Max Havelaar

advertisement
 Lesbrief bij Max Havelaar Uitgeverij Malmberg
’s-Hertogenbosch
december 2010
© Malmberg ’s-Hertogenbosch
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd
gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door
fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 j° het
Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351,
zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471, en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de
daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB
Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere
compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
Inleiding
Deze lesbrief hoort bij de hertaling en bewerking die Gijsbert van Es maakte van Max Havelaar, in
2010 uitgegeven door NRC Boeken.
Uiteraard staat het de gebruiker vrij deze lesbrief aan te passen aan de eigen manier van werken.
De bedoeling ervan is om ideeën te geven voor het opzetten en uitvoeren van een succesvolle
lessenreeks over een eigentijdse Max Havelaar.
Opzet
De lesbrief bestaat uit vier delen:
•
suggesties om Max Havelaar in de klas te introduceren;
•
aanwijzingen voor een hulp bij het zelfstandig lezen door leerlingen van Max Havelaar en
voor een eerste verwerking van het boek;
•
een aantal verdiepingsopdrachten die samen een goed literair-historisch beeld opleveren
van Multatuli en van Max Havelaar;
•
een beschrijving van manieren waarop de verdiepingsopdrachten uitgewerkt en
gepresenteerd kunnen worden.
Tijdsplanning
Introductie: 1 of 1½ lesuur.
Voor het lezen van Max Havelaar is op zich geen lestijd nodig. Wilt u leerlingen hierbij helpen, dan
zijn gedeelten van vier lessen nodig.
Voor de introductie en verdeling van de verdiepingsopdracht: 1 lesuur.
Leerlingen kunnen de verdiepingsopdracht buiten de les uitvoeren.
Presentatie verdiepingsopdrachten: 2 lesuren.
Nabespreking en/of toets: 1 lesuur.
Hulpmiddelen
Naast de editie Van Es van Max Havelaar zijn er verder vooral computers nodig. Er is namelijk
gekozen voor verwijzing naar digitale bronnen. Die zijn voor leerlingen gemakkelijker beschikbaar
dan boeken.
Kiest u ervoor om de volledige lessenreeks uit te voeren, dan is een tentoonstellinkje bestaande uit
boeken van en over Multatuli aan te bevelen.
© Malmberg 2010
Lesbrief Max Havelaar
3
Introductie van Max Havelaar
Bekijk met de leerlingen het filmpje dat door het Multatulihuis over Douwes Dekker is gemaakt.
Het is te vinden op http://www.youtube.com/watch?v=w4SsI6M0ncI. Het filmpje duurt bijna 10
minuten.
U kunt het filmpje in drie delen laten zien:
Tot en met 2 minuten 5 seconden wordt een beeld van de jeugd van Douwes Dekker gegeven.
Interessant is om de karakterbeschrijving te bespreken die van Douwes Dekker wordt gegeven.
(Hij is gevoelig, opvliegend, heeft medelijden met de zwakken, komt op tegen onrechtvaardigheid,
gokt, heeft speelschulden.)
Het tweede deel (tot en met 5 minuten 5 seconden) laat zien hoe Douwes Dekker in Indië
terechtkomt, vertelt over zijn huwelijk en over zijn eerste literaire werken. U kunt hier bespreken
of het beeld uit het eerste deel terugkomt in het tweede.
Het laatste deel geeft het verhaal van Lebak, het ontstaan van Max Havelaar en vertelt de rest van
het leven van Douwes Dekker.
Hierna kunt u bespreken, wat de aanleiding van het schrijven van Max Havelaar was, wat voor een
boek het naar verwachting is en wat er met het boek is gebeurd (in de film is aandacht voor de rol
van Van Lennep en Funke).
Ook kunt u vragen naar het effect dat Max Havelaar en het optreden van Douwes Dekker hebben
gehad.
Bekijk het omslag van Max Havelaar.
Vragen die hierbij gesteld kunnen worden, zijn:
Voorspel wie Max Havelaar is.
•
Wat verwacht je als lezer als je de ondertitel leest?
•
Wat betekent Max Havelaar op producten als koffie? (Zie: http://www.maxhavelaar.nl en
•
bladzijde 317 van de uitgave.)
Wat betekent de naam Multatuli?
•
Waarom moest het boek hertaald worden?
•
Wat (voor informatie) voegt de foto van Douwes Dekker toe?
•
Lees het Onuitgegeven toneelstuk op bladzijde 15 en 16 van Max Havelaar.
Vragen die dit fragment kan oproepen:
Waarom wordt Lothario door de rechter verwaand genoemd?
•
Wat betekent de uitdrukking ‘Barbertje moet hangen’? (Van Dale: ‘terecht of ten onrechte, het
•
moet en zal gebeuren’.)
Hoe zal die uitdrukking ontstaan zijn?
•
Wat zegt het ontstaan van die uitdrukking over Max Havelaar?
•
Is er sprake van een eerlijke vorm van rechtspraak?
•
Wat wil het toneelstuk zeggen? Wat is er de strekking van?
•
Herken je in dit toneelstuk de karaktereigenschappen van Douwes Dekker?
•
Lees met elkaar het eerste hoofdstuk (bladzijde 17 tot en met 22), maar sla de
inhoudsopgave over.
Vragen die dit hoofdstuk kan oproepen:
Wat voor iemand is Droogstoppel?
•
Waarom hamert hij zo op ‘waarheid’?
•
Wat leid je af uit het verhaal over Lukas (bladzijde 21) over de geloofwaardigheid van
•
Droogstoppel voor de lezer?
Waarom maakt Droogstoppel voor de bijbel een uitzondering (bladzijde 18, 3e en 4e regel van
•
onder)?
Maakt Droogstoppel zich belachelijk (zie de laatste zin van de inhoudsopgave op bladzijde 17)?
•
Een ‘droogstoppel’ is volgens Van Dale: ‘saai, vervelend mens; ook iemand zonder enig hoger
•
streven of idealistische neigingen, dor prozamens’. Hoe zal deze betekenis ontstaan zijn?
Kijk even terug op het Onuitgegeven toneelstuk. Is Lothario een droogstoppel?
•
Waarom is het opvallend dat de roman Max Havelaar met het gemopper en geklaag van
•
Droogstoppel begint?
Bekijk met de leerlingen de trailer van de film Max Havelaar, gemaakt door Fons Rademakers.
Het is te vinden op http://www.youtube.com/watch?v=hu-t-VALMig.
Bespreek op grond van de eerste bladzijde uit het boek en op grond van de trailer wat de
verwachtingen van de leerlingen zijn ten aanzien van Max Havelaar.
© Malmberg 2010
Lesbrief Max Havelaar
4
Lezen van Max Havelaar
Het zal waarschijnlijk niet voor alle leerlingen haalbaar zijn om Max Havelaar zonder hulp te lezen.
Suggesties om leerlingen te helpen:
•
Geef leerlingen de tekst uit J.A. Dautzenberg, Literatuur, geschiedenis en leesdossier,
Malmberg 2009. U vindt deze op de volgende twee bladzijden. Zo krijgen leerlingen een
inhoudelijk steuntje aangeboden.
•
Geef leerlingen vier lessen de tijd om het boek te lezen. Lees in elke les een van de
hoogtepunten voor, bijvoorbeeld:
hoofdstuk 4, bladzijde 43 – 58: het pak van Sjaalman, de afspraak met Stern;
hoofdstuk 6, bladzijde 89 – 95: beschrijving Tine en Havelaar;
hoofdstuk 8, bladzijde 114 – 124: toespraak tot de hoofden van Lebak;
hoofdstuk 17, bladzijde 245 – 271: het verhaal van Saidjah en Adinda;
hoofdstuk 20, bladzijde 309 (vanaf de laatste alinea) – 315: eind van de roman.
Zo kunt u leerlingen sturen bij het lezen, wijzen op bijzonderheden en hen over hobbeltjes
heen helpen.
•
U kunt ervoor kiezen om leerlingen alleen capita selecta (bijvoorbeeld de hoofdstukken die
genoemd zijn bij de vorige suggestie) te laten lezen of voor te lezen. Dan kunt u de
overgeslagen hoofdstukken samenvatten, al dan niet met hulp van de tekst van Dautzenberg.
Eerste verwerking van Max Havelaar
•
Laat leerlingen in groepjes van 3 of 4 hun mening formuleren en onderbouwen. De bedoeling
van het groepswerk is dat de deelnemers met elkaar tot consensus komen.
Bij het onderbouwen van hun mening kunnen leerlingen gebruikmaken van de volgende
argumenten:
1 structuurargument: is de opbouw van het boek goed of bijzonder?
2 realismeargument: geeft het boek een goed of bijzonder beeld van de werkelijkheid?
3 emotieargument: roept het boek gevoelens bij de lezer op?
4 identificatieargument: kan een lezer zich identificeren met het verhaal?
5 spanningsargument: is het boek spannend?
6 vernieuwingsargument: is het boek origineel?
Laat hen vervolgens aan elkaar rapporteren en vaststellen of de meningen erg uiteenlopen.
•
Leg de leerlingen het volgende citaat voor:
‘De Max Havelaar is niet alleen de beste roman uit de Nederlandse literatuur het is ook een
roman die na meer dan een eeuw nog steeds actueel is. Inhoudelijk misschien niet eens
zozeer: als “de Javaan” nog steeds mishandeld wordt dan is het tenminste niet meer door ons,
en ook niet met ons uitdrukkelijke goedvinden. Maar formeel, als een boek dat begint als een
roman en eindigt als iets wat direct ingrijpt in de werkelijkheid, is de Max Havelaar zo modern
als geen ander boek in onze letteren. En wie alleen naar het romangedeelte kijkt met zijn
ingewikkelde structuur, die bij het lezen toch zo logisch en doorzichtig blijft - die kan zich haast
niet voorstellen dat er in onze taal nog eens iets zal worden gepresteerd van die kracht.’
Bron: achterflap van Multatuli, Max Havelaar, Athenaeum-Polak & Van Gennep, mei 2009.
Op welke punten zijn ze het eens of oneens met de argumenten uit het citaat?
Hoe komt het dat het oordeel van een leerling kan afwijken van dat van een deskundige?
© Malmberg 2010
Lesbrief Max Havelaar
5
Multatuli (Eduard Douwes Dekker)
Amsterdam 1820−Nieder-Ingelheim (Duitsland) 1887
‘Multatuli, de geweldenaar die in alle hoeken van het menselijk denken rondging om ze te zuiveren
van de spinraggen der eeuwen’ (W.A. Paap).
Bij geen Nederlandse schrijver is het werk zo nauw verbonden met het leven als bij Douwes
Dekker. Na een onvoltooide middelbare schoolopleiding kreeg hij in 1838 een baan bij het
Nederlandse bestuur in Indië (het tegenwoordige Indonesië). In die tijd begon hij ook te schrijven
maar publiceerde vrijwel niets. Hij maakte geleidelijk promotie en werd in 1856 benoemd tot
assistent-resident van Lebak, een onderafdeling van het district Bantam op Java (1856).
Indonesië was toen verdeeld in een aantal gebieden, vergelijkbaar met onze provincies maar dan
veel groter, met aan het hoofd een ‘resident’. Zo’n provincie was weer verdeeld in kleinere
gebieden, met aan het hoofd een ‘assistent-resident’. De resident van Bantam was C.P. Brest van
Kempen, die in Dekkers boeken als ‘Slijmering’ optreedt. Aan het hoofd van het Nederlandse
bestuur over de hele archipel stond een ‘gouverneur-generaal’, die te Batavia (het huidige Jakarta)
zetelde. In die tijd was dit A.J. Duymaer van Twist.
Naast – en ondergeschikt aan – het Nederlandse bestuur was er nog een inlands bestuur. De
Nederlanders hadden de Indische adel een zekere zelfstandigheid laten behouden: belangrijke
inlandse hoofden waren als ‘regenten’ aangesteld als een soort parallelbestuur naast het
Nederlandse gezag. De regent van Lebak was destijds Karta Natanegara, die behoorde tot zeer
hoge – hoewel verarmde – Indische adel.
De sociale omstandigheden in Lebak waren heel slecht en Duymaer van Twist had juist Douwes
Dekker naar Lebak gestuurd, omdat deze getoond had hart te bezitten voor de inlandse bevolking.
Al snel ontdekte hij dat de regent misbruik maakte van zijn positie. Hij verlangde van de bevolking
onbetaalde diensten en perste ze geld en goederen af. Douwes Dekker verzocht Brest van Kempen
de regent te schorsen en uit Lebak te verwijderen: op die manier kon er een onderzoek ingesteld
worden waarbij de bevolking minder bang zou zijn voor de regent.
Brest van Kempen kwam meteen naar Lebak en vroeg Douwes Dekker om meer gegevens. Deze
weigerde dit, omdat hij vreesde dat de zaak in de doofpot gestopt zou worden. Brest van Kempen
beklaagde zich hierover bij de gouverneur-generaal en die plaatste Dekker als straf – maar met
behoud van rang – over. Deze nam verontwaardigd ontslag, precies drie maanden na zijn
benoeming (4 januari tot 4 april).
Douwes Dekker verliet Lebak en vertrok in 1857 naar Nederland. Financieel zat hij volkomen aan
de grond. In 1859 schreef hij onder barre omstandigheden in Brussel in enkele weken de roman
Max Havelaar, of de koffieveilingen der Nederlandse Handelmaatschappij. Daarin deed hij de hele
zaak uit de doeken, met als doel eerherstel voor zichzelf en verbetering van het lot van de
inlanders. In 1860 werd het boek gepubliceerd onder het pseudoniem ‘Multatuli’ (dat is: ‘ik heb
veel gedragen’).
Even dreigde er een politieke rel, maar de zaak bloedde dood. Het literaire succes was echter
groot, – maar dat was nu niet Douwes Dekkers éérste bedoeling geweest.
Hij werd een verbitterd man. Zijn verdere leven is een aaneenschakeling van financiële
moeilijkheden, zwerftochten door Europa, speelschulden, kleine bedriegerijtjes en
huwelijksproblemen.
Het latere werk bleef in het teken staan van de gebeurtenissen in Indië. Telkens kwam hij erop
terug in de zeven bundels Ideeën (1862-77). Hierin verzamelde hij alles wat hij schreef: gedichten,
verhalen, essays, toneelstukken en talloze vaak zeer geestige aforismen. Verspreid over deze delen
is de roman De geschiedenis van Woutertje Pieterse te vinden, die in 1890 afzonderlijk uitgegeven
werd en die als zijn tweede hoofdwerk wordt beschouwd.
Zijn volledige werken begonnen te verschijnen in 1950 en werden in 1995 met het 25e deel
eindelijk voltooid.
Max Havelaar
Het zou meer voor de hand gelegen hebben de affaire-Lebak in een essay of een reeks
krantenartikelen te behandelen, maar om een groter publiek te bereiken en om aan
overtuigingskracht te winnen besloot Multatuli er een roman van te maken die echter wel de
betrouwbaarheid van een essay moest hebben. Vandaar de eigenaardige vorm van het werk.
Het eerste hoofdstuk introduceert Batavus Droogstoppel (een spreekwoordelijk geworden naam),
een makelaar in koffie, die met het plan rondloopt een boek over de koffiehandel te schrijven om
te waarschuwen voor de komende slechte tijden.
In hoofdstuk twee ontmoet Droogstoppel een oude schoolkameraad, Max Havelaar (= Douwes
Dekker), die door Droogstoppel steeds ‘Sjaalman’ wordt genoemd, omdat hem ‘in plaats van een
behoorlijke winterjas een soort van sjaal over de schouders hing’. Droogstoppel herinnert zich hoe
© Malmberg 2010
Lesbrief Max Havelaar
6
hij ooit met een stel vrienden naar de kermis ging en hoe Sjaalman ‘om mijnentwil een Griek de
neus aan ’t bloeden [had] geslagen. Want hij bemoeide zich altijd met dingen die hem niet
aangingen’.
In het derde hoofdstuk neemt Sjaalman contact op met Droogstoppel en biedt hem een pak
manuscripten aan met het verzoek financieel borg te staan bij een eventuele uitgave van een deel
ervan. Droogstoppel voelt daar niets voor, maar ontdekt in ‘het pak van Sjaalman’ enkele stukken
die hij kan gebruiken voor zijn boek. Daar hij inziet dat schrijven niet zijn sterkste kant is en hij
bovendien een drukbezet ‘man van zaken’ is, vraagt hij zijn Duitse employé Ernest Stern – die
goed Nederlands kent – dit voor hem te doen. Tot grote ergernis van Droogstoppel schrijft Stern
echter geen studie over de koffiehandel, maar een roman over de belevenissen van Max Havelaar
te Lebak, die hij kan reconstrueren uit de documenten in het ‘pak’.
Het vijfde tot en met achtste hoofdstuk zijn nu zogenaamd van de hand van Stern en vertellen het
begin van de Lebak-affaire: Havelaars benoeming, zijn aankomst in Lebak, de kennismaking met
zijn ondergeschikten en zijn toespraak tot de inlandse ‘hoofden’, waarin hij hen waarschuwt dat er
een einde moet komen aan de misstanden.
In het negende en tiende hoofdstuk is Droogstoppel weer aan het woord, die zeer ontevreden is
over Sterns geschrijf en zelf ‘iets van meer solide aard’ toevoegt, onder andere een preek van
dominee Wawelaar. Het tiende hoofdstuk is een soort artikel van Droogstoppel. Hij heeft Stern
betrapt op het voordragen van gedichten en tracht hem de onnozelheid van poëzie te doen inzien
door een gedicht geheel te ‘analyseren’.
Het elfde tot en met vijftiende hoofdstuk zijn opnieuw van de hand van Stern en behandelen de
problemen van Havelaar in Lebak.
Hoofdstuk zestien gaat eveneens over Havelaar en vormt de inleiding op de geschiedenis van
Saïdjah en Adinda, een kort verhaal dat Stern gevonden heeft in het pak van Sjaalman en dat hij
afdrukt in hoofdstuk zeventien. In dit – verzonnen – verhaal vertelt Max Havelaar de treurige
geschiedenis van Saïdjah en zijn geliefde Adinda, die een ellendig einde vinden door toedoen van
zowel de inlandse hoofden als de Nederlandse overheid.
Het achttiende tot en met twintigste hoofdstuk beschrijven de crisis in de Lebak-zaak. Aan het
einde gebeurt dan iets merkwaardigs: opeens gaat de roman over in een beschouwing. Na
Droogstoppel en Stern komt een derde schrijver naar voren, ‘Multatuli’, die de anderen wegstuurt
en zelf het heft in handen neemt. Hij vervolgt met een verdediging van de vreemde opbouw van
zijn boek, die hij ondergeschikt noemt aan zijn boodschap, namelijk ‘De Javaan wordt mishandeld!’
Als niemand hem wil geloven, dan zal hij trachten een zetel in de Tweede Kamer te krijgen om
vanaf die plaats zijn protest te uiten. Dan volgt een reeks dreigementen en tenslotte vleierij in de
vorm van een retorische vraag.
Bron: J.A. Dautzenberg, Literatuur, geschiedenis en leesdossier, Malmberg 2009
© Malmberg 2010
Lesbrief Max Havelaar
7
Verdiepingsopdrachten
Hierna staan tien verdiepingsopdrachten. U kunt desgewenst een selectie uit deze opdrachten
maken. De opdrachten zijn steeds bedoeld voor groepswerk.
1
Karakterbeschrijving in Max Havelaar
Opdracht:
Ga na hoe de karakters in Max Havelaar worden beschreven door de volgende vragen te
beantwoorden:
− Welke eigenschappen hebben Droogstoppel en Max Havelaar?
− Hoe wordt duidelijk dat Max Havelaar, Sjaalman en Multatuli dezelfde persoon zijn?
− Maken Droogstoppel en Max Havelaar een ontwikkeling door? Zijn ze round characters?
− Welke speaking names vind je in Max Havelaar?
− Vind je de karakterbeschrijving in Max Havelaar geslaagd?
Verwijzingen:
Er zijn veel verslagen van leerlingen op internet te vinden waarin de personages besproken
worden. Een selectie vind je op http://www.multatuli-museum.nl/links/index.html.
Moeilijker zijn http://www.linguaua.be/studie/down/Bachelor1/moderne_nederlandse_letterkunde_BA1_Samenvatting(20062007).doc. en http://www.dbnl.org/tekst/_mer005196201_01/_mer005196201_01_0042.php
Werkwijze:
− Haal uit hoofdstuk 1 en 2 (bladzijde 17 – 31) gegevens over het karakter van
Droogstoppel.
− Haal uit hoofdstuk 6 en 8 (bladzijde 81 – 95 en 113 – 131) gegevens over het karakter van
Max Havelaar.
− Zoek bruikbare informatie uit verslagen van Max Havelaar.
− Zoek informatie over de term ‘speaking name’ en pas deze term toe op Max Havelaar.
− Formuleer in hoeverre je het eens bent met het volgende citaat.
‘Multatuli's personages, hoewel vaak beeldend beschreven, zijn veelal niet zeer subtiel – zo
staan ook in Max Havelaar goed en kwaad ongenuanceerd tegenover elkaar.’
Bron: http://www.cultura.nl/page/dossier/777138.
2. Het werk van de hertaler
Opdracht:
Ga na wat de hertaler gedaan heeft door de volgende vragen te beantwoorden:
− Wat heeft hij aan het taalgebruik veranderd?
− Wat heeft hij geschrapt?
− Wat heeft hij toegevoegd?
− Is de hertaling geslaagd?
Verwijzingen:
De oorspronkelijke tekst vind je op http://www.dbnl.org/tekst/mult001maxh01_01/.
Links naar recensies van de hertaling vind je op www.nrc.nl/maxhavelaar. Vooral die van Janet
Luis, Guus Luijters en Marjolijn Februari zijn de moeite waard.
Werkwijze:
− Vergelijk het eerste hoofdstuk van de hertaling (bladzijde 17 – 22) met het origineel.
− Vergelijk het slot van de hertaling (bladzijde 312 vanaf ‘Genoeg, mijn goede Stern’ – 315)
met het origineel.
− Formuleer algemene antwoorden op de eerste drie vragen uit de opdracht en geef bij elk
antwoord twee of drie duidelijke voorbeelden.
− Lees enkele recensies na op het oordeel van de recensenten: wat vinden ze geslaagd en
wat minder geslaagd aan deze hertaling?
− Formuleer je oordeel over de hertaling. Met welke recensie ben je het het meest eens?
© Malmberg 2010
Lesbrief Max Havelaar
8
3
Verschillende edities van Max Havelaar
Opdracht:
Ga na hoe de drukgeschiedenis is geweest van Max Havelaar door de volgende vragen te
beantwoorden:
− Wanneer verschenen de eerste vijf drukken van Max Havelaar?
− Welke invloed had Multatuli op elk van deze vijf drukken?
− Voor welk leespubliek was elke druk bestemd?
− Welke vertalingen zijn er van Max Havelaar gemaakt?
− Welke uitgaven van Max Havelaar zijn er op dit moment verkrijgbaar?
− Voor welk leespubliek zijn de uitgaven die op dit moment verkrijgbaar zijn, bestemd?
− Was en is Max Havelaar een populair boek?
Verwijzingen:
Goed bruikbaar is http://nl.wikipedia.org/wiki/Max_Havelaar_(boek).
Uitgebreider is http://nl.wikipedia.org/wiki/Max_Havelaar_(uitgeef-geschiedenis).
Op www.bol.com vind je een overzicht van leverbare Max Havelaars.
Werkwijze:
− Zoek via de sites die genoemd worden informatie.
− Ga ook na of Max Havelaar in jouw boekhandel te vinden is.
− Zoek gegevens over de oplage van de verschillende uitgaven.
− Zoek afbeeldingen van de verschillende uitgaven.
− Formuleer je antwoord op de vraag over de populariteit van Max Havelaar.
4
Opbouw van Max Havelaar
Opdracht:
Ga na hoe Max Havelaar opgebouwd is door de volgende vragen te beantwoorden:
− Welke vertellers komen er in Max Havelaar voor?
− Welke delen vertelt elke verteller?
− Waarom is Max Havelaar een raamvertelling?
− Waarom is het een dubbelroman?
− Is de opbouw van Max Havelaar functioneel en geslaagd?
Verwijzingen:
Voor een eerste oriëntatie op deze opdracht:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Max_Havelaar_(boek).
Voor een wetenschappelijk antwoord op de opdracht:
http://www.dbnl.org/tekst/sote001stru01_01/.
Werkwijze:
− Bepaal per hoofdstuk welke verteller(s) erin voorkomen.
− Maak een overzicht van de gegevens die je zo verzameld hebt.
− Zoek op wat een ‘raamvertelling’ is.
− Pas het begrip toe op Max Havelaar.
− Doe hetzelfde met het begrip ‘dubbelroman’.
− Formuleer je mening over de opbouw van Max Havelaar.
− Formuleer in hoeverre je het eens bent met het volgende citaat.
‘Waartoe dient de merkwaardige structuur van de Max Havelaar? Het Droogstoppel-deel geeft
wat meer gewicht aan het op zich vrij magere verhaal over Lebak. Want wat was er nu
eigenlijk gebeurd? Een ambtenaar ontdekt een wantoestand, overtreedt enige ambtelijke
regels en wordt overgeplaatst. Erg wereldschokkend is het allemaal niet, maar door het
Droogstoppel-deel krijgt de lezer een grote sympathie voor de figuur van Max Havelaar, omdat
deze in alles het tegengestelde is van de verwerpelijke Droogstoppel.
Op die manier begint het boek als een satire op de Hollandse koopliedenstand maar verandert
dan in een venijnige aanval op wat de Hollandse handelsgeest in Indonesië heeft aangericht.
Bij de climax van het Havelaar-deel breekt het verhaal af en verandert in een kwaadaardig
essay waarin de schrijver alle registers opentrekt om zijn gram te halen: zelfrechtvaardiging,
dreigementen en tenslotte vleierij in de vorm van een retorische vraag.’
Bron: J.A. Dautzenberg, Literatuur, geschiedenis en leesdossier, Malmberg 2009.
© Malmberg 2010
Lesbrief Max Havelaar
9
5
Bedoeling van Max Havelaar
Opdracht:
Ga na wat de bedoeling is van Max Havelaar door de volgende vragen te beantwoorden:
− Welke twee doelen had Multatuli met het schrijven van Max Havelaar?
− Hoe heeft hij deze doelen gerealiseerd in zijn boek?
− Welk doel is het belangrijkst?
− Heeft Max Havelaar politieke invloed gehad?
− Is de bedoeling van Max Havelaar actueel?
Verwijzingen:
Voor een eerste oriëntatie:
http://www.entoen.nu/maxhavelaar/vo;
http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/19de/literatuurgeschiedenis/lg19009.html;
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20090804_lgmultatuli01.
Voor informatie over de indruk die Max Havelaar bij verschijning maakte: hoofdstuk 16 uit Dik
van der Meulen, Multatuli. Leven en werken van Eduard Douwes Dekker, SUN2002
Werkwijze:
− Lees nog eens nauwkeurig bladzijde 312 – 315 van Max Havelaar.
− Lees ook bladzijde 114 – 124 opnieuw.
− Formuleer de twee doelen en zoek bij elk doel vier passages uit het boek.
− Bepaal het belangrijkste doel.
− Zoek informatie over de invloed van Max Havelaar.
− Formuleer in hoeverre je het eens bent met het slotwoord van Gijsbert van Es (bladzijde
317 van Max Havelaar).
6
De film en het toneelstuk Max Havelaar
Opdracht:
Ga na of de opbouw en de bedoeling gehandhaafd is in de film en in de toneelstukken die van
Max Havelaar zijn gemaakt door de volgende vragen te beantwoorden:
− Welke film is er van Max Havelaar gemaakt?
− Welke toneelstukken zijn er van Max Havelaar gemaakt?
− Verschillen het begin en het einde van de film- en toneelbewerkingen van begin en einde
van de roman?
− Op welke bedoeling ligt in de bewerkingen de nadruk?
Verwijzingen:
Een goede oriëntatie biedt:
http://www.tongtong.nl/indische-school/contentdownloads/pattynama.pdf.
Als je het toneelstuk of de film niet kunt vinden, kun je gebruikmaken van
http://kaaskoppenenwaterlanders.ncrv.nl/ncrvgemist/kaaskoppen-waterlanders-aflevering-2
vanaf 11’00’’.
Werkwijze:
− Lees nog eens het eerste en laatste hoofdstuk uit Max Havelaar.
− Zoek een dvd van de film Max Havelaar.
− Zoek een toneeltekst van Max Havelaar.
− Lees en bekijk begin en einde van de bewerkingen.
− Noteer de verschillen tussen begin en einde van het boek, de film en het toneelstuk.
− Ga voor het boek, de film en het toneelstuk na of de nadruk ligt op idealisme en morele
verontwaardiging of op het eigenbelang van Multatuli.
− Formuleer in hoeverre je het eens bent met het volgende citaat.
‘Mijn punt is dat de literaire tekst onder invloed van de populaire cultuur nu gelezen wordt
als anti-koloniale tekst, in weerwil van Douwes Dekkers bedoeling.’
Bron: http://www.tongtong.nl/indische-school/contentdownloads/pattynama.pdf.
© Malmberg 2010
Lesbrief Max Havelaar
10
7
Java rond 1850
Opdracht:
Ga na hoe de situatie was in Nederlands-Indië door de volgende vragen te beantwoorden:
− Hoe is het bestuur in Nederlands-Indië opgebouwd?
− Welke macht hebben de adellijke inlanders?
− Wat is het Cultuurstelsel/ Wanneer is het ontstaan? Wanneer is het opgeheven?
− Wat was het economische belang van Nederlands-Indië?
− Hoe was de leefsituatie voor de ‘Hollanders’ in Indië?
Verwijzingen:
Bekijk voor een eerste oriëntatie:
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20040224_nederlandsindie03
Voor specifieke informatie:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlands-Indi%C3%AB#De_periode_1602-1798;
http://www.nationaalarchief.nl/indie/html/NedInd_cultuur.html;
http://www.ambtskostuums.nl/ambtskostuums/kolonien/introductie_bb.htm;
http://www.geheugenvannederland.nl/?/nl/collecties/nederlands-indie_in_fotos,_1860-1940;
Hoofdstuk 5 van Geert Mak, De eeuw van mijn vader, Uitgeverij Atlas 1999
Werkwijze:
− Lees nauwkeurig bladzijde 7 – 9 van Max Havelaar.
− Beschrijf het bestuur in Nederlands-Indië. Maak onderscheid tussen het inlandse en het
Europese bestuur.
− Beschrijf de geschiedenis en de invloed van het Cultuurstelsel.
− Zoek informatie over het belang van Nederlands-Indië voor de Nederlandse economie.
− Beantwoord de volgende vraag die Adriaan van Dis tijdens een toespraak stelde.
‘Hoe zouden de Javanen destijds hebben gekeken naar al die witte Hollanders die hun eigen
cultuur zo zelfverzekerd op andermans grondgebied kwamen uitdragen? Hollanders die
kerken bouwden. Een soos. En die net deden of ze op die verre eilanden thuishoorden.’
Bron http://www.indieherdenking.nl.
8
Multatuli na Max Havelaar
Opdracht:
Ga na hoe Multatuli zich als schrijver ontwikkelde door de volgende vragen te beantwoorden:
− Welke boeken van Multatuli werden er tijdens zijn leven uitgebracht?
− Welke onderwerpen behandelde hij erin?
− Wat kun je zeggen over de opbouw van die boeken?
− Hoe succesvol waren ze?
− Heeft Multatuli zich als schrijver ontwikkeld?
Verwijzingen:
Voor een overzicht van Multatuli’s werken:
http://www.multatuli-museum.nl/multatuli/bibliografie.html en
http://nl.wikipedia.org/wiki/Eduard_Douwes_Dekker#Bibliografie.
Voor de visie van Arnon Grunberg op Multatuli’s schrijverschap:
http://www.nrcboeken.nl/recensie/de-kus-van-de-geslachte-varkens.
Werkwijze:
− Zoek informatie over de boeken die tijdens het leven van Multatuli verschenen.
− Behandel voor de belangrijkste boeken thema en opbouw.
− Concludeer of je vooral verandering of eenheid in zijn boeken ziet.
− Zoek informatie over het succes van Multatuli als schrijver.
− Formuleer in hoeverre je het eens bent met het volgende citaat.
‘Schrijven voor geld vergeleek hij [Multatuli] met prostitutie. Bovendien beklemtoont hij
met de ontkenning van zijn schrijverschap dat de literatuur voor hem van secundair belang
is, alleen een middel. Zijn doel is altijd om iets in de samenleving te veranderen.’
Bron: http://www.dbnl.org/tekst/kort006isvo01_01/kort006isvo01_01_0032.php.
© Malmberg 2010
Lesbrief Max Havelaar
11
9
De romanticus Multatuli
Opdracht:
Ga na in hoeverre Max Havelaar voldoet aan de kenmerken van de romantiek door de volgende
vragen te beantwoorden:
− Wat zijn de kenmerken van de romantische literatuur uit de 19e eeuw?
− Welke kenmerken tref je wel en welke niet in Max Havelaar aan?
− Welke romantische kenmerken heeft Multatuli/Douwes Dekker?
Verwijzingen:
Kenmerken van de romantiek vind je in J.A. Dautzenberg, Literatuur, geschiedenis en
leesdossier, Malmberg 2009 en http://nl.wikipedia.org/wiki/Romantiek.
Bruikbaar bij de toepassing van kenmerken is:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Eduard_Douwes_Dekker.
Beter, maar minder eenvoudig:
http://www.dbnl.org/tekst/knuv001hand03_01/knuv001hand03_01_0059.php.
Werkwijze:
− Zoek kenmerken van romantische literatuur.
− Verzamel bij elk kenmerk voorbeelden uit Max Havelaar.
− Gebruik de biografie van J.A. Dautzenberg (bladzijde 5 - 6 van deze lesbrief) om de
romantische kenmerken toe te passen op de persoon Multattuli/Douwes Dekker.
− Zoek afbeeldingen (foto’s en prenten) van Multatuli en ga na of die eenzelfde beeld van
hem geven.
− Formuleer je antwoord op de vragen: Is Multatuli/Douwes Dekker een romanticus en is
Max Havelaar een romantisch werk?
10 Multatuli in De Wereld Draait Door
Opdracht:
Multatuli is te gast in De Wereld Draait Door en wordt vijf minuten geïnterviewd. Hoe verloopt
dit interview?
Verwijzingen:
Afleveringen van De Wereld Draait Door kun je bekijken op http://dewerelddraaitdoor.vara.nl.
Werkwijze:
− Stel vast over welk onderwerp je Multatuli wilt interviewen (bijvoorbeeld: het succes van
Max Havelaar; de rol van Van Lennep, de opbouw van het boek, wat Multatuli met zijn
boek wil bereiken, zijn speelschulden)
− Bepaal welke tafelheer of -dame je met Matthijs van Nieuwkerk het interview laat houden.
− Bepaal hoe je Multatuli laat reageren. Denk hierbij terug aan het filmpje van het Multatulihuis.
− Werk het interview uit.
− Leg het interview vast op de manier die je docent heeft aangegeven. (Schriftelijk,
toneelstukje in de klas, op film.)
© Malmberg 2010
Lesbrief Max Havelaar
12
Uitwerking en presentatie van de verdiepingsopdrachten
De verdiepingsopdrachten kunnen op verschillende manieren uitgewerkt worden.
Enkele suggesties:
− een uitgebreid verslag, bestemd voor de docent;
− een kort schriftelijk verslag, bestemd voor klasgenoten;
− een (aanvulling op een) artikel op Wikipedia;
− een mondelinge presentatie;
− een voordacht met een PowerPoint;
− een creatieve presentatie.
Bij het kiezen van de vorm is het doel belangrijk.
Gaat het er u vooral om om vast te stellen in hoeverre leerlingen met bronnenmateriaal kunnen
omgaan, dan is de keuze voor een uitgebreid verslag een logische.
Wilt u de leerlingen kennis laten verwerven en die kennis navragen in een proefwerk, dan ligt het
voor de hand dat u leerlingen een hand-out of samenvatting laat maken bij hun opdracht. U kunt
ook leerlingen drie proefwerkvragen laten bedenken voor het proefwerk.
Wilt u de nadruk leggen op het presenteren, dan zijn de drie laatstgenoemde manieren van
uitwerking geschikt. De beoordelingspunten zullen dan niet alleen de inhoud van de presentatie
betreffen, maar ook de wijze waarop gepresenteerd wordt.
Een combinatie is ook mogelijk. Alle verdiepingsopdrachten kunnen uitlopen op een schriftelijke
verwerking èn een uitwerking in de vorm van De Wereld Draait Door (verdiepingsopdracht 10), al
zal dan niet steeds ‘Multatuli’ als gast optreden.
Twee aanbevelingen:
− Kies een verwerkings- en presentatievorm die de leerlingen al eerder hebben gebruikt.
− Als de leerlingen een cijfer krijgen, bespreek dan vooraf de criteria waarop hun werk
beoordeeld wordt.
Een schriftelijke presentatie kan bijvoorbeeld als volgt beoordeeld worden:
− inhoud: 50 punten;
− spelling, grammatica en stijl: 20 punten;
− gebruik van bronnen: 20 punten;
− afwerking: 10 punten.
Een mondelinge presentatie kan bijvoorbeeld als volgt beoordeeld worden:
− inhoud: 50 punten;
− spreekvaardigheid: 20 punten;
− hulpmiddelen (zoals PowerPoint): 20 punten;
− hand-out: 10 punten.
© Malmberg 2010
Lesbrief Max Havelaar
13
Download