Opdracht HACCP - HU - Hogeschool Utrecht

advertisement
VOORBLAD inleverproducten:
Portfolio beroepsproduct 3
In te vullen door student:
DATUMSTEMPEL STIP
Studentnummer
1630817
Naam student
Florence van Kempen
Instituut
(aankruisen)
X Instituut Archimedes Vakgroep
□ Instituut Theo Thijssen
□ Instituut Gebaren Taal en Dovenstudies
Naam docent
Naam en Osiriscode
van de cursus
_
OAR-H1BERPDT3-12 Beroepsproduct 3
Toetsinschrijving
Osiris bijgevoegd?
(verplicht voor ITT)
NEE
Wil je je
inleverproduct na de
archiveringsperiode
retour ?
NEE
1
Florence van Kempen. Hoornbeeck College Kampen. 2016
2
Inhoudsopgave
Voorwoord .............................................................................................................................................. 4
Inleiding ................................................................................................................................................... 5
Verkennend onderzoek ........................................................................................................................... 7
Praktijkverkenning............................................................................................................................... 7
Aanpak en gebruikte middelen ....................................................................................................... 8
Resultaten en conclusie................................................................................................................... 9
Literatuurverkenning ......................................................................................................................... 11
Het beroepsproduct .............................................................................................................................. 15
Conclusie verkenning ........................................................................................................................ 15
Ontwerpeisen .................................................................................................................................... 17
Het ontwikkelde beroepsproduct ..................................................................................................... 18
Presentatie en evaluatie product .......................................................................................................... 18
Presentatie ........................................................................................................................................ 18
Evaluatie n.a.v. uitvoering ................................................................................................................. 19
Conclusie ....................................................................................................................................... 20
Bijlagen .................................................................................................................................................. 22
Het beroepsproduct ...................................................................................................................... 22
Toets instromers............................................................................................................................ 52
Interview studenten en instelling.................................................................................................. 53
Eisen HU voor opleiding HZW ....................................................................................................... 54
Eisen HU voor opleiding VZ ........................................................................................................... 65
Vragenlijst docenten team HZW ................................................................................................... 69
Vragenlijst HZW studenten ........................................................................................................... 70
Interview m.b.v. vragenlijst n.a.v. presentatie beroepsproduct ................................................... 70
Evaluatie na uitvoering door studenten ........................................................................................ 70
Literatuurlijst ......................................................................................................................................... 72
3
Voorwoord
Docenten hebben een geweldig beroep. Maar er komt veel bij kijken, waarbij een goede basis aan
kennis en vaardigheden onmisbaar is. Eén van deze vaardigheden is didactisch competent zijn. Deze
bekwaamheid hangt logischerwijs samen met de andere docentcompetenties. Maar om studenten te
bereiken die (praktijk)kennis voor een vak al in huis hebben, is het aanbevelenswaardig om
verdieping voor het betreffende vak aan te reiken.
Dit artikel richt zich op een alternatief voor studenten op het Hoornbeeck College te Kampen die met
een mbo diploma Helpende Zorg en Welzijn zijn doorgestroomd zijn naar de opleiding tot
Verzorgende op dezelfde opleidingsschool.
De opbrengst van dit product is bijzonder geschikt voor vakdocenten Huishouden en wonen die
lesgeven op deze school.
Een woord van dank voor mijn begeleidster op mijn stageschool, die altijd klaar stond om
opbouwende feedback te geven. Bovendien ben ik de begeleidend docente op de Hogeschool
Utrecht erkentelijk voor haar meedenken en positieve commentaar. Daarnaast het Helpende Zorg en
Welzijn team van het Hoornbeeck College, de instromers bij de opleiding Verzorgende en de 3e jaars
Verzorgenden voor hun tijd die zij gaven om het onderzoek te kunnen uitvoeren. Zonder allen die
hun hulp geboden hebben, had ik dit product niet tot stand kunnen brengen.
Florence van Kempen
Juni 2016
4
Inleiding
Om didactisch goede lessen te kunnen geven, is het uiterst belangrijk dat er plaats is voor
differentiatie van de leerstof. Niet iedere student is in staat om mee te gaan in de stroom van wat er
van hen verwacht wordt. Waarmee ik bedoel dat er binnen een groep subgroepjes zijn voor wie de
(hoeveelheid) leerstof te hoog gegrepen is. Of juist jongelui voor wie het te langzaam gaat doordat zij
zich de stof al eigen hebben gemaakt, of omdat zij minder tijd voor het zich eigen maken van
bepaalde materie nodig hebben.
Dit beroepsproduct is voor docenten die lesgeven op het Hoornbeeck College te Kampen aan
studenten die door hun vooropleiding bepaalde kennis in huis hebben voor het vak Huishouden en
wonen.
Derhalve heb ik onderzoek gedaan naar een alternatieve lessenserie Voor het vak Huishouden en
wonen voor gediplomeerde instromers van de opleiding Helpende Zorg en Welzijn bij de opleiding
Verzorgende.
Aanleiding en opdracht
Op het Hoornbeeck College te Kampen wordt de mogelijkheid geboden om vanuit de opleiding
Helpende Zorg en Welzijn (HZW) in te stromen bij de opleiding tot Verzorgende (VZ). Betekent dat
deze studenten sommige onderdelen van vakken nogmaals krijgen aangeboden. Dat geldt ook voor
het vak Huishouden en Wonen (HU), waarbij het gehele eerste blok aan de 1e jaars studenten van de
opleiding tot Verzorgende, overeenkomt met de aanbieding van dit vak tijdens de éénjarige opleiding
tot volleerd HZW-student.
Hoewel deze jongelui een mbo diploma niveau twee hebben, mag vanuit de directie van het
Hoornbeeck College te Kampen toch geen vrijstelling worden verleend.
Om te voorkomen dat deze doelgroep zich tijdens deze cursus gaat vervelen, is een ander aanbod
dan het reguliere programma op zijn plaats.
In overleg met de werkbegeleider, die tevens het vak HU in het verleden heeft gegeven binnen de
sectie Gezondheidszorg, en de teamleider van Gezondheidszorg is gekozen om dit probleem aan te
pakken.
De opdracht is om een lessenserie te ontwikkelen waarmee er binnen de reguliere lessen
differentiatie wordt geboden aan de instromers van de opleiding HZW bij de opleiding VZ bij het vak
HU gedurende deze cursus.
Vanuit de opdrachtgever kwam de vraag naar voren om bij het ontwerpen van dit product, de kennis
van HACCP bij de instromers te onderzoeken. Mocht uit het onderzoek blijken dat de hygiëneregels
niet goed bekend zijn, dan is dit een eis bij het van het ontwikkelen van het differentiatie materiaal.
Tevens is gevraagd om bij de lessenserie aandacht te schenken aan kleinschalig wonen.
Om tot een zo goed mogelijk product te komen, is het van belang dat ik samenwerk met:
Mijn werkbegeleider en tevens voormalig docente HU
Het team Helpende Zorg en Welzijn (waaronder de stage coördinator)
Studenten; instromers van Helpende Zorg en Welzijn naar Verzorgende opleiding en 3e jaars
studenten van de opleiding tot Verzorgende.
Deze personen zijn allen verbonden aan het Hoornbeeck College te Kampen. Hetzij als werknemer, of
als student.
5
Context van de school in relatie tot het probleem
De school kenmerkt zich door resultaatverantwoordelijke en resultaatgerichte teams die vanuit een
reformatorisch-pedagogische visie de ontwikkeling van de student als mens en beroepsbeoefenaar
centraal stelt. Daarbij zijn korte leerlijnen in nauwe samenwerking met beroepenveld en vmbo
uitermate belangrijk. Elementair is het leren van kennis, (beroeps)houding en vaardigheden.
Periodiek vindt er een algemene reflectie plaats op het onderwijs met studenten ten aanzien van
opleiding, schoolklimaat en identiteit. Tijdens deze reflectie wordt met de betreffende
opleidingsmanager zaken doorgenomen als het gebruik van de leermiddelen, de kwaliteit van de
lessen en de sfeer en veiligheid in school en de klas. Hierover heeft ten tijde van de inzet van de
lessenserie met de betreffende klassen nog geen gesprek plaatsgevonden.
De studenten waarvoor het differentiatie materiaal ontworpen wordt, is een homogene groep van
Nederlandse afkomst waarvan het merendeel een christelijke achtergrond heeft.
Het Hoornbeeck College te Kampen wil studenten graag uitdagen om te leren. Een betekenisvolle
cursus voor het vak Huishouden en Wonen zal hieraan bijdragen, waarbij de instromers vanuit de
opleiding HZW verdieping van het vak HU krijgen aangeboden.
De lessen zijn gesitueerd bij het praktijk –en theorielokaal van het vak HU in het Open Leercentrum
(OLC). Vanuit zowel het praktijklokaal als het theorielokaal is er zicht op het OLC, omdat er bij alle
lokalen over de gehele breedte aan de binnenzijde op stahoogte een raampartij is.
Tijdens de lessen van HU is er naast een docent een instructeur aanwezig. Dit betekent dat de docent
tijdens de praktijkles het product wat de instromers maken, van feedback kan voorzien, omdat dan
de instructeur tijdelijk zelfstandig de groep begeleidt die het reguliere programma volgen.
Overzicht van HU-lokalen en het OLC op het Hoornbeeck College te Kampen
Praktijklokaal HU (leskeuken)
Theorielokaal HU
OLC
= raampartij op ooghoogte
6
Onderzoeksvraag
Na beraad op het Hoornbeeck College te Kampen is gekozen om te onderzoeken hoe de
doorstromers van de opleiding HZW een goede lessenserie aangeboden kan worden bij het vak HU.
Om dit probleem goed aan te kunnen pakken, is de overkoepelende onderzoeksvraag als volgt
geformuleerd:
Hoe kunnen docenten van de opleiding VZ (niveau 3) van het Hoornbeeck College te Kampen de
instromers van de HZW (niveau 2) een alternatief aanbieden bij de lessen van HU. Zodat het voor hen
een betekenisvolle verdieping krijgt en niet een herhaling van wat zij bij de opleiding HZW hebben
gehad.
Verkennend onderzoek
Om een antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag is aan de hand van deelvragen research gedaan.
Deze zijn bij het praktijk –en het literatuur onderzoek in een tabel gezet en worden lopende het
project beantwoord. Voor een betrouwbaarder resultaat zijn sommige deelvragen zowel op basis van
praktijk -als literatuuronderzoek verkend en geanalyseerd.
Primair wordt onderzocht wat een goed alternatief is voor het vak HU aan de instromers van de HZW
(hierna genoemd de instromers) bij de VZ. Om een geordende analyse te kunnen maken, is deze
verdeeld in praktijk -en literatuuronderzoek.
Middels vakliteratuur en gedocumenteerd vak materiaal van de stageschool wordt er een goed beeld
verkregen betreffende het vereiste niveau wat de studenten moeten behalen vanuit de opleiding
voor het vak HU. Daarnaast zal duidelijk worden wat het verschil is tussen de HZW-er en de VZ-er in
uitoefening van hun beroep in het werkveld ten opzichte van het vak HU.
Op deze wijze wordt inzichtelijk wat een betekenisvolle inhoud geeft aan het vak HU voor de
instromers bij de VZ.
Praktijkverkenning
Als onderzoeksinstrument is diverse keren gekozen voor een interview. Het voordeel van een
interview is dat naast een vragenlijst er meer informatie verkregen kan worden, waarmee de
ondervrager beter zicht krijg op de praktijk. Daarbij komt dat begrippen verschillend geïnterpreteerd
kunnen worden. Door een interview af te nemen kan zo nodig over de bedoeling van de vraag meer
duidelijkheid gegeven worden. Hoewel anderzijds het oppassen is dat de vraag niet suggestief
gesteld wordt, zowel in vraagstelling als in intonatie of lichaamshouding.
Deelvraag
Onderzoeksinstrument
Welke kennis hebben de instromers van de
HACCP i.c.m. vak HU.
Toets instromers.
Wat zijn de taken van de HZW-er tijdens de
uitoefening van het beroep betreffende vak
HU.
Interview instelling.
HZW studenten.
7
Wat zijn de taken van de VZ-er tijdens de
uitoefening van het beroep betreffende vak
HU.
Interview instelling.
Wat is het verschil in de uitoefening van hun
beroep t.a.v. het vak HU.
Analyse interview instelling.
Hoe leert de HZW student.
Praktijkonderzoek: vragenlijst studenten
HZW/vragenlijst team HZW.
Wat is een betekenisvolle invulling voor de
instromers voor het vak HU.
Praktijkonderzoek: interview waar gaat de VZ-er
werken; stage coördinator VZ .
Hoe kan je organisatorisch een
gedifferentieerd programma aanbieden aan 2
groepen tegelijk.
Praktijkonderzoek: Vakkennis docent HU.
Aanpak en gebruikte middelen
Bij het praktijkonderzoek staat centraal welke kennis de instromers hebben van de HACCP in
combinatie met het vak HU. Eveneens is het verschil in de uitoefening van beroep geanalyseerd voor
het vak HU tussen de HZW en VZ. Bovendien is onderzocht hoe de HZW student leert, om het
lesmateriaal te laten aansluiten op hun manier van leren, waarbij het programma ook betekenisvol
moet zijn ten aanzien van de uitoefening van het beroep van verzorgende.
Als laatste is onderzoek gedaan hoe er op het Hoornbeeck College te Kampen organisatorisch twee
verschillende lesprogramma’s voor het vak HU gelijktijdig aangeboden kunnen worden door één
docent.
De theorie toets die de instromers maken, geeft informatie over hun kennis van HACCP in het
werkveld. Het beroepsproduct kan daarop aangepast worden, zodat het aansluit op de vraag vanuit
het Hoornbeeck College. Om -zo nodig- bij het ontwerpen van de differente leerstof de
bekwaamheid van de hygiëne regels bij de instromers uit te breiden.
Tevens is door een interview de taken van de HZW-er tijdens de uitoefening van het beroep
betreffende het vak HU onder de loep genomen. Dit interview is afgenomen bij een (tot september
2015 werkzaam) leidinggevend medewerker van een woonzorg instelling en de instromers bij de
opleiding VZ.
Door zowel vier afgestudeerde studenten als een leidinggevende van een woonzorginstelling te
interviewen, is van twee kanten informatie verschaft over de werkzaamheden die gerelateerd zijn
aan het vak HU voor de niveau twee medewerker. Daarnaast hebben de jongelui bij verschillende
woonzorgcentra stage gelopen, wat een breder beeld geeft van hun werkzaamheden. Een aantal
handelingen behoren weliswaar standaard tot het werk van een Helpende Zorg en Welzijn
medewerker. Maar er zijn zaken waarin instellingen een bepaalde vrijheid hebben en die verschillen
onderling tussen de diverse instellingen.
De voormalig leidinggevende van de woonzorg instelling heeft eveneens inlichtingen verstrekt inzake
de uitoefening van werkzaamheden van de verzorgende voor het vak HU. Hierbij is gekozen voor
dezelfde vragenlijst als bij de niveau twee werknemer. Door een zelfde interview af te nemen, wordt
duidelijk wat het verschil is tussen de uitoefening van het beroep betreffende het vak HU.
8
Bij de vraag hoe leert de HZW student, zijn studenten betrokken die vorig jaar de opleiding tot HZWer afgerond hebben. Met hen is een interview afgenomen. Door studenten te vragen wat zij fijn
vinden bij het leren, wordt duidelijk wat zij nodig hebben bij het leren van voor hen nieuwe zaken.
Daarnaast is de docenten, welke lesgeven aan de doelgroep HZW, een vragenlijst voorgelegd. De
door docenten beantwoorde vragenlijst maakt duidelijk wat belangrijke competenties zijn in het
lesgeven aan de niveau twee student. Daarenboven wat de aandachtspunten zijn bij het opzetten
van gedifferentieerd lesmateriaal, passend bij de instromers.
Om tot een betekenisvolle lessenserie te komen voor de instromers voor het vak HU, is contact
geweest met de stage coördinator van het Hoornbeeck College te Kampen. Mede heeft een
vraaggesprek plaats gevonden met een docent welke tot voor kort een aantal jaar werkzaam was bij
een verzorgingshuis.
Met beiden is een gesprek geweest waarin gevraagd is waar het merendeel van de Verzorgenden
gaat werken. Zowel de stage coördinator als de voormalig medewerker van het verzorgingshuis
hebben met meerdere instellingen te maken (gehad).
Resultaten en conclusie
Uit de inzet van gebruikte middelen komen duidelijke resultaten naar voren. Om tot een
opbouwende conclusie te komen, worden per deelvraag de bevindingen behandeld, waarbij de
ervaring van studenten en beleid van de instelling, zoals verwoord door de medewerker van de
instelling, samengevoegd zijn. Bij elk punt gaat het om de instromers en het vak HU, tenzij anders
aangegeven.
Kennis HACCP
De gemaakte toets door de instromers heeft een goed beeld gegeven van de kennis die zij hebben en
het kunnen toepassen van de HACCP regelgeving.
HACCP omvat 7 basisprincipes die zijn beschreven in de Codex Alimentarius van de World Health
Organization (NVWA, 2015).
Uit de antwoorden blijkt dat er aandacht besteed moet worden aan het opscherpen van de kennis
van hygiëne regels. Waarom er hygiëne regels zijn, komt het merendeel van de studenten wel uit, dit
geldt tevens voor het onderwerp persoonlijke hygiëne. Maar echte kennis van schoonmaak
methoden, temperatuur regelingen voor koelkast en vriezer en bij welke temperatuur microorganismen zich het snelst vermenigvuldigen, is weinig bekend.
Taken tijdens uitoefening van het beroep
Uit de interviews blijkt dat er veel overeenkomst is tussen de verschillende instellingen. De taken
voor het opruimen en schoonmaken van de verblijfsomgeving zijn feitelijk hetzelfde.
Voor de verzorging van de was is er verschil tussen een grote instelling en een kleine instelling.
Evenals bij kleinschalig wonen verzorgt een kleine instelling vaak zelf de was, terwijl een grote
instelling deze vaak uitbesteed.
Het ondersteunen van een zorgvrager bij het doen van boodschappen is afhankelijk van het beleid
van de instelling, blijkens het interview met de studenten. De geïnterviewde medewerker gaf aan dat
het afhankelijk is van waar de cliënten wonen. Bij dit (grote) woonzorgconcern zijn er afdelingen met
kleinschalig wonen waar inderdaad met de bewoners boodschappen wordt gedaan. Tevens zijn er
ook afdelingen waar de boodschappen bezorgd worden.
Betekent dat het doen van boodschappen door de doelgroep HZW afhankelijk is van het beleid van
instelling en de bewoners doelgroep. Het verzorgen van maaltijden is mede gebonden aan het beleid
van een instelling.
9
Het inspelen op de behoeften en verwachtingen van de cliënten geldt met name als de HZW-er
gevraagd wordt te helpen bij bijvoorbeeld toiletgang, of het helpen naar bed brengen. Dit is
onafhankelijk van de soort doelgroep.
Van de Helpende wordt voornamelijk algemene kennis van een doelgroep verwacht. Waarbij bij het
inspelen op een specifieke hulpvraag meer verwacht wordt actief de hulp in te roepen van een
niveau drie werknemer.
Bekendheid met betrekking tot protocollen omtrent hygiëne, veiligheid, milieu, ergonomisch en
kostenbewust werken gaf een duidelijk beeld dat de HZW-er eenvoudige kennis moet hebben van
deze items.
Taken VZ-er tijdens uitoefening van het beroep
Naast de kennis zoals opgeschreven bij de taken van de HZW-er, geldt voor de verzorgende dat zij
kennis van dieetleer moet hebben en meer specifieke kennis van de doelgroepen. Dit is gebleken uit
de gehouden gesprekken.
Voor de uitoefening van het werk voor het onderdeel huishouden en wonen, maakt het dit verschil
dat de Verzorgende geacht wordt te zien als er bijzonderheden met een cliënt zijn en daar zelf actie
op te zetten.
Verschil in uitoefening van het beroep HZW-er en VZ-er
Betreffende de uitoefening van het vak Huishouden en wonen in de praktijk, is er weinig verschil.
Studenten en de werknemer van het woonzorgconcern vertelden dat het bij de verzorgende er meer
om gaat om naast het huishoudelijk werk rekening te houden met de hulpvraag van cliënten. Om op
het moment van het bieden van huishoudelijke zorg tegelijkertijd helder te hebben wat de cliënt
nodig heeft. Daarnaast hoeft Helpende geen kennis te hebben van dieetleer, maar de Verzorgende
daarentegen wel.
Hoe leert de HZW student
Praktijkonderzoek middels de vragenlijst aan docenten die lesgeven aan deze doelgroep en
aansluitend bestudering van het interview met de instromers, geven feitelijk dezelfde uitkomst.
Persoonlijke aandacht en betrokkenheid van de docent, zijn voor de niveau twee student heel
belangrijk, evenals het kunnen afdalen naar hun denkniveau. Nog meer dan de hogere niveaus
kunnen zij moeilijk plannen en zijn zij echte doeners. Daarbij past een gestructureerde werkvorm die
gerelateerd is aan de doener. De werkvormen moeten praktisch zijn en passend bij hun
belevingswereld. Een beroepsmatige insteek, met praktische handreikingen, is uitermate geschikt
voor hun beeldvorming.
Om (les)doelstellingen te bereiken is een positieve groepsdynamica (bijna) onmisbaar. Evenals het
zelfvertrouwen van de student en het bieden van structuur door de docent. Bovendien is het behalen
van kleine succeservaringen helpend om door te zetten met een opdracht.
Een betekenisvolle invulling
Het gesprek met de stage coördinator en de docent die aantal jaar in de praktijk heeft gewerkt, is
voor de beeldvorming waar de Verzorgende gaat werken ondersteunend geweest. Bij de
literatuurverkenning wordt dit punt mede behandeld.
Zoals beiden aangeven, is de praktijk dat bij ouderen en mensen met een (verstandelijke) beperking
steeds meer de woonzorg van kleinschalig wonen aangeboden wordt. Het betreft doelgroepen als
ouderen met copd, reuma, cva en hartproblematiek. In het contact wat de geïnterviewden met
instellingen hebben, zien zij een trend waarin kleinschalig steeds meer ingezet wordt. Niet alleen bij
10
oudere zorgvragers, maar ook bij mensen die een (ernstig) meervoudige beperking hebben. Of een
doelgroep als mensen met een auditieve en/of visuele beperking.
Bij het verzorgingshuis, verpleeghuis en de thuiszorg wordt kleinschalig wonen ook wel als tijdelijke
verblijfszorg ingeschakeld, waardoor er meer vraag is naar Verzorgende bij deze woonvorm.
Goede tweede is het verpleeghuis. Mede door het landelijke beleid waarin mensen geacht worden
zoveel als mogelijk is in hun eigen woning te blijven. Maar ook daar is van kracht dat dat
belevingsgerichte zorg –welke veelal centraal staat bij kleinschalig wonen- een grote rol speelt.
Het aanbieden van een gedifferentieerd programma aanbieden aan 2 groepen
Tijdens de lessen van HU is altijd een instructeur aanwezig, welke assisteert bij de praktijklessen.
Vanuit de ervaring van een docente die een aantal jaar les geeft op het Hoornbeeck College,
waaronder vijf jaar het vak Huishouden en wonen, zijn aanbevelingen gedaan over de opzet om een
goede en gedifferentieerde lessenserie op te zetten voor de instromers. De aanwijzingen zijn
hieronder verwerkt.
Tijdens de eerste les start de docent met een klassikale uitleg aan de instromers. De nieuwgekomen
studenten vanuit het vmbo starten met de instructeur met de praktijkopdracht. De instromers
kunnen dan aan de slag met de opdracht, waarna de docent de jongelui begeleidt met hun opdracht.
De instructeur begeleidt ‘haar’ groep zelfstandig, waarbij de docent op afroep beschikbaar is. Zoals
op de tekening op blz. 6 te zien is, is dat praktisch haalbaar.
Literatuurverkenning
Uit de literatuur komt naar voren dat de eisen op het Hoornbeeck College te Kampen betreffende
het vak HU, gesteld aan de beroeps bekwame HZW student, grotendeels overeenkomt met wat de
VZ student in de eerste periode moet kennen.
Aandachtspunt om een kwalitatief goede lessenserie te ontwikkelen, is hoe leren HZW-ers, oftewel
welke pedagogisch-didactische aanpak past bij deze doelgroep.
Hoofdzaak is vanzelfsprekend een betekenisvolle invulling voor de instromers voor het vak HU.
Ieder onderwerp betreft dan ook de instromers en het vak HU, tenzij anders aangegeven.
Deelvraag
Onderzoeksinstrument
De eisen betreffende het vak HU voor de HZW
student op het Hoornbeeck College.
Vakliteratuur: Materiaal Hoornbeeck College.
Landelijk kwalificatiedossier.
De eisen betreffende het vak HU voor de VZ
student op het Hoornbeeck College.
Vakliteratuur: Materiaal Hoornbeeck College.
Landelijk kwalificatiedossier.
Wat is het verschil in de uitoefening van hun
beroep t.a.v. het vak HU.
Analyse materiaal Hoornbeeck College en
Landelijk kwalificatiedossier
Hoe leert de HZW student.
Vakliteratuur: hoe leren HZW-ers.
11
Welke pedagogisch-didactische methode past
bij deze doelgroep.
Vakliteratuur: wat past bij de HZW-er.
Wat is een betekenisvolle invulling voor de
instromers voor het vak HU.
Vakliteratuur: waar gaat de VZ-er werken.
Hoe kan je organisatorisch een gedifferentieerd
programma aanbieden aan 2 groepen tegelijk.
Vakliteratuur: organiseren differentiatie binnen
een groep.
De eisen op het Hoornbeeck College
Om een beeld te krijgen van de vereiste kwaliteiten van een HZW student, zijn een drietal bijlagen
toegevoegd.
De lessenserie, zoals ontwikkeld door het Hoornbeeck College, is ontleend aan het kwalificatiedossier
voor de Helpende Zorg en Welzijn. Vanuit het kwalificatiedossier zijn de eisen opgesteld door het
Hoornbeeck College.
Samengevat blijkt dat een beroeps bekwame HZW student aan de volgende eisen moet voldoen voor
het vak HU. Waarbij kerntaak 1 met de werkprocessen 1.1 en 1.2 een centrale plaats innemen.
De Helpende Zorg en Welzijn1 ondersteunt op basis van de werkplanning bij huishouden, wonen,
verblijf of opvang.
In overleg en samen met de cliënt: ruimt zij de woning/de verblijfsomgeving op en houdt deze
schoon, verzorgt zij textiel, maakt zij bedden op en ondersteunt zij bij de bereiding van de
maaltijden; zorgt zij voor sfeervolle en gezellige (woon)kamer(s) en (groeps)ruimten.
Ook ondersteunt zij de cliënt(en)/zorgvrager(s) bij boodschappen. Zij geeft tips op al deze gebieden.
Bij het uitvoeren van haar werkzaamheden gebruikt de Helpende Zorg en Welzijn de voorgeschreven
middelen en materialen.
Waarbij zij (voor het vak HU) over vakkennis en vaardigheden moeten beschikken t.a.v.:
 De relevante doelgroepen;
 Kennis van protocollen m.b.t.: hygiëne, veiligheid, ARBO, milieu, kwaliteitszorg, ergonomisch en
kostenbewust werken;
 Kennis van wet- en regelgeving;
 Kennis van voeding en levensmiddelenbeheer.
De eisen voor de VZ student op het Hoornbeeck College
Het eerste jaar van de opleiding VZ is een basisjaar en gericht op de Verpleeg,-verzorgingstehuizen,
thuiszorg (VVT). Voor het vak HU houdt het in dat, in de eerste periode dat Huishouden en Wonen
wordt aangeboden, de basis gelegd wordt aangaande kennis en vaardigheden van het huishoudelijke
werk.
Kerntaak 1 staat centraal bij de professionele ontwikkeling voor deze professie en beschrijft bij
werkproces 1.1, 1.2 en 1.7 het bieden van zorg en ondersteuning op basis van het zorgdossier.
Zoals in de bijlagen te lezen is, verzamelt de verzorgende-IG2 in de VVT gegevens over dreigende of
gezondheidsproblemen om de zorg- en ondersteuningsbehoeften van de cliënt in kaart te brengen.
Bij werkproces 1.1 maakt zij (voor het vak HU) gebruik van haar kennis over stoornissen,
beperkingen, functioneringsproblemen en ziektebeelden van zorgcategorieën in de VVT en het
mogelijk naast elkaar bestaan van zelfzorgtekorten. De verzorgende-IG analyseert de verzamelde
gegevens, formuleert zorg- en ondersteuningsdoelen en passende activiteiten.
1
2
Landelijke Kwalificaties MBO Helpende Zorg & Welzijn
Landelijke Kwalificaties MBO Verzorgende-IG
12
Waarbij zij over vakkennis en vaardigheden moeten beschikken aangaande kennis van methoden van
gegevensverzameling.
Bij werkproces 1.2 sluit de verzorgende-IG in de VVT aan bij de mogelijkheden en de beleving van de
cliënt. Ze draagt er zorg voor dat de cliënt het leven kan leiden dat hij gewend is.
Ze observeert en signaleert continu veranderingen in de kwaliteit van leven van de cliënt, en bewaakt
hiermee de gezondheidstoestand en het welbevinden.
Daarbij passen vakkennis en vaardigheden van normen en waarden van de organisatie c.q. instelling.
Tevens is kennis nodig van functioneringsproblemen en ziektebeelden met betrekking tot de
zorgcategorieën. In beperkte mate is deze eerste periode kennis van voedingsleer nodig.
Het belangrijkste bij kerntaak 1 voor het vak HU is werkproces 1.7: het ondersteunen bij het
huishouden en wonen. Waarbij de verzorgende-IG in de VVT zo nodig ondersteunt bij:
 Het opruimen en schoonhouden van de woning/ leefruimte;
 Het verzorgen van textiel en maaltijden en de ambiance waarin wordt gegeten;
 Bij verzorgen van de (woon)kamer(s) en groepsruimten;
 Het doen van de boodschappen.
Vanzelfsprekend zijn bij dit werkproces kennis en vaardigheden noodzakelijk van relevante
materialen en middelen.
Tevens spelen kennis van protocollen m.b.t. hygiëne, veiligheid, ARBO, milieu, kwaliteitszorg een rol.
Daaruit vloeit voort dat zij ergonomisch en kostenbewust kunnen werken, en tevens kennis hebben
van voedingsleer en levensmiddelenvoorraadbeheer.
Verschil in eisen HZW-er en VZ-er
Betreffende de uitoefening van het vak Huishouden en wonen is volgens de eisen van het
Hoornbeeck College, welke ontleend zijn aan de Kwalificatiedossiers, weinig verschil. Het grootste
verschil zit in de kennis welke de HZW-er en de VZ-er moet hebben van de doelgroepen. De
Verzorgende wordt geacht inhoudelijke kennis te hebben van iedere doelgroep. De Helpende
daarentegen moet algemene kennis hebben van doelgroepen.
Daarnaast schrijft het Kwalificatiedossier voor de HZW voor dat zij geen kennis van diëten hoeft te
hebben. Maar op het Hoornbeeck College wordt dieetleer aan de doelgroep HZW wel aangeboden.
Hoe leert de HZW student
Voor studenten niveau 1 en 2 is vertrouwen in de docent, wederzijds respect en duidelijkheid over
wat er verwacht wordt, essentieel om gemotiveerd naar school te komen en mee te werken
(Lesterhuis, 2010). Daarnaast is onontbeerlijk dat er door de leerkracht aan het begin van de les
aandacht is waar de student is met de opdracht, en niet minder belangrijk hoe het met de student is
(Groenenberg & Hermanussen, 2012). Tegelijkertijd geldt dit evenzeer voor het hebben van aandacht
tijdens het uitvoeren van de opgave.
Twee punten zijn bepalend voor hoe (goed) de opdracht door de student behaald wordt (Creemer,
2005). Het eerste is de tijd die de student heeft voor de opdracht. Het tweede is de kansen die de
student heeft en gebruikt om de opdracht te volbrengen. Op het moment dat een student positief
aangemoedigd en gecontroleerd wordt door de docent op het nakomen van afspraken (lees de
opdracht), dan is er voor de student voldoende stimulans om de tijd te vullen met het doen van de
opdracht.
Welke pedagogisch-didactische methode past bij deze doelgroep
Om tot een goede (taak)zelfstandigheid te komen, zijn een aantal zaken van belang voor de niveau
twee student (Poortman & Visser, 2009):
• (mede) zelf bepalen wanneer je de taak uitvoert (planning);
13
• (mede) bepalen hoe je de taak uitvoert (uitvoering), inclusief het betrekken van anderen daarbij;
• (mede) bepalen aan welke criteria het resultaat van de taakuitoefening moet voldoen (evaluatie).
De instromers bij de VZ zijn, vanuit de expertise die zij opgedaan hebben bij de opleiding HZW,
beginnend beroepsoefenaar. Door de vervolgopleiding VZ krijgen zij verdieping van kennis en praktijk
waarmee zij meer verzorgende taken op zich mogen nemen. Door de studie HZW die zowel theorie
als praktijk bevat hebben zij al redelijk ervaring met het reilen en zeilen op de werkvloer (o.a. twee
periodes stage lopen). Vanuit dat oogpunt zijn zij vakbekwaam op het gebied van het huishoudelijk
werk bij de instellingen.
Bovendien is van grote betekenis het vertrouwen dat deze studenten nodig hebben in de docent om
(gemotiveerd) aan het werk te gaan (Eck & Glaudé; Groenenberg & Hermanussen). Volgens hen zijn
drie kwaliteiten van de docent daarin zwaarwegend. Het betreft het kunnen geven van goede
instructie, naast het didactisch en pedagogisch kunnen managen. Het laatste punt is het geven van
emotionele ondersteuning. Hoewel een lessenserie een statisch stuk is, zijn deze kwaliteiten
essentieel voor het lesgeven aan deze studenten.
Vanuit de optiek van Stevens (Zin in school, 2004) is een leerklimaat waarbij relatie, autonomie en
competentie centraal staan, een voorwaarde om goed les te kunnen geven en krijgen. Bij relatie
wordt van de docent verwacht dat er samen met de student een gezamenlijke verantwoordelijkheid
is voor de taak.
Enerzijds heeft de leerkracht de missie om te zorgen voor goede randvoorwaarden als
beschikbaarheid van de juiste ruimte en een overzichtelijk lessenserie met lesdoelen. Belangrijk
daarbij is het tonen van aandacht en het bieden van steun.
Anderzijds moet de leerkracht op de achtergrond blijven om de autonomie van de student te
bevorderen. Moedig het overleggen met groepsgenoten, of het bespreken van moeilijkheden met
andere groepjes, aan. Maar laat je als docent wel zien, want daarmee biedt je veiligheid, steun en
verbondenheid.
Zoals Stevens (2004) beschrijft, wordt om de competentie aan te spreken van de onderwijskracht
gevraagd om de student een uitdagende taak te geven die aansluit bij de kennis die zij hebben.
Zodoende voelen zij zich gezien door de docent in wat zij aankunnen. Bij competentie moet een
goede mix zijn van hoge en reële verwachtingen en beschikbaarheid voor hulp en ondersteuning,
Een betekenisvolle invulling
Om tot een goed alternatief te komen voor deze doelgroep, is onderzocht waar de Verzorgende gaat
werken. Een duidelijke trend is de kleinschalige woonvorm, met name voor ouderen3. Uit onderzoek
(Kempen, Rossum, Verbeek, & Zwakhalen, 2011), blijkt dat kleinschalige woonvormen de visie
benadrukken waarbij kwaliteit en welzijn van het leven centraal staan. Tevens komen zij over het
algemeen iets positiever uit de bus voor zorgvragers en zorgverleners dan andere woonvormen.
Bovendien wordt deze woonzorg door de overheid sterk gestimuleerd om zodoende verpleeghuizen
te ontlasten4.
Uit de handreiking die gedaan wordt door het Aedes Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg (2010), komt
naar voren dat “kleinschalig wonen mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben, de
mogelijkheid biedt om een zo ‘normaal’ mogelijk leven te leiden”.
Dus veel breder en daarmee een veel grotere doelgroep dan alleen (dementerende) ouderen waar
de Verzorgende mee kan gaan werken.
3
4
http://www.btsg.nl/infobulletin/kleinschalig%20wonen%20werken%20in.html, 2015
http://www.kcwz.nl/doc/kleinschalig_wonen/Handreiking_bestemmingsplannen.pdf, 2010
14
Uit het interview5 met een leidinggevende, gehouden bij een groot zorgconcern met meerder
locaties met kleinschalig wonen, blijkt duidelijk dat de Verzorgende ingezet kan worden bij
huishoudelijke werkzaamheden. Maar de HZW-er daarentegen mag geen taken doen die behoren bij
een gediplomeerd VZ-er. De woordvoerder verklaart zo dat de vraag in deze branche naar een
gekwalificeerde niveau 3 medewerker veel groter is dan naar een niveau 2 werknemer.
Overigens spreken de bronnen, die gebruikt zijn om betekenisvolle invulling voor de instromers voor
het vak HU te onderzoeken, onafhankelijk van elkaar over ‘de verzorgende’ (de niveau 3
medewerker). De term ‘helpende’, aanduidend een arbeidskracht met niveau 2, wordt in geen
enkele bron gebruikt als onderzoeksfactor bij kleinschalig wonen.
Het aanbieden van een gedifferentieerd programma aanbieden aan 2 groepen
Het gedifferentieerde aanbod zal voor de ingestroomde HZW-er, die echt vanuit de praktijk kennis
opdoet, moeten aansluiten bij de voorkennis (Ebbens & Ettekoven, 2009). Voor deze doelgroep is
een programma wat gekoppeld is aan hun (voor)kennis en tevens verdiepend is, is voor hen een
winstgevende cursus van het vak HU.
Zoals beschreven in ‘Differentiëren is te leren’ (Berben & Teeseling, 2014) moet duidelijk zijn wat de
planning is. Daaruit is veel winst te behalen voor een zeer verschillend programma aan twee groepen
die tegelijk les krijgen. Simpele afspraken over wat er iedere week op het rooster staat, de leerdoelen
per les, wanneer mag de student om hulp van de docent vragen, enz.
Een ander aspect is de instructie die gegeven wordt. Volgens Ebbens & Ettekhoven (2009) is naast
een mondelinge uitleg ook een schriftelijke explicatie noodzakelijk.
Bij een gedifferentieerde cursus is zondermeer de docentrol belangrijk en kent vier onderdelen6.
De mate van zelfstandigheid welke voor de instromers groter is dan voor de groep die pas van het
vmbo komt. Een volgend item is de instructie die voor de groep welke vanuit de HZW komt, welke
verdiepend moet zijn. Het derde punt is het kunnen plannen van de opdracht, naast, ten vierde, de
keuze die zij hebben voor hoe zij de taak gaan doen.
De docent van het vak HU geeft samen met de instructeur de klas les. In de praktijk houdt het in dat
de docent een klassikale instructie geeft aan de studenten, waarna zij zelfstandig aan de slag gaan.
De docent en de instructeur helpen zo nodig studenten. Betekent dat zij hun ronde lopen en
regelmatig een beroep op hen gedaan wordt door de studenten die met de praktijkopdracht aan de
slag zijn.
Het beroepsproduct
Conclusie verkenning
De verkenning aan de hand van de verschillende deelvragen heeft een antwoord gegeven op de
gestelde hoofdvraag, namelijk een alternatief aanbieden bij de lessen van HU. Zodat het vak voor de
instromers bij de opleiding VZ een betekenisvolle verdieping krijgt, in plaats van een herhaling van
wat zij bij de opleiding HZW hebben gehad.
Door het praktijk –en literatuuronderzoek naast elkaar te leggen en per deelvraag de uitkomst te
analyseren, zijn een aantal conclusies getrokken, waaruit de doelstellingen opgesteld zijn voor het
uiteindelijke product.
5
6
leidinggevende woonzorgconcern IJsselheem, locatie Myosotis, 2013
http://differentiatie3hv.slo.nl/didactiek/klasm/Klassenmanagement.pdf/
15
Het eerste is dat de kennis van instromers betreffende de hygiëne regels opgescherpt moet worden.
Als tweede blijkt dat de taken voor het opruimen en schoonmaken van de verblijfsomgeving voor de
HZW-er en de VZ-er hetzelfde zijn. Waarbij de uitoefening van het vak HU in de praktijk feitelijk op
hetzelfde neerkomt.
Een aandachtspunt is dat de Verzorgende op het moment van het bieden van huishoudelijke zorg
tegelijkertijd inzichtelijk moet hebben wat de cliënt eventueel aan andere zorg nodig heeft.
Daarnaast hoeft de Helpende geen kennis te hebben van dieetleer, maar de Verzorgende
daarentegen wel. Maar, omdat op het Hoornbeeck College dieetleer aan de doelgroep HZW ook
aangeboden wordt, is het niet nodig dat aan te bieden.
Kijkend naar de werkvormen voor de instromers moeten deze praktisch zijn en passend bij hun
belevingswereld. Waarbij een positieve groepsdynamica belangrijk is om de (les)doelstellingen te
bereiken. Tevens is het behalen van kleine succeservaringen helpend om door te zetten met een
opdracht.
Een leerklimaat waarbij relatie, autonomie en competentie centraal staan, is een voorwaarde om aan
de instromers goed les te kunnen geven. Bij relatie wordt van de docent verwacht dat er samen met
de student een gezamenlijke verantwoordelijkheid is voor de taak. De mate van zelfstandigheid is bij
de instromers groter dan bij de groep die pas van het vmbo komt. Door deze zelfstandigheid tijdens
de opdracht in te zetten, wordt de autonomie van de studenten bevordert.
Een ander item is het onderricht voor de groep welke vanuit de HZW komt verdiepend mag zijn. Het
derde punt is dat de instromers de opdracht kunnen inplannen, naast, ten vierde, de keuze die zij
hebben voor hoe zij de taak gaan doen.
De geïnterviewden zien duidelijk een trend waarin kleinschalig wonen meer ingezet wordt. Zowel bij
oudere zorgvragers, maar ook bij mensen die een (ernstig) meervoudige beperking hebben. Of een
doelgroep als mensen met een auditieve en/of visuele beperking.
Bij het verzorgingshuis, verpleeghuis en de thuiszorg wordt kleinschalig wonen ook wel als tijdelijke
verblijfszorg ingeschakeld, waardoor er meer vraag is naar Verzorgende bij deze woonvorm.
Tevens komen zij over het algemeen iets positiever uit de bus voor zorgvragers en zorgverleners dan
andere woonvormen.
Bovendien wordt deze woonzorg door de overheid sterk gestimuleerd om zodoende verpleeghuizen
te ontlasten7.
Uit de handreiking die gedaan wordt door het Aedes Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg (2010), blijkt
dat “kleinschalig wonen mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben, de mogelijkheid biedt om
een zo ‘normaal’ mogelijk leven te leiden”. Waarmee een veel grotere doelgroep bereikt wordt die
gebruik maakt van kleinschalig wonen.
Uit het interview8 met een leidinggevende, gehouden bij een groot zorgconcern met meerder
locaties met kleinschalig wonen, blijkt duidelijk dat de Verzorgende ingezet kan worden bij
huishoudelijke werkzaamheden. De HZW-er daarentegen mag geen taken doen die behoren bij een
gediplomeerd VZ-er. Dat verklaart dat de vraag in deze branche naar een gekwalificeerde niveau 3
medewerker veel groter is dan naar een niveau 2 werknemer.
Concluderend is het verstandig dat de cursus aansluit op de voorkennis die de instromers in de
praktijk hebben opgedaan. Op deze wijze kunnen de studenten de transfer maken vanuit hun
(praktijk)ervaringen naar de lessenserie op het niveau van de Verzorgende. Daarnaast moet de
groep instromers tegelijk met hun klas aan de slag kunnen gaan.
Dat betekent een lessenserie die zij grotendeels zelfstandig kunnen maken en tevens uitdagend is.
7
8
http://www.kcwz.nl/doc/kleinschalig_wonen/Handreiking_bestemmingsplannen.pdf, 2010
leidinggevende woonzorgconcern IJsselheem, locatie Myosotis, 2013
16
De instromers zullen dus een opdracht moeten krijgen, waarbij er minimale aandacht van de docent
gevraagd wordt en bovendien een duidelijk wekenschema heeft met bijbehorende doelen. De
docent kan op het tijdstip dat de studenten die het reguliere programma volgen rustig aan de slag
zijn, aandacht besteden aan de instromers. De docent kan dan interesse tonen en eventueel hulp
bieden aan de differente groep. De instructeur kan bij groep in het praktijklokaal blijven.
Ontwerpeisen
Voor deze doelgroep is een programma wat aansluit bij hun inhoudelijke kennis en tevens
verdiepend is, een winstgevende cursus van het vak HU. Gebaseerd op de opdracht en de verkenning
zijn de ontwerpeisen vastgesteld.
De te ontwerpen lessenserie moet uit negen lesweken bestaan, omdat de gehele periode ook negen
lesweken beslaat.
Daarnaast is het vanzelfsprekend de bedoeling dat de alternatieve opdracht verdieping aanbrengt
voor de instromers bij de opleiding VZ. Het verschil in aanbieding van het vak HU bij de opleiding
HZW en de opleiding VZ, is dat de Verzorgende geacht wordt te zien als er bijzonderheden met een
cliënt zijn en daar zelf actie op te zetten. Bij een Helpende is dat geen vereiste bekwaamheid.
Aan dit onderwerp is zijdelings aandacht besteed , omdat bij het vak HU, vanuit zowel het
Kwalificatiedossier als het Hoornbeeck College, er theoretische en praktische kennis behandeld
wordt over schoonmaken en (dieet)voedingsleer.
Om verdieping te kunnen integreren in de opdracht, is er voor gekozen om de aandacht te richten op
kleinschalig wonen. Zoals beschreven bij de conclusie van zowel de praktijk –als de
literatuurverkenning is kleinschalig wonen:
 De trend dat er meer ouderen en mensen met een (ernstig) meervoudige beperking
geplaatst worden in plaats van andere woonvormen als bijvoorbeeld een verpleeghuis.
 Door de overheid sterk gestimuleerd.
 De mogelijkheid voor zorgvragers om een zo ‘normaal’ mogelijk leven te leiden.
Door de opdrachtgever is tevens als eis gesteld dat er aandacht wordt besteed aan de HACCP
regelgeving. De praktijkverkenning bevestigde ook dat de kennis van HACCP regels van deze
doelgroep te wensen overlaat. De regels omtrent persoonlijke hygiëne weten zij goed, maar
regelgeving betreffende temperatuurregelingen van apparatuur en de ideale groeiomstandigheden
van micro organismen komen zij slecht uit. Hier ligt dus werk voor hen en is ook geïmplementeerd in
de opdracht.
Uit de praktijkverkenning blijkt dat bij praktijklessen zijn een docent en een instructeur aanwezig.
Daardoor is het organisatorisch mogelijk om de alternatieve lessen tegelijk aan te bieden met de
primaire les, zoals aangeboden aan de nieuwkomers bij de opleiding tot Verzorgende.
Tevens kan door overleg vanuit de docent met de instructeur een verdeling worden aangebracht in
de taken. De docent start klassikaal waarna de nieuwkomers verder gaan met de les bij de
instructeur en de instromers les krijgen onder leiding van de docent. Doordat de leskeuken en het
OLC naast elkaar liggen en door de raampartij er zicht is op beide lokalen, kan de instructeur, zo
nodig, direct beroep doen op de docent (zie tekening blz.6).
17
Het ontwikkelde beroepsproduct
Uiteindelijk heeft het totale onderzoek geleidt tot een alternatieve lessenserie voor de instromers.
Deze serie is bedoeld voor docenten die het vak HU aanbieden aan de 1e jaars studenten van de
opleiding tot Verzorgende die ingestroomd zijn vanuit de opleiding Helpende Zorg en Welzijn.
De reden dat er gekozen is voor een afwijkende aanbieding van dit vak, is omdat het studieonderdeel
bij de HZW bijna identiek aangeboden wordt als bij de VZ. Daarnaast moet een gediplomeerd HZW-er
dit vakgebied met een voldoende hebben afgesloten. Maar vanuit het Hoornbeeck College is in
verband met de urennorm verplicht gesteld dat zij het vak moeten volgen.
Om herhaling van leerstof te voorkomen is besloten een alternatief te bieden voor deze doelgroep.
Het beoogde doel van deze verdiepende lessen is om meer kennis bij te brengen omtrent de
regelgeving van HACCP.
Bovendien staat kleinschalig wonen centraal, waarbij de studenten hun bagage over dit thema
kunnen toepassen, want een kenmerk van de doelgroep HZW is dat zij leren door te doen.
Zij hebben namelijk bij hun opleiding twee maal stage gelopen waarvan minimaal één keer bij
kleinschalig wonen. Naast dat kleinschalig wonen in deze tijd de trend is om zorg aan te bieden, past
het bij het verwerken van kennis van de instromers: eerst stage lopen en daarna, passend bij de
opleiding tot VZ-er, de opgedane kennis toepassen bij deze lessenserie.
Er is gekozen voor een lessenserie van 9 weken, zodat deze gedurende de gehele periode gegeven
kan worden. Het product is te vinden op HIP (Hoornbeeck Informatie Portaal) onder de sector
Gezondheidszorg, opleiding Verzorgende, cohort leerjaar 1.
Presentatie en evaluatie product
Presentatie
Om een goed beeld te verkrijgen of de lessenserie voldoet aan de verwachtingen van de
opdrachtgever, is de teamleider VZ gevraagd om feedback te geven op het product. De teamleider is
eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van lessen bij de sector VZ. Bovendien heeft hij twee jaar
lesgegeven binnen de opleiding HZW en VZ. Daarnaast is de werkbegeleidster aanwezig bij de
presentatie –tevens is zij vijf jaar vakdocente van het vak HU is geweest. Verder zijn twee studenten
aanwezig bij het interview: een afgestudeerde HZW-er (instromer VZ) en een derde jaars student van
de opleiding VZ.
Met deze personen heeft een interview plaatsgevonden aan de hand van een vragenlijst.
Uit het gesprek kwam naar voren dat het product sowieso voldoet aan de het aantal weken dat er
voor de periode staat.
Bij een betekenisvolle opdracht waarbij verdieping wordt aangebracht ten aanzien van meer kennis
van HACCP en kleinschalig wonen, geven allen terug dat het mooi is dat er meer aandacht aan wordt
besteed. De kennis van HACCP wordt getest en kleinschalig wonen is in deze huidige tijd een trend.
Hoewel langer thuis wonen ook vanuit de overheid gestimuleerd wordt. Maar kijkend naar
verdieping aanbrengen voor de doelgroep, past kleinschalig wonen beter dan het thema thuis
wonen. Een VZ-er wordt breder ingezet bij kleinschalig wonen dan bij de thuiszorg betreffende het
huishouden en wonen.
Allen concludeerden dat bij het concept rekening is gehouden dat bij de praktijklessen van het vak
HU in ieder geval een instructeur aanwezig moet zijn.
De opgestelde leervragen laten een mooie opbouw zien: vanuit de regelgeving HACCP naar de
toepassing in school en vervolgens wordt dit geïntegreerd in een opdracht over kleinschalig wonen.
18
Waarbij bij het thema kleinschalig wonen diverse huishoudelijke onderwerpen centraal staan met als
doel de zelfredzaamheid van zorgvragers te vergroten c.q. in stand te houden.
De leervragen zijn duidelijk en het is goed dat er bij iedere leervraag een korte instructie beschreven
staat.
De collega’s vinden het een mooi product wat goed bruikbaar is in de dagelijkse praktijk van school.
Tegelijk is het vakdidactisch en vakinhoudelijk van goede kwaliteit. Er is waardering dat er aandacht
wordt besteed aan een menucyclus –ook al is het geen eis geweest vanuit de opdrachtgever, omdat
dat onderdeel aan de orde is geweest bij de opleiding HZW. Zoals werd aangegeven een
meerwaarde, omdat de doelgroep op een andere wijze zich verdiept in dit item. Het idee is dat er
daardoor meer bewustwording gecreëerd wordt over het belang van een menucyclus bij voeding van
zorgvragers.
Evaluatie n.a.v. uitvoering
Het product is uitgevoerd in de eerste jaars klassen van de opleiding VZ. Onder leiding van de docent
hebben de instromers vanuit de opleiding HZW bij de VZ de alternatieve lessen bijgewoond en
uitgevoerd. De studenten die vanuit het vmbo ingestroomd zijn, volgen het reguliere programma
onder leiding van de instructeur. Mocht het door omstandigheden nodig zijn, dan kan de docent
direct naar de leskeuken, daar de ex-HZW studenten de lessen uitvoeren in het OLC en de leskeuken
zich naast het OLC bevind.
Uit de ingevulde evaluatie door de instromers kwam naar voren dat zij nu meer kennis hebben van
HACCP en meer inzicht hebben hoe dit in een keuken werkt. Bij de HACCP opdracht werd bovendien
aangegeven dat zij het leuk vonden dat er een praktische invulling aan gegeven werd, doordat zij
door het daadwerkelijk ontwikkelen van HACCP documenten voor de GSK een beter begrip hebben
gekregen hoe deze regelgeving in de praktijk werkt.
Daarnaast hebben zij dit geleerde kunnen toepassen bij het uitvoeren van de opdracht van
kleinschalig wonen. Waardoor voor hen inzichtelijk werd hoe beheersing van HACCP binnen deze
zorgverleningsbranche werkt .
Het uitwerken van een menucyclus was leuk, maar erg veel. De studenten vonden dat als zij voor
zeven dagen één cyclus hadden mogen ontwerpen, dat dan het oogmerk ook bereikt was. Namelijk
bewust wording creëren en bagage hebben van mogelijke menu’s passend bij een bepaald dieet.
Bij het bedenken van een zelfredzaamheidsprogramma hebben zij hun praktische vakkundigheid,
vanuit de opleiding HZW kunnen inzetten, zo gaven de studenten terug.
Tijdens de laatste les hebben de studenten een kookopdracht mogen doen, gerelateerd aan het dieet
van de gekozen zorgvrager. Dat werd als toepasselijk bij de opdracht van HACCP en kleinschalig
wonen en als heel leuk ervaren.
Tijdens het uitvoeren van het beroepsproduct is gebleken dat de vragen helder geformuleerd zijn.
Dat openbaarde zich bij de uitleg van de opdracht en vervolgens uit de antwoorden bij de leervraag.
Bij de start van de les is klassikaal het leerdoel besproken en de korte instructie. Vanzelfsprekend
waren er vragen over de opdracht, maar geen vragen waaruit bleek dat de lesopdracht te vaag of
niet eenduidig geformuleerd is. De studenten wilden graag weten of zij het te maken onderdeel juist
begrepen hadden. Over het algemeen waren de lesdoelen voor de instromers duidelijk. Datzelfde
geldt voor de twee overkoepelende leerdoelen, regelgeving HACCP en bevorderen zelfredzaamheid
van zorgvragers bij kleinschalig wonen.
Wat door de diverse groepjes uitgewerkt is, zag er veelal goed uit. Ofwel er was een duidelijke
uitwerking van de lesdoelen die tot stand waren gebracht aan de hand van de bijbehorende
instructie.
19
Per week zijn de studenten aan de slag gegaan met het uitwerken van een lesdoel. In de eerste week
zijn, voordat de instromers daadwerkelijk aan de slag zijn gegaan, de hoofddoelen besproken. Daarna
is het bij de eerste lesweek behorende lesdoel behandeld en zijn de studenten in door de docent
samengestelde groepjes gestart in het OLC.
Zoals in de lessenserie is te zien, is er wekelijks een lesdoel met een korte instructie. Door het doel,
voor aanvang van de uitwerking door de studenten, klassikaal te bespreken, was voor bijna de gehele
groep duidelijk wat de bedoeling was van de les. Als na de klassikale uitleg een groepje aangaf de
taak toch niet goed te begrijpen, zijn de anderen aan het werk gegaan en kregen zij persoonlijk uitleg
over het doel c.q. de aanpak om het doel te bereiken.
Doordat de doelgroep instromers kennis hebben van het werken in de praktijk en bovendien iets
ouder zijn dan de groep die vanuit het vmbo bij de opleiding VZ is, kunnen zij redelijk zelfstandig
werken. Het voordeel is dat de docent aandacht kan besteden aan groepjes die wat zwakker zijn.
Daarnaast kan de docent ook regelmatig binnenlopen bij de jongelui die in de keuken aan het werk
zijn. Dat is een bijkomend voordeel, omdat de reguliere groep aan het einde van de periode ook een
binnenschoolse proeve (examen) heeft van het schoonmaken.
Het resultaat van het aanbieden van een afwijkend programma is dat de instromers hun expertise
betreffende HACCP en het werken met zorgvragers konden vergroten. Zij kenden de richtlijnen
HACCP, maar deze worden bij de theorie minimaal behandeld bij de opleiding HZW. Er wordt veelal
vanuit de praktijk gewerkt met deze regels. Bij deze lessenserie hebben zij de kennis van HACCP
vergroot. Tevens is geleerd, wat zij in de praktijk al van deze regels al toepassen, op schrift te zetten
en in een andere context invulling aan te geven. Zodoende zijn zij zich meer bewust geworden
waarom zij op een bepaalde wijze handelen in de praktijk.
Tegelijkertijd geldt het toepassen van hun praktische kundigheid ook voor het vergroten van
zelfredzaamheid van zorgvragers.
Het onderdeel menucyclus is goed uitgewerkt. De instromers hebben laten zien dat zij dit
onderwerp, gerelateerd aan de doelgroep ouderen, goed kunnen uitwerken. Er is aan de hand van
een thema (bijvoorbeeld winter) een cyclus uitgewerkt voor een week, waarin er per dag 2 gehele
menu’s aangeboden werden. Daarin kwam naar voren dat er goed gekeken is naar het thema en of
de verschillende onderdelen van het menu bij elkaar passen. Als er als voorgerecht bijvoorbeeld soep
is, dan werd een licht verteerbare soep gekozen en geen ‘zware’ soep als erwtensoep. Tevens is een
duidelijk beeld verkregen dat de studenten voor ‘hun’ zorgvrager met bepaalde dieetvoeding
passende gerechten bedacht hadden.
Conclusie
De slotsom is dat het beroepsproduct goed opgezet is en een mooi uitvoerbaar project voor de
instromers van de HZW bij de VZ. Op een andere wijze hebben de studenten kennis gemaakt met de
HACCP, door de toepassing bij de GSK en kleinschalig wonen.
Tevens is het ontwerpen van een zelfredzaamheidsprogramma voor een zorgvrager, waarmee zij in
de praktijk gewerkt hebben, een schot in de roos geweest. Temeer daar de jongelui de laatste les
mochten koken aan de hand van een door hen bedacht menu, passend bij de dieetvoeding bij de
casus van de zorgvrager.
Aandachtspunt bij de uitvoering van de HACCP opdracht is het kunnen volbrengen van het
ontwikkelen van handgreepkaarten voor de GSK. Om deze goed te kunnen realiseren, is het nodig
dat de studenten contact leggen met degene die de GSK beheert. Deze collega heeft zijn eigen
programma en daarin is geen tijd gepland om groepjes studenten apart te woord te staan voor de
concretisering van hun lestaak.
Voor een kwalitatief goede implementatie van de HACCP taak, is het advies om de beheerder van de
GSK tijdig uit te nodigen om e.e.a. te vertellen over deze regelgeving in de keuken. Op deze wijze
20
heeft ieder groepje studenten de benodigde informatie voor het ontwikkelen van de
handgreepkaarten.
Daarnaast kunnen de vragen van de studenten aan de beheerder klassikaal beantwoord worden. Het
verwachte positieve effect is dat ieder groepje nadenkt over de gestelde vragen en de gegeven
antwoorden, waardoor de leerwinst groter zal zijn.
Een ander punt is naar aanleiding van de feedback van studenten, om de menucyclus wat kleiner te
maken. Het beoogde doel is inzichtelijk krijgen welke menu’s passen bij bepaalde dieetvoeding. Het
doel is zeker bereikt, maar achteraf blijkt dat bij het ontwerpen van een kleinere roulatie hetzelfde
oogmerk bereikt kan worden.
Aanbeveling
De aanbeveling is om de alternatieve lessenserie blijvend aan te bieden aan instromers vanuit
opleiding HZW bij de VZ. Of, indien opleidingen wijzigen, bij de sector Gezondheidszorg en de sector
Welzijn deze lessenserie te integreren.
De woonvorm kleinschalig wonen is namelijk tot nog toe aan het uitbreiden.
Daarenboven worden de opleidingen van de sector Gezondheidszorg en de sector Welzijn steeds
meer geïntegreerd aangeboden. Bij de zorgbranche staat de technische zorg voor mensen centraal,
als verpleegtechnische vaardigheden. Terwijl bij de sector welzijn het geestelijk welbevinden van de
zorgvrager de basis vormt, als bijvoorbeeld er voor zorgen dat een zorgvrager zich thuis voelt.
In de praktijk blijkt ook bij de uitvoering van werkzaamheden van de beroepsuitoefenaar de steeds
groter wordende integratie van Zorg en Welzijn.
21
Bijlagen
Het beroepsproduct
22
Beste jongelui,
Gezien je vooropleiding krijg je een alternatief programma aangeboden voor het vak Huishouden &
wonen.
Dit houdt in dat je documenten gaat ontwikkelen die te maken hebben met de Gezonde
Schoolkantine (GSK) op onze school. Deze documenten hebben te maken met alles wat er komt
kijken bij HACCP en zijn bedoeld voor de Helpende Zorg en Welzijn studenten die in de GSK gaan
werken. Zoals je weet vanuit je vorige opleiding heeft HACCP te maken met hygiëne rondom
schoonmaak en voeding.
Eerst in het kort ophalen wat HACCP ook alweer is.
Levensmiddelenbedrijven moeten werken volgens de HACCP principes om te voorkomen dat mensen
ziek worden van eten en drinken. HACCP is de afkorting voor: Hazard Analyses Critical Control Points.
In het kort komen deze HACCP principes op het volgende neer:
 Ga na welke risico ́s er zijn op het gebied van voedselveiligheid.
 Neem de juiste maatregelen om deze risico ́s te beperken.
Wat is een CCP?
Een Critical Controll Point (CCP) is een risico in het proces van inkopen, ontvangen, opslaan,
(voor)bereiden en serveren en/of presenteren van eet- en drinkwaren waarvoor een bijzondere
maatregel moet worden genomen om dit risico te beheersen (controleren). In de Hygiënecode voor
de Horeca worden de CCP’s aangeduid als ‘KRITISCH PROCES’.
Twee voorbeelden:
Het snijden van kip en komkommer;
Als je op een snijplank rauwe kip snijdt en direct daarna een komkommer, dan wordt de komkommer
besmet met ziekmakende bacteriën die afkomstig zijn van de kip. Je eet deze
komkommer onverhit en je kan daardoor ziek worden!
De koelkast is niet schoon gemaakt;
In de koelkast ligt nog vleesvocht van kipfilet. Vervolgens wordt er sla op dit vleesvocht gelegd en
treedt er kruisbesmetting op!
Wanneer dit ‘s middags om 12:00 uur gebeurt en de sla met 2 bacteriën besmet zou worden, dan zijn
dit om 12:30 uur 2 x 2 = 4 bacteriën en om 13:00 uur 4 x 2 = 8 bacteriën. Dit gaat zo door. ‘s Avonds
om 22:00 uur zijn dit meer dan 1 miljoen bacteriën.
Het voorkomen van besmetting is dus heel belangrijk!!
Daarnaast ga je je verdiepen in kleinschalig wonen voor ouderen. Bij deze opdracht ga je de HACCP
regels toepassen en een zelfredzaamheidsprogramma bedenken voor een zorgvrager waar jij tijdens
stage mee te maken heb gehad. Bovendien ga je voor deze zorgvrager een menu bedenken, passend
bij zijn of haar dieet/beperking.
Centraal bij deze opdracht staat hoe jij als zorgverlener een zorgvrager bij kleinschalig wonen zoveel
mogelijk kan betrekken bij de activiteiten. Je hebt als zorgverlener goede kennis van HACCP nodig en
weet wat de zorgvrager nodig heeft.
De drie grote leerdoelen zijn dat je aan het einde van het blok:
1. De HACCP regels begrijpt en middels handgreepkaarten omzet voor de HZW student.
2. Voor cliënten met een beperking een zelfredzaamheidsprogramma uitwerkt bij het (zoveel als
mogelijk is) zelfstandig doen van het huishouden.
3. Voor cliënten een menucyclus maakt, gekoppeld aan dieetvoeding.
23
Opdracht HACCP
Je werkt in tweetallen. In je groepje ga je aan de slag met het ontwikkelen van documenten.
Op de volgende bladzijde staat een voorbeeld t.b.v. hygiëne en schoonmaak en één t.b.v. hygiëne en
voeding.
Maar voordat we deze documenten echt kunnen gaan ontwikkelen, is het belangrijk dat je je kennis
gaat vergroten over HACCP!
Week 1
Leerdoel:
Aan het einde van deze les heb je de HACCP regels in eigen woorden beschreven. Daarnaast heb je
de HACCP regels omgezet in begrijpelijke taal voor de Helpende Zorg en Welzijn.
Korte instructie:
1. Lees de regels van HACCP en leg deze uit in eigen woorden.
2. Zet de HACCP regels om naar Helpende niveau en passend bij onze GSK, zodat de stagiaires in de
GSK deze regels begrijpen.
Week 2
Leerdoel:
Aan het einde van deze les kan je aan de hand van de HACCP regels handgreepkaarten maken voor
de HZW student t.b.v. de GSK.
Korte instructie:
Verwerk de HACCP regels in handgrepenkaarten, zodat de HZW-ers bij de GSK hiermee kunnen
werken.
Voorbeeld handgreepkaart schoonmaak
Object
Week
Datum
en
paraaf
Week
Datum
en
paraaf
Week
Datum
en
paraaf
Week
Datum
en
paraaf
Actie bij
afwijking
Afzuigkap, metalen
filters
Afwassen
Afzuigkap,
kunststof filters
vervangen
Afzuigkap reinigen
Broodtrommel/
broodbeleg bakken
Diepvriezer
Kast: planken en
wanden/bestekbak
24
Koelkast
binnen/buitenkant
Verlichting: kappen
Vloeren/afvoerputje
Wanden boven
fornuis en achter
kranen
Afwasmachine,
-binnenkant
-ontkalken
Koffie- en theezet
apparatuur
ontkalken
Muren, deuren,
ramen, richels,
verwarming
Kooktoestellen na
gebruik maar 1 x
per week grondig
Doorgegeven storing: (wie, wat, soort)
Voorbeeld handgreepkaart voeding
Jaar:
Ontvangst
Weeknummer:
Datum
controle
Product
Temp (°C)
Kwaliteit
Verpak-
Etiket
THT-
goed
king
goed
datum
actie bij
correct
afwijking
heel
Paraaf
Genomen
en
Zuivel
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
7 °C of
kouder
Vlees en
vleeswaren
7 °C of
kouder
Gesneden
AGF
7 °C of
kouder
Pluimveevle
25
es
4 °C of
kouder
Wild en
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
gevogelte
7 °C of
kouder
Vis, schaal-,
schelp-,
weekdieren
7 °C of
kouder
Diepvriesproducten
-15°C of
kouder
Hieronder volgen 3 bijlagen.
 Bijlage A: aanwezige apparatuur en materialen waarvoor een document moet worden opgesteld.
 Bijlage B: een voorbeeld van een registratieformulier van een schoonmaakplan.
 Bijlage C: te gebruiken website en document
Bijlage A
FREQUENTIE SCHOONMAAK APPARATUUR EN MATERIALEN HCK
Aanwezige apparatuur/materialen
Koelkasten 2
Grote lade vriezer
Vrieskast
Kleine lade vriezer
Vloer keuken
Vloer magazijnen 2
Grill
Oven
Warmhoud app.
Afwasmachine
Koffiezetapp.
Kastje met koffie/theepotten
Besteklades 2
Pannenlade
Alle keukenkasten buitenkant
Tafels (zo nodig stoelen)
Vloer aula: afval verwijderen
Personeelskamer: doek over tafel/afwaskar naar
keuken, zuigen, prullenbak na 2e pauze
Friteuse
Frequentie schoonmaak
1 x pw
1 x pw
1 x pw
1x pw
1 x pd
1 x pd
1x pd
1x pd
1 x pd
1 x pd
1x pd
1x pd
1x pw
1x pw
Ma-woe-vrij
na iedere pauze
na iedere pauze
na iedere pauze
na 7 x gebruik
26
Aanrechtblad gasstel, toonbank
Balie
Automaten aula
naar behoefte (min. 1 x per dag)
naar behoefte (min. 1 x per dag)
Buitenkant: 1 x pw
Binnenkant: 1 x per 3 maanden
Na gebruik. Anders 1 x pw
1 x per 2 maanden
1 of 2 x per dag
Magnetron
Afzuigkap
Toiletten
Bijlage B
VOORBEELD REGISTRATIEFORMULIER SCHOONMAAKPLAN
Voor de schoolkantine moet een goede en hygiënische aanpak worden ingevoerd. Het opstellen van
een schoonmaakplan is daarbij een goed hulpmiddel.
Hierin staan de volgende zaken aangegeven:
• Welk object (ruimte, apparatuur, materiaal) gereinigd of gedesinfecteerd wordt.
• Hoe vaak het object wordt schoongemaakt.
• Hoe het object wordt schoongemaakt.
Ruimte
Vloeren
X
Muren
X
Kasten
X
Apparatuur
Fornuis
X
Bain-marie
X
Friteuse
X
Magnetron
X
Koelkast
Materialen
Snijplank
Klein keukengereedschap
X
X
X
Vloerreiniger
vloerschrobber, vloertrekker
Allesreiniger
borstel, werkdoek
Allesreiniger
borstel, werkdoek
Allesreiniger
borstel, werkdoek
Allesreiniger
borstel, werkdoek
Ontvettingsmiddel
borstel, werkdoek
Allesreiniger
borstel, werkdoek
Allesreiniger
borstel, werkdoek
Allesreiniger en
desinfectiemiddel
borstel, werkdoek
Allesreiniger en
desinfectiemiddel
borstel, werkdoek
Drogen
Naspoelen
Desinfecteren
Reinigen
Naar behoefte
Wekelijks
Dagelijks
Product
Na gebruik
Object
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
27
Bijlage C
TE GEBRUIKEN WEBSITE EN DOCUMENT
• De website waar je heel veel informatie vandaan kunt halen is:
https://www.khn.nl/website/documenten-hygienecode/registratieformulieren-hygienecode
• Het document wat je gemaild krijgt, is heel goed te gebruiken (voorbeeld hygiënecode).
Vooral blz. 39, blz. 43 t/m blz. 51 kan je prima inzetten voor de te ontwikkelen documenten.
Het document is ook te vinden op http://www.jannekestrots.nl/ Zoek via: over ons – protocollen –
hygiënecode.
28
Opdracht kleinschalig wonen
De Hale Damwoude
Kleinschalig Wonen De Hale is in oktober 2008 geopend en is een woonvorm voor mensen met een
verpleeghuis indicatie met lichamelijke aandoening die niet meer zelfstandig kunnen wonen. Voor
deze mensen die intensieve zorg nodig hebben is er nu een woonvorm die de thuissituatie dicht
benaderd.
De visie
De visie van kleinschalig wonen is om de bewoner zich thuis te laten voelen in een veilige en
vertrouwde omgeving en met veel vrijheid van doen en laten. Het doel is de bewoner zoveel mogelijk
te betrekken bij de alledaagse dingen.
In leefgroepen van 6-8 personen word de thuissituatie zo dicht mogelijk benaderd.
Woonzorgbegeleiding
De bewoners vormen per verdieping een leefgroep waarin zich de normale huishoudelijke
werkzaamheden voordoen.
Aardappels schillen, boodschappen doen, koken, wassen, strijken, om zo maar eens wat te noemen.
Dit alles wordt begeleid door de woonzorgbegeleiding die zoveel mogelijk vanuit de wens van, en in
samenwerking met, de bewoner tot een zinvolle dagbesteding probeert te komen voor de bewoner.
Tevens is er de mogelijkheid in samenwerking met de familie, bewoners en personeel leuke uitjes of
activiteiten te organiseren.
De woning
Iedere bewoner heeft zijn eigen kamer die naar eigen smaak en stijl is in te richten met eigen
meubels, kasten, schilderijen, foto’s en andere voor de bewoner belangrijke dingen.
Uw huisdier is ook welkom mits u of uw familie er voor zorgt en uitlaat.
De kleding van de bewoner wordt gewassen in de eigen wasmachine en word gestreken op de eigen
huiskamer.
Ook de familie heeft de mogelijkheid te helpen bij de dagelijkse huishoudelijke werkzaam- heden
bijvoorbeeld door het bereiden van een warme maaltijd.
Jongelui, bij deze opdracht werk je ook in tweetallen.
De docent en instructeur beoordelen de uitvoering.
29
Week 3
Leerdoel:
Aan het einde van deze les heb je 4 casussen beschreven van oudere zorgvragers met een beperking
en een dieet.
Daarnaast heb je aan het einde van de les van 1 casus beschreven wat er nodig is om een cliënt met
een beperking zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren.
Korte instructie:
A. Beschrijf in het kort ieder twee zorgvragers (casus) waar jullie in de stage/omgeving mee te
maken hebben (gehad).
Aan bod komen minimaal:
 De beperking / ziekte / dieet.
 Welke beperking(en) dit de client oplevert in het dagelijkse leven.
B. Kies 1 casus uit (van opdracht A) en werk deze verder uit.
Eén gehele dag uit het leven van bijv. meneer Jansen die reuma (beperking) heeft en een vetbeperkt
dieet (zie blz. 12).
Aan bod komen:
1. Wat de beperkingen zijn van deze persoon.
2. Wat er gebeurt betreffende het huishouden in de huiskamer en keuken waar de cliënt zich
bevindt.
3. Wat nodig is om de cliënt zoveel mogelijk zelfstandig bezig te laten zijn.
Week 4
Leerdoel:
Aan het einde van deze les kan je een menucyclus maken voor de doelgroep ouderen.
Korte instructie:
Je gaat een eigen menucyclus maken, passend bij de doelgroep. Dit doe je voor een cyclus van 1
week. Je kunt bijvoorbeeld denken aan een seizoensgebonden menucyclus (bijv. winter), of een
menucyclus voor een bepaald thema (bijv. Engeland).
Voor iedere dag stel je 2 soorten menu’s op. Deze menu’s worden voorzien van de volgende
onderdelen; voorgerecht/hoofdgerecht/nagerecht.
Eventueel kun je een tussengerecht invoeren en/of een extraatje (op zat. en zon. bijv. iets extra).
Denk aan de volgende eisen;
 Kleur ( Zorg voor afwisseling in kleur )
 Geur ( Meerdere sterke geurende gerechten passen niet bij elkaar )
 Smaak ( Wissel af in smaak. Denk aan de smaakpapillen bij oudere mensen )
 Consistentie ( Denk aan de dikte/vastheid van het gerecht. Stem dit af op de zorgvrager )
 Verzadigingswaarde ( De tijd dat een maaltijd in de maag blijft en een verzadigd gevoel geeft )
 Doelgroep ( Past de maaltijd cultureel gezien wel bij de zorgvrager. Houd rekening met culturen
en/of gewoontes )
 Leeftijd
30
Week 5 en 6
Leerdoel:
Aan het einde van deze lessen kan je een zelfredzaamheidsprogramma maken voor de uitgewerkte
casus van jullie zorgvrager.
Korte instructie:
Beschrijf van de uitgewerkte casus een zelfredzaamheidprogramma voor de thema’s (zie blz. 13):
1. Het zetten van koffie en thee.
2. De warme maaltijd bereiden.
3. Tafel dekken.
4. Het verzorgen van de was.
5. Het opruimen en schoonmaken van de keuken/huiskamer.
Vereiste punten:
 Bij elk thema de aandachtspunten van HACCP.
 Per thema een werkplanning.
 De benodigde materialen per thema (bijv. koffiezetapparaat).
 Een boodschappenlijst voor thema 1 en 2 met per aankoop de kosten.
 De randvoorwaarden ( eisen aan ruimte / aantal deelnemers / enz. ).
 De tijdsindeling (=planning) activiteiten.
 Bij elk thema plaatjes van de te gebruiken pictogrammen en/of andere hulpmiddelen (bijv.
aangepast bestek). Afhankelijk van gekozen casus en beperking.
Beschrijf duidelijk hoe je per thema te werk gaat: hoe ga je de werkzaamheden uitvoeren en hoe
betrek je de cliënt!
Week 7
Leerdoel:
Aan het einde van deze les kan je opbouwende feedback geven op het uitgewerkte programma van
een ander tweetal.
Korte instructie:
1. Ieder tweetal wisselt met een ander tweetal het verslag uit.
2. Beschrijf aan de hand van het beoordelingsformulier leer –en verbeterpunten voor het te
beoordelen tweetal (blz. 14).
3. Schrijf voor je eigen tweetal (blz. 15).:
a. Wat er goed ging in de samenwerking (of minder goed)
b. Hoe je met de gekregen feedback de opdracht een volgende keer anders zou aanpakken.
4. Voeg de gekregen feedback en je zelfbeoordeling toe aan het verslag.
Week 8
Korte instructie:
Uitloop. Je levert per tweetal het volgende in:
1. 4 casussen waar je in de stage/omgeving mee te maken hebt gehad.
2. De uitwerking van een dag uit het leven van de zorgvrager.
31
3. Het zelfredzaamheidprogramma voor:
6. Het zetten van koffie en thee.
7. De warme maaltijd bereiden.
8. Tafel dekken.
9. Het verzorgen van de was.
10. Het opruimen en schoonmaken van de keuken/huiskamer.
4. De werkplanning per onderdeel.
5. De uitgewerkte kosten van thema koffie/thee en warme maaltijd.
6. De gekregen feedback en zelfbeoordeling.
Week 9
Leerdoel:
Aan het einde van deze les kan je aan de hand van de schijf van 5 een kostenbewust menu bereiden
voor de oudere zorgvrager uit jullie gekozen casus.
Korte instructie:
1. Je hebt per tweetal de ingrediënten gekocht voor de bereiding van de warme maaltijd. Zorg voor
1 bon, bewaar deze: het geld kan je bij de receptie retour ontvangen.
Per tweetal max. € 7,00.
Tip: overleg wat anderen gaan bereiden: misschien kan je kosten besparen.
2. Aan de hand van jullie uitgewerkte stappenplan ga je de maaltijd bereiden.
3. Schrijf vervolgens op wat er goed ging in de samenwerking (of minder goed) (blz. 15).
4. Schrijf daarna op hoe je de opdracht een volgende keer anders zou aanpakken (blz. 15).
32
Beperkingen waaruit gekozen kan worden
elke beperking mag per klas één keer aan bod komen
A) lichamelijke beperkingen:


reuma
linkszijdig of rechtszijdig verlamt
B) cognitieve beperking:

(licht) dementerend
C) zintuigelijke beperking:

doof
Diëten waaruit gekozen kan worden
elke dieet mag per klas één keer aan bod komen
Diëten:




diabetes (suiker en vet)
natrium (zout)
vetbeperkt
voedingsvezelverrijkt (obstipatie)
33
Zelfredzaamheidprogramma
Als je de zorgvrager zijn of haar vaardigheden (bijv. aardappels schillen) wilt laten behouden, maak je
gebruik van een zogenaamd zelfredzaamheidprogramma.
Beginsituatie
Welke vaardigheden en beperkingen heeft de zorgvrager ?
Doel
Het zelfredzaamheidprogramma heeft tot doel de cliënt zoveel mogelijk zelfstandig te laten
meewerken/helpen.
Planning of methode van aanpak
 Hoe bereik je dat deze persoon zijn/haar vaardigheden behoudt.
 Wat heb je hiervoor nodig. (instructie, hulpmiddelen, enz)
 Hoe laat je de uitvoering goed verlopen. (stappenplan, enz.)
 Waar begin je mee.
 Leg uit waarom je voor bepaalde hulpmiddelen kiest.
Werkplanning.
Hier komt de werkvolgorde op te staan.
Uitvoering
Voer het zelfredzaamheidprogramma uit, zoals jullie dat bedacht hebben.
Houd rekening bij het bedenken van de maaltijd met de richtlijnen gezonde voeding (schijf van 5).
Jij bent verantwoordelijk als verzorgende voor de gang van zaken op de afdeling waar de cliënten
verblijven !
34
BEOORDELINGSFORMULIER
medestudenten
Datum:
Begeleiders:
 ……………………………………………..
 ……………………………………………..
 ……………………………………………..
Stap 1 Beginsituatie.
Wie zijn de cliënten en wat zijn de beperkingen ?
Stap 2 Planning of methode van aanpak.
1. Is beschreven wat de cliënten nodig hebben om de taak te kunnen uitvoeren ?
2. Is er gebruik gemaakt van hulpmiddelen (manieren om een cliënt te helpen bij de uitvoering
van de taak ?)
3. Is er beschreven waarom er voor deze hulpmiddel(en) is gekozen ?
Hoe is dit gedaan (per hulpmiddel)?
Stap 3 werkplanning.
1. A
Is er in een schema aangegeven hoe de begeleiders en de clienten deze ochtend gaan
werken ?
B
Was dit duidelijk en logisch voor de clienten ? Leg uit waarom ?
Stap 4 Evaluatie (naast ja of nee, ook uitleggen waarom !)
1. Is het doel behaald ?
(Cliënten zoveel mogelijk zelfstandig laten werken, rekening houdend met hun beperkingen)
2. Waren alle stappen/hulpmiddelen duidelijk om de taken uit te voeren ?
3. Hoe smaakte de maaltijd ?
4. Is de keuken netjes en schoon ?
5. Wat vond je van de begeleiding ?
35
ZELF
BEOORDELINGSFORMULIER
Evalueer elk onderdeel apart aan de hand van de gekregen feedback
en je eigen mening
1. koffie en thee zetten.
2. maaltijd bereiden.
3. tafel dekken.
4. opruimen en afwassen.
5. schoonmaken.
Algemene beoordeling samenwerking
1. Wat ging goed ?
2. Wat zijn aandachtspunten ?
36
37
Beste collega,
Gezien de vooropleiding krijgen de instromers van de opleiding HZW bij de opleiding VZ een
alternatief programma aangeboden voor het vak Huishouden & wonen.
Dit houdt in dat zij documenten gaan ontwikkelen die te maken hebben met de Gezonde
Schoolkantine (GSK) op school.
Deze documenten hebben te maken met alles wat er komt kijken bij HACCP en zijn bedoeld voor de
Helpende Zorg en Welzijn studenten die in de GSK gaan werken.
Voor deze opdracht is gekozen, omdat gebleken is dat er (te) weinig kennis is van HACCP bij de
instromers bij de VZ.
Daarnaast gaan de instromers zich verdiepen in kleinschalig wonen voor ouderen. Bij deze opdracht
gaan zij de HACCP regels toepassen en een zelfredzaamheidsprogramma bedenken voor een
zorgvrager waar zij tijdens stage mee te maken hebben gehad. Tevens gaan zij voor deze zorgvrager
een menu bedenken, passend bij zijn of haar dieet/beperking.
Deze opdracht past goed bij de ontwikkelingen die er gaande zijn binnen de zorg en welzijn sector,
namelijk dat zorgvragers meer gebruik gaan maken van de woonvorm kleinschalig wonen.
Verdere informatie:
Per week staat het leerdoel aangegeven met daarbij een korte instructie.
Daarnaast is het advies om de studenten deze opdrachten in tweetallen uit te laten werken.
Zodoende kunnen zij verder leren samenwerken en de opdrachten beter (=dieper) uitwerken.
De doelstellingen zijn dat aan het einde van het blok de studenten:
4. De HACCP regels begrijpen en middels handgreepkaarten omzetten voor de HZW student.
5. Voor cliënten met een beperking een zelfredzaamheidsprogramma uitwerken bij het (zoveel als
mogelijk is) zelfstandig doen van het huishouden.
6. Voor cliënten een menucyclus maken en daaraan gekoppeld dieetvoeding gaan bereiden.
Beginsituatie:
De studenten hebben theoretische en praktische kennis van het vak Huishouden en Wonen, zoals
aangegeven in het KD van de Helpende Zorg en Welzijn.
Veel succes !
Met vriendelijke groet,
Florence van Kempen
38
Opdracht HACCP
Onder de eerste 2 weken staat een voorbeeld van een schoonmaak schema, voedingsschema en 3
bijlagen t.b.v. de opdracht HACCP.
Week 1
Leerdoel:
Aan het einde van deze les heeft de student de HACCP regels in eigen woorden beschreven.
Daarnaast heeft de student de HACCP regels omgezet in begrijpelijke taal voor de Helpende Zorg en
Welzijn.
Korte instructie:
3. De student leest de regels van HACCP en leg deze uit in eigen woorden.
4. De student zet de HACCP regels om naar Helpende niveau en passend bij de GSK, zodat de
stagiaires in de GSK deze regels begrijpen.
Week 2
Leerdoel:
Aan het einde van deze les kan de student aan de hand van de HACCP regels handgreepkaarten
maken voor de HZW student t.b.v. de GSK.
Korte instructie:
De student verwerkt de HACCP regels in handgrepenkaarten, zodat de HZW-ers hiermee kunnen
werken.
Voorbeeld handgreepkaart schoonmaak
Object
Week
Datum
en
paraaf
Week
Datum
en
paraaf
Week
Datum
en
paraaf
Week
Datum
en
paraaf
Actie bij
afwijking
Afzuigkap, metalen
filters
Afwassen
Afzuigkap,
kunststof filters
vervangen
Afzuigkap reinigen
Broodtrommel/
broodbeleg bakken
Diepvriezer
Kast: planken en
wanden/bestekbak
Koelkast
39
binnen/buitenkant
Verlichting: kappen
Vloeren/afvoerputje
Wanden boven
fornuis en achter
kranen
Afwasmachine,
-binnenkant
-ontkalken
Koffie- en theezet
apparatuur
ontkalken
Muren, deuren,
ramen, richels,
verwarming
Kooktoestellen na
gebruik maar 1 x
per week grondig
Doorgegeven storing: (wie, wat, soort)
Voorbeeld handgreepkaart voeding
Jaar:
Ontvangst
Datum
controle
Product
Weeknummer:
Temp (°C)
Kwaliteit
Verpak-
Etiket
THT-
goed
king
goed
datum
actie bij
correct
afwijking
heel
Paraaf
Genomen
en
Zuivel
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
7 °C of
kouder
Vlees en
vleeswaren
7 °C of
kouder
Gesneden
AGF
7 °C of
kouder
Pluimveevle
es
40
4 °C of
kouder
Wild en
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
ja / nee
gevogelte
7 °C of
kouder
Vis, schaal-,
schelp-,
weekdieren
7 °C of
kouder
Diepvriesproducten
-15°C of
kouder
Hieronder volgen 3 bijlagen.
 Bijlage A: aanwezige apparatuur en materialen waarvoor een document moet worden opgesteld.
 Bijlage B: een voorbeeld van een registratieformulier van een schoonmaakplan.
 Bijlage C: te gebruiken website en document
Bijlage A
FREQUENTIE SCHOONMAAK APPARATUUR EN MATERIALEN HCK
Aanwezige apparatuur/materialen
Koelkasten 2
Grote lade vriezer
Vrieskast
Kleine lade vriezer
Vloer keuken
Vloer magazijnen 2
Grill
Oven
Warmhoud app.
Afwasmachine
Koffiezetapp.
Kastje met koffie/theepotten
Besteklades 2
Pannenlade
Alle keukenkasten buitenkant
Tafels (zo nodig stoelen)
Vloer aula: afval verwijderen
Personeelskamer: doek over tafel/afwaskar naar
keuken, zuigen, prullenbak na 2e pauze
Friteuse
Aanrechtblad gasstel, toonbank
Frequentie schoonmaak
1 x pw
1 x pw
1 x pw
1x pw
1 x pd
1 x pd
1x pd
1x pd
1 x pd
1 x pd
1x pd
1x pd
1x pw
1x pw
Ma-woe-vrij
na iedere pauze
na iedere pauze
na iedere pauze
na 7 x gebruik
naar behoefte (min. 1 x per dag)
41
Balie
Automaten aula
naar behoefte (min. 1 x per dag)
Buitenkant: 1 x pw
Binnenkant: 1 x per 3 maanden
Na gebruik. Anders 1 x pw
1 x per 2 maanden
1 of 2 x per dag
Magnetron
Afzuigkap
Toiletten
Bijlage B
VOORBEELD REGISTRATIEFORMULIER SCHOONMAAKPLAN
Voor de schoolkantine moet een goede en hygiënische aanpak worden ingevoerd. Het opstellen van
een schoonmaakplan is daarbij een goed hulpmiddel.
Hierin staan de volgende zaken aangegeven:
• Welk object (ruimte, apparatuur, materiaal) gereinigd of gedesinfecteerd wordt.
• Hoe vaak het object wordt schoongemaakt.
• Hoe het object wordt schoongemaakt.
Ruimte
Vloeren
X
Muren
X
Kasten
X
Apparatuur
Fornuis
X
Bain-marie
X
Friteuse
X
Magnetron
X
Koelkast
Materialen
Snijplank
Klein keukengereedschap
X
X
X
Vloerreiniger
vloerschrobber, vloertrekker
Allesreiniger
borstel, werkdoek
Allesreiniger
borstel, werkdoek
Allesreiniger
borstel, werkdoek
Allesreiniger
borstel, werkdoek
Ontvettingsmiddel
borstel, werkdoek
Allesreiniger
borstel, werkdoek
Allesreiniger
borstel, werkdoek
Allesreiniger en
desinfectiemiddel
borstel, werkdoek
Allesreiniger en
desinfectiemiddel
borstel, werkdoek
Drogen
Naspoelen
Desinfecteren
Reinigen
Naar behoefte
Wekelijks
Dagelijks
Product
Na gebruik
Object
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Bijlage C
TE GEBRUIKEN WEBSITE EN DOCUMENT
•
De website waar je veel informatie vandaan kunt halen is:
42
https://www.khn.nl/website/documenten-hygienecode/registratieformulieren-hygienecode
•
Het document wat studenten gemaild krijgen, is heel goed te gebruiken (als voorbeeld
hygiënecode). Vooral blz. 39, blz. 43 t/m blz. 51 kan de student prima inzetten voor de te
ontwikkelen documenten. Het document is ook te vinden op http://www.jannekestrots.nl/ Zoek
via: over ons – protocollen –hygiënecode.
43
Opdracht kleinschalig wonen
Om de studenten een beeld te geven van kleinschalig wonen is een link bijgevoegd van kleinschalig
wonen in Rivierenland: http://www.youtube.com/watch?v=mCfUO5_k5mI
Doel: Aandacht van studenten krijgen en prikkelen tot reactie, waarbij de voorkennis wordt
geactiveerd en je toepassingsmogelijkheden van het kleinschalig wonen in verzorgingshuis laat zien.
Hieronder staat een realistische casus van kleinschalig wonen ‘de Hale’ te Damwoude, opgericht in
2008. Op deze wijze heeft de student een geschreven voorbeeld van kleinschalig wonen, waar tijdens
het werken aan de opdracht naar terug gekeken kan worden.
De Hale Damwoude
Kleinschalig Wonen De Hale is in oktober 2008 geopend en is een woonvorm voor mensen met een
verpleeghuis indicatie met lichamelijke aandoening die niet meer zelfstandig kunnen wonen. Voor
deze mensen die intensieve zorg nodig hebben is er nu een woonvorm die de thuissituatie dicht
benaderd.
De visie
De visie van kleinschalig wonen is om de bewoner zich thuis te laten voelen in een veilige en
vertrouwde omgeving en met veel vrijheid van doen en laten. Het doel is de bewoner zoveel mogelijk
te betrekken bij de alledaagse dingen.
In leefgroepen van 6-8 personen word de thuissituatie zo dicht mogelijk benaderd.
Woonzorgbegeleiding
De bewoners vormen per verdieping een leefgroep waarin zich de normale huishoudelijke
werkzaamheden voordoen.
Aardappels schillen, boodschappen doen, koken, wassen, strijken, om zo maar eens wat te noemen.
Dit alles wordt begeleid door de woonzorgbegeleiding die zoveel mogelijk vanuit de wens van, en in
samenwerking met, de bewoner tot een zinvolle dagbesteding probeert te komen voor de bewoner.
Tevens is er de mogelijkheid in samenwerking met de familie, bewoners en personeel leuke uitjes of
activiteiten te organiseren.
De woning
Iedere bewoner heeft zijn eigen kamer die naar eigen smaak en stijl is in te richten met eigen
meubels, kasten, schilderijen, foto’s en andere voor de bewoner belangrijke dingen.
Uw huisdier is ook welkom mits u of uw familie er voor zorgt en uitlaat.
De kleding van de bewoner wordt gewassen in de eigen wasmachine en word gestreken op de eigen
huiskamer.
Ook de familie heeft de mogelijkheid te helpen bij de dagelijkse huishoudelijke werkzaamheden
bijvoorbeeld door het bereiden van een warme maaltijd.
44
Week 3
Leerdoel:
Aan het einde van deze les heeft de student 4 casussen beschreven van oudere zorgvragers met een
beperking en een dieet.
Daarnaast heeft de student van 1 casus beschreven wat nodig is om een cliënt met een beperking zo
zelfstandig mogelijk te laten functioneren.
Korte instructie:
C. De student beschrijft in het kort ieder twee zorgvragers (casus) waar hij in de stage/omgeving
mee te maken hebben (gehad).
Aan bod komen minimaal:
 De beperking / ziekte / dieet.
 Welke beperking(en) dit de client oplevert in het dagelijkse leven.
D. De student kiest 1 casus uit en werkt deze verder uit.
Eén gehele dag uit het leven van bijv. meneer Jansen die reuma (beperking) heeft en een vetbeperkt
dieet (zie blz. 12).
Aan bod komen:
4. Wat de beperkingen zijn van deze persoon.
5. Wat er gebeurt betreffende het huishouden in de huiskamer en keuken waar de cliënt zich
bevindt.
6. Wat nodig is om de cliënt zoveel mogelijk zelfstandig bezig te laten zijn.
Week 4
Leerdoel:
De student kan aan het einde van deze les een menucyclus maken voor de doelgroep ouderen.
Korte instructie:
De student gaat een eigen menucyclus maken, passend bij de doelgroep. Dit doet de student voor
een cyclus van 1 week. Bijvoorbeeld een seizoensgebonden menucyclus (bijv. winter), of een
menucyclus voor een bepaald thema (bijv. Engeland).
Voor iedere dag stelt de student 2 soorten menu’s op. Deze menu’s worden voorzien van de
volgende onderdelen; voorgerecht/hoofdgerecht/nagerecht.
Eventueel kan de student een tussengerecht invoeren en/of een extraatje (op zat. en zon. bijv. iets
extra).
Bijbehorende eisen;
 Kleur ( Zorg voor afwisseling in kleur )
 Geur ( Meerdere sterke geurende gerechten passen niet bij elkaar )
 Smaak ( Wissel af in smaak. Denk aan de smaakpapillen bij oudere mensen )
 Consistentie ( Denk aan de dikte/vastheid van het gerecht. Stem dit af op de zorgvrager )
 Verzadigingswaarde ( De tijd dat een maaltijd in de maag blijft en een verzadigd gevoel geeft )
 Doelgroep ( Past de maaltijd cultureel gezien wel bij de zorgvrager. Houd rekening met culturen
en/of gewoontes )
 Leeftijd
45
Week 5 en 6
Leerdoel:
Aan het einde van deze lessen kan de student een zelfredzaamheidsprogramma maken voor de
uitgewerkte casus van de zorgvrager.
Korte instructie:
De student beschrijft van de uitgewerkte casus een zelfredzaamheidprogramma voor de thema’s (zie
blz. 13):
11. Het zetten van koffie en thee.
12. De warme maaltijd bereiden.
13. Tafel dekken.
14. Het verzorgen van de was.
15. Het opruimen en schoonmaken van de keuken/huiskamer.
Vereiste punten:
 Bij elk thema de aandachtspunten van HACCP.
 Per thema een werkplanning.
 De benodigde materialen per thema (bijv. koffiezetapparaat).
 Een boodschappenlijst voor thema 1 en 2 met per aankoop de kosten.
 De randvoorwaarden ( eisen aan ruimte / aantal deelnemers / enz. ).
 De tijdsindeling (=planning) activiteiten.
 Bij elk thema plaatjes van de te gebruiken pictogrammen en/of andere hulpmiddelen (bijv.
aangepast bestek). Afhankelijk van gekozen casus en beperking.
Beschrijf duidelijk hoe je per thema te werk gaat: hoe ga je de werkzaamheden uitvoeren en hoe
betrek je de cliënt!
Week 7
Leerdoel:
De student kan aan het einde van deze les opbouwende feedback geven op het uitgewerkte
programma van een ander tweetal.
Korte instructie:
5. Ieder tweetal wisselt met een ander tweetal het verslag uit.
6. Aan de hand van het beoordelingsformulier worden leer –en verbeterpunten voor het te
beoordelen tweetal opgeschreven (blz. 14).
7. Ieder tweetal schrijft daarna op (blz. 15).:
a. Wat er goed ging in de samenwerking (of minder goed)
b. Hoe je met de gekregen feedback de opdracht een volgende keer anders zou aanpakken.
8. De gekregen feedback en de zelfbeoordeling wordt toegevoegd aan het verslag.
Week 8
Korte instructie:
Uitloop. Per tweetal wordt het volgende ingeleverd:
46
7. 4 casussen waar de student in de stage/omgeving mee te maken hebt gehad.
8. De uitwerking van een dag uit het leven van de zorgvrager.
9. Het zelfredzaamheidprogramma voor:
16. Het zetten van koffie en thee.
17. De warme maaltijd bereiden.
18. Tafel dekken.
19. Het verzorgen van de was.
20. Het opruimen en schoonmaken van de keuken/huiskamer.
10. De werkplanning per onderdeel.
11. De uitgewerkte kosten van thema koffie/thee en warme maaltijd.
12. De gekregen feedback en zelfbeoordeling.
Week 9
Leerdoel:
De student kan aan het einde van deze les aan de hand van de schijf van 5 een kostenbewust menu
bereiden voor de oudere zorgvrager uit jullie gekozen casus.
Korte instructie:
5. De student heeft per tweetal de ingrediënten gekocht voor de bereiding van de warme maaltijd.
Per tweetal mag 1 bon worden ingediend: het geld kan de student met de ondertekende bon
door de docent bij de receptie retour ontvangen.
Per tweetal max. € 7,00.
Tip: laat de studenten met andere groepjes overleggen wat zij gaan bereiden: misschien kunnen
er zo kosten bespaart worden.
6. Aan de hand van het uitgewerkte stappenplan gaan de tweetallen de de maaltijd bereiden.
7. Vervolgens wordt opgeschreven op wat er goed ging in de samenwerking (of minder goed) (blz.
15).
8. Daarna wordt opgeschreven hoe de student de opdracht een volgende keer anders zou
aanpakken (blz. 15).
47
Beperkingen waaruit gekozen kan worden
Je kunt de keuzemogelijkheden vergroten vanuit bijv. initiatief van studenten
Elke beperking mag per klas één keer aan bod komen (afhankelijk van het aantal instromers).
A) lichamelijke beperkingen:


reuma
linkszijdig of rechtszijdig verlamt
B) cognitieve beperking:

(licht) dementerend
C) zintuigelijke beperking:

doof
Diëten waaruit gekozen kan worden
Je kunt de keuzemogelijkheden vergroten vanuit bijv. initiatief van studenten
Elk dieet mag per klas één keer aan bod komen (afhankelijk van het aantal instromers).
Diëten:




diabetes (suiker en vet)
natrium (zout)
vetbeperkt
voedingsvezelverrijkt (obstipatie)
48
Zelfredzaamheidprogramma
Als de student in zijn functie als zorgverlener, de zorgvrager zijn of haar vaardigheden (bijv.
aardappels schillen) wilt laten behouden, maak de student gebruik van een zogenaamd
zelfredzaamheidprogramma.
Hieronder staan de punten beschreven waaraan de student moet voldoen om een goed
zelfredzaamheidsprogramma te kunnen maken.
Beginsituatie
Welke vaardigheden en beperkingen heeft de zorgvrager ?
Doel
Het zelfredzaamheidprogramma heeft tot doel de cliënt zoveel mogelijk zelfstandig te laten
meewerken/helpen.
Planning of methode van aanpak
 Hoe bereikt de student dat deze persoon zijn/haar vaardigheden behoudt.
 Wat heeft de student hiervoor nodig. (instructie, hulpmiddelen, enz)
 Hoe laat de student de uitvoering goed verlopen. (stappenplan, enz.)
 Waar begint de student mee om het zelfredzaamheidsprogramma goed te kunnen laten
verlopen.
 De student legt uit waarom er voor bepaalde hulpmiddelen gekozen is.
Werkplanning.
Hier komt de werkvolgorde op te staan.
Uitvoering
De student voert het zelfredzaamheidprogramma uit, zoals zij dat bedacht hebben.
Bij het bedenken van de maaltijd wordt rekening gehouden met de richtlijnen gezonde voeding
(schijf van 5).
De student is als verzorgende verantwoordelijk voor de gang van zaken op de afdeling waar de
cliënten verblijven !
49
BEOORDELINGSFORMULIER
Voor medestudenten
Datum:
Begeleiders:
 ……………………………………………..
 ……………………………………………..
 ……………………………………………..
Stap 1 Beginsituatie.
Wie zijn de cliënten en wat zijn de beperkingen ?
Stap 2 Planning of methode van aanpak.
4. Is beschreven wat de cliënten nodig hebben om de taak te kunnen uitvoeren ?
5. Is er gebruik gemaakt van hulpmiddelen (manieren om een cliënt te helpen bij de uitvoering
van de taak ?)
6. Is er beschreven waarom er voor deze hulpmiddel(en) is gekozen ?
Hoe is dit gedaan (per hulpmiddel)?
Stap 3 werkplanning.
2. A
Is er in een schema aangegeven hoe de begeleiders en de cliënten deze ochtend gaan
werken ?
B
Was dit duidelijk en logisch voor de cliënten ? Leg uit waarom ?
Stap 4 Evaluatie (naast ja of nee, ook uitleggen waarom !)
6. Is het doel behaald ?
(Cliënten zoveel mogelijk zelfstandig laten werken, rekening houdend met hun beperkingen)
7. Waren alle stappen/hulpmiddelen duidelijk om de taken uit te voeren ?
8. Hoe smaakte de maaltijd ?
9. Is de keuken netjes en schoon ?
10. Wat vond je van de begeleiding ?
50
ZELF
BEOORDELINGSFORMULIER
De student evalueert elk onderdeel apart aan de hand van de gekregen feedback
en eigen mening
6. koffie en thee zetten.
7. maaltijd bereiden.
8. tafel dekken.
9. opruimen en afwassen.
10. schoonmaken.
Algemene beoordeling samenwerking
3. Wat ging goed ?
4. Wat zijn aandachtspunten ?
51
Toets instromers
Vraag 1
Het gebruik van verschillende snijplanken heeft te maken met het voorkomen van besmetting en valt
onder de HACCP regels.
A.
Schrijf in eigen woorden op wat HACCP inhoudt.
B.
Geef 4 voorbeelden van hygiënisch werken en leg uit waarom je deze toepast.
Voorb. verschillende snijplanken wordt niet meegerekend.
C.
Geef 4 voorbeelden van persoonlijke hygiëne en leg uit waarom je deze toepast.
Vraag 2
Voor elk soort schoonmaakwerk kies je een geschikte schoonmaak methode. Er zijn drie manieren
om iets schoon te maken.
A.
B.
Welke 3 schoonmaak methoden zijn er?
Leg uit wanneer je welke methode gebruik.
Vraag 3
Micro organismen vermeerderen zich door deling. Hoe meer tijd een micro organisme krijgt, des te
meer zal het zich vermenigvuldigen. Maar de temperatuur speelt ook een belangrijke rol.
Bij welke temperatuur vermenigvuldigen micro organismen zich snel? Van ……….°C tot ………...° C
Vraag 4
Apparatuur voor gekoelde of ingevroren levensmiddelen moet op de juiste temperatuur ingesteld
zijn.
A.
B.
Wat moet de temperatuur zijn van de koelkast?
Wat moet de temperatuur zijn van de vriezer?
Vraag 5
Open levensmiddelen moet je altijd afdekken en voorzien van een datum.
Wat is hiervoor de reden? Licht je antwoord toe.
Vraag 6
Voor verwarmde levensmiddelen die bewaard moeten worden, is het belangrijk dat deze snel
gekoeld worden, voordat ze in de koelkast gezet mogen worden.
A.
B.
Wat is de reden dat het snel terug gekoeld moet worden?
Waarom mag het pas in de koelkast nadat het gekoeld is?
Vraag 7
52
Als je boodschappen hebt gehaald en gaat opruimen, hanteer je het first in, first out systeem.
A.
B.
Wat betekent de term first in, first out?
Waarom is het belangrijk dat je dit systeem hanteert?
Vraag 8
Ongedierte komt af op plaatsen waar eet- en drinkwaren aanwezig zijn. Ongedierte is zeer
ongewenst. Het is niet alleen vies, maar ongedierte vormt ook een risico voor de voedselveiligheid.
Ongedierte draagt vaak ziekten of ziekteverwekkende micro-organismen met zich mee, bijvoorbeeld
in uitwerpselen.
Noem 5 tips om ongedierte te voorkomen.
Vraag 9
Bij een examenfeest te Spijkenisse werden tijdens de barbecue een aantal jongeren besmet met de
salmonellabacterie. Met als gevolg dat zij de volgende dag klachten hadden als misselijkheid,
overgeven, diarree, buikkrampen en koorts.
Wat zou de oorzaak geweest kunnen zijn? Licht je antwoord toe.
Interview studenten en instelling
De taken van de HZW-er tijdens de uitoefening van het beroep betreffende vak HU
1. Wat zijn de taken van deze doelgroep t.a.v.
 Het opruimen en schoonhouden van de verblijfsomgeving?
 Het verzorgen van textiel?
 Het bijdragen aan de zorg voor sfeervolle (woon)kamer(s)?
 Het ondersteunen van de zorgvrager(s) bij boodschappen?
2. Wat is hun taak bij het inspelen op behoeften en verwachtingen van de zorgvrager(s)?
3. Wat wordt verwacht t.a.v. hun kennis van relevante doelgroepen?
4. Welke kennis van moeten zij hebben van protocollen m.b.t.:
 Hygiëne
 Veiligheid
 ARBO
 Milieu
 Kwaliteitszorg
 Ergonomisch en kostenbewust werken
De taken van de VZ-er tijdens de uitoefening van het beroep betreffende vak HU
1. Wat zijn de taken van deze doelgroep t.a.v.
53




Het opruimen en schoonhouden van de /verblijfsomgeving?
Het verzorgen van textiel?
Het bijdragen aan de zorg voor sfeervolle (woon)kamer(s)?
Het ondersteunen van de zorgvrager(s) bij boodschappen?
2. Wat is hun taak bij het inspelen op behoeften en verwachtingen van de zorgvrager(s)?
3. Wat wordt verwacht t.a.v. hun kennis van relevante doelgroepen?
4. Welke kennis van moeten zij hebben van protocollen m.b.t.:
 Hygiëne
 Veiligheid
 ARBO
 Milieu
 Kwaliteitszorg
 Ergonomisch en kostenbewust werken.
Eisen HU voor opleiding HZW
A: kwalificatiedossier
54
55
B: Opleidingsplan periode 1
Opleidingsplan periode 3
56
C: handleidingen periode 1 en 3
periode 1
Week
nr.
1.
Leerlijn kennis
Introductie Huishouden &
wonen
Uitleggen van het boek, opbouw
lessen, regels van kooklokaal
enz.
Hoofdstuk 2
Basisbegrippen:
o Waarom schoonmaken:
hygiëne
o Veilig, ergonomisch, milieu –
en kostenbewust
schoonmaken
o Toets jezelf blz. 37
Leerlijn vaardigheden
Schoonmaakopdracht:
o Kennis maken met inhoud keuken,
voorraad.
o Lezen van schoonmaaketiketten
o Schoonmaak keuken: volgorde van
afwassen.
o Persoonlijke hygiëne
Voedingsopdracht:
o Pannenkoeken bakken en tafel
aankleding.
Huiswerk
voor de volgende les
Hulp bij huishouden en wonen:
Lezen H. 6 en H. 7
Maken Toets jezelf H. 6 en H. 7
Te gebruiken
opdrachten /
werkkaarten /sites
o
Werkkaart afwassen &
opdracht Hygiëne staan
als bijlage op HIP
(interne site Hoornbeeck
College)
o Ergonomisch werken:
http://www.wezooz.be/video
-huishouden/ergonomiekuisen-rugklachtenpoetshulp-dienstencheque
http://www.rugklacht.nl/qon
tex/online/iets_uit_een_laag
_kastje_pakken.asp (ook
geschikt om rugklachten te
voorkomen)
o
Gevarensymbolen
schoonmaakmiddelen
enz.:
http://5206.makemeweb.net
/sites/5206/files/public/conte
nt/spf_danger_picto_a4_v4_
nl1_0.pdf
57
2.
Aandachtspunten bij
wasverzorging
Hoofdstuk 6
Basisbegrippen:
o Grondstoffen van kleding en
linnengoed
o Veiligheid, ergonomie en
milieu bij verzorging textiel
o Toets jezelf blz. 90
Opslaan en sorteren van was
Hoofdstuk 7
Basisbegrippen:
o Opslaan van vuile was
o Was sorteren in thuissituatie
o Was sorteren in instelling
o Toets jezelf blz. 97
3.
Schoonmaak materiaal en
middelen
Hoofdstuk 3
Basisbegrippen:
o Schoonmaak materialen
o Schoonmaakmiddelen
o Schoonmaak middelen
bewaren en opruimen
o Toets jezelf blz. 47
Werkplanning opstellen a.d.h.v.
opdracht.
Hulp bij huishouden en wonen:
Lezen H. 3
Maken Toets jezelf H. 3
o
Format werkplanning
bijgevoegd
o
Schoonmaakopdracht:
o Schoonmaken van
deur/raam/kastje/koelkast/ enz.
o Handwas (voor leren lezen van
etiketten en gebruik van
wasmiddelen)
o Wasmachinewas & droger
Alle was symbolen (per
onderdeel
wasverzorging):
http://www.greenem.nl/info/
wassymbolen-enstrijksymbolen
o
voorkomen stinken
wasmachine:
https://www.youtube.com/w
atch?v=tgK9oMvNQOM
Voedingsopdracht:
o Kipsaté met afbakstokbroodje
Schoonmaakopdracht:
o Schoonmaken van
deur/raam/kastje/koelkast/ enz.
i.c.m. ergonomie
o Opruimen van middelen en
materialen
o Handwas / strijken / vouwen
o Wasmachinewas & droger
Hulp bij huishouden en wonen:
Lezen H. 4
Maken Toets jezelf H. 4
o
Symbolen veilig gebruik
schoonmaakproducten:
http://www.detic.be/content
.asp?langue_id=2&id=57
Voedingsopdracht:
o Groentesoep met soepballetjes en
huzarensalade
58
4.
Schoonmaken
Hoofdstuk 4
Basisbegrippen:
o Planning: richtlijnen goede
werkvolgorde
o Schoonmaak methoden
o Toets jezelf blz. 73
Schoonmaakopdracht:
o Strijken / vouwen
o Wasmachinewas & droger
o Schoonmaken van
deur/raam/kastje/koelkast/ enz.
i.c.m. werkvolgorde en methode
Hulp bij huishouden en wonen:
Lezen H. 8
Maken Toets jezelf H. 8
Voedingsopdracht:
o Tosti Hawaï
o Vruchtensalade
5.
6.
Juiste wasmiddel –en
programma kiezen
Hoofdstuk 8
Basisbegrippen:
o Wasmiddel kiezen
o Wasmiddel doseren
o Wasprogramma’s.
Schoonmaakopdracht:
o Strijken / vouwen
o Wasmachinewas & droger
Wassen
Hoofdstuk 9
Basisbegrippen:
o Machine was
o Handwas
o Luiers reinigen
o Vlekken verwijderen
o Besmet wasgoed
Schoonmaakopdracht:
o Vlekken verwijderen
o Wasmachinewas & droger
o Besmet wasgoed wassen: handwas
Hulp bij huishouden en wonen:
Lezen H. 9
Maken Toets jezelf H. 9
Voedingsopdracht:
o Broodje gezond
Fruithapje en flesvoeding (voor stage bij
baby’s)
o
Wasmiddel kiezen en
doseren:
http://passie.horeca.nl/video
/handmatigdoserenwasmidde
lCBR
Hulp bij huishouden en wonen:
Lezen H. 10
Maken Toets jezelf H. 10
Voedingsopdracht:
Bereiden diverse tussengerechten
(koffie/thee/choc. melk/smoothie)
59
7.
Drogen, strijken en opruimen
Hoofdstuk 10
Basisbegrippen:
o Was drogen
o Strijken
o Opslaan schone was
Schoonmaakopdracht:
Keuze student:
Wassen, strijken, vouwen of
schoonmaken
Hulp bij huishouden en wonen:
Lezen H. 14
Maken Toets jezelf H. 14
Voedingsopdracht:
o Zelfgemaakte hamburger
o Gemengde sla met garnituur
Sfeer aan tafel
Hoofdstuk 14
Basisbegrippen:
o Tafel dekken;
 warme maaltijd
 broodmaaltijd
 feestmaaltijd
o voorbereiden en serveren
warme maaltijd
Schoonmaakopdracht:
Keuze student:
Wassen, strijken, vouwen of
schoonmaken
9.
Oefentoets theorie
Oefen theorietoets van
behandelde hoofdstukken
Oefentoets praktijk:
o Schoonmaken leefomgeving
o Wasverzorging
10.
TOETSWEEK
Theorietoets van behandelde
hoofdstukken
8.
o Hoe dek je tafel:
http://www.ah.nl/allerhande
/video/R-V2113897/hoe-dekje-echt-een-tafel
Voedingsopdracht:
o Filetlapje met jus/ saus
o Sperzieboon
o Gekookte aardappelen
Praktijktoets:
o Schoonmaken
o Wasverzorging (wassen / drogen /
strijken / vouwen)
60
periode 3
Week nr.
Leerlijn kennis
Leerlijn vaardigheden
1.
Uitleg opzet van dit blok.
Doornemen les en werkboek.
Praktijk:
Heldere groentesoep
Gebakken kipfilet met jus / saus
Sperziebonen
Gekookte aardappelen
Vanille vla met appel / kaneel
Opstellen werkplanning voor het menu van
vandaag.
Huiswerk
voor de volgende les
Hulp bij huishoud en wonen:
H 11: Blz. 139 / 143 tot regulerende stoffen.
Werkboek:
Toets je zelf blz.: 503.
Blz. 500 / 502.
Praktijkles volgende week:
Zie week 2 praktijk opdracht.
Maak een werkplanning!!
2.
De samenstelling van voeding H 11.
Voeding, Voedingsstoffen, Vetten,
Koolhydraten, Eiwit en Water.
Praktijk:
Nasi schotel
Gebakken ei
Saté
Atjar
Kroepoek
Hulp bij huishoud en wonen:
H 11: Blz. 143 regulerende stoffen tot en met 148.
Internet:
http://www.voedingscentrum.nl/nl/schijf-vanvijf/schijf.aspx
De schijf van 5 voor jou (opdracht maken, wat heb
jij ontdekt of geleerd na het doen van deze
opdracht)
Praktijkles volgende week:
Zie week 3 praktijk opdracht.
Maak een werkplanning!!
3.
De samenstelling van voeding H 11.
Regulerende stoffen, Gezonde voeding de
schijf van vijf, De regels rond gezonde
Praktijk:
Macaroni ovenschotel
Sla soorten met garnituur
Hulp bij huishoud en wonen:
H 18: Blz. 208 / 218.
Werkboek:
61
voeding.
saus / dressing
Chocolade vla met slagroom (de vla zelf
koken)
Toets je zelf blz.: 600.
Blz. 577 / 580 tot vaardigheid.
Praktijkles volgende week:
Zie week 4 praktijk opdracht .
Maak een werkplanning!!
4.
Voeding in verschillende levensfasen H 18.
Voeding van jong tot oud…….
Praktijk:
Flesvoeding bereiden en uitkoken van de
fles
Fruithapje bereiden en serveren
Babyvoeding bereiden met behulp van een
staafmixer
Hulp bij huishoud en wonen:
H 12: Blz. 149 / 156.
Werkboek:
Toets je zelf blz.: 514.
Blz. 504 / 507 tot vaardigheid Boodschappen …
Praktijkles volgende week:
Zie week 5 praktijk opdracht, stel een
boodschappenlijstje samen.
Maak een werkplanning!!
5.
Levensmiddelen kopen en bewaren H 12.
Boodschappen doen, Info op verpakking,
Additieven, Houdbaarheid, Kwaliteit.
Opstellen boodschappenlijstje
Wel of niet kopen van producten op
uiterlijk
Hulp bij huishoud en wonen:
H13: Blz.158 / 165.
Praktijk:
Bakken boterkoek (evt. met noten)
Bakken appelflappen
Bereiden verse jus de orange
Werkboek:
Toets je zelf blz. 525.
Blz. 515 tot en met 519.
(thuis de voorraadkast beheren).
Praktijkles volgende week:
Zie week 6 praktijk opdracht.
Maak een werkplanning!!
62
6.
Voorkom dat je ziek wordt van …..H13.
Als je ziek wordt van het eten….,voedsel
bederf en ongedierte, micro organismen.
Voedsel infectie en voedselvergiftiging,
bewaren van levensmiddelen in b.v. koelkast
/ vriezer etc.
www.youtube.com/watch?v=GTz8cYqP16k Hulp bij huishoud en wonen:
www.youtube.com/watch?v=6SITiyCwfF4 H 17: Blz.198 / 200 tot voeding bij moslims.
www.voedingscentrum.nl
(www is ter informatie er is nog meer)
Werkboek:
Toets je zelf blz. 576.
Praktijk:
Blz. 572.
Mexicaanse groente soep met avocado en Praktijkles volgende week:
limoen
Zie week 7 praktijk opdracht.
Chili con carne met stokbrood
Maak een werkplanning!!
Veldsla met radijs, paprika en
Sla dressing
Kaneel ijs met honing en walnoten
slagroom en kaneel
7.
Voedingsgewoonten H17
Voedingspatroon, Het Nederlandse
voedingspatroon.
Praktijk:
Filet lapje met pepersaus
Witlof ham kaas uit de oven
Gebakken aardappel
Yoghurt met fruit en muesli
Voedingsgewoonten H17
Voeding van moslims en hindoestanen,
Ecologische voeding, Vegetarische voeding.
Praktijk:
Gebonden Kerriesoep
Gebakken Kaasplak
Rauwkost salade met saus /dressing
Gebakken krielaardappelen
8.
Hulp bij huishoud en wonen:
H 17: Blz. 200 / 206.
Hulp bij huishoud en wonen:
Werkboek:
Blz. 573 / 575.
Praktijkles volgende week:
Zie week 8 praktijk opdracht.
Maak een werkplanning!!
Praktijkles volgende week:
Zie week 9 praktijk opdracht.
Maak een werkplanning!!
63
9.
10
Voeding bij ouderen specifiek diëten
Wanneer spreek je over een dieet, wie
schrijft een dieet voor….
Welke afkortingen kennen de diëten.
In grote lijnen de diëten uitleggen en de
diëten koppelen aan ziektebeeld….
Praktijk:
Biefstuk met gebakken ui en champignons
Jus / Saus
Bloemkool met saus
Aardappelen / Rijst naar keuze
Dame blanche met slagroom
Uitloop en toetsweek
64
Eisen HU voor opleiding VZ
A: kwalificatiedossier
65
66
67
B: Opleidingsplan VZ
68
C: handleiding periode 1
S
De student is in staat om huishoudelijke vaardigheden verantwoord en adequaat uit te
voeren.
M
De student laat zien dat;
 Zij kennis heeft van hygiëne, veiligheid, ARBO, milieu, ergonomisch- en kosten
bewust werken.
 Zij kan werken volgens een werkplanning
 Zij de zorg kan dragen over onderhoud en schoonmaak van de woning, kennis heeft
over voeding en het bereiden ervan, zorg kan dragen over de wasverzorging.
A
Tijdens de lessen worden er theorie- en praktijk gegeven.
R
Als VZ-er gaan studenten werken in verschillende zorgomgevingen. Ze moeten daarbij
huishoudelijke hulp bieden aan zorgvragers.
T
Huishouden en wonen wordt gegeven in 3 aaneen gesloten uren. In week 10 is er een
schriftelijke toets en een praktijktoets van wasverzorging.
Vragenlijst docenten team HZW
1. Welke 3 belangrijkste competenties of eigenschappen heeft een docent die excellent is in het
lesgeven aan studenten die onderwijs volgen op mbo niveau 2?
2. Wat zijn de 3 voornaamste verschillen tussen studenten van niveau 2 en niveau 3?
3. A. Welke werkvormen zijn het meest geschikt voor studenten van niveau 2?
B. Kun je dat toelichten?
4. Hoe maken de studenten van niveau 2 zich leerstof eigen?
5. A. Welke student kenmerken zijn van invloed op het wel of niet kunnen bereiken van de
(les)doelstellingen?
B. Welke andere factoren spelen een rol in het wel of niet bereiken van de doelstellingen?
69
Vragenlijst HZW studenten
1. Als jij de meest ideale docent zou mogen omschrijven van wie jij les zou willen krijgen, hoe ziet
zo’n docent er volgens jou uit?
2. Wat moet zo’n docent in het lesgeven doen of juist niet doen?
3. Kun jij een docent in gedachte nemen waarvan je les krijgt die jij een topdocent vindt?
4. Waarom is deze docent een topper en wat doet hij of zij dan?
5. Kun je iets van deze docent noemen waarom je deze docent een topper vindt?
Interview m.b.v. vragenlijst n.a.v. presentatie beroepsproduct
De alternatieve lessenserie is ontworpen voor het vak HU voor studenten die met een HZW diploma
ingestroomd zijn bij de opleiding VZ. De leerstof van dit vak is in de eerste periode bij de VZ gelijk
aan de stof die de HZW studenten aangeboden krijgen.
De bedoeling is om te beoordelen of de lessenserie voldoet aan de eisen vanuit de opdrachtgever,
het Hoornbeeck College te Kampen. Daarnaast of het product, voordat het uitgetest wordt,
bijgesteld moet worden.
1. Voldoet het product aan de ontwerpeisen van de opdrachtgever?
a. Bevat het een lessenserie van 9 weken?
b. Is de aangebrachte verdieping betekenisvol voor de HZW instromers bij de VZ?
c. Wordt er aandacht besteed aan de richtlijnen van de HACCP?
d. Is er organisatorisch rekening gehouden met de eis dat er bij de praktijkles minimaal
een instructeur aanwezig moet zijn?
2. Passen de leervragen bij de ontwerpeisen van vraag 1a en 1b van de opdrachtgever?
3. Zijn de leervragen éénduidig geformuleerd?
4. Is de lessenserie vakdidactisch en vakinhoudelijk van voldoende kwaliteit?
5. Is het product bruikbaar in de dagelijkse praktijk van de school?
Evaluatie na uitvoering door studenten
Evaluatie
A. Hoe vond je de opdracht van HACCP?
a. Wat heb je geleerd?
b. Schrijf 1 top op.
c. Schrijf 1 tip op.
70
B. Hoe vond je de opdracht van kleinschalig wonen?
a. Wat heb je geleerd?
b. Schrijf 1 top op.
c. Schrijf tip op.
C. Hoe vond je de opdracht van het toepassen van kleinschalig wonen d.m.v. een
kookopdracht?
a. Wat heb je geleerd?
b. Schrijf 1 top op.
c. Schrijf 1 tip op.
D. Heb je verdere aanvullingen of opmerkingen over deze lessen?
Hartelijk dank voor het invullen!
71
Literatuurlijst
Algemene voorzorgsmaatregelen Persoonlijke hygiëne. (2014). Opgeroepen op juli 2015, van
www.rivm.n:
http://www.rivm.nl/dsresource?objectid=rivmp:264922&type=org&disposition=inline&ns_n
c=1.
Arends, L., Post, J., & Ras, J. (2015, juni). Helpenden Zorg & Welzijn. (F. Kempen, Interviewer)
Beoordelingshandleiding voor resultaatgespecificeerde schoonmaak. (2012, maart). Opgeroepen op
juni 2015, van www.vsr-org.n: http://www.vsrorg.nl/images/Beoordelingshandleiding_aanvulling.pdf
Berben, M., & Teeseling, M. v. (2014). Differentiëren is te leren. Amersfoort: CPS.
Bruggink, M., & Harinck, F. (2012, september). Tijdschrift voor lerarenopleiders. Opgeroepen op april
2015, van www.psy.vu.nl: http://www.psy.vu.nl/nl/Images/Artikel_BrugginkHarinck_Onderzoekende_houding_tcm108-325496.pdf
De Nederlandse Zorg Site: Helpende Zorg en Welzijn. (2015). Opgeroepen op juli 2015, van
www.zorgen.nl: http://zorgen.nl/zorgverlener/helpende-zorg-en-welzijn/
Donk, C. v., & Lanen, B. v. (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Uitgeverij Coutinho.
Eck, E. v., & Glaudé, M. (2012).
http://www.kortlopendonderzoek.nl/organisatie_pdf/PO97_Lesgeven_aan_leerlingen_op_m
bo-niveau_1_en_2.pdf. Opgeroepen op november 2015, van www.kortlopendonderzoek.nl.
Groenenberg, R., & Hermanussen, J. (2012, juni).
http://www.ecbo.nl//downloads/publicaties/ecbo.12131%20Docent%20in%20mbo%20niveau%201%20of%202.%20Een%20vak%20apart.pdf.
Opgeroepen op november 2015, van Docent in mbo niveau 1 of 2, een vak apart.
HACCP Hygiënecodes per sector. (2015). Opgeroepen op juli 2015 , van www.nvwa.nl:
https://www.nvwa.nl/onderwerpen/regels-voor-ondernemersdier/dossier/haccp/hygienecodes-per-sector
Het werkveld van de Helpende . (sd). Opgeroepen op juli 2015, van www.assortiment.bsl.nl:
http://assortiment.bsl.nl/files/e09ae782-c900-4ad0-98ab710e2ab80689/9789031388462proefhoofdstuk.pdf
http://www.ducaju.be/nl/wat-is-gmp-119.htm. (sd). Opgeroepen op maart 2015, van
www.ducaju.be.
https://sorg.sharepoint.com/teams/hc-sectoren1/sgz/_layouts/15/start.aspx#/SitePages/Introductiepagina.aspx?RootFolder=%2Fteams%2Fhcsectoren1%2Fsgz%2FOnderwijs%20en%20examenregelingen%20Gezondheidszorg%2FVerzorgende%20IG&F
72
olderCTID=0x012000653B821A0AFC. (2015, juli). Opgeroepen op november 2015, van
Hoornbeeck Informatie Portaal.
https://sorg.sharepoint.com/teams/hc-sectoren1/sgz/_layouts/15/WopiFrame.aspx?sourcedoc={38E674DB-9187-4DD6-A160F60A3C959D19}&file=Docenthandleiding%20Doelgroepen%20BOL-BBL%20cohort%2020152018%20periode%201.doc&action=default. (2015, juli). Opgeroepen op november 2015, van
Hoornbeeck Informatie Portaal.
https://sorg.sharepoint.com/teams/hc-sectoren1/sgz/Gedeelde%20%20documenten/Verzorgende%20IG/cohort%2020152018/Periode%201/Opleidingsplan%20per%201%20BOL%20cohort%202015-2018.pdf. (2015,
juli). Opgeroepen op november 2015, van Hoornbeeck Informatie Portaal.
https://www.meandermc.nl/wps/portal/patientenportaal/dit-ismeander/!ut/p/a1/hY_LDoIwEEW_xQVbOgrUxl0RlRYNMfiAbgwkWDWVGkT5fZGwMVGc3Uz
Oyb2DBIqRKNLnWabVWRepeu8CHxjYI0Yj4KEXuUCBRMxZs6HtWA2QNAD8GAqtz4eY-K3vBjodI7HMy8YwQZ3fg_wJ3-PRIuEoUf8IAC-WM0psB1f0p3LgIS4A3. (2014). Opgeroepen op
februari 2015, van www.meandermc.nl.
Kempen, G., Rossum, E., Verbeek, H., & Zwakhalen, S. (2011, januari). http://www.modernedementiezorg.nl/uploads/Effecten%20van%20kleinschalig%20wonen%20voor%20ouderen%2
0met%20dementie.pdf. Opgeroepen op december 2015, van www.modernedementiezorg.nl.
Landelijke Kwalificatiedossiers MBO Verzorgende-IG. (2012). Opgeroepen op december 2015, van
www.kwalificaties.s-bb.nl.
Landelijke Kwalificaties MBO Helpende Zorg & Welzijn. (2014). Opgeroepen op juli 2015, van
www.calibris.nl: http://www.calibris.nl/Onderwijsdocumenten/Kwalificatiedossiers/KD-s2014-2015/Kwalificatiedossier-Helpende-Zorg-Welzijn
Marzano, R., & Miedema, W. (2011). Leren in 5 dimensies. Assen: Gorcum.
NVWA. (2015, maart 9). Opgehaald van HACCP: http://www.vwa.nl/onderwerpen/regels-voorondernemers-dier/dossier/haccp/hygienecodes-per-sector
NVWA. (2015, maart 9). Opgehaald van HACCP: http://www.nvwa.nl/onderwerpen/regels-voorondernemers-eten-en-drinken/dossier/haccp/7-basisprincipes-van-haccp
Poortman, C., & Visser, K. (2009, oktober). http://www.ecbo.nl/3_1177_Leren-door-werk_-de-matchtussen-deelnemer-en-werkplek.aspx. Opgeroepen op november 2015, van www.ecbo.nl.
Slooter, M. (2009). De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS Onderwijsontwikkeling en Advies.
Snijders, H. (2015, juli 2). Teammanager Medisch Centrum Utrecht. (F. v. Kempen, Interviewer)
Teitler, P. (2013). Lessen in orde. Bussum: Couthino.
73
Traject Z&W docenthandleiding. (sd). Opgeroepen op juni 2015, van www.thiememeulenhoff.nl:
https://www.thiememeulenhoff.nl/mbo/zorg-en-welzijn/helpende-zorg-en-welzijn/trajecthelpende/voor-de-docent/docentondersteuning/docentondersteunend-materiaal
Ziekenhuizen Linnengoed. (2014, maart). Opgeroepen op juli 2015, van www.rivm.nl:
http://www.rivm.nl/dsresource?objectid=rivmp:46577&type=org&disposition=inline&ns_nc
=1
Zwart, D. A. (2004). Facility Management. Doetinchem: Reed Business Information bv.
74
Download