TOETS 1 Werkschrift Ziekte en gezondheid

advertisement
TOETS 1 Werkschrift Ziekte en gezondheid algemeen
Les 5 en 6
Naam :…………………………………………………………………………………
Klas :…………………………………………………………………………………
Datum :…………………………………………………………………………………
1. Vul het goede woord in. Je kunt kiezen uit:
Brandwond – transpireren – verslikken – nicotine – vergiftiging – EHBO
Door te …………………………….. raak je vocht kwijt.
Tijdens de ………………… cursus leer je een wond verbinden.
Je kunt je behoorlijk ……………………… in een snoepje.
Mensen met een ernstige ………………… gaan naar het ziekenhuis
in Beverwijk.
5. ……………………….. geeft de roker een kick.
6. Door het eten van een giftige paddenstoelen liep ze een …………………..
op.
1.
2.
3.
4.
2. Vul een voorzetsel in. Voorzetsels zijn woorden zoals in, op, boven, uit, met
1. ………… mei moet iedereen examen doen …………… een
EHBO-diploma.
2. .................... de cursus moet je een tas ……………. Verbandmateriaal
meenemen.
3. Je kunt je verslikken ……………. een snoepje.
4. Medicijnen haal je …………… bij de apotheek.
1
3. Vul het juiste woord in:
recept – medicijn – massageolie – kraakbeen – zweetdruppel – raam
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Bij ventileren hoort ……………………………………………
Bij transpireren hoort …………………………………………
Bij apotheek hoort …………………………………………….
Bij rug hoort …………………………………………………..
Bij sport hoort …………………………………………………
Bij dokter hoort ………………………………………………..
4. Vul een lidwoord in: (de, het of een)
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Jan Willem is …………… van de jongste van ……… groep.
Zij gaan op zaterdagmiddag liever naar ………… stad.
Op …………… veld leer je …………. praktijk.
Je leert hoe je ………… wonden moet verbinden.
……………..verzorger weet niet altijd raad.
Jan Willem trekt zich niets aan van …………… opmerkingen.
5. Maak een goede zin. Zet de woorden in de juiste volgorde.
1. kopen – de – aspirines – kan – bij – Iedereen.
……………………………………………………………………………….
2. medicijnen – Gebruik – jij – veel?
……………………………………………………………………………….
2
3. gezond – eten – Fruit – is – erg
……………………………………………………………………………………
4. Soms – betalen – moet – je – medicijnen – voor.
…………………………………………………………………………………….
5. geweest – ben – niet – Ik – ziek – dit – jaar.
……………………………………………………………………………………..
6. ophalen – Bij – medicijnen – de – je – apotheek – kun
………………………………………………………………………………………
3
Download