Concept Verslag vergadering commissie voor

advertisement
Verslag vergadering commissie voor de Rekeningen op 25 maart 2008 van 19.00 tot
19.50
Aanwezig:
de heren Theeuwen (voorzitter, SP), van Egdom (GroenLinks), Iken (PvdA),
van der Werf (voorzitter Rekenkamercommissie), Langelaar en Vergeer (leden
Rekenkamercommissie) en mevrouw Ritzema (commissiegriffier en verslag)
1. Opening vergadering
De voorzitter opent de vergadering en verwelkomt de leden van de rekenkamercommissie.
Hij meldt dat de heer Hermans afwezig is in verband met werkzaamheden elders. Van de
heer Sloos is geen bericht van afwezigheid ontvangen. Er is geen agenda verspreid. Het
doel van de vergadering is de bespreking van het jaarplan en jaarverslag van de
rekenkamercommissie. Ook zullen de uitkomsten van de bespreking in de commissie van de
evaluatie rekenkamercommissie aan de orde komen.
2. Gesprek met leden rekenkamercommissie
De voorzitter meldt dat de commissie van de rekeningen na afloop van de bespreking van de
concept-evaluatie met de rekenkamercommissie in de vorige vergadering de voorlopige
aanbevelingen heeft besproken. Dit heeft geleid tot een aantal aanpassingen:
 aan aanbeveling 2 is een passage toegevoegd over een schema van aftreden
 aanbeveling 3 is gewijzigd in de zin dat er een aantal overlegmomenten
worden voorgesteld na overleg met de rekenkamercommissie, waarvan er
een is dat bij de start van een nieuw onderzoek de rekenkamercommissie dit
toelicht in de raadscommissie die erover gaat.
 aanbeveling 5 is aangepast in de zin dat de rekenkamercommissie wordt
verzocht het reglement van orde in overeenstemming te brengen met de
verordening
 aanbeveling 6 is aangepast in de zin dat de raad wordt geadviseerd besluit in
overleg te treden met de rekenkamercommissie over de hoogte van het
budget. Dit bezien in het licht van de wens van de raad om in de toekomst zelf
onderzoeken uit te voeren.
De heer van Egdom geeft aan dat de commissie voor de rekeningen zijn vraagtekens heeft
bij een periodiek gesprek met de fractievoorzitters. In Leiden komen deze weinig tot niet
bijeen. Hij vraagt waarom de rekenkamercommissie dit heeft voorgesteld. De heer van der
Werf geeft aan dat de rekenkamercommissie graag een bredere, meer politieke
gedachtewisseling willen. Het doel van een eventueel gesprek met de fractievoorzitters is op
een andere manier input te krijgen vanuit de raad. De heer Vergeer vult aan dat de
commissie voor de Rekeningen vooral over de financiën gaat en zij hebben behoefte aan
meer politieke discussie. In Den Haag gebeurt dit door een periodiek gesprek met de
fractievoorzitters.
De heer Iken geeft als suggestie mee om periodiek langs alle fracties te gaan. Op
maandagavond vergaderen deze bijna allemaal tegelijkertijd in het Huis van de Raad. De
andere leden van de commissie ondersteunen deze suggestie.
De heer van der Werf stelt voor bij de start van de `nieuwe’ commissie, dit najaar een ronde
langs de fracties te houden.
Over de aanbeveling om het reglement van orde in lijn te brengen met de verordening stelt
de heer Vergeer voor de verordening aan te passen en de formulering vanuit het reglement
op te nemen in de verordening, dus uitgebreidere ondersteuning dat alleen de
secretarisfunctie.
De heer Iken geeft aan dat in het verleden de commissie voor de rekeningen meerdere en
kleinere onderzoeken heeft gedaan. Hij is voorstander om dit opnieuw te laten doen, om op
deze wijze het gat te vullen tussen de onafhankelijke positie van de rekenkamer en de
mogelijkheid tot raadsonderzoek door de raad. Hij heeft een gemengde commissie
overwogen, dus ook raadsleden in de rekenkamercommissie, maar uit de evaluatie is
gebleken dat daar geen meerderheid voor is in Leiden.
De heer van der Werf vindt dat de aanbeveling om de commissie voor de rekening zelf
onderzoek te laten doen los staat van de wens van de rekenkamercommissie tot uitbreiding
om op die manier de ambitie om twee onderzoeken per jaar te realiseren mogelijk te maken.
De heer Vergeer vindt het geen goed idee deze twee onderzoeksvormen door elkaar te laten
lopen. Hij is van mening dat de raad niet over de ondersteuning van de
rekenkamercommissie gaat, zolang het binnen het bestaande budget past.
De heer van Egdom zegt dat de rekenkamercommissie hiermee wel een voorschot neemt op
de toekomst, want dit betekent dat er op termijn meer geld nodig is.
De heer Vergeer geeft aan dat onderzoek door de raad niet hetzelfde is als
rekenkameronderzoek. Dit laatste richt zich vooral op de doelmatigheid en doeltreffendheid,
waarbij ook de raad onderwerp van onderzoek kan zijn. De burger kan niet buiten
beschouwing gelaten worden, die hecht aan de rekenkamer om zijn onafhankelijkheid.
De heer van Egdom vindt dit een raar argument voor budgetverhoging omdat de
rekenkamercommissie de afgelopen jaren het budget niet heeft opgemaakt.
De heer van der Werf geeft aan dat het niet de bedoeling is een voorschot te nemen op de
toekomst. In het jaarplan 2008 begroot de rekenkamercommissie een budget van € 120.000.
Tot en met 2011 kan de aanvulling van het budget tot € 120.000 worden gefinancierd uit de
huidige reserve. Hij stelt voor om in 2011 een nieuwe evaluatie te houden en dan te bezien
of de doelstellingen en ambities waar gemaakt zijn. Hij wil laten zien wat meer inzet
oplevert. De commissie is van plan ook kleinere onderzoeken uit te voeren en heeft de
intentie om de ambities waar te maken.
De heer Iken vindt dat het geen discussie is over geld. In de vorige periode kostte de
onderzoeken van de commissie voor de rekeningen nauwelijks extra. Hij wil graag de
controlerende functie van de raad versterken.
De heer Langelaar voert aan dat de raad vanzelfsprekend altijd het budgetrecht heeft en dat
via die kant, zij het indirect, er dus ook invloed is een eventuele uitbreiding van de
ondersteuning.
De heer van de Werf zegt dat de rekenkamercommissie vanaf het begin zowel ondersteund
is in secretariële zin als in onderzoekstechnische zin en hij stelt voor de verordening
overeenkomstig aan te passen. Op dit moment levert de griffie geen ondersteuning.
Hij vindt het problematisch als de commissie voor de rekeningen een aanbeveling gaat doen
over al dan niet uitbreiding van de ondersteuning.
De heer Iken geeft aan dat de griffier over de ondersteuning gaat.
Mevrouw Ritzema meldt dat de huidige secretaris met zwangerschapsverlof gaat en dat er
niet geworven wordt voor een nieuwe secretaris voordat de uitkomsten van de evaluatie zijn
afgerond. Er is tijdelijke inhuur van een secretaris geregeld.
De heer van Egdom zegt dat in de aanbeveling alleen gesproken wordt over een gesprek
over de omvang van het budget, niet over de ondersteuning.
De heer Vergeer is van mening dat de rekenkamercommissie over de invulling van de
ondersteuning gaat en niet de griffier.
De heer van Egdom zegt dat het personeelsbeleid de verantwoordelijkheid is van de griffier,
binnen de randvoorwaarden die de raad heeft gesteld.
De heer van de Werf zegt dat de stijging van de begroting 2008 vooral komt door een hoger
geraamd budget voor inhuur en dat hij wil afspreken dat de rekenkamer de komende periode
niet over het begrote budget heen kan gaan.
Mevrouw Ritzema geeft aan dat de rekenkamercommissie überhaupt niet over het budget
heen kan gaan, zonder goedkeuring van de raad.
De heer Langelaar onderstreept het budgetrecht van de raad en is van mening dat de
voorgenomen onttrekking aan de reserve door de raad zal moeten worden geregeld.
De heer Vergeer zegt dat hij bezwaren heeft tegen de koppeling in de aanbeveling over de
hoogte van het budget en de wens van de raad om zelf onderzoek te doen.
De heer van der Werf geeft hierna een korte toelichting op het jaarplan 2008. Het is de
bedoeling om op 15 april aanstaande in de commissie Werk en Financiën het rapport over
de schuldhulpverlening toe te lichten. Daarnaast is een follow-up onderzoek gestart naar
onderwijshuisvesting en wordt een onderzoek naar grote nota’s voorbereid.
De heer Iken zegt dat uit de evaluatie blijkt dat de bekendheid van de rekenkamercommissie
niet zo groot is en hij mist specifieke acties in het jaarplan hierover.
De heer van der Werf zegt dat in de stadsenquête een aantal vragen worden opgenomen en
dat daarbij ook de mogelijkheid wordt gegeven suggesties voor onderzoek te doen. Ook zal
dit najaar opnieuw een artikel verschijnen in de stadskrant over de rekenkamercommissi3.
De heer Vergeer zegt dat de rekenkamercommissie van plan is om met een planning over
meerjaren te gaan werken, zodat voor de raad inzichtelijk kan worden gemaakt welke
onderwerpen aan bod gaan komen.
De heer Theeuwen zegt dat er een inventarisatie is gemaakt bij de verschillende fracties
over mogelijke onderzoeksonderwerpen. Genoemd zijn reïntegratie, declaratieregeling,
armoedebeleid, verkoop Haarlemmertrekvaart voor 1 euro, financiën rond ontwikkelingen
Trekvaartplein.
De heer van der Werf zegt dat in de ronde langs de fracties dit najaar ook besproken kan
worden over een nadere duiding van de onderwerpen.
De heer Langelaar zegt dat de rekenkamers in Nederland vaak dezelfde soort onderzoeken
doen, zoals grondbedrijf en inhuur derden. Het blijkt dat de vraag “zijn de kaders wel
voldoende gesteld?” vaak centraal staat. Veel rekenkameronderzoek richt zich op uitvoering
van beleid, terwijl er eigenlijk gekeken moet worden of er bereikt is wat er bedoeld was.
De heer Theeuwen bedankt de leden van de rekenkamercommissie en sluit de vergadering
Ongewijzigd vastgesteld in de vergadering van 19 mei 2008
Download