Nieuwsbrief Beroepen zorg en welzijn Nummer 6, augustus 2005 Inhoud Van de redactie 1 Beroepenstructuur nog niet vastgesteld 1 De beroepenstructuur als uitgangspunt 2 Eenheid van taal 3 Nieuwe publicatie 4 Van de redactie In de tijd tussen nieuwsbrief nummer 5 en 6 hebben de betrokkenen bij de ontwikkeling van de beroepenstructuur niet stilgezeten. Er is veel contact geweest tussen het NIZW, de leden van de projectraad en de leden van het Platform Kwalificatiebeleid. Op 21 juni jl. heeft het Platform Kwalificatiebeleid enkele kanttekeningen geplaatst bij de nieuwe beroepenstructuur. Projectleider Paul Vlaar vertelt er in deze nieuwsbrief meer over. Over niet al te lange tijd beschikt de sector zorg en welzijn over een nieuwe beroepenstructuur. Maar wat betekent dat? Fons Roebroek, directeur van de Dordtse WelzijnsOrganisatie, laat in een interview weten wat zijn ideeën hierover zijn. Op 20 september 2005 spreekt het Platform Kwalificatiebeleid opnieuw over de beroepenstructuur. Alle ontwikkelingen in de tussentijd zijn natuurlijk te volgen op www.beroepenzorgenwelzijn.nl. Beroepenstructuur nog niet vastgesteld Een heldere, herkenbare beroepenstructuur voor onderwijs, werkveld en de individuele beroepskracht. Dat was de wens van de opdrachtgever, het Platform Kwalificatiebeleid. Op 21 juni 2005 hebben zij laten weten dat de beroepenstructuur nog niet volledig aan deze wens voldoet. De generieke competenties, de niveauaanduiding en de kernkwaliteiten werden als positieve punten gezien. De belangrijkste bezwaren, met name van de sociale partners, werden omgezet in de volgende stappen die nog genomen moeten worden: 1 Er moet duidelijker onderscheid gemaakt worden tussen beroepen, beroepsvarianten en functies in de beroepenstructuur. 2 De onderlinge weging van beroepen en beroepsvarianten moet aangegeven worden. Men herkent zich in de niveaudifferentiatie, maar wil duidelijk kunnen zien wat de kern in het werk van de verschillende beroepen is. 3 Er moet een profiel van de functie assistent komen; de functie assistent staat nu nog verspreid over de verschillende competentieprofielen. Op 20 september a.s. vindt een extra bijeenkomst van het Platform Kwalificatiebeleid plaats, waarin de beroepenstructuur en de daarbijbehorende competentieprofielen opnieuw worden besproken. Het NIZW-projectteam (nu bestaande uit Ria Broeken, Corrie van Dam en Paul Vlaar) is momenteel druk bezig met de genoemde acties. Het benoemen van beroepen en beroepsvarianten is geen eenvoudige opgave. Dit bleek ook gedurende het herontwerp van de beroepenstructuur. Sommige beroepsgroepen hebben een duidelijke herkenbaarheid en maatschappelijke erkenning, waar andere beroepsgroepen een veel minder duidelijke status hebben. Er ontstaan steeds nieuwe varianten en benamingen, wat ook duidt op een minder sterke beroepsidentiteit. Bovendien speelt de roep om verbreding, getuige de ontwikkelingen naar Social Work in het hoger beroepsonderwijs en het nieuwe profiel voor de gehandicaptenzorg. Deze ontwikkeling staat op sterk gespannen voet met de behoefte van beroepskrachten om zich te kunnen profileren op basis van specifieke competenties. We zoeken met de sociale partners naar een oplossing voor deze kwestie. Dit zal in onze ogen een sterke verbetering betekenen voor de herkenbaarheid van beroepen en beroepsvarianten in onze sector. soms vier specifieke competenties beeldbepalend zijn voor hun werk. Ook hier geldt dat sommige beroepen zeer breed inzetbaar zijn en dat juist dit hun core business is. In de onderlinge weging van de beroepen en beroepsvarianten geven we aan welke twee, drie of Paul Vlaar, projectleider Beroepenstructuur In de sector zorg en welzijn wordt veel gewerkt met assistentes. Daardoor ontstond de vraag om ook deze functie in kaart te brengen in een competentieprofiel. Dit profiel zal in het najaar ontwikkeld worden. Kortom: we maken de komende tijd een belangrijke slag in de beroepenstructuur. In de volgende nieuwsbrief komen we hierop natuurlijk terug. De beroepenstructuur als uitgangspunt Interview met Fons Roebroek van de Dordtse WelzijnsOrganisatie Fons Roebroek is directeur van de Dordtse WelzijnsOrganisatie (DWO). De DWO is actief in tien wijken en in de omgeving van Dordrecht. Hebt u ideeën over de bruikbaarheid van de beroepenstructuur voor uw eigen instelling? ‘Ik vind het lastig hier een antwoord op te geven. Door de invoering van allerlei veranderingen, waaronder het Functie Loongebouw, staat de organisatie niet echt te trappelen om weer een wijziging aan te brengen. Ik schat in dat er in de komende jaren een aantal dingen (o.a. de nieuwe WMO) zullen gaan veranderen voor de welzijnsorganisaties, waardoor een ander beroep wordt gedaan op de medewerkers. Hierbij is de beroepenstructuur een uitgangspunt.’ 2 Hoe ziet die nieuwe medewerker er dan uit? ‘De medewerker zal zich veel meer op sociale interventies gaan richten. We gaan van “zorgen voor” naar “zorgen dat”. De medewerker zal zich daarnaast steeds meer moeten richten op netwerken en acquireren. Hij of zij zal in concurrentie moeten kunnen werken, mee moeten kunnen doen in een aanbesteding. Veel van deze informatie is te lezen in de beroepenstructuur. We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden.’ Wat is er nog meer nodig om ervoor te zorgen dat medewerkers toegerust worden? ‘Tijdens de opleiding moet al duidelijk worden wat er straks van hen verwacht wordt. Studenten kiezen vanuit een bepaalde “roeping” voor dit vak. Ze moeten zich bewust zijn van het feit dat ze ook zakelijk moeten werken. In deze sector word je afgerekend op de geleverde diensten. De competenties die hiervoor nodig zijn moeten we uitbaten. Het werken met competenties is niet nieuw. We zullen ons in het opleidingsbeleid moeten richten op combinaties van competenties, zoals die in de beroepenstructuur zijn opgenomen.’ Wat is de betekenis van de beroepenstructuur? ‘In de beroepenstructuur staat duidelijk aangegeven dat een medewerker zich moet kunnen aanpassen aan de situatie; wat is mijn nieuwe omgeving? In de oude situatie werkten we veelal vanuit het buurthuis, we gaan steeds meer werken in de wijk of stad. Hoe medewerkers hiermee moeten omgaan, zien we in de beroepenstructuur. De beroepenstructuur is een hulpmiddel bij dit proces.’ Beroepen zorg en welzijn Eenheid van taal Interview met Hans Timmerman van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland Hans Timmerman is senior beleidsmedewerker Onderwijs en Arbeidsmarkt bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) en lid van de projectraad beroepenstructuur. Waarom is het voor de VGN belangrijk zitting te hebben in de projectraad? ‘Met de beroepenstructuur, waarvoor alle gemaakte profielen input waren, is duidelijk gemaakt wat het werk in de branche vraagt van mensen. Dit is van belang voor de ontwikkeling van competentiegericht beroepsonderwijs. De keus van de VGN om in de projectraad zitting te hebben, heeft te maken met de behoefte aan eenheid van taal. Het is belangrijk om de verschillende profielen in zorg en welzijn met elkaar te vergelijken om te zien wat gemeenschappelijk is en wat specifiek.’ Waar zet de VGN zich in de beroepenstructuur voor in? ‘De VGN wil zich hard maken voor eenheid van taal zorg- en welzijnbreed. In het landelijk profiel van beroepskrachten in de gehandicaptenzorg zie je die integratie van zorg en welzijn, van het agogische en verplegende & verzorgende deel, mooi terug. Wij hebben belang bij een samenhangende beschrijving van competenties en contexten waarin beroepskrachten werken. Het resultaat hiervan is dat de competenties die hetzelfde zijn, ook hetzelfde worden beschreven. En dat ook helder is wat onderscheidend is.’ Welke meerwaarde heeft de beroepenstructuur? ‘Op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt geeft een beroepenstructuur veel helderheid. De beroepenstructuur zorgt voor transparantie, kwaliteit en herkenbaarheid. Binnen zorg en welzijn kunnen we zo tot samenhang komen en gelijktijdig de identiteit van beroepskrachten dienen. Voor de gehandicaptenzorg zou dit moeten leiden tot duidelijke herkenbaarheid in de beroe- penstructuur en in het onderwijs. De beroepenstructuur geeft het juiste evenwicht tussen breed en specifiek aan. De beroepenstructuur is niet alleen van belang voor het onderwijs. Het is ook een instrument voor loopbaanbeleid, dat bijvoorbeeld kan helpen bij de stap van de ene branche naar de andere.’ Hoe zou er moeten worden gewerkt met de beroepenstructuur in onderwijs en werkveld? ‘In eerste instantie is de beroepenstructuur een richtinggevend instrument voor het beroepsonderwijs. De nieuwe kwalificatiestructuur voor het mbo wordt hiervan afgeleid. De beroepenstructuur bestaat uit een samenhangende set competentieprofielen. Om ervoor te zorgen dat het onderwijs ermee aan de slag kan wordt er een kwalificatiestructuur gemaakt, waarbij dus ook een samenhangende set kwalificatieprofielen hoort. De kwalificatieprofielen zijn nog in ontwikkeling.’ ‘Op regionaal niveau formuleren instellingen in de gehandicaptenzorg op basis van het landelijk competentieprofiel nu reeds gezamenlijk hun opleidingsvraag aan ROC’s en hogescholen. Hierbij is van belang dat scholen in overleg met het werkveld op regionaal niveau hun eigen accenten kunnen leggen, zodat onderwijs op maat kan worden geboden. Straks dienen scholen en zorginstellingen tevens met elkaar om te tafel te gaan zitten om de programma’s voor de theorie en praktijk verder af te stemmen en uit te werken.’ ‘Bovendien kunnen instellingen uit de meer algemeen beschreven competenties afleiden welke competenties voor functies binnen de instelling van belang zijn. We hebben het dan eigenlijk al over de invoering van competentiemanagement.’ Beroepen zorg en welzijn N I E U W E P U B L I C AT I E : L a n d e l i j k c o m p e t e n t i e p r o f i e l beroepskrachten primair proces gehandicaptenzorg Eind juli is de publicatie Landelijk competentieprofiel beroepskrachten primair proces gehandicaptenzorg verschenen. Het landelijk competentieprofiel is voortgekomen uit het traject Naar herkenbare competenties, een project dat in opdracht van werkgevers en vakbonden in de gehandicaptenzorgsector is uitgevoerd door NIZW Beroepsontwikkeling en het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt (KBA). Het profiel geeft een systematische beschrijving van de taken en competenties waarover vakvolwassen beroepskrach- ten moeten beschikken om te kunnen werken in de gehandicaptenzorg. Om aan te sluiten op de vraag van de cliënt, zullen verpleegkundige, verzorgende en agogische taken en competenties steeds meer geïntegreerd moeten worden. Dit profiel geeft antwoord op deze toekomstige vraag. Het profiel is te bestellen bij Adrepak (070 - 359 07 20 / [email protected]) of via de website van het NIZW (www.nizw.nl/publicaties). Verkoopprijs: e 9,50 / ISBN 90 5957 3250 . www.beroepenzorgenwelzijn.nl Meer weten over de items in deze nieuwsbrief? Wilt u op de hoogte blijven? Op www.beroepenzorgenwelzijn.nl vindt u actuele informatie over de ontwikkelingen op het gebied van de nieuwe beroepenstructuur. Wilt u toegang hebben tot verslagen, discussie en profielen? Meld u dan aan voor het extranet op de site. U ontvangt dan direct een bevestiging, waarna u met het aangeven van uw e-mailadres in het besloten deel van de site terechtkomt. Colofon © De nieuwsbrief Beroepen zorg en welzijn is een uitgave van het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW. Eindredactie: Ruth Oortgiesen Met dank aan: Jan Loovers Foto’s: Hollandse Hoogte en Christelijke Hogeschool Windesheim (marketing en communicatie) Reacties of ideeën: [email protected]. 4 Indien u meer exemplaren van deze nieuwsbrief wenst te ontvangen of u de nieuwsbrief niet meer wenst te ontvangen, mail dan uw adresgegevens naar [email protected].