ANTIMATERIE - Big Bang kaartspel 2 Auteur: Frans van Liempt, 2008 ([email protected]) In dit tweede spel laat je zoveel mogelijk materie en antimaterie verdwijnen en weer ontstaan. Het vormen van hadronen uit spel 1 blijft gehandhaafd. Voor een PET-scan in het ziekenhuis worden elektronen en hun antideeltjes –positronen – gebruikt. En door kosmische straling ontstaan in de atmofeer antimuonen. Maar verder komen we antimaterie nauwelijks tegen. In het begin van het univesrum was er echter evenveel materie als antimaterie. Door de extreem hoge temperatuur kwamen toen paren van alle leptonen en quarks met hun antideeltjes voor. Al die paren ontstaan en verdwijnen ook in het kaartspel. Een deeltje en z’n antideeltje verdwijnen als ze op elkaar botsen. Dit proces heet annihilatie. Ze vormen dan een energiebel met een foton. Uit dit foton ontstaat vrijwel onmiddelijk een nieuw paar van een deeltje en antideeltje. Dit proces heet creatie. Het soort deeltjes in het nieuwe paar is vaak anders dan in het oude paar. Tenzij extra energie wordt toegevoerd, zoals dit in botsingsmachines van CERN en Fermilab gebeurt. In het spel zitten hiervoor drie botsingskaarten. Materie en antimaterie creeren of laten verdwijnen Van materie en antimaterie spreek je alleen bij elektrisch geladen deeltjes. Twee deeltjes zijn van elkaar het antideeltje, als ze identiek zijn maar de tegengestelde elektrische lading hebben. Bij quarks is bovendien de kleurlading tegengesteld. Dat ze identiek zijn, betekent ook dat ze tot dezelfde generatie horen. In het spel zitten kaarten voor alle elementaire deeltjes, quarks en leptonen, en voor fotonen. Hieronder staat het overzicht van de leptonen. Omdat fotonen alleen werken op elektrisch geladen deeltjes, nemen neutrino’s niet aan de creatie of de annihilatie met fotonen deel. -1e 0 +1e e-νe e Generatie I elektron elektronneutrino positron 0 νe anti-elektronneutrino μνμ μ ν Generatie II muon muonneutrino anti-muon τ ντ anti-muonneutrino ν τ Generatie III tauon tauneutrino anti-tau anti-tauneutrino Pas de samenstelling van de set kaarten aan. Het spel bevat 71 kaarten, met de volgende verdeling: 36 kaarten voor (anti)quarks. Een voor elke (anti)quark in 3 kleuren. Verwijder hiertoe uit spel 1 ‘HADRONEN’ de kaarten met een grijze stip. 24 kaarten voor (anti)leptonen. Voor elk (anti)lepton 2 kaarten. 8 kaarten voor fotonen. 3 botsings-kaarten om aan een annihilerend paar extra energie toe te voeren. Hierdoor kun je een paar zwaardere deeltjes creëren. Op de kaart is de maximale massa van de te produceren deeltjes vermeld. De spelregels: De regels van spel 1 ‘HADRONEN’ blijven gelden. Je mag een paar van medespelers afpakken als je er meteen een keten van 1 of meerdere annihilaties en creaties mee legt. Elke speler die een deel van de keten heeft gelegd, krijgt aan het einde van het spel 1 extra punt (‘roem’). Dus ook de eerste eigenaar/eigenaren van de afgepakte kaarten. Bij een proces mag de som van de massa’s niet toenemen, tenzij met hulp van een botsingskaart. De botsingskaart geeft een limiet voor de massa. Een speler beëindigt het spel met een bijzonder keten waarbij uit een t t -paar een e+e- paar ontstaat, of uit een paar een uu . De puntentelling: 1 punt voor elke kaart; 1 bonuspunt voor elk (volgens de lijst) waargenomen hadron iedere speler die heeft bijgedragen aan een keten (roem) iedere speler die een botsingskaart uit speelt 3 bonuspunten voor de speler die het spel beëindigt, door alle kaarten uit te leggen een neutron of proton te maken een bijzondere keten, zoals hierboven genoemd. Geldige combinaties: Het doel van het spel is opnieuw zoveel mogelijk kaarten in geldige combinaties op tafel te leggen. Dit zijn: hadronen (zie spel 1) een annihilatie (een deeltje en zijn antideeltje plus een foton). Een paar bestaat altijd uit 2 deeltjes van dezelfde generatie (zelfde aantal ringen, 1 gesloten ring en 1 onderbroken ring). Een van de deeltjes mag afkomstig zijn uit een combinatie die al op tafel ligt. Deze combinatie wordt dan van de eerste speler afgepakt. Overgebleven kaarten houdt hij in de hand. een proces van 1 annihilatie en 1 creatie (hierin mogen twee kaarten voor fotonen aanwezig zijn). De som van de massa’s mag alleen toenemen als een bijgelegde botsingskaart dit toelaat. Deeltjes uit een keten kunnen weer annihileren. Er kunnen dus ketens van meer dan 5 kaarten worden gevormd. Ongeldig is een creatie uit een los foton. Een reeks begint altijd met een paar. Voorbeelden De speelkaarten In de figuur hier linksonder staat een voorbeeld van een kaart van een lepton. In dit geval een muon. In het gestreepte kader staat behalve de elektrische lading ook de massa en de generatie van muonen. De kaart rechts is een voorbeeld van de kaart voor een foton. - γ -1e Generatie II 106 MeV/c2 0e muon ©vL07 ©07FvL ©vL07 Annihilatie van een quarkpaar d G γ 0e d G Annihilatie van een leptonpaar μ- γ 0e μ Keten met de creatie van een quarkpaar uit een geannihileerd leptonpaar μγ 0e μ d B d B De creatie van het d-quarkpaar is alleen mogelijk als het foton voldoende energie heeft. In het kaartspel wordt uitgegaan van het energie-equivalent dat op de kaarten is vermeld, zonder extra kinetische energie. Op grond van deze regel kunnen in plaats van het dquarkpaar de volgende andere paren ontstaan: s s , u u , en e+ e-. Voor paren van zwaardere quarks en leptonen heeft het muonpaar niet genoeg energie.