Het nieuwe arbeidsrecht in de praktijk: Hoe oordeelt de rechter? In 2015 is de Wet werk en zekerheid in werking getreden, waardoor het Nederlandse arbeidsrecht drastisch is gewijzigd. Hoe pakt het nieuwe arbeidsrecht uit in de praktijk? In deze nieuwsflits praat Russell Advocaten u bij over hoe de rechter over de verschillende aspecten van het nieuwe arbeidsrecht oordeelt. ** Over de auteur: Jan Dop staat als advocaat nationale en internationale bedrijven bij in alle facetten van hun dagelijkse bedrijfsvoering. Hij is gespecialiseerd in ondernemingsrecht en arbeidsrecht. Ontbindingsverzoeken vaker afgewezen Uit de diverse uitspraken die inmiddels gedaan zijn onder de Wet werk en zekerheid, volgt een duidelijke trend waarbij verzoeken tot ontbinding veel vaker worden afgewezen. Dit betreft met name verzoeken op basis van disfunctioneren van de werknemer, waarbij geoordeeld wordt dat de werkgever onvoldoende duidelijk heeft gemaakt dat sprake is van disfunctioneren, of onvoldoende heeft gedaan om de werknemer te helpen beter te functioneren. Hieruit blijkt hoe belangrijk het is dat de werkgever het personeelsdossier goed op orde heeft voordat aan een juridische procedure wordt begonnen. Is het dossier niet op orde, dan volgt zeer waarschijnlijk een afwijzing van het ontbindingsverzoek. Dit heeft ook gevolgen voor de kosten van het ontslag. Als alternatief voor de ontbinding kan worden gekozen voor beëindiging via een vaststellingsovereenkomst met vergoeding voor de werknemer. De werknemer zal dan immers een aanzienlijk hogere vergoeding willen ontvangen dan de transitievergoeding, die bij een goed dossier verschuldigd zou zijn. Aanzeggen via Whatsappbericht Uiterlijk 1 maand voor afloop van een tijdelijke arbeidsovereenkomst met een duur van 6 maanden of langer moet de werknemer geïnformeerd worden over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Deze aanzegging moet schriftelijk gedaan worden. De rechtbank Amsterdam oordeelde dat ook door het versturen van een Whatsappbericht kan zijn voldaan aan de aanzegverplichting, als de werknemer op dit bericht gereageerd heeft zodat duidelijk is dat het bericht door de werknemer is ontvangen. Omdat het aan de werkgever is om te bewijzen dat de werknemer de aanzegging heeft ontvangen, is het echter aan te raden om de aanzegging door de werknemer voor gezien te laten ondertekenen of de aanzegging per aangetekende post te versturen. Toch recht op transitievergoeding bij ontslag wegens ernstig verwijtbaar handelen Iedere werknemer wiens arbeidsovereenkomst 2 jaar of langer heeft geduurd en op initiatief van de werkgever wordt beëindigd, heeft in principe recht op een transitievergoeding. Het recht op een transitievergoeding vervalt indien er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. De rechter heeft echter een mogelijkheid om ook bij ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer een transitievergoeding toe te kennen, indien het niet toekennen van een vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt in een zaak van een docent op een middelbare school die antwoorden van een toets aan één van zijn leerlingen verstrekte. Dit leverde volgens de rechter een ontslag wegens ernstig verwijtbaar handelen op. Toch heeft de rechter de docent een transitievergoeding toegekend. De docent was al bijna tien jaar werkzaam bij de school en zou onevenredig zwaar worden gestraft voor één misstap wanneer hij geen vergoeding zou krijgen. Werkgever niet verplicht om werknemer te wijzen op mogelijk recht op transitievergoeding De rechtbank Midden-Nederland heeft bepaald dat er geen algemene mededelingsplicht is voor de werkgever om de werknemer bij onderhandelingen over een beëindiging wederzijds goedvinden te informeren over een mogelijk recht op een transitievergoeding. Iedere werknemer heeft na een beëindiging met wederzijds goedvinden 14 dagen bedenktijd. Dit is voldoende tijd om inlichtingen in te winnen over de rechten en plichten bij een beëindiging van de arbeidsovereenkomst, bijvoorbeeld bij een advocaat. Hoogte van billijke vergoeding Een billijke vergoeding kan worden toegekend indien sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. Welke factoren en waarom bepalend zijn voor de hoogte van de billijke vergoeding is (nog) onduidelijk. Zo kende de rechtbank Limburg een billijke vergoeding van EUR 5.000 toe aan een werknemer die zonder geldige reden op staande voet was ontslagen. De hoogte van de vergoeding sloot volgens de rechter aan bij “de uitzonderlijke omstandigheden van het geval” en hield rekening met de financiële situatie van de werkgever. De rechtbank Oost-Brabant kende een werknemer wiens arbeidsovereenkomst op eigen verzoek werd ontbonden wegens ernstig verwijtbaar handelen door de werkgever een billijke vergoeding toe die gelijk was aan de hoogte van de transitievoeding. Deze werknemer ontving dus in totaal een bedrag van twee keer de transitievergoeding van ruim EUR 30.000. In een latere uitspraak baseerde de rechtbank Oost-Brabant de hoogte van de billijke vergoeding op het verschil tussen het laatstgenoten salaris van de werknemer en de hoogte van de WW-uitkering voor een periode van 6 maanden (naar verwachting zal de werknemer binnen deze periode een nieuwe baan hebben gevonden). Er werd een billijke vergoeding van EUR 10.000,- toegekend. In stand houden van een slapende arbeidsovereenkomst ernstig verwijtbaar? Ook de arbeidsongeschikte werknemer wiens arbeidsovereenkomst na 2 jaar arbeidsongeschiktheid wordt beëindigd op initiatief van de werkgever heeft in principe recht op een transitievergoeding. De rechtbank Midden-Nederland oordeelde over de vraag of het in stand houden van een slapende arbeidsovereenkomst met een werknemer die langer dan 2 jaar arbeidsongeschikt was om zo de transitievergoeding te ontwijken valt aan te merken als ernstig verwijtbaar handelen van werkgever. In deze zaak verzocht de werknemer de rechter zelf om ontbinding van de arbeidsovereenkomst en toekenning van de transitievergoeding en een billijke vergoeding. De werknemer ontving inmiddels geen loon meer. Volgens de werknemer wilde de werkgever de arbeidsovereenkomst niet beëindigen om zo de transitievergoeding te ontwijken. De werkgever ontkende dit. De rechtbank Midden-Nederland oordeelde dat indien de arbeidsovereenkomst slapend werd gehouden enkel en alleen om de transitievergoeding te kunnen ontwijken, dit weliswaar als onfatsoenlijk moet worden beschouwd, maar dat dit nog geen ernstig verwijtbaar handelen oplevert. De rechtbank ontbindt de arbeidsovereenkomst, maar kent noch een transitievergoeding noch een billijke vergoeding toe. Actie Houd dossiers over het (dis)functioneren van werknemers goed bij. Zorg voor bewijs van de verplichte aanzegging bij tijdelijke contracten. Meer informatie Wilt u meer weten over hoe het nieuwe arbeidsrecht in de praktijk werkt? Of heeft u andere vragen over het aannemen en ontslaan van personeel? Dan kunt u contact opnemen met: mr. Jan Dop ([email protected]).