[Waarheid en Recht Jrg 69 nr. 6, 10 februari 2013] Goed geloven is eenvoudig volgen Preek van ds. A. van der Lugt te Bunschoten-Spakenburg Tekst: Marcus 10 : 32 - 34 Aanwijzingen voor de liturgie: Na de zegengroet: Psalm 63 : 1 en 2 Na de wet: KbGezang 99 Schriftlezingen: Marcus 8:27-38, 9:30-37, 10:32-45 Na de lezing: Psalm 106 : 1 en 18 Na de preek: LbGezang 442 : 1, 2, 3 en 4 Belijdenis: KbGezang 179a (wisselzang) of: Na de belijdenis: Psalm 103 : 9 Na de collecte: LbGezang 75 : 13, 14 en 15 Van deze preek is op verzoek een digitale versie met PP-presentatie beschikbaar; adres: [email protected] Gemeente van de Here Jezus, [#] Wanneer geloof je goed genoeg? Dat is een boeiend gespreksonderwerp! En als je daarover doorpraat, kun je heel verschillende antwoorden horen. Sommigen vinden het al snel goed genoeg: ‘Als je maar goed leeft.’ ‘Ik probeer netjes te leven, meer kan ik niet doen.’ Maar een ander is het daar niet mee eens: ‘Er staan niet voor niks allemaal regels in de Bijbel. En daar moet je je wel aan houden, hoor!’ Als je je goed aan de regels houdt geloof je goed genoeg. Maar ja, dat kan dan heel onzeker maken. Want dat lukt nog niet zo een-twee-drie, om je aan alle regels te houden. Vind God mijn geloof dan wel goed genoeg? Ja, wat is eigenlijk goed genoeg? Daar kun je heel onzeker van worden. En je hoort dan ook broeders en zusters zeggen: 'Dat moet maar blijken als we voor God komen te staan.' Geloven is dus een gok. Het blijft onzeker of je het nu wel goed doet, en de uitslag komt straks wel. 1.2 Als dat geloven is, kun je die leerlingen van Jezus helemaal afkeuren. Die kunnen het wel vergeten! Ze snappen er werkelijk helemaal niks van wat Jezus allemaal zegt en doet. Ze zijn egoïstisch bezig, ruziën met elkaar over hun eigen status. En het komt gewoon niet over, wat Jezus ze probeert duidelijk te maken. Dat is nou geen voorbeeld van een groot geloof, met prachtige daden, grote dingen voor God doen. Het is hier een trieste stemming. De leerlingen waren ongerust. En ook de mensen die hen volgden waren bang. Ze zijn op reis naar Jeruzalem en Jezus had verschrikkelijke dingen aangekondigd. Waar gaat dit op uitlopen? Dat onbegrip, die angst en onzekerheid bij de leerlingen van Jezus komt heel sterk naar voren in dit tweede deel van het boek Markus. Wat kun je nou verwachten van zulke leerlingen? Echt geen goed voorbeeld van geloof dat goed genoeg is! Toch kunnen we heel veel leren van het plaatje dat Markus hier tekent. We gaan het eens even wat beter bekijken. [#] 2.1 Vs. 32 zegt: ‘Ze waren onderweg naar Jeruzalem en Jezus liep voor hen uit...’ Ze zijn op reis. Heel gericht gaat Jezus op weg naar de hoofdstad. Hij heeft nu ruim twee jaar in het noorden rond getrokken, in Galilea. Daar vertelt het eerste deel van Markus van. En nou gaat Hij op weg naar Jeruzalem. [# [kaart] Dat begint in 8:27 helemaal in het hoge noorden: Caesarea Filippi. [#] In 9:33 zijn we in Kafarnaüm aangekomen. En dan begint hoofdstuk 10: ‘Hij vertrok uit Kafarnaüm naar Judea en het gebied aan de overkant van de Jordaan...’ [#] Aan het eind van hoofdstuk 10 (vs. 46) komen ze in de buurt van Jeruzalem, in Jericho. [#] En dan begint vanaf hoofdstuk 11 het derde deel van Marcus in Jeruzalem. Dus Jezus reist vanuit zijn werkgebied in het hoge noorden langzamerhand ( het zal weken, maanden hebben geduurd - steeds verder naar beneden op weg naar Jeruzalem. En als je het boek Marcus tot nu toe goed gevolgd hebt, maakt die reis naar Jeruzalem alleen al het verhaal spannender. Dat moet fout gaan! Jezus, die al zo belaagd was en aangevallen door de farizeeën en schriftgeleerden. Ze waren al een keer helemaal uit Jeruzalem naar het hoge noorden gereisd om Jezus kritisch aan de tand te voelen. In 3:6 lezen we al dat ze gingen overleggen met de Herodianen hoe ze Jezus uit de weg zouden kunnen ruimen. En nu gaat Hij op weg naar dat centrum van de macht, die zo tegen Jezus was?! Dat moet fout gaan lopen! En ja hoor, het lijkt net of Hij het opzoekt. Want dit tweede deel van Marcus begint Jezus ineens over hele nieuwe dingen. Had Jezus het daarvoor nog niet over gehad? Drie aankondigen komen er. a. Eerst in hoofdstuk 8: ‘Hij begon hun te leren dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden en door de oudsten van het volk, de hogepriesters en schriftgeleerden verworpen zou worden, en dat hij gedood zou worden, maar drie dagen later zou opstaan.’ Wat is dit?! b. In het volgende hoofdstuk weer (9:31): Hij zei tegen hen: ‘De Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de mensen. Die zullen hem doden, maar na drie dagen zal hij uit de dood opstaan.’ Wat een andere toon dan in het begin van Marcus, waar Jezus aan alle kanten zijn macht en gezag demonstreerde?! c. En dan de uitgebreidste aankondiging in deze preektekst (10:33-34): ‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, waar de Mensenzoon zal worden uitgeleverd aan de hogepriester en de schriftgeleerden, die hem ter dood zullen veroordelen en hem zullen uitleveren aan de heidenen. Ze zullen de spot met hem drijven en hem bespuwen en hem geselen en doden, maar na drie dagen zal hij opstaan.’ Jezus kondigt zijn sterven aan?! Heel precies. Hij weet wat er gaat gebeuren. Eerst zij er de Joden die Hem ter dood zullen veroordelen. En dan zal hij worden uitgeleverd aan de heidenen (de Romeinen, die Hem ter dood zullen brengen. Dit lijkt wel een dodenmars op weg naar Jeruzalem?! 2.2 Dit moet je even goed aanvoelen, broeders en zusters. Hoe in dit tweede deel van Marcus de stemming compleet omslaat. De spanning stijgt. En daarmee kunnen we de leerlingen van Jezus ook goed begrijpen. Ze waren nu ruim twee jaar met Hem opgetrokken. Ze hadden gezien hoe Hij machtiger was dan allerlei demonen. Hij had zieken genezen. Hij had alle macht over de natuurkrachten, zoals de storm, Hij liep over het water. Het ging nog verder: Hij maakte het dochtertje van Jaïrus weer levend, dus Hij is machtiger dan de dood. Hij heeft alle macht laten zien, de macht van God. En dan zegt Hij nu: dat Hij uitgeleverd gaat worden?! Dat die machthebbers in Jeruzalem Hem te pakken gaan krijgen? Dat de dood Hem zal overmeesteren? Hoe kan dit?! Je ziet de leerlingen met hun hoofd schudden. En met elke aankondiging van Jezus wordt de vraag groter: waarom moet Jezus dan sterven?! Waar is dat voor nodig?! Hij komt toch juist het koninkrijk van God weer neerzetten op aarde? En raken ze dan hun Meester kwijt?! De Here noemt ook dat Hij na drie dagen weer zal opstaan, maar je merkt nergens dat de leerlingen dat oppakken. Dat is natuurlijk ook niet zo gek. Wat moet je je daar nou bij voorstellen? Wij, achteraf, weten meer. Maar die leerlingen, nog voordat het lijden en sterven komt? Alles gaat op de kop voor hen. Alles stort naar beneden zou je kunnen zeggen. Ze reizen naar beneden naar het hol van de leeuw in Jeruzalem. En hoe dichterbij ze komen hoe grimmiger en somberder de stemming wordt onder hen. Ze waren ongerust, zegt Marcus. Hun geloof was in de war. Geloofden ze wel goed genoeg? [#] Wat hier dan zo sterk afsteekt is dat Jezus zijn eigen weg gaat. Niet afhankelijk van hoe groot het geloof van zijn leerlingen is! Hij gaat deze weg. En Hij zal het ze gaandeweg duidelijker maken. Maar Hij gaat niet pas deze weg als zijn leerlingen er aan toe zijn, of hun geloof goed genoeg is. Hij is niet afhankelijk van hun geloof in zijn plannen! En dat komt zo mooi erboven uit in die eerste zin: [#] ‘Jezus liep voor hen uit...’ Verward, ongerust hobbelen de leerlingen erachteraan. Jezus neemt ze mee. Vastberaden het oog op Jeruzalem gericht. Dit is een beeld dat we goed moeten vasthouden, broeders en zusters. Zo mooi. Wat Jezus doet is niet afhankelijk van hun geloof. Hij blijft niet wachten tot zij eraan toe zijn, tot hun geloof goed genoeg is. Jezus liep voor hen uit om hun geloof sterker te maken. Om hun geloofsogen te gaan openen. Ja, en dat gaat diep. Want in deze aankondiging van Jezus zit ook al ingepakt waarom hij moest sterven. Dat vraagt feeling met het Oude Testament, maar die hadden zij wel. Jezus laat het hierin doorklinken, in die uitdrukking 'uitleveren aan de heidenen.' [#] Dat is in het Oude Testament een schokkende kreet. Ik probeer daar even iets van neer te zetten. [#] We gaan daarvoor naar het boek Leviticus. Het staat vol met instructies die de Here geeft voor het volk Israël als het straks in het beloofde land is. Maar dan, tegen het einde, in hoofdstuk 26, dan geeft God ook een heftige waarschuwing (vs. 27): ‘Als jullie hierna nog niet naar Mij willen luisteren en tegen Mij in blijven gaan... , dan (vs. 33) zal ik jullie onder vreemde volken verstrooien...’ Dus als het volk Israël hardnekkig ongehoorzaam blijft aan God, zal Hij God met een zwaar oordeel komen: Hij zal zijn volk verstrooien onder vreemde volken, oftewel uitleveren aan de heidenen. Een oordeel van God! God neemt zijn bescherming weg. [#] Dat zit ook in Psalm 106, die we net zongen (vs. 18 in de berijming, vs. 40-42 in de onberijmde tekst): ‘Toen ontstak de HEER in toorn, hij gruwde van zijn volk, zijn liefste bezit. Hij gaf het in de macht van vreemde volken, zij werden overheerst door hun haters, onderdrukt door hun vijanden en moesten zwichten voor hun macht.’ Ook hier die toorn van God die voelbaar wordt als Hij zijn volk in de macht van vreemde volken geeft. Uitlevert aan de heidenen. [#] En dat klinkt terug in deze aankondiging van Jezus! Hij zal uitgeleverd worden aan de heidenen. [#] Het oordeel van God gaat over Hem los komen. Daarvoor gaat Hij naar Jeruzalem! Als zijn leerlingen die toon van het Oude Testament hierin aanvoelden, snap je hun ongerustheid nog beter. Wat gaat daar in Jeruzalem gebeuren?! Dit gaat helemaal fout?! Dit gaat allemaal nog sterker terug komen in het derde deel van Markus. Maar hier voel je al aan hoe Jezus daarop gericht is. Hier is Hij voor gekomen. Voor wat er in Jeruzalem moet gebeuren. De Zoon van God gaat op weg naar Jeruzalem om het oordeel van God over zich te laten komen. Ja, en dan in plaats van het volk van God! In plaats van ons. Juist omdat wij er in de wereld zo'n zootje van maakt voor God. Als God zou wachten tot wij eraan toe zijn, zou het nooit goed komen! Maar Jezus gaat deze weg, niet afhankelijk van ons geloof. Jezus liep voor zijn leerlingen uit. Hij deed dat ook om geloof in hun wakker te maken. [#] Want dat moet er wel bij: Jezus vindt geloof wel heel belangrijk! Hij praat het geaarzel van zijn leerlingen niet goed. [#] Hij wil geloof opwekken. En daar begint Jezus ook steeds weer over na de aankondiging van zijn sterven. a. De eerste keer dat Jezus zijn sterven aankondigt, begint Petrus Hem fel terecht te wijzen. Maar Jezus reageert fel terug: ‘Ga terug, achter mij, Satan! Je denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat de mensen willen.’ En dan begint Jezus over ‘Wie mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en zo achter mij aankomen.’ Dat is de weg die achter Jezus aan past. b. Dan de tweede aankondiging van zijn sterven. Waar hebben de leerlingen het daarna over? Over ‘wie van hen de belangrijkste was.’ Jezus heeft het over zichzelf geven, zich opofferen, en zij zijn druk met hun status, wie de belangrijkste is. Dan haalt Jezus er een kind bij als voorbeeld. Je moet niet bezig zijn met status, maar oog hebben voor de kleinen, die nog niet zo belangrijk zijn. c. En bij deze derde aankondiging van onze tekst gebeurt het wéér. Jacobus en Johannes komen bij Jezus en zeggen: ‘Wanneer U heerst in uw glorie, laat een van ons dan rechts van U zitten de ander links.’ Hun eigen positie veilig stellen, hen eigen status. Maar dan gaat Hij weer uitleggen (10:43): ‘Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen, en wie van jullie de eerste wil zijn, zal ieders dienaar moeten zijn, want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.’ Die houding, die geloofshouding vindt Jezus wel belangrijk. Die moeten ze wel leren. Petrus houdt dat later ook de christenen voor aan wie hij zijn brief schrijft (1 Petrus. 2:21-24): ‘Dat is uw roeping; ook Christus heeft geleden, om uwentwil, en u daarmee een voorbeeld gegeven. Treed dus in het de voetsporen van Hem die geen enkele zonde begin en over wiens lippen geen leugen kwam. Hij werd gehoond en hoonde zelf niet, Hij leed en dreigde niet, Hij liet het oordeel over aan Hem die rechtvaardig oordeelt. Hij heeft in zijn lichaam onze zonden het kruishout op gedragen, opdat wij, dood voor de zonde, rechtvaardig zouden leven. Door zijn striemen bent u genezen.’ Jezus liep voor zijn leerlingen uit. Om het oordeel van God te dragen in onze plaats. Om ons in de ruimte van God te zetten. Om daarin ons een voorbeeld te geven, ‘opdat wij rechtvaardig zouden leven’, zegt Petrus. Die reactie wil Jezus bij je opwekken. Hij begint niet met te kijken of je geloof goed genoeg is. Hij schrijft zijn leerlingen niet af. Maar Hij praat hun geaarzel ook niet goed en wijst ze de weg! En ongerust volgen ze Hem. Op basis van wat ze tot nu toe van Hem kenden. [#] 4.1 En dat is nou geloof. Als je naar Hem opziet, Hem wilt volgen. Aarzelend, ongerust, angstig, onzeker wat het brengen gaat, of blij, verrukt, verrast en bemoedigt. Het kan allemaal. Maar dat bepaalt niet of je geloof goed genoeg is. Geloof is goed genoeg als je op Hem ziet en Hem vertrouwt. En je leven achter Hem aan wilt leven. Alles wordt bepaald door kijken naar Hem, Hem kennen, weten dat Jezus ons voorgaat, ons, kleingelovige leerlingen. Dat is heel radicaal. Maar daardoor breekt er ook heel veel ruimte open om van Hem te leren en te groeien in het leven achter Hem aan. [#] Dan gaat het niet allereerst om of je je wel genoeg aan de regels houdt. O, wat maak je er dan iets kaals en lelijks van. Alsof God je alleen maar goed in de gaten houdt en controleert of je goed genoeg leeft. [#] Het begint met Gods Zoon, die God zo lief heeft. Die God op aarde presenteert als de Redder die alles weer goed gaat maken. Dat begint met het oordeel van God dragen. Uitgeleverd worden aan de heidenen. Heb Hem lief, nog meer dan je vrouw/man, vriend of vriendin. Dat gaat je leven vormen en sturen! Wanneer is je geloof goed genoeg? Je moet bedenken dat wat Jezus doet niet afhankelijk is van je geloof. Jezus liep voor zijn leerlingen uit. Geloof is goed genoeg als je op Hem ziet. Amen.