbetering van uw bloeddruk Er kunnen verschillende redenen zijn waarom iemand bloeddrukverlagende medicijnen gebruikt. De behandeling hangt af van de oorzaak van de hoge bloeddruk. Deze medicijnen kunnen dan ook regelmatig aangepast worden. Soms kan het nodig zijn deze medicijnen op dialysedagen anders of juist helemaal niet te gebruiken. Dit gebeurt altijd in overleg met onze dialysearts, de nefroloog. Verbetering van uw bloeddruk is nodig om complicaties van een te hoge bloeddruk te voorkomen. Medicijnen die voorgeschreven kunnen worden: Adalat, Adalat Oros, Adalat Retard, Norvasc, Isoptin en Tildiem Deze medicijnen zorgen ervoor dat de bloedvaten zich gaan verwijden, waardoor de bloeddruk daalt. Het is mogelijk dat u tijdens het gebruik van deze medicijnen een hogere polsslag krijgt. Capoten, Renitec, Zestril en Tritace Deze medicijnen geven een verwijding van de kleine bloedvaten. Zij werken op een hormonale basis. Tenormin en Selokeen Deze medicijnen verminderen het aantal hartslagen per minuut en de hoeveelheid bloed die per minuut wordt rondgepompt. Trandate Dit medicijn geeft een verwijding van de bloedvaten. Dit is het enige medicijn, dat tijdens de hemodialysebehandeling niet wordt uitgespoeld. Sommige van deze bovenstaande medicijnen hebben bijwerkingen: koude handen en voeten. impotentie. verminderde libido (minder zin in sex.) enkeloedeem (vochtophoping rondom de enkels.) kriebelhoest. verhoogd kaliumgehalte. Corrigerende medicatie Fosfaatbinders Calcium is een stof die ons lichaam nodig heeft voor de botopbouw en voor de spierprikkeling. De tegenpool van calcium is fosfaat. Fosfaat komt vrij bij de spijsvertering van eiwitrijke voedingsmiddelen. Daarom moet u deze medicijnen, zogeheten ‘fosfaatbinders’ ook tijdens de maaltijd innemen, omdat ze dan het beste hun werk kunnen doen. Deze medicijnen binden het fosfaat zoals de naam al zegt, zodat het fosfaat niet in de bloedbaan komt. Een hoog fosfaatgehalte in het bloed zorgt ervoor dat calcium (kalk) aan uw botten ontrokken gaat worden. Met als gevolg dat het bot zwakker wordt en dat kalk op andere plekken neer gaat slaan (aders, huid, gewrichten). Dit veroorzaakt klachten zoals: rode ogen, jeuk, pijnlijke gewrichten. Als u tussen de maaltijden door ook eet, adviseren wij u een extra fosfaatbinder in te nemen (met name bij worst of melkproducten). Fosfaatbinders die u voorgeschreven kunnen worden: Calci-chew Dit medicijn werkt het beste als u het goed kauwt en 10 minuten voor de maaltijd inneemt. De Calci-chew bindt het fosfaat met behulp van maagzuur en voert het samen met de ontlasting weg, zodat het fosfaat gehalte in uw bloed lager blijft. Voor PD patiënten gelden andere afspraken, bij APD de Calchi-chew D3 tabletten ‘s morgens innemen en bij CAPD de Calchi-chew D tabletten ‘s avonds innemen. Dit wordt dan niet als fosfaatbinder gebruikt. Renagel/Renvela Dit medicijn moet tijdens de maaltijd ingenomen worden, het liefst bij de eerste hap. Het bindt het fosfaat en voert het fosfaat met de ontlasting weg. Het tablet Renagel/Renvela moet in zijn geheel doorgeslikt worden. De Renvela poeder lost u op in 60 ml water en neemt u voor de maaltijd in. Fosrenol Dit medicijn moet ook tijdens de maaltijd ingenomen worden en werkt het beste als u het goed fijn kauwt. Fosrenol bindt het fosfaat en voert het fosfaat met de ontlasting weg. Kalium Kalium is een stof die zorgt voor de prikkeling van de spieren in het lichaam. Een goede spierwerking is heel belangrijk voor het lichaam. Daarom mag het kaliumgehalte niet te hoog of te laag zijn. Het hart is namelijk ook een spier, die daarop reageert. Kalium zit vooral in koffie, groenten, vers fruit, tomaten, chocolade en vruchtensappen. Ook in nieuwe aardappels, schil ze liever een dag eerder en laat ze een nacht in het water staan, dan trekt een deel van het kalium eruit. Resonium Dit medicijn wordt vaak voorgeschreven als het kalium, ondanks de voedingsadviezen, tussen de dialysebehandelingen te hoog blijkt te zijn. Dit medicijn wisselt in de darmen natrium uit tegen kalium. Het kalium wordt dan met de ontlasting uitgescheiden. Resonium kan een trage stoelgang geven. Geef dit dan aan uw nefroloog door wanneer dit u tot last leidt. Hepatitis B vaccinatie Dit medicijn wordt u gegeven als inenting en is dus een vaccinatie tegen Hepatitis B. Hepatitis B is een vorm van leverontsteking. Omdat wij veel met bloed en bloedproducten in aanraking komen, worden alle dialysepatiënten net zoals het personeel van een ziekenhuis ingeënt. Hiermee wordt de kans op besmetting met hepatitis B een stuk kleiner. Hepatitis is namelijk overdraagbaar door bloed en bloedproducten. Mensen die Hepatitis B gehad hebben hoeven niet ingeënt te worden. De vaccinatie verloopt volgens een bepaald schema en start soms al in de predialysefase, dat wil zeggen; in de tijd als u de voorlichting krijgt, voor de start van de dialyse. De dialyseverpleegkundige geeft u deze inenting in uw bovenarm. Ter bestrijding van pijn en slapeloosheid Pijnstillers Paracetamol Dit is de bekendste pijnstiller. Heeft weinig bijwerkingen. Bij een te hoge dosis kan het wel schadelijk zijn, met name voor de lever. Tramadol ( tramal) Dit medicijn heeft meer bijwerkingen, zoals misselijkheid, droge mond en zweten. Bij langdurig gebruik kan het een trage stoelgang veroorzaken. Slaappillen Normison Normison kan u voorgeschreven worden als u moeite heeft om in slaap te komen. Het werkt ongeveer 6 uur dus neem het niet te laat in. Normison heeft een verslavende werking en het is moeilijk om na langdurig gebruik te stoppen. Medicijnen tegen andere aandoeningen Cholesterol verlagers Veel mensen hebben een te hoog gehalte aan cholesterol in hun bloed. Om dit in het bloed te verlagen schrijft de arts u een cholesterolverlager voor. Deze tabletten moeten ‘s avonds voor het slapen gaan worden ingenomen. De meest voorgeschreven cholesterol verlagers op onze afdeling zijn: Zocor (simvastatine) Lipitor (atorvastatine) Bloedverdunners Deze medicijnen zijn ervoor om het bloed minder stolbaar te maken. Redenen waarom deze voorgeschreven worden, zijn divers: hartritmestoornissen, beroerte, hartinfarct, bloedvatvernauwing, kunststof-shunt. Voorbeelden van bloedverdunners zijn: Sintrom (acenocoumarol) Marcoumar (fenprocoumon) Deze medicijnen werken op een bepaalde fase in het stollingsproces in uw lichaam. Bij mensen die niet dialyseren wordt de verdunningsfactor gecheckt door de trombosedienst waar ook de dosering geregeld wordt. Zodra mensen hemodialyseren neemt de dialyseafdeling deze taken over. Voor eventuele kleine ingrepen of operaties moeten bloedverdunners tijdelijk gestaakt worden. Dit zal in overleg met uw dialysearts gebeuren. Als u antibiotica of aspirine gebruikt moet u dit altijd aan uw arts doorgeven omdat deze medicijnen de werking van bloedverdunnende medicijnen kunnen versterken. Fraxiparine / Heparine Dit zijn bloedverdunnende medicijnen die tijdens de dialysebehandeling via de bloedlijnen worden gegeven om er voor te zorgen dat het bloed buiten uw lichaam tijdens de dialyse niet in de kunstnier of bloedlijnen gaat stollen. Ascal en Aspro cardio Deze medicijnen worden gegeven om de kleine bloedvaten open te houden. Bloedsuikerregulerende middelen Doel is om het te hoge suikergehalte in uw bloed te verlagen. Vaak gebruikte tabletten: Diamicron (gliclazide) Rastinon ( tolbutamide) Insuline: Novorapid Actrapid Levemir Lantus Novomix De hoeveelheid wordt afgesproken door uw huisarts, internist of diabetesverpleegkundige. Prednison Dit medicijn wordt gebruikt om ontstekings- en immuunreacties te remmen en wordt voorgeschreven bij chronische ontstekingen, auto-immuunziekten en na transplantatie. Prednison kan invloed hebben op uw weerstand, huid, eetlust en het suikergehalte in uw bloed. Bij langer gebruik kunt u niet zomaar stoppen, de dosering moet worden afgebouwd en gaat altijd in overleg met uw arts. Andere middelen die voorgeschreven worden om het risico op een afstotingsreactie na niertransplantatie te voorkomen. Cellcept Prograft Rapamycine Van deze bovenstaande drie middelen maken weinig dialysepatiënten gebruik, omdat de transplantaatfunctie niet optimaal was waardoor dialyse noodzaak is geworden. Vanaf de start van de dialyse zullen deze medicijnen afgebouwd worden om te voorkomen dat er infecties kunnen ontstaan omdat het immuunsysteem te sterk geremd wordt. Antibiotica Antibiotica kunnen worden voorgeschreven door de arts bij verschillende soorten infecties. Als u merkt dat uw shunt of PD catheteropening ontstoken raakt, moet u meteen met ons contact opnemen. Uw arts zal de duur van de behandeling met u doornemen en ook de bijwerkingen die kunnen optreden bij het gebruikte middel (veel voorkomend zijn diarree, misselijkheid en huiduitslag). Tot slot Omdat een dialysepatiënt veel medicijnen gebruikt, schrijft uw arts regelmatig een tablet voor om de maag te beschermen bijvoorbeeld: Pantozol. (pantoprazol) Losec (omeprazol) Nexium (esomeprazol) De werking van deze medicijnen houdt in, dat zij de aanmaak van maagzuur afremmen. Vragen Wij hopen dat u deze medicijnfolder goed kunt gebruiken. Hebt u nog vragen, dan kunt u altijd terecht bij uw arts en dialyseverpleegkundige op onze afdeling. Juni 2010 6050298