Wereldreis – oktober 2014 Myanmar - samenwerking Extra oefening (derde graad) COÖPERATIES, WAT ZIJN DAT? Werkvorm begrijpend lezen onderwijsleergesprek groepswerk: stam- en expertgroepen Dit heb je nodig extra werkblad informatie over coöperaties of computers enkele eerlijke producten 35’ Verloop Vertel aan de leerlingen een verhaal over de moeder van Nyaung. Zij en de andere inwoners van het dorp concurreren tegen elkaar om hun producten verkocht te krijgen. Hierdoor moeten ze soms hun producten tegen erg lage prijzen verkopen. Nu kreeg de moeder van Nyaung te horen dat er een oplossing bestaat. Ze kan deel uit maken van een coöperatie. Maar wat is dat eigenlijk: een coöperatie? Ga samen met de leerlingen op zoek naar wat coöperaties juist zijn. Laat ze het eens opzoeken op het internet, in een woordenboek… Geef ook enkele voorbeelden van coöperaties in België, bv. Eandis, SABAM, Belgische fruitveiling… Groepswerk rond coöperaties Verdeel de leerlingen in groepjes. Elk kind van een groepje gaat een andere coöperatie onderzoeken en zal dit op het einde van de les verwoorden aan de anderen wat hij/zij heeft bijgeleerd over deze coöperatie. Geef de groepjes eerst een product van de coöperatie. Uit het etiket kunnen ze coöperatie afleiden. Laat hen daarna informatie opzoeken over de coöperaties op de pc, brochures… Mogelijke coöperaties zijn: Miel Maya Honing, Ethiquable, Mano Mano, Pakka, Oxfam Wereldwinkels, Fair Trade, Max Havelaar… Deze websites kunnen gebruikt worden voor het opzoekingwerk: Maya-honing: www.maya.be Oxfam Wereldwinkels: www.oxfamwereldwinkels.be Max Havelaar: www.maxhavelaar.be Extra werkblad Paspoort van een eerlijke coöperatie Hieronder vind je het label van een eerlijke coöperatie die samenwerkt met het Zuiden. Ga op zoek naar meer informatie over je coöperatie. Noteer de belangrijkste informatie. Die zal je namelijk straks moeten vertellen aan je groepsleden, zodat ook zij meer te weten komen over jouw coöperatie. Zoek het product dat past bij deze coöperatie en los volgende vragen op. 1) Hoe heet de coöperatie? ……………………………………………………………… 2) Wat voor soort producten verkoopt deze coöperatie? ………………………………………………………………. 3) Wat is het belangrijkste ingrediënt? ……………………………………………………………….. 4) Door wie wordt het gemaakt (bv. een boer)? ………………………………………………………………… 5) Uit welk land/landen zijn de producten afkomstig? …………………………………………………………………. 6) Kleur het land/landen op de kaart. Zoek ze op in je atlas.