SAMENVATTING HYPERTENSIEVE CRISIS Hypertensieve crisis Een hypertensieve crisis is een sterke verhoging van de bloeddruk (meestal >120-130 mmHg diastolisch en >200-220 mmHg systolisch), die gecompliceerd wordt of kan worden door acute schade aan hersenen, hart, nieren, grote bloedvaten of ogen. Het aanwezig zijn van acute of progressieve tekenen van orgaanschade is bepalend voor de snelheid van handelen. Een hypertensieve crisis wordt onderverdeeld in hypertensieve noodgevallen en hypertensieve urgenties. Hypertensief noodgeval Een hypertensief noodgeval is een situatie waarbij door acute orgaanschade snelle en gecontroleerde bloeddrukverlaging noodzakelijk is met intraveneuze middelen. Hypertensief urgentie Een hypertensieve urgentie is een situatie waarbij het wenselijk is de zeer hoge bloeddruk binnen enkele uren te verlagen, meestal met orale medicatie, ter voorkoming van orgaanschade. Beleid bij hypertensieve crisis Hypertensieve crisis Noodgeval Urgentie Binnen enkele min. tot max. 1 uur Binnen 1-3 uur I.V.-behandeling Orale behandeling Beleid bij Hypertensieve urgentie Nifedipine retard 20 mg verdient de voorkeur. Na start behandeling observatieperiode van tenminste 2 uur. Voor ontslag in ieder geval streven naar een bloeddruk <200/120 mmHg. Beleid bij Hypertensief noodgeval Termijn en streefwaarde Eerstekeuzetherapie bloeddruk Alternatieven Afdeling* Hypertensieve crisis met Enkele uren, MAP -20 tot labetalol retinopathie, 25% microangiopathie of acute nierinsufficiëntie nitroprusside nicardipine Medium urapidil care/ICU/ CCU Hypertensieve encefalopathie Onmiddellijk, MAP -20 tot labetalol 25% nicardipine nitroprusside ICU/ Medium care/Stroke unit Aortadissectie Onmiddellijk, nitroprusside en esmolol daling <110 mmHg systolisch Onmiddellijk, MAP 60-100 nitroprusside (met mmHg lisdiureticum) labetalol ICU nitroglycerine urapidil (met lisdiureticum) CCU/ICU Onmiddellijk, MAP 60-100 nitroglycerine mmHg labetalol CCU Acuut hartfalen met longoedeem Coronair ischemie Ischemisch CVA met RR 1 uur, MAP -15% >220/120 mmHg† Bloedig CVA met RR>180 systolisch of MAP >130 mmHg labetalol nicardipine nitroprusside Stroke unit/ ICU 1 uur, systole <180 mmHg labetalol en MAP <130 mmHg nicardipine nitroprusside Stroke unit/ ICU Herseninfarct behandeld 1 uur, MAP -15% met trombolytische therapie en RR >185/110 mmHg† Cocaïne/XTC-intoxicatie Enkele uren Intraveneuze middelen Middel Mechanisme Esmolol bètablokker Fentolamine alfa1-blokker Ketanserine Labetalol labetalol nicardipine nitroprusside Stroke unit/ ICU fentolamine (naast benzodiazepinen) nitroprusside Begin 1-2 min 1-2 min Duur Bolus 10-30 min 0,5-1 mg/kg 3-5 min 1-5 mg, evt. herhalen na 5-15 min 5HT-/alfa1-antagonist 1-2 min 30-60 min 5 mg, herhalen na 5 min, max. 30 mg alfa1- + bètablokker 5-10 min 3-6 uur 0,25-0,5 mg/kg Nicardipine calciumantagonist (dihydropyridine) 5-15 min 30-40 min nvt Nitroglycerine NO-donor 1-5 min 3-5 min nvt Nitroprusside NO-donor direct 1-2 min nvt Urapidil alfa1- antagonist/5HT3-5 min agonist 4-6 uur 12,5-25mg Medium care/ICU Continu 50-300 µg/kg/min 0,5-1,0 mg/uur 2-6 mg/uur 2-4 mg/min, tot bereikte effect, daarna 5-20 mg/uur 5-15 mg/uur, start met 5 mg/uur en dosering iedere 15-30 min. met 2,5 mg verhogen, als bloeddrukdaling bereikt is, dosering verlagen tot 3 mg/uur 5-200 µg/min, 5 µg/min verhogen per 5 minuten 0,3-10 µg/kg/min, met 0,5 µg /kg/min verhogen per 5 minuten 5-40 mg/uur