een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

advertisement
Werkwoordspelling
-d of –t?
werkwoorden
Woorden die van tijd kunnen veranderen.
Diana wil een verhaal gaan vertellen.
*Diana wilde een verhaal ging vertelden.
Werkwoorden: wil, gaan, vertellen
persoonsvorm
De persoonsvorm is het werkwoord in de zin dat
van tijd kan veranderen.
Diana wil een verhaal gaan vertellen.
*Diana wilde een verhaal ging vertelden.
Diana wilde een verhaal gaan vertellen.
Is het een persoonsvorm? Ja
Tegenwoordige tijd (TT)
 Ik-vorm
Ik hoor. Ik vind.
 Ik-vorm + t
Jij hoort./U hoort./ Hij/ zij/ het hoort.
Jij vindt./U vindt./ Hij/zij/het vindt.
Hij/zij/het ~ persoon, dier of ding
 Hele werkwoord (meervoud)
Wij/jullie/zij horen. Wij/jullie/zij vinden.
Je of jij achter de persoonsvorm?
Schrijf alleen de ik-vorm
Je/jij hoort
hoor je/jij?
Je/jij vindt
Vind je/jij?
MAAR, let op:
Hoort je zusje dat? Vindt je zusje dat mooi?
Je = jouw
TIP: gebruik ww smurfen
Is het een persoonsvorm? Ja
Verleden tijd (VT)
Zwak ww ik-vorm + de(n) Ik vermoed de
ik-vorm + te(n) Ik wacht te
Sterk ww Zo simpel mogelijk. Ik liep/zwom etc.
Klank verandert! Zwemmen - zwommen.
Ezelsbruggetje: het zijn krachtige werkwoorden, sterk
genoeg om van klank te veranderen.
‘t exkofschip
Gebruiken bij: VT en voltooid deelwoord.
d of t op einde? Werkwoord min -en.
Laatste letter in ‘t exkofschip? Dan een -t.
Blaffen. Blafte of blafde?
Blaff. f in kofschip. +t. De hond blafte.
Verhuizen. Verhuiste of verhuisde?
Verhuiz. z niet in kofschip. Dus -d. Hij verhuisde.
Voltooid deelwoord
• Kan niet van tijd veranderen
• Meestal staat er een hulp ww bij (hebben,
zijn, worden)
• Begint vaak met –ge
• Zij heeft gelachen
• Hij wordt geplaagd
• Zij is geholpen
Hoor je de en-klank?
• Schrijf dan en
Zij heeft een taart gebakken
Hoor je een t-klank?
zet er in gedachten een e achter
-Hij heeft de hond behandeld. (behandelde)
-Hij heeft de band geplakt. (plakte)
Weet je het dan nog niet?
• Staat de laatste letter van de stam in ‘t
exkofschip of is de laatste letter een Engelse
sisklank?
Dan is het een t!
Heeft geblafd/t? Blaffen. Blaff. F in kofschip = t
Coachen – coach = sisklank dus: heeft gecoacht
infinitief (inf)
•
•
•
•
het hele werkwoord
de woordenboekvorm
helpen
als het geen pv of vd is, maar wel op –en of –n
eindigt
bijvoeglijk naamwoord (bn)
• zegt iets van een zelfstandig naamwoord
• het leuke idee
• een voltooid deelwoord als bijvoeglijk
naamwoord
• dat beloofde cadeau
• de gestarte motor
maar let op:
•
•
•
•
schrijft het bn zo kort mogelijk
(vergroten) ik vergrootte de foto
de vergrote foto
verdubbel de medeklinker als dat nodig is voor
de uitspraak
• (witten) de plafonds zijn gewit
• de gewitte plafonds *gewite=gewiete
• als het vd op –en eindigt, schrijf je het bn ook
met –en
• het voorwerp is gevonden (vd)
• het gevonden voorwerp (bn)
tegenwoordig deelwoord
• Het voltooid deelwoord houdt in dat iets
voltooid (=af of voorbij) is.
• Het tegenwoordig deelwoord houdt in dat iets
aan de gang is.
• Hele werkwoord + d of + de
• lopend
• schreeuwend
• pratend
gebiedende wijs
•
•
•
•
•
•
•
een opdracht of bevel!
geen onderwerp
(vaak kun je er wel ‘jij’ achter denken)
de ik-vorm
Geef geen antwoord en houd je mond!
Soms meervoud. Dan ik-vorm + t
Komt allen tezamen.
zelfstandig naamwoord
• Als je het voor de infinitief kunt zetten, heb je
te maken met een zelfstandig naamwoord.
• Je schrijft dan gewoon het hele werkwoord
op.
• Wandelen doet hij graag.
• (Het) wandelen doet hij graag.
• Zij is aan het rusten.
Download