3.6 De adolescent Bij het verlaten van de lagere school treedt er voor het kind een belangrijke verandering op. Het gebruikelijke levenspatroon wat het kind tot nu toe gewoon was gaat volledig veranderen. Enerzijds is het kind geen echt kind meer, maar anderzijds is het ook nog geen volwassene. Dit geldt zowel voor de lichamelijke, de geestelijke en de sociale ontwikkeling. De veranderingen op deze 3 vlakken of alle veranderingen die plaats vinden tussen een kind en een volwassene noemen we de adolescentie. Enkel de lichamelijke volwassenwording of het seksueel rijp worden noemen we de puberteit. Opdracht het zoeken van een lied of gedicht: zie bijlage 1 Opdracht bespreking lied ‘I would stay’: zie bijlage 2 Opdracht zelfonderzoek: zie bijlage 3 Opdracht het vergelijken van foto’s van kindertijd tot adolescentie: zie bijlage 4 3.6.1 Lichamelijke ontwikkeling A. Algemene lichamelijke ontwikkeling - De lichamelijke veranderingen die een adolescent ondergaat zijn een gevolg van de afscheiding van hormonen. Hormonen worden afgescheiden door een kleine klier in de hersenen nl de hypothalamus. Hormonen zijn stoffen die door endocriene klieren (vb.schildklier, nieren,…) via de bloedbaan aan organen worden afgegeven. Sociale Wetenschappen Hfst 2: Ontwikkeling van de mens 76 3de graad – 1ste jaar STW Endocriene klieren zijn klieren die stoffen afscheiden in het lichaam en deze stoffen worden opgenomen door het bloed of ander weefselvloeistof, exocriene klieren daarentegen scheiden afvoerstoffen in en buiten het lichaam af (vb. in het lichaam de lever, buiten het lichaam de zweetklieren). Hormonen hebben elk hun specifieke boodschap en er bestaat dan dus ook een hele verscheidenheid. Vb. adrenaline zorgt ervoor dat we een korte tijd heel hard kunnen lopen. Hormonen die worden afgescheiden tijdens de adolescentieperiode zorgen voor heen heleboel blijvende veranderingen. Deze hormonen zijn vooral ’s nachts werkzaam. Een eerste hormoon wat zeer belangrijk is tijdens de adolescentieperiode is het geslachtshormoon. Bij de meisjes reageren de eierstokken op dit hormoon en bij de jongens zijn dit de zaadballen. De eierstokken en de zaadballen zorgen ervoor dat respectievelijk het oestrogeen en het testosteron in de bloedbaan terechtkomt en dit brengt heel wat veranderingen met zich mee. Meisjes krijgen een stortvloed oestrogeen te verwerken en jongens een overvloed aan testosteron. Deze hormonen zijn verantwoordelijk voor zowel de primaire als e secundaire geslachtskenmerken. De primaire geslachtskenmerken zijn reeds aanwezig bij de geboorte en deze maken het echte onderscheid tussen man en vrouw. De secundaire geslachtskenmerken zijn lichamelijke kenmerken die zich pas ontwikkelen tijdens de adolescentie. Tekening van primaire en secundaire geslachtskenmerken: zie bijlage 5 Het tweede belangrijke hormoon wat tijdens deze periode extra geproduceerd wordt is het groeihormoon. Tot de leeftijd van 8 jaar bij meisjes en 10 jaar bij jongens worden zowel meisjes als jongens per jaar zo een 5 tot 7 cm groter en worden meisjes ongeveer 2 kilogram en jongens ongeveer 2.5 kg zwaarder per jaar. Sociale Wetenschappen Hfst 2: Ontwikkeling van de mens 77 3de graad – 1ste jaar STW De extra afscheiding van dit groeihormoon zorgt ervoor dat zowel jongens als meisjes in lengte en gewicht snel toe nemen. Bij meisjes start dit op 10.5 jaar bij jongens gemiddeld op 13 jaar. Bij meisjes duurt dit tot 17 jaar en bij jongens tot 19 jaar. Gedurende deze periode groeien meisjes zo een 9 cm per jaar en jongens 10 tot 12 cm per jaar (= strekkingsfase). Deze strekkingsfase doorbreekt het evenwichtige gestalte van het schoolkind: handen en voeten groeien sterk in het begin van deze fase, pas daarna armen, benen en romp. Dit verklaart de spichtige ietwat slungelachtige gestalte van vele tieners en hun onhandigheid. De toename in het gewicht (= vullingsfase) kan jaarlijks voor beide geslachten tussen de 5 en de 6.5 kg bedragen. Hierdoor geraakt het lichaam terug in evenwichtige verhoudingen. Tijdens deze groeitoename kunnen we ook iets unieks waarnemen. Aangezien meisjes tussen 11 en 14 jaar groter en zwaarder zijn dan jongens van dezelfde leeftijd en hun hoogtepunt van groei op lagere leeftijd ligt dan die van de jongens kunnen we zeggen dat meisjes eerder volgroeid zijn , maar de jongens hun gewichts- en groeitoename duurt langer waardoor ze de meisjes bijhalen. - De leeftijd waarop jonge mensen de adolescentie bereiken is zeer verschillend. De een is op zijn 12de al lichamelijk volwassen, de ander ziet er op die leeftijd nog uit als een kind en voelt zich vaak ook zo. Deze verscheidenheid is heel normaal, maar hebben wel invloed op het beeld dat jongeren van zichzelf hebben en dat anderen van hen hebben. Over het algemeen heeft een vroege of latere rijping meer invloed op jongens dan op meisjes. We zijn geneigd van een jongen die er uitziet als een 17-jarige te denken dat hij zich ook zo moet gedragen terwijl hij misschien nog maar 14 is. Hij zal daarom vaker met meisjes opschieten omdat meisjes sneller rijp zijn en hij hiertussen dus minder opvalt. Hierdoor kan zijn zelfzekerheid ook toenemen. Een laatrijpe jongen wordt daarentegen heel lang als kind behandeld en hierdoor kan hij heel erg boos worden. Hier is het dan ook belangrijk dat de omgeving van de jongen hem duidelijk maakt dat een langzame rijping heel normaal is en dat hij even mannelijk zal worden als de rest van zijn leeftijdsgenoten. Sociale Wetenschappen Hfst 2: Ontwikkeling van de mens 78 3de graad – 1ste jaar STW Bij meisjes zijn de effecten van een vroege of late rijping veel minder merkbaar. Dit komt misschien omdat de maatschappij van mannen meer verwacht dan van vrouwen. - Specifieke veranderingen voor het meisje tijdens de adolescentie: De borsten ontwikkelen zich. Dit gebeurt meestal tijdens het 11ste levensjaar. Het lichaamshaar groeit: schaam- en okselhaar verschijnen en er komt meer haar op de benen en soms ook op de armen. De eerste menstruatie (= menarche) is een belangrijke stap in het leven. Vanaf nu is het meisje een jonge vruchtbare vrouw geworden, voor veel mensen een reden om dit op één of andere manier te vieren. Hoe weet ik wanneer mijn eerste menstruatie gaat beginnen? Veel jonge meisjes maken zich zorgen over hun eerste menstruatie. Ze vrezen dat er zullen door 'overvallen' worden, en beleven in hun fantasie allerlei horrorverhalen. Gelukkig kondigt de eerste bloeding zich meestal aan door lichte 'spotting'; dit is een weinig bruinverlies in het slipje, het teken dat de menstruatie binnenkort zal beginnen. Wanneer menstrueer je normaal voor het eerst? Het tijdstip waarop bij meisjes de eerste menstruatie optreedt, wordt de menarche genoemd. Deze valt na de borstontwikkeling, de groeispurt en het ontstaan van schaamhaar. De leeftijd waarop dit gebeurt, is voor een groot deel erfelijk. Onderzoeken hebben uitgewezen dat moeders en dochters vaak sterke gelijkenissen vertonen op het vlak van de hoeveelheid bloedverlies, de duur van de cyclus en het al dan niet hebben van menstruatiepijn. Verder hangt het tijdstip ook af van factoren als stress, lichamelijke activiteit, lichaamsbouw en voeding. Het klimaat heeft geen invloed. Meisjes die steviger gebouwd zijn, menstrueren doorgaans wat vroeger. Wetenschappers brengen de timing van de menarche dan ook in verband met het bereiken van een bepaald lichaamsgewicht. De schaamlippen worden groter. De heupen worden breder Sociale Wetenschappen Hfst 2: Ontwikkeling van de mens 79 3de graad – 1ste jaar STW - Specifieke veranderingen voor de jongen tijdens de adolescentie: De teelballen groeien en ze gaan lager hangen De penis groeit: eerst dikker en daarna langer De stem wordt zwaarder. De jongen krijgt zoals het spreekwoord zegt ‘de baard in de keel’. Dit betekent dat de stem soms kan overslaan van heel laag naar heel hoog. Dit is gelukkig voor de jongens wel maar een overgangsperiode. Hierna is de stem van de jongens zwaarder als voorheen. (8 octaven lager) De eerste zaadlozing (=ejaculatie) is de eerste keer dat er sperma uit de penis komt. Vanaf dat moment kan een jongen een kind verwekken. De eerste zaadlozing vindt meestal plaats tussen het elfde en zestiende jaar, meestal een jaar nadat de penis flink gegroeid is. De hormonen bepalen wanneer het tijd is voor de eerste zaadlozing. Men heeft hier zelf geen invloed op en kan er ook niets doen om hier voor te zorgen. Als de eerste zaadlozing ’s nachts in de slaap gebeurt, noemt men het een natte droom. Het gebeurt gewoon en men kan er niets aan doen. Men kan er aardig van schrikken en in eerste instantie denken dat men in bed heeft geplast. Het is een fabeltje dat alle jongens een natte droom krijgen. Ongeveer de helft overkomt dit niet. Het is dus goed mogelijk dat iemand nooit een natte droom zal hebben. Het is niet erg, soms merken jongens er zelfs niets van tot het moment dat ze wakker worden en ontdekken dat hun bed of onderbroek ‘nat’ is. De schaamstreek wordt donkerder van kleur Het lichaamshaar groeit: schaam-,oksel- en baardhaar verschijnen, en haar op armen en benen groeit. In een later stadium kan er ook haar op borst, rug en buik verschijnen. - Deze veranderingen gebeuren allemaal in het teken van de voortplanting. Deze veranderingen zorgen ervoor dat zowel de jongen als het meisje klaar zijn om zich voort te planten. Natuurlijk is deze leeftijd vaak nog veel te jong voor nakomelingen. Denk daarom eerst na voor je begint!!! Eerst blabla en dan boemboem. Denk zeker aan voorlichting en voorbehoedsmiddelen. Niet alleen om een zwangerschap uit te sluiten maar ook om SOA’s (seksueel overdraagbare aandoeningen) te voorkomen. Sociale Wetenschappen Hfst 2: Ontwikkeling van de mens 80 3de graad – 1ste jaar STW Opdracht voorbehoedsmiddelen en SOA’s: zie bijlage 6 - Adolescenten zijn zich over het algemeen goed bewust van de veranderingen in hun uiterlijk. Deze lichamelijke veranderingen spelen een belangrijke rol bij het oordeel dat jongeren over zichzelf maken. Ze achten dit belangrijker dan bijvoorbeeld de intellectuele capaciteiten of de sportprestaties. Vb. de adolescent die er knap en aantrekkelijker uitziet en modieus gekleed door het leven gaat is meestal populairder dan de intellectueel begaafde die er misschien wat minder aantrekkelijk uitziet en wat minder aandacht schenkt aan mode. Met de lichamelijke aantrekkelijkheid staat of valt het zelfbeeld van de jonge adolescent. Negatieve belevingen omtrent het eigen lichaam kunnen worden veroorzaakt door onderstaande factoren: Een opvallend vroege of late rijping: vooral laat rijpen voor jongens en vroeg voor meisjes wordt als onaangenaam ervaren. Verschil tussen lichamelijk en geestelijk ontwikkelingsniveau: zo ziet men bijvoorbeeld dat een jongen die lichamelijk goed ontwikkeld is en bij de vriendinnen van zijn oudere zus een goede indruk maakt, moeite heeft met het feit dat hij in een lagere klas zit. Ongelijk verloop van de ontwikkeling van verschillende lichaamsdelen: Dit maakt dat de adolescent er tijdelijk slungelachtig uitziet en zich onhandig gedraagt. Afwijkingen van typisch mannelijke of vrouwelijke kenmerken: meisjes kunnen lijden onder een extreem sterke of geringe borstvorming. Bij meisjes ziet men ook vaak de angst om op vlak van lengte, maar ook op vlak van gewicht te lang door te groeien. Jongens maken zich nogal eens zorgen over de lengte van hun penis. Het verschijnen van jeugdpuistjes: Relatief veel jongeren worden geplaagd door mee-eters en vetpuistjes op de huid van het gezicht, de borst en/of de rug. Jongeren met puistjes hebben het gevoel niet erg populair te zijn en zouden zich vaker onzeker voelen. Deze kwaal kan echter via medicatie verholpen worden. Sociale Wetenschappen Hfst 2: Ontwikkeling van de mens 81 3de graad – 1ste jaar STW B. Sensomotorische ontwikkeling - Tijdens de lagere schoolleeftijd leert het kind zijn lichaam al perfect beheersen. Bij de adolescent komt daar een ontwikkeling van het spierweefsel bij, waardoor de kracht en het uithoudingsvermogen van de jongere sterk toeneemt. Sporten zoals basketbal, volleybal, voetbal, fitness, zwemmen en dergelijke zijn dan ook de favoriete bezigheden van de jongeren. Ze proberen daarin hun technieken te verbeteren, hun lichamelijke aantrekkelijkheid te verhogen, een competitieve plaats te verwerven en / of zoeken er just for fun amusement met leeftijdsgenoten. 3.6.2 Geestelijke ontwikkeling A. Cognitieve ontwikkeling - Gedurende de adolescentie vinden er wat betreft het denken belangrijke ontwikkelingen plaats. Intellectuele taken worden met meer gemak en efficiëntie opgelost door een verandering in het denkpatroon van de adolescent. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de manier waarop hij problemen analyseert en erover nadenkt. Het denken van de adolescent versus het denken van kinderen. Wanneer we het denken van de adolescent vergelijken met het denken van kinderen vallens ons een aantal dingen op: Adolescenten denken graag over mogelijkheden. Hun denken is minder afhankelijk van concrete zaken of gebeurtenissen. Ze kunnen datgene wat ze waarnemen afzetten tegen datgene wat mogelijkerwijs had kunnen gebeuren. Sociale Wetenschappen Hfst 2: Ontwikkeling van de mens 82 3de graad – 1ste jaar STW Jongeren hebben er vaak plezier in om aan de hand van verschillende veronderstellingen alternatieve oplossingen te bedenken. Adolescenten gaan dan ook meer nadenken over onderwerpen die op de toekomst betrekking hebben zoals een beroeps- of partnerkeuze. Adolescenten denken makkelijker in abstracte termen. Ze kunnen ideeën, opvattingen en meningen vormen over ontastbare zaken zoals vriendschap, democratie, geloof,… Het is dus voor de adolescent mogelijk om in zijn denken verder te gaan dan het hier en nu aanwezige. Ze zijn zich ook meer bewust van hun eigen manier van denken, hun eigen emoties, hun zelfbeeld en denken hier dan ook vaak over na. Deze manier van omgaan met zichzelf is een belangrijke bouwsteen bij de persoonlijkheidsontwikkeling. Adolescenten beschikken over een grote hoeveelheid inhoudelijke kennis op verschillende terreinen. Ze kunnen daardoor zaken beter met elkaar vergelijken en meer aspecten aan een probleem ontdekken. Ze beseffen in toenemende mate dat de interpretatie van een bepaalde situatie afhangt van een standpunt dat iemand inneemt. B. Dynamische affectieve ontwikkeling - Veel voorkomende problemen op gevoelsvlak bij adolescenten zijn: Gebruik van verdovende middelen Tekst met verwerkingsopdracht: zie bijlage 7 Sociale Wetenschappen Hfst 2: Ontwikkeling van de mens 83 3de graad – 1ste jaar STW Depressies Het hele veranderingsproces wat de jongere tijdens de adolescentie doorgaat is vaak een moeilijke periode. Deze levensfase kan gepaard gaan met gevoelens van onzekerheid, angst, verlegenheid, geremdheid, eenzaamheid, lage zelfwaarde en verzet tegen autoriteiten. Jongeren zijn in deze fase doorgaans erg kwetsbaar. Stemmingswisselingen komen vaak voor. Het is niet gemakkelijk om een depressie bij jongeren te herkennen. U herkent vaak symptomen die horen bij stemmingswisselingen of kunnen wijzen op andere moeilijkheden, bv. angst- of gedragsstoornissen, eetstoornissen, alcohol- of drugsafhankelijkheid. Het is niet eenvoudig om zekerheid te hebben over depressie. De signalen die jongeren uitzenden, zijn verschillend, veranderlijk en niet specifiek voor een depressie. Veranderingen in gevoelens, lichaam, gedrag en denken kunnen een eerste signaal zijn: o gevoelens van somberheid en verveling : geen interesse meer voor activiteiten waar de jongere vroeger veel plezier aan beleefde o negatief beeld van zichzelf, de anderen, het leven; o snel geïrriteerd, rusteloos zijn, eindeloos argumenteren en het oneens zijn met volwassenen, woede-uitbarstingen; o overmatig gebruik van alcohol, geneesmiddelen, experimenteren met drugs; o gevaarlijk of risicovol gedrag; o slaapproblemen en vermoeidheid; o delinquent gedrag; o … Deze signalen hoeven niet noodzakelijk of tegelijk voor te komen. Soms horen ze tot het normale groeiproces. Het is de duur, de intensiteit, de verdere ontwikkeling van deze signalen en de context waarin ze worden geuit, die mee bepalen of er sprake is van depressie. Sociale Wetenschappen Hfst 2: Ontwikkeling van de mens 84 3de graad – 1ste jaar STW Eetproblemen Anorexia nervosa (magerzucht) Een anorexia nervosa lijder is overdreven bezig met het gewicht en figuur. Men is bezeten door de wens om gewicht te verliezen. Daarom eten ze steeds minder en de variatie in de voedselkeuze wordt steeds beperkter. Men onderdrukt het hongergevoel. Het gewichtsverlies gaat geleidelijk en is niet altijd het belangrijkste kenmerk in de vroegtijdige fase van de ziekte. Al vroeg tijdens het proces van obsessief lijnen en vermageren wordt het contact met vrienden verminderd. Veel mensen met anorexia nervosa komen in een isolement terecht. Dit heeft uiteraard zeer negatieve gevolgen voor de normale ontwikkeling tijdens de jeugdjaren, waarin het leggen van contacten en het leren omgaan met anderen juist erg belangrijk zijn. Doordat het lichaam steeds magerder wordt, worden gevoelens minder sterk en worden bepaalde behoeften verminderd. Vaak is er in het begin van het lijnen en vermageren een gevoel van trots en superioriteit. Maar na verloop van tijd worden veel mensen met anorexia nervosa neerslachtig en soms zelfs uitgesproken depressief. Het leven wordt dan ervaren als doelloos en sommigen gaan zelfmoordgedachten koesteren. Mensen met anorexia nervosa worden vaak gezien als flink en betrouwbaar, als gevolg van de hoge prestaties die ze vaak leveren. Bijna steeds eisen ze van zichzelf dat ze perfect zijn en falen in de ogen van anderen is onverdraaglijk. Maar zelf ervaren ze dat ze tekort schieten en nooit goed genoeg zijn. Ze zijn erg gevoelig voor mislukkingen en als ze de verwachte resultaten niet voor 100% halen, wordt dat als een nederlaag gevoeld. Als een persoon aan de hiervoor genoemde criteria voldoet, moet men denken aan een ernstige situatie die deskundige hulp vereist, ook al ontkent de persoon in kwestie de stoornis. We spreken van een gematigde eetstoornis als er niet aan alle criteria wordt voldaan. Gematigde stoornissen dienen wel serieus genomen te worden, omdat ze een begin kunnen zijn van een verdere ontwikkeling in negatieve richting. Boulimia nervosa In de regel begint boulimia nervosa met stevig lijnen of vasten en de wens om af te slanken. Boulimia nervosa verschilt echter van anorexia nervosa daarin, dat men de beheersing over het eetgedrag verliest en daardoor véél meer eet dan men zou willen. Om de effecten van hetgeen men teveel gegeten heeft weer teniet te doen, wordt geprobeerd het eten zo snel mogelijk uit te braken of met behulp van laxeermiddelen uit het lichaam te verwijderen. Sociale Wetenschappen Hfst 2: Ontwikkeling van de mens 85 3de graad – 1ste jaar STW Iemand met boulimia nervosa heeft een sterke behoefte aan eten om een gevoel van spanning te reduceren, omdat men eten ervaart als iets dat troost geeft. Maar tegelijkertijd ervaart men sterke gevoelens van beheersingsverlies. Omdat men, wanneer men eenmaal is begonnen met eten, geen grenzen meer kan stellen. Opvallend is, dat men tijdens de eetbuien vaak juist dat voedsel neemt dat verboden is in de periode dat men aan het vasten is, zoals chocola, koekjes, allerlei zoetigheid en vette hapjes. Dit eten verdringt gevoelens van kwaadheid, angst en niet bevredigde behoeften. Mensen met boulimia nervosa hebben in de regel perfecte façades ontwikkeld en komen open en tevreden over op anderen, terwijl ze zich innerlijk vaak erg ontevreden en onbehaaglijk voelen. Het is soms moeilijk te geloven dat ze grote problemen hebben. Mensen met boulimia nervosa ervaren vaak dat ze twee kanten hebben, een goed functionerende kant en een chaotische 'slechte' kant die ze niet kunnen accepteren. Deze 'verborgen negatieve' kant wordt ervaren als de 'echte' persoon, terwijl de 'buitenkant' als masker of façade wordt beleefd. Ook bij mensen met boulimia nervosa wordt het denken en doen gedomineerd door voedsel en slank zijn. Dit heeft al snel tot gevolg dat er een chaotisch eetpatroon ontstaat. Afwisselend zijn er vreetbuien gevolgd door pogingen om het lichaam te 'reinigen'. Boulimia nervosa begint vaak niet onmiddellijk met het innemen van grote hoeveelheden voedsel. Vaak spreekt de jongere al van een 'eetbui' als ze iets meer neemt dan dat ze zich had voorgenomen. Pas later worden steeds grotere hoeveelheden eten genuttigd. Het lijkt erop dat het honger- en verzadigingsgevoel hierbij geheel verstoord raakt. Mensen met boulimia nervosa worden vaak gekweld door innerlijke onrust, schaamte, zelfverachting, een wisselend humeur en depressiviteit. Sommigen worden agressief en gevaarlijk voor zichzelf. Zelfmutilatie komt nogal eens voor. Ze kunnen alcohol en drugs gaan gebruiken. Sommigen hebben in bepaalde perioden ernstige zelfmoordplannen. De angst om tekort te schieten en periodes met eetbuien leiden ertoe dat mensen met boulimia nervosa zich gaan isoleren. Hoe langer deze sociale isolatie duurt, hoe groter de negatieve consequenties. Het huiswerk voor school of studie gaat de meesten nog wel redelijk goed af, maar in de regel lopen de prestaties terug als de symptomen van boulimia nervosa ernstiger worden. Het kopen van grote hoeveelheden voedsel kan voor sommigen ernstige financiële problemen met zich meebrengen. Geldgebrek kan ertoe leiden dat sommige mensen met boulimia nervosa gaan stelen. Soms wordt geld geleend en de schulden kunnen zeer hoog oplopen. Ook afgezien van financiële nood kan er kleptomanie ontstaan. Door al deze factoren vermindert de kwaliteit van leven sterk en komen de patiënten in een vicieuze cirkel terecht, waar ze zonder hulp moeilijk meer uit kunnen komen. Sociale Wetenschappen Hfst 2: Ontwikkeling van de mens 86 3de graad – 1ste jaar STW Binge eating (eetbuienstoornis) 'Binge Eating' zouden we letterlijk kunnen vertalen als (vr)eetbuien. Personen die lijden aan binge eating eten vaak heel erg veel in korte tijd. Ze ervaren hierbij het negatieve gevoel hun eetbui niet onder controle te hebben. Binge eating lijkt op boulimia nervosa, maar toch zijn er enkele verschillen. Niet iedereen die overmatig eet heeft een 'echte' eetbui. Echte eetbuien (zoals die voorkomen bij binge eating, en ook bij boulimia nervosa) zijn gekenmerkt door: o Het frequent eten van abnormaal grote hoeveelheden voedsel (vaak veel sneller eten dan normaal, dit tot men zich oncomfortabel voelt, en ook zonder dat men hongerig is, en op basis van negatieve gevoelens) o Een gevoel het eten niet meer onder controle te hebben, met schuld- of onrustgevoelens achteraf. Bij binge eating zijn er dus enkel eetbuien, en geen 'pogingen om de eetbui ongedaan te maken'. Binge eating trekt nog maar relatief recent de aandacht van onderzoekers en behandelaars. Dit is eigenaardig gezien het toch relatief vaak voorkomt (naar schatting 2% van de volwassenen zou eraan lijden, iets meer vrouwen dan mannen). Dikwijls gaat het gepaard met een overgewicht, met negatieve medische gevolgen zoals suikerziekte, hoge bloeddruk, cholesterol, enz. Overgewicht komt echter niet altijd voor bij binge eating. Dieten (zeker bij personen met binge eating maar zonder ernstig gewichtsprobleem) is niet aan te raden. Het volgen van een dieet heeft immers soms een omgekeerd effect met verergering van de eetbuien. Psychotherapie kan aangeraden zijn, enerzijds om de eetgewoonten aan te passen, en anderzijds om anders te reageren (anders dan met een eetbui) op negatieve situaties en gevoelens. Muscle dismorphia In zijn artikel maakt hij een vergelijking met anorexia. Dysmorphia ('Muscle Dysmorphia') zou een stoornis zijn die heel wat mannen treft, die er zich niet bewust van zijn. Net zoals bij anorexia is er een bepaalde lichaamsillusie zeer aanwezig. Iemand die lijdt aan anorexia leeft met de illusie te dik te zijn. Bij dysmorphia is er de illusie dat men niet genoeg spieren heeft. Men beeldt zich in dat men dringend spieren moet kweken (hoewel dit op basis van objectieve redenen niet het geval is). Net zoals bij anorexia is er een gestoord lichaamsbeeld aanwezig. Sociale Wetenschappen Hfst 2: Ontwikkeling van de mens 87 3de graad – 1ste jaar STW Deze (duidelijk gespierde) mannen zouden niet tegenstaande hun bespierd uiterlijk toch 'erg ruime' kleren dragen en korte broeken vermijden. Ze vrezen belachelijk gemaakt te worden op basis van hun (naar hun overtuiging mening) tengere gestalte. Deze gedachten zouden heel hun leven gaan beheersen ten koste van hun sociaal leven en werk. Orthorexia Steven Bratman, M.D., de auteur van 'Gezond eten junkies' ('Health Food Junkies') lanceerde de naam 'orthorexia nervosa' als nieuwe eetstoornis. Hij definieert het als 'een pathologische fixatie op gezond eten'. Hoewel het geen officiële medische diagnose is, heeft dr. Bratman een situatie onderkent die belangrijk is voor personen met een eetstoornis. Hij heeft gelijk als hij argumenteert dat anorexia, boulimia en orthorexia allemaal inhoudt dat 'voedsel een overdreven plaats in het leven krijgt'. Het gevaar om een nieuwe eetstoornis te lanceren is natuurlijk dat heel wat mensen (die perfect gezond zijn) zich er ten onrechte in herkennen. Misschien is dit bij jou ook het geval. De meeste mensen hebben bepaalde 'dieet-gewoonten' die ons het gevoel geven ons lichaam en onze geest te controleren. Bij voorbeeld dat we door onze voeding heel wat gevreesde aandoeningen kunnen voorkomen. Is dit dan orthorexia ? Is dit dan geestelijk niet gezond ? NEEN Het is pas wanneer u een onaangepast grote hoeveelheid tijd en energie steekt in het plannen van maaltijden, in het nadenken hoe men kan 'weerstaan' aan voedsel, of in het zich goed voelen omwille van een 'streng dieet' dat er een probleem kan zijn, en dat er sprake kan zijn van een eetstoornis. De reden is dat dan de totale levenswaarde van een persoon wordt gemeten in de kwaliteit van zijn voedsel. En dit is net de verkeerde gedachte die de gedachtewereld van uw kind met een eetstoornis beheerst. Opdracht testen van eetstoornissen: zie bijlage 8 Sociale Wetenschappen Hfst 2: Ontwikkeling van de mens 88 3de graad – 1ste jaar STW Jeugdcriminaliteit Wat is jeugdcriminaliteit Het gedrag van jongeren in de leeftijd van (ongeveer) 12 tot 20 jaar dat schade en/of overlast voor personen en/of goederen ten gevolg heeft. Oorzaken van jeugdcriminaliteit: o Opvoeding: Over het algemeen wordt er aangenomen dat er een relatie bestaat tussen de opvoeding van kinderen (in het gezin en onderwijs) en jeugdcriminaliteit. Zo blijkt bijvoorbeeld dat kinderen, die een gebrek aan zelfbeheersing hebben, een groter kans hebben om op latere leeftijd criminaliteit te plegen. o Onderwijs: Het onderwijs heeft een belangrijke functie bij het voorkomen van criminaliteit. Het opnemen van de jongeren in de gemeenschap vindt voor een groot deel op school plaats. Schoolprestaties en het bereikte schoolniveau zijn vaak van doorslaggevende betekenis voor de latere positie in de maatschappij. Voor een spijbelaar verminderen vaak de maatschappelijke kansen. Bovendien leidt spijbelen vaak tot schadelijk tijdverdrijf, variërend van baldadigheid en het plegen van winkeldiefstal tot drugs- en alcoholgebruik. o Arbeid: Door het teruglopen van de werkgelegenheid, nemen ook de arbeidsplaatsen voor jongeren af. Bovendien is er steeds minder eenvoudig werk en moeten jongeren die een baan willen aan steeds hogere motivatie- en opleidingseisen voldoen. Vaak kunnen bepaalde groepen jongeren moeilijk een baan vinden, zoals jongeren met een lage of afgebroken opleiding, psychische problemen en/of crimineel gedrag. Allochtone jongeren, die ook nog taal of cultuurproblemen hebben, krijgen te maken met discriminatie op de arbeidsmarkt. Sociale Wetenschappen Hfst 2: Ontwikkeling van de mens 89 3de graad – 1ste jaar STW Enkele vormen van jeugdcriminaliteit: o Diefstal: Diefstal is in wezen een eenvoudig delict. Iemand steelt een of meerdere artikelen die door de winkel te koop worden aangeboden of neemt spullen die niet tot hem behoren. o Vandalisme: Vandalisme is het opzettelijk vernielen of beschadigen van objecten zonder dat dit de vernieler(s) materieel voordeel oplevert. Vandalisme is sterk leeftijdsgebonden. Vanaf acht jaar tot ongeveer zestien jaar zitten de jongeren in een vandalismegevoelige leeftijd. Jongere kinderen plegen lichtere vernielingen, zoals bijvoorbeeld bloemen of struiken kapot trappen. Hoe ouder, hoe zwaarder de vernielingen worden, zoals bijvoorbeeld telefooncellen of auto's vernielen. Vandalisme hangt samen met de manier waarop jongeren hun vrije tijd buitenshuis doorbrengen blijken vandalisme te plegen. Enkele motieven om vandalisme te plegen: o Vandalisme uit verveling Als jongeren zich vervelen gaan ze op zoek naar iets wat ze kunnen gaan doen. Vaak komt het dan neer op vandalisme, omdat een alternatieve vorm van vrijetijdsbesteding ontbreekt. o Statusvandalisme of prestigevandalisme Wordt gepleegd om indruk te maken op andere jongeren. o Frustratievandalisme Hangt samen met een gevoel achtergesteld te zijn, dat ontstaan is door negatieve levenservaringen zoals ruzie thuis, schoolproblemen en slechte huisvesting. o Vandalisme uit wraak Meer voorkomend bij jongeren vanaf 16 jaar. Deze vorm wordt vaak gebruikt als oplossing van problemen of uit het gevoel gefaald te hebben. Sociale Wetenschappen Hfst 2: Ontwikkeling van de mens 90 3de graad – 1ste jaar STW Veel criminaliteit wordt samen met anderen gepleegd. Geschat wordt dat ongeveer tweederde van de jeugdcriminaliteit samen met anderen wordt gepleegd. Er zijn enkele kenmerken van groepscriminaliteit: o Leeftijd: Uit onderzoek blijkt dat groepen van vier of meer normaal zijn in de late kinderjaren (ongeveer 16 jaar), tussen de 16 en 20 jaar maken ze meestal plaats voor drietallen en tweetallen. Het valt op dat bij het stijgen van de leeftijd, steeds meer jongeren de delicten in hun eentje gaan plegen. Minderjarigen plegen delicten dus vaker samen met anderen dan meerderjarigen. o Geslacht: Over het algemeen geldt dat jongens (veel) vaker bij jeugdcriminaliteit zijn betrokken dan meisjes. Het is echter opvallend, dat wanneer meisjes delicten plegen, ze dit veel vaker samen met anderen doen dan jongens. Bij jeugdgroepen die bestaan uit jongens en meisjes blijkt dat meisjes vaak sterk in de minderheid zijn en bijna altijd een relatie hebben met een van de jongens van de groep. Vaak zijn de meisjes ook de jongste uit de groep. Hulpverlening o In de eerste plaats moet er niet straffend maar preventief opgetreden worden. Dit houdt ook in gepaste hulp en begeleiding aan de jongeren te geven. o De adolescent kan zich vrijwillig laten helpen. Samen met de ouders zoekt het CBJ (comité voor bijzondere jeugdzorg) dan naar een gepaste hulpverlening door doorverwijzing naar meer gespecialiseerde hulp afhankelijk van het probleem. o Wanneer de jongeren niet geholpen wil worden kan men gebruik maken van gedwongen hulp. Dit kan alleen maar via de jeugdrechtbank. Hier is de adolescent verplicht zich te laten helpen. Preventie Natuurlijk moet jeugdcriminaliteit zo veel mogelijk voorkomen worden. Erg belangrijk is daarbij het aanbieden van stabiele leefsituaties voor kinderen en een zinnige werkkring voor alle jongeren. School is natuurlijk het belangrijkste middel om de jongeren voor te bereiden op hun positie in Sociale Wetenschappen Hfst 2: Ontwikkeling van de mens 91 3de graad – 1ste jaar STW de maatschappij. School kan ook bij de preventie van criminaliteit een grote rol spelen, omdat het een van de weinig maatschappelijke instellingen is, waarmee alle jongeren in aanraking komen. Voor sommige jongeren kan school echter juist jeugdcriminaliteit stimuleren. De eisen die de school namelijk stelt, zijn rust, orde, ijver en zelfbeheersing. 3.6.3 Sociale ontwikkeling - De adolescent spendeert zijn tijd vooral met 3 groepen van sociale contacten. Het gezin De adolescentie vormt de periode bij uitstek waarin ouders en hun kinderen voor de uitdaging staan om op een andere wijze met elkaar om te gaan. De ouders moeten leren inzien dat hun kind behoefte heeft aan een grotere onafhankelijkheid, en die ook aanmoedigen vb. zelf met zakgeld leren omgaan, korte tijd alleen thuislaten,…. Als zij hen als kind blijven beschouwen en behandelen is dat vragen om moeilijkheden. Deze kinderen zullen ofwel zeer afhankelijk blijven en weinig zelfvertrouwen hebben of wel zullen er veel conflicten tussen ouders en kinderen zijn over wat wel en niet mag. Tegelijkertijd is het belangrijk dat zij beseffen dat hun kind ook niet van de ene op de andere dag onafhankelijk kan zijn. Juist omdat er zoveel veranderd in de leefwereld van de jongere hebben ze behoefte aan een vast, stabiel gezin zodat ze zich ondertussen met andere dingen kunnen bezig houden. De toenemende onafhankelijkheid gaat onvermijdelijk gepaard met een verandering in de gevoelsrelatie tussen ouders en kind. Om in sociaal, dynamisch-affectief en lichamelijk opzicht volwassen te worden begint de jonge mens geleidelijk aan de intieme, persoonlijke gehechtheid aan de ouders in te ruilen voor een vertrouwelijke band met leeftijdsgenoten, vriend(inn)en en eventueel jongens of meisjes waarop ze verliefd worden. Sociale Wetenschappen Hfst 2: Ontwikkeling van de mens 92 3de graad – 1ste jaar STW Zelfs al zijn de omstandigheden gunstig. Toch kent het proces van gevoelsmatig loskomen van de ouders zijn pijnlijke momenten voor zowel ouders als kind. Men zal onvermijdelijk en terecht wel eens het gevoel hebben in de steek gelaten te worden en terug verlangen naar vroeger toen we nog een (h)echt gezinnetje vormden. De school Naast het gezin is de school een belangrijke sociale instelling waar samen met en in interactie met klasgenoten ervaringen worden opgedaan. De verlenging van de leerplicht en de hoge toegankelijkheid van het onderwijs hebben bewerkstelligd dat de school voor een lange periode en voor een hoog percentage jongeren een belangrijke functie in de ontwikkeling vervult. De vrijetijdsbesteding Hier hebben ze meestal veel contact met leeftijdsgenoten. Vrijetijdsbesteding kan zijn in clubverband, maar kan ook samenkomen bij iemand anders thuis zijn,…. Gedurende de adolescentie krijgen de contacten met leeftijdgenoten een ander karakter dan in de kinderjaren het geval was. Er zijn 4 belangrijke verschuivingen te onderscheiden: In vergelijking met jongere kinderen brengen adolescenten veel meer tijd door met leeftijdsgenoten. Ook buiten school gaan ze veel om met vrienden en andere tieners. De contacten met jongens en meisjes van dezelfde leeftijd komen centraal te staan in het sociale leven van de adolescent. In tegenstelling tot kinderen treffen adolescenten elkaar in informeel gevormde groepen, zonder dat volwassenen daarbij betrokken zijn. Adolescenten vormen hun eigen vrijetijdskader buitenshuis. Ontmoeten ze vrienden thuis, dan gebeurt dit op de eigen kamer of ze ontvangen vrienden wanneer de ouders niet thuis zijn. Het contact met leeftijdsgenoten van de andere sekse neemt ook toe. Terwijl kinderen elkaar meestal in kleine groepen ontmoeten, zien we dat adolescenten ook in groter verband gaan opereren. Daarbij laten ze soms stereotiepe trekken of gedragingen zien die een bepaalde stijl aangeven. Sociale Wetenschappen Hfst 2: Ontwikkeling van de mens 93 3de graad – 1ste jaar STW Contacten met leeftijdsgenoten zijn van groot belang voor de sociale en de emotionele ontwikkeling van de jongeren. Leeftijdgenoten bieden steun bij het behouden en versterken van de zelfwaardering in een levensfase waarin men vaak onzeker is over de vraag welke gedrag er verwacht wordt. In contacten met leeftijdsgenoten proberen adolescenten dikwijls op een indirecte manier, positieve reacties op hun gedrag, uiterlijk en opvattingen te verkrijgen. De omgang biedt ook extra mogelijkheden tot het leren van bepaalde sociale vaardigheden. Zoals vaardigheden met betrekking tot communicatie: vragen stellen, op gepaste wijze over zichzelf praten,…. Assertieve vaardigheden: een compliment leren geven of leren aanvaarden, neen kunnen zeggen, voor zichzelf durven en kunnen opkomen. Vaardigheden in het omgaan met personen van de andere sekse. Het omgaan met eigen agressieve impulsen en andere sterke emoties, en het reageren op agressief gedrag van anderen. Ook bied contact met leeftijdsgenoten mogelijkheden om met allerlei nieuwe sociale rollen te experimenteren zonder dat daaraan veel langdurige verplichtingen verbonden zijn. Door bijvoorbeeld te experimenteren met de rol van ‘leider van een voetbalteam’ of ‘animator op het speelplein’ kan een jongere enige tijd ervaren wat leiderschap betekent en nagaan of dit al dan niet bij hem past. De omgang met leeftijdsgenoten in groepsverband kan de integratie in de samenleving van de volwassenen voorbereiden. De groep biedt een experimentele speelruimte waarin de adolescent zich kan voorbereiden op de vervulling van sociale rollen als volwassene. Veel groepen adolescenten sluiten wat betreft hun normen en waarden in grote lijnen aan bij wat in de samenleving van volwassenen gemeengoed is. Sociale Wetenschappen Hfst 2: Ontwikkeling van de mens 94 3de graad – 1ste jaar STW