DE SPECIALISTISCHE ZWANGERSCHAP De specialistische zwangerschap Diabetes Hypertensieve aandoeningen CVRM: cardiovasculair risicomanagement www.studies-obsgyn.nl (google consortium nvog) Consortiumstudies NVOG Consortium 2.0 • Sinds 2003 multicentrisch onderzoek O&G • Vrijwel alle ziekenhuizen nemen deel • Financiering vanuit ZON MW in kader doelmatigheidsonderzoek • Publicaties in: – NEJM – The Lancet – JAMA – BMJ Consortiumstudies Studies op gebied van • • • • • • Fertiliteit Verloskunde Fetal Medicine (behandelingen foetus in de baarmoeder, bv TTS bij monochoriale gemelli) Neonatologie Oncologie Algemene en urogynaecologie Voor patiënten Consortiumstudies http://www.watverwachtu.nl Zowel informatie over lopende als afgeronde studies Consortiumstudies Enkele uitkomsten • • LIFESTYLE PROBAAT • ProTWIN Afvallen voor het zwanger worden loont de moeite Ballonkatheter veilig bij inleiden bevalling met minder kans op complicaties Een pessarium bij korte cervix 20 weken bij gemelli vermindert de kans op vroeggeboorte Consortiumstudies Draagt onderzoek daadwerkelijk bij aan kostenbesparing? • • • • PROBAAT HYPITAT DIGITAT PPROMEXIL • • • IUPC APOSTEL II AMPHIA • STAN Foleycatheter versus prostaglandinegel bij inleiden Inleiden versus afwachten bij hypertensie / PE Inleiden versus afwachten bij groeivertraging Inleiden versus afwachten bij prem gebroken vliezen 34-37 weken Intra-uteriene druk registratie versus uitwendig Verlengde tocolyse na 48 uur Progesteron versus placebo om vroeggeboorte gemelli te voorkomen ST analyse naast CTG Een budget-impact analyse van 8 obstetrische doelmatigheidsstudies. Janneke van ’t Hooft, Brent C. Opmeer, Margreet J. Teune, Luuk Versluis en Ben Willem J. Mol. NTVG 2013: 157 Consortiumstudies www.goedgeboren.nl Netwerk geboortezorg Noordwest Nederland (N-Holland en Flevoland) (www.nwgz.nl) Primaire doel: terugdringen van vermijdbare perinatale sterfte IK BEN DOLBLIJ!!!!! CASUS Mevrouw Jahratjara-Jansen heeft een BMI van 34, zwanger, dolblij, want het heeft wel even geduurd. Zij is zwanger na ovulatie-inductie middels Clomid b PCOS. Zij is van origine Hindoestaans Haar moeder gebruikt van die pilletjes voor de suiker, je weet wel. Zijn er aandachtspunten voor haar in de zwangerschap? Diabetes en zwangerschap regioprotocol Zwangerschapsdiabetes Regioprotocol - Screening, diagnostiek en zorg van zwangerschapsdiabetes (GDM) Achtergrond - stijgende incidentie (want stijgende incidentie obesitas) - ziektebeeld geassocieerd met verhoogde morbiditeit voor moeder en kind Definitie GDM is elke vorm van hyperglykemie die tijdens de zwangerschap wordt ontdekt, onafhankelijk van het feit of deze afwijking na de zwangerschap weer verdwijnt. Bij vrouwen waarbij in een vroege fase van de zwangerschap (< 16 weken) hyperglykemie wordt gevonden is meest waarschijnlijk sprake van een (niet eerder ontdekte) DM type 2, die al voor de zwangerschap bestond. Zwangerschapsdiabetes Perinatale complicaties - Macrosomie - Schouderdystocie (neonatale fracturen of plexusletsel) - Neonatale hypoglykemie - Neonatale hyperbilirubinemie Maternale complicaties Vrouwen met GDM 50% kans om binnen vijf jaar diabetes te ontwikkelen Maak bij opsporing GDM onderscheid tussen screening en diagnostiek Screening: zonder te letten op klachten of symptomen, vrouwen die zwanger zijn testen op GDM Diagnostiek: op indicatie testen wanneer een symptoom (zoals macrosomie en/of polyhydramnion) tijdens de zwangerschap verdenking geeft op GDM Zwangerschapsdiabetes Screening Aanbeveling A 1. Alle zwangere vrouwen: intake: leefstijl- en voedingsadviezen 2. Risicofactoren (zie tabel 1) bij de intake een nuchtere bloedglucose + 75g OGTT bij AD24-28 (voor afkapwaarden zie tabel 2) 3. GDM in de voorgeschiedenis/anamnese intake nuchter glucose + AD16 een 75g OGTT (indien normaal: + OGTT bij AD24-28) 4. Macrosomie 75g OGTT eerdere GDM; Aziatische, Hindoestaanse, Afro- Caribische, MiddenOosterse, Marokkaanse en Egyptische etniciteit; BMI >30 bij 1e prenatale controle; eerder kind >P95 of >4500g; IUVD (onverklaard); eerstegraads familielid met diabetes; polycysteus-ovariumsyndroom 75g OGTT Nuchter Na 2 uur Veneus plasma (mmol/l) Capillair volbloed (mmol/l) Diagnose > 7,0 > 6.1 6,1 – 6,9 < 6,1 > 11,0 5,6 – 6,0 < 5,6 > 11,0 Verdacht voor preëxistente DM GDM Normaal Verdacht voor preëxistente DM GDM Normaal 7,8 – 11,0 < 7,8 GDM: ten minste één afwijkende waarde. 7,8 – 11,0 < 7,8 Zwangerschapsdiabetes Intake Zwangere met risicofactoren in anamnese (Tabel 1): Nuchter glucose Glucose < 6,1 mmol/l Geen verdere actie OGTT niet afwijkend: herhaling AD 24-28: --> OGTT niet afwijkend: geen verdere actie --> OGTT afwijkend (tabel 2): GDM--> dit protocol volgen --> OGTT mislukt? Aanbeveling B Glucose 6,1 - 6,9 mmol/l 75g OGTT OGTT afwijkend (Tabel 2): GDM Dit protocol volgen Glucose > 6,9 mmol/l 2de lijn OGTT mislukt: Wat te doen? Aanbeveling B Zwangerschapsdiabetes Aanbeveling C t/m H: Beleid en behandeling bij een gestoorde OGTT Gestoorde OGTT Dagcurves (Tabel 3) Aanbeveling C en D Tijdens zwangerschap Dagcurves binnen streefwaarden Bevalling Normaal beleid Direct na bevalling Aanbeveling G Nacontrole Aanbeveling H Tijdstip Streefwaarden glucose in mmol/l (capillair) Nuchter ≤ 5,3 1 uur na eten ≤ 7,8 2 uur na eten ≤ 6,7 Tijdens zwangerschap Dagcurves buiten streefwaarden Bevalling Beleid met insuline Aanbeveling E Direct na bevalling Aanbeveling F Nacontrole Aanbeveling H Zwangerschapsdiabetes D: Gestoorde OGTT en noodzaak insulinetherapie: 1. Zorg in 2e lijn 2. Multidisciplinair team met gynaecoloog, internist, diabetesverpleegkundige en diëtist 3. Liefst in gecombineerde spreekuurvoering 4. Dagelijks 4-puntscurve (nuchter en een uur na einde maaltijd), z.n. 7-puntscurves (voor en na elke maaltijd en voor het slapen) tot begin van baring. E: Bevalling bij insulinetherapie Er is geen overtuigend bewijs dat routinematige inleiding de uitkomst voor moeder en kind verbetert. Counseling over voor- en nadelen. Zwangerschapsdiabetes F: Direct na bevalling bij insulinetherapie 1. Maternaal i.p.stop insuline. 1. 2 x nuchter bloedglucose in eerste week postpartum 2. evaluatie door diabeteszorgverlener. 2. Neonaat volgens lokaal protocol controle bloedglucoses verantwoordelijkheid van kinderarts in overleg met ouders G : Direct na bevalling bij dieet Neonaat: bloedglucosecontroles alleen op indicatie + iom kinderarts H: Nacontrole (6 weken na bevalling) 1. Leefstijl- en voedingsadviezen 2. uitleg van risico over ontwikkelen van DM2 3. uitleg van belang van jaarlijkse controle bij de huisarts (conform NHG-standaard) 4. Meteen afspraak bij huisarts laten maken en schriftelijke/digitale overdracht regelen 5. Preconceptionele adviezen. Pre existente DM en zwangerschap Pre-conceptioneel DM1 + 2 = preconceptionele DM -HbA1c: streef < 7.0 ideaal < 6,1 -Glucosedagcurve essentiële aanvulling -(Continue monitoring) NVOG-Richtlijn Diabetes mellitus en zwangerschap, 2010 Pre existente DM en zwangerschap Effect van DM op zwangerschap • Kans op miskraam (alleen HbA1C>7,5) • Structurele afwijkingen: Regulier 2-3%, DM 2,716,8% – – – – Hartafwijkingen Neurale buisdefecten Urogenitale afwijkingen Geen verhoging chromosomale afw. • mn hyper geeft schade • IUVD – Macrosomie – Sterk fluctuerende glucosewaarden – Roken – Diabetische nefropathie – Lage sociale status • PE/hypertensie 12% • Macrosomie • Vroeggeboorte Pre existente DM en zwangerschap Effect van zwangerschap op DM • Nefropathie – 3e trimester nefrotisch syndroom • Retinopathie • Pro memorie – 2-3 x hogere prevalentie schildklier problemen CASUS Mevrouw Ouzabeki-Jansen, afkomstig uit de Ivoorkust (sub-Sahara afrika), is niet zo blij. Zij is een G1P0, AD 38w5d, en net bij de verloskundige geweest, waarbij een RR 145/100 mmHg bij herhaling werd gemeten. Eigenlijk maakte ze zich al wat zorgen. Zij heeft wat hoofdpijn, en zo’n raar strak gevoel boven in de buik. En de buurvrouw vroeg zich gisteren af of die buik niet veeeeeeel te klein was, dat zij de bakkersvrouw vorige week ook al. 1. Waar denk je aan? 2. Wat ga je doen? 3. Moet die baby er nu als de wiedewier uit? Of beland je dan al direct op de OK? 4. Wat een stress, wat een stress… wat een onzin, RR 145/100mmHg? Dat zie ik daaaagelijks, niks aan de hand! Hypertensieve aandoeningen van de zwangerschap regioprotocol Hypertensieve Aandoeningen Achtergrond • RR↑ in zwangerschap: incidentie 5-18% (nullipara 3x>multipara) • Belangrijkste oorzaak maternale morbiditeit en mortaliteit (ernstige onbehandelbare hypertensie, eclampsie, hersenbloeding, leverkapselbloeding/ruptuur), ARDS/longoedeem, nierinsufficiëntie, en/of trombose/longembolie • Verhoogde kans op neonatale sterfte (abruptio placentae, foetale groeirestrictie, iatrogene prematuriteit). • Belangrijkste stroom verwijzingen 1e ↔ 2e ↔ 3e lijn Definitie Hypertensieve aandoeningen van de zwangerschap zijn alle aandoeningen waarbij een hoge bloeddruk aanwezig is. Hypertensieve Aandoeningen Etiologie • De placenta speelt een rol • Slecht functionerend endotheel Verklaring - Respons op endotheel dysfunctioneren - Hypertensie door verstoorde endotheliale controle van de vasculaire tonus - Proteïnurie en oedeem door verhoogde vasculaire permeabiliteit - Coagulopathie door abnormale endotheliale expressie van procoagulantia. - Hoofdpijn, insulten, visuele symptomen, epigastrische pijn, en foetale groei restrictie zij het gevolg van endotheliale dysfunctie in de vasculatuur van de doelorganen (brein, lever, nier, en placenta). Hypertensieve Aandoeningen Hypertensie • RRsyst≥140 mmHg en/of RRdiast≥ 90 mmHg: 2x gemeten - interval >4 uur • danwel RRsyst ≥160 mmHg en/of RRdiast ≥110 mmHg eenmalig Proteinurie Gouden standaard: kwantitatieve eiwitbepaling in 24 uurs urine: Afkapwaarde: > 0.3g eiwit/24uur. Albuminestick (³1+) en eiwit/kreatinine ratio (³ 30 mg/mmol) in een urineportie hebben een redelijke negatief voorspellende waarde en een matige positief voorspellende waarde. # diagnostisch, maar rule-out Hypertensieve Aandoeningen Chronische hypertensie / pre-existente hypertensie Gediagnosticeerd voor of na de zwangerschap, of bij een AD < 20 wkn Zwangerschapshypertensie (5-8%) Gediagnosticeerd bij AD > 20 wkn, voordien normotensief 3 maanden post partum normaal Pre-eclampsie (1-3%) Hypertensie met proteïnurie. Eventuele klinische verschijnselen: • nierfunctiestoornis: verhoogd plasma kreatinine en/of oligurie • leverfunctietoornis: verhoogde transaminasen en/of pijn boven in de buik • neurologische afwijkingen: convulsies (eclampsie), ernstige hoofdpijn, verwardheid, visusstoornis, hyperreflexie • hematologische afwijkingen: trombocytopenie, intravasale stolling, hemolyse Hypertensieve Aandoeningen HELLP syndroom De combinatie van: • Hemolyse (LDH 600 U/L, haptoglobine < 0.2 g/L), • verhoogde leverenzymen (ASAT of ALAT > 70 U/L) • verlaagde trombocyten (< 100.109/L) Het HELLP syndroom kan zonder hypertensie/pre-eclampsie voorkomen. Hypertensieve Aandoeningen Gesuperponeerde pre-eclampsie Bij chronische hypertensie ontstaat bij AD > 20 wkn de novo proteïnurie en/of symptomen die geassocieerd zijn met pre-eclampsie Gradatie • niet-ernstige pre-eclampsie: RRsyst < 160 mmHg en RRdiast < 110 mmHg, zonder klinische verschijnselen • ernstige pre-eclampsie: RRsyst ≥160 mmHg en/of RRdiast ≥110 mmHg en/of aanwezigheid van klinische verschijnselen Hypertensieve Aandoeningen Beleid chronische hypertensie Preconceptioneel (HA/interne) • Diagnostiek: • onderliggende oorzaken • geassocieerde afwijkingen • Behandeling: • streven naar “normalisering” : RRsyst<140 mm Hg en RRdiast<90 mm Hg. • In de zwangerschap target bloeddruk vast stellen: • advies range is 140-160/90-100 mm Hg (CHIPS trial) • Bij eindorgaanschade (chron. proteinurie, LV hypertrofie): <140/90 mm Hg. • Stop ACE-remmers / angiotensinereceptorblokkers (ARB’s) / directe renineremmers • Vervang met voorkeur monotherapie (Trandate / Aldomet / Adalat) • Counseling: • ernstige RR↑: ± 50% kans op preeclampsie • niet-ernstige RR↑: ± 25% kans Hypertensieve Aandoeningen Beleid chronische hypertensie Graviditeit • AD < 20 wkn • Bij intake beperkt bloedonderzoek (Hb, Tr, ALAT, LDH, kreatinine) en uitsluiten proteïnurie • bloeddrukbehandeling cf preconceptioneel • Bij SEO ook een Doppler van de arteria uterina • AD > 20 wkn • Echo: biometrie met groeicurve 20-28-32w en op indicatie • Partus • Nastreven AD 38-40 wkn indien geen evidente zwangerschapscomplicaties, anders eventueel eerder. Hypertensieve Aandoeningen Beleid preeclampsie / HELLP / zwangerschapshypertensie Maternale diagnostiek/bewaking • • • • • • • • • Opname: evaluatie ernst mobilisatie: naar vermogen klachten: regelmatig vragen naar PE klachten. Bij nieuwe klachten lab herhalen RR en pols: 3 dd gewicht: op indicatie vochtbalans op indicatie saturatie op indicatie bloed: bij opname en later bij acuut optredende PE klachten of RR↑: urine: bij opname eiwit/kreatinine ratio urine. • Indien positief: 24 uur urine sparen. Hypertensieve Aandoeningen Beleid preeclampsie / HELLP / zwangerschapshypertensie niet-ernstige pre-eclampsie of stabiele zwangerschapshypertensie: • kan frequent poliklinisch • RR, CTG en beoordeling conditie van patiënte 2x/week – 1 dd • urine onderzoek en zn bloedonderzoek 1x/week • Echo: foetale Doppler 1x/week en biometrie 1x/14 dagen Hypertensieve Aandoeningen Beleid preeclampsie / HELLP / zwangerschapshypertensie Foetale diagnostiek/bewaking • kindsbewegingen: bij vermindering of afwezigheid: indicatie voor extra diagnostiek (CTG, echoscopie). • CTG: termijn/situatie en foetale risico bepaalt frequentie • echoscopisch onderzoek Hypertensieve Aandoeningen Beleid preeclampsie / HELLP / zwangerschapshypertensie Maternale behandeling • extra rust: klinisch of thuis afhankelijk van situatie • Medicatie: indien RRsyst ≥ 160 mm Hg en/of RR ≥ 110 mm Hg. • Voorkeur oraal, ter preventie hypotensie geleidelijk opgehoogd • Bij onvoldoende effect: 2e en evt 3e toevoegen. • Streefwaarde: RRsyst 140-160 mm Hg en RRdiast 95-105 mm Hg. Hypertensieve Aandoeningen Beleid preeclampsie / HELLP / zwangerschapshypertensie Maternale behandeling • Dreigende eclampsie: eclampsie is moeilijk te voorspellen. • Start MgSO4 bij: • • ernstige PE, ernstige en aanhoudende klachten van hoofdpijn, plotse ernstige bloeddrukstijging, pijn boven in de buik, visusstoornissen, onrust, verwardheid, verhoogde reflexen met uitbreiding of clonus Eclamptisch insult: • stabilisatie van patiënte: vrijhouden van de ademhalingsweg, controle van de circulatie en voorkomen van letsel • infuus inbrengen voor MgSO4 • Als RRsyst > 160 en/of RRdiast >110 start antihypertensiva • na stabilisatie: nastreven van de baring Hypertensieve Aandoeningen Beleid preeclampsie / HELLP / zwangerschapshypertensie Foetale behandeling • Corticosteroïden: bij verwachting partus <1-2 wkn en < AD 34+0 wkn Indicatie • ernstige pre-eclampsie • suboptimaal CTG • Echoscopische afwijkingen (verhoogde PI of ARED flow in de arteria umbilicalis) Hypertensieve Aandoeningen Partus zwangerschapshypertensie • <37 wkn: geen indicatie voor eerdere interventie tenzij therapieresistente hypertensie • 37-42 wkn: nastreven partus< enkele dgn: lager sectiopercentage pre-eclampsie • <24 wkn: counseling in 3e lijn over prognose en evt beëindigen zwangerschap • <26-27 wkn of geschat foetaal gewicht <500 gram: geen interventie voor foetale nood ivm slechte prognose voor gezonde overleving van de baby. Voorbij deze grenzen in principe ingrijpen bij foetale nood • 27-32 wkn: nastreven baring alleen bij ernstige maternale ziektelast (therapieresistente ernstige hypertensie of ernstige maternale morbiditeit) en afhankelijk van foetale conditie/neonatale prognose. • Magnesiumsulfaat direct ante partum voor neuroprotectie tot 30 weken. Corticosteroïden voor foetale longrijping tot 34 weken. • 32-37 wkn: nastreven baring afhankelijk van maternale ziektelast en foetale conditie/neonatale prognose In principe vaginale partus. Corticosteroïden voor foetale longrijping tot 39 weken kan overwogen worden. • 37-42 wkn nastreven vaginale baring < enkele dagen:lager sectiopercentage Hypertensieve Aandoeningen Hypertension and Preeclampsia Intervention Trial At Term: De HYPITAT-studie C.M. Koopmans, D. Bijlenga, S. Vijgen, B.W.J. Mol, D.J. Bekedam, P.P. van den Berg, K. de Boer, J.M. Burggraaff, K.W.M. Bloemenkamp, A.P. Drogtrop, A. Franx, H. Groen, C.J.M. de Groot, A.J.M. Huisjes, A. Kwee, A.J. van Loon, A. Lub, D.N.M. Papatsonis, J.A.M. van der Post, F.J.M.E. Roumen, H.C.J. Scheepers, C. Willekes en M.G. van Pampus. Hypertensieve Aandoeningen Vraagstelling Reduceert bij zwangeren met een PIH of milde PE a terme inductie van de baring (interventie) de maternale morbiditeit/mortaliteit (primaire uitkomstmaat) ten opzichte van een afwachtend beleid? Methoden • RCT • 48 Nederlandse ziekenhuizen • Inclusietijd: januari 2006 tot april 2008 • Inclusie • Eénlingzwangerschap met hoofdligging • PIH of milde PE • AD: 36+0 tot 41+0 Hypertensieve Aandoeningen Uitkomsten Primair Secundair • Maternale morbiditeit 1. Sterfte 2. Ernstige hypertensie 3. Eclampsie 4. HELLP-syndroom 5. Fluxus postpartum 6. Veneuze tromboembolie 7. Longoedeem 8. Abruptio Placentae • Neonatale mortaliteit & morbiditeit • Modus van de partus • spontaan • VE/FE • sectio caesarea • Kwaliteit van leven • Kosten Hypertensieve Aandoeningen Resumerend – HYPITAT • Inleiden geeft minder maternale complicaties dan afwachten (31 vs 42%, P <0.001) • Bij inleiden worden minder sectio's verricht dan bij afwachten (14 vs 19%, RR 0.75 (0.55 to 1.0)) • Kosten van afwachtend beleid €600 hoger dan inleidgroep • CONCLUSIE: Op basis van de gepresenteerde resultaten zou ons advies zijn om bij een PIH of milde PE vanaf een amenorrhoeduur van 37 weken de baring in te leiden. Hypertensieve Aandoeningen Post partum • ernstige pre-eclampsie • Klinische observatie 24-48 uur postpartum • Afbouwen anithypertensiva • streven RRsyst < 140 mm Hg en RRdiast < 90 mm Hg • Ip door huisarts Hypertensieve Aandoeningen Na-onderzoek in verband met toekomst • RR-controle en EKR 6 wkn post partum (NB normalisatie proteïnurie kan 6-8 mnd duren) • bij pre-eclampsie, HELLP of foetale groeirestrictie en AD bij geboorte < 34 wkn • uitgebreid thrombofilie onderzoek • niet eerder dan 3 mnd postpartum, zonder OAC of vitaminegebruik en in 1e helft van de cyclus ivm interactie met sommige factoren • bij persisterende proteïnurie of chronische hypertensie verwijzen naar de huisarts of polikliniek Interne Geneeskunde Hypertensieve Aandoeningen Nazorg • psychologische impact van de moeizaam verlopen zwangerschap is groot • Veel gehoorde klachten: • vermoeidheid • concentratiestoornis • Vergeetachtigheid • depressiviteit • Vrijwel iedereen herstel < 1 jaar • Zo nodig meerdere post partum gesprekken aanbieden • Mogelijkheid van een preconceptioneel consult expliciet benoemd • Bij langdurige problemen: maatschappelijk werk of psychologische hulpverlening via de huisarts. • HELLP patienten vereniging www.hellp.nl Hypertensieve Aandoeningen Take-Home message Preconceptioneel • streven naar “normalisering” : RRsyst<140 mm Hg en RRdiast<90 mm Hg. • Stop ACE-remmers / angiotensinereceptorblokkers (ARB’s) / directe renineremmers • Vervang met voorkeur monotherapie (Trandate / Aldomet / Adalat) Postpartum • na pre-eclampsie: • RR >140 mm Hg starten met antihypertensiva volgens stappenplan NHG standaard. • Eens per 3 jaar oproepen voor bloeddruk, BMI en nuchter glucose meting en leefstijl counseling. Cardiovasculair risicomanagement CVRM na een reproductieve aandoening CVRM VRAAG Er bestaat een aparte richtlijn CVRM na een reproductieve aandoening. Is dit waar? CVRM Jazeker! CVRM Herhaalde miskraam / habituele abortus Een 31-jarige G3P0 bezoekt uw spreekuur. Helaas heeft zij recent weer een spontane miskraam doorgemaakt. Onderzoek naar habituele abortus zal na 3 maanden ingezet worden via de gynaecoloog. Zij maakt zich echter zorgen, heeft veel vragen en komt bij u: heeft zij een grotere kans op het krijgen van hypertensie in de toekomst? CVRM Herhaalde miskraam / habituele abortus Een herhaalde miskraam is geen risicofactor voor een hypertensie in de toekomst. CVRM Pre-eclampsie (definitie: RR>140/90 mmHg met proteinurie>0.3 gram/24 uur) U ontvangt de volgende ontslagbrief. Conclusie Bovengenoemde patiente is op 1-1-2015 bevallen. De prenatale zorg verliep ongecompliceerd tot 30 weken, waarna er sprake was van een PIH (pregnancy-induced hypertension = zwangerschapshypertensie), waarop zij werd verwezen naar de tweede lijn. Vervolgens ontwikkelde zij een pre-eclampsie (maximale RR 160/110 mmHg met een proteinurie van 1,2 gram eiwit per 24 uur). Tevens bleek er sprake te zijn van een IUGR (intra-uteriene groei restrictie) bij 34w0d met doppler afwijkingen van de a. umbilicalis. Patiente ontwikkelde daarbij zogenaamde ‘toxklachten’, er werd gestart met MgSO4 (magnesiumsulfaat) en labetalol. Vervolgens werd gestreeft naar een partus. Na het plaatsen van een intra-cervicale balloncatheter werd patiente vlot contractiel, en kon na enkele uren de vliezen worden gebroken, waarna zij vlot spontaan beviel van een zoon, genaamd Harrie, van 1450 gram (gewicht <p5). Het nageboortetijdperk was ongecompliceerd. De MgSO4 werd 24 uur postpartum gestaakt. Patiente verliet het ziekenhuis met 3 dd 200 mg Labetalol per os (RR 130/80 mmHg), en zal zich na 1 week tot de huisarts richten tav het mogelijk afbouwen van de medicatie. CVRM Wat zegt dit zwangerschaps beloop over haar toekomst? (NB Harrie heeft voor zijn toekomst een grotere kans op het metabool syndroom, dit wordt alhier verder buiten beschouwing gelaten). CVRM Voor haar toekomst 1. Op de korte termijn in het kraambed: - MgSO4: minimaal 24 uur postpartum ter bescherming eclampsie risico - RR streefwaarde <140/90 mmHg: zie ook regioprotocol via APP: NGNN richtlijnen 1. Bij een volgende zwangerschap: 1. Trombofilie onderzoek 6 wk pp 2. Ascal 1dd 80 mg vanaf positieve test 2. Tav haar CVRM is het advies volgens de richtlijn: Consortium studie HyRAS BMC Pregnancy and Childbirth 2013 CVRM Lange termijn risico’s Zwangerschapshypertensie Pre-eclampsie Cardiovasc.afw. <2x >2x (vroege PE 3-9x) Hypertensie 2x >2x Diabetes >2x >2x = = Lipiden stoornis CVRM Mogelijke verklaringen • Bij PE en vroege IUGR soms ook verstoorde endotheelfunctie buiten de zwangerschap • VG van PIH hoger waarden van glucose, insuline, en een ongunstiger lipidenspectrum • Een onderliggende predipositie voor zowel PE als cardiovasculaire aandoeningen • Permanente arteriele veranderingen die later resulteren in cardiovasculaire ziekten. CVRM Ondersteuning hypothese Onderzoek: • 17 jaar eerder PE; duidelijke aanwijzingen gevonden voor insulineresistentie • 3-6 maanden post partum kenmerken van het metabool syndroom mn bij vroege PE • vaak belaste cardiovasculaire familie anamnese CVRM CVRM CVRM NHG standaard • Aanbevelingen na pre-eclampsie: - Bloeddruk >140 mm Hg starten met antihypertensiva volgens stappenplan NHG standaard - 1x/ 3 jaar: oproepen voor bloeddruk, BMI en nuchter glucose meting en leefstijl counseling. • Aanbevelingen na zwangerschapshypertensie: Gelet op het significant maar in absolute zin beperkt toegenomen relatieve risico op HVZ bij vrouwen met zwangerschapshypertensie is er geen reden om af te wijken van de huidige richtlijn. gewichtsreductie beweging stoppen met roken verbetering van de voeding Take home • Zwangerschapscomplicaties bieden kansen voor preventie van cardiovasculaire problemen in het latere leven • Zie de zwangerschap als een test! • An apple a day keeps the doctor away? Wat zou uw rol als huisarts kunnen zijn tav het obstetrisch onderzoek? • Vertel uw patiënt grote kans dat zij gevraagd wordt voor deelname onderzoek en dat u participatie ondersteunt • Wij zullen ons best doen u (beter) te informeren via zorgportaal, via onze brieven en via de website • Suggesties over hoe wij u kunnen informeren welkom Consortiumstudies Lopende onderzoeken verloskunde • MOTHER Optimaal beleid bij hyperemesis • GLUCOMOMS Continue glucose meting bij diabetes in zwangerschap • APOSTEL VI Pessarium na opname dreigende vroeggeboorte • STRIDER Viagra voor ernstige vroege placentaire groeirestrictie • QUADRUPLE P Progesteron versus pessarium bij korte cervix 20 weken (bij eenling) • INCAS Opsporen groeirestrictie eerste lijn Consortiumstudies Binnenkort startend verloskundig onderzoek • APRIL aspirine versus placebo bij partus prematurus (22-37 wk) in anamnese • DISCO Stoppen versus doorgaan met oxytocine bij inleiding in actieve fase van de baring • PLATINA Labetalol vs. nicardipine vs. oral nifedipine bij acute ernstige PIH • SUGAR-Dip Glibenclamide versus insuline bij te hoge glucose bij dieet bij zwangerschapsdiabetes • SECTIO Sluiting uterus in 1 of 2 lagen en effect op menstruatieklacht VRAGEN of SUGGESTIES ? • EXTRA SLIDES Enkele voorbeelden uitgelicht Pro-Twin (pessarum bij gemelli) • 130 vrouwen met cervix korter dan 38 millimeter • Vroeggeboorte < 32 weken vrouwen met en zonder pessarium respectievelijk 14% en 29% • Kinderen met complicaties of overleden met en zonder pessarium respectievelijk 10% en 24% • Sterfte met en zonder pessarium 6 kinderen (4%) versus 19 kinderen (17%) • Geen effect pessarium bij cervix > 38 mm Een derde studie: Probaat • PROstaglandines of BAllon voor inleiden van de baring A Terme Achtergrond - Foley • Relatief goedkope methode • Vergelijkbaar succespercentage • Vergelijkbaar/lager percentage sectio caesarea • Geen verschil in maternale/neonatale morbiditeit... Toch verhoogd risico op infectie?? • eerdere studies ‘underpowered’ Sciscione AJOG 1999, Ghezzi EJOG 2001, Boulvain Cochrane 2001, Heinemann AJOG 2008 Lopende onderzoeken fertiliteit • Schuimecho versus HSG om tubae te testen • Langer afwachten bij goede prognose en onverklaarde subfertiliteit • Vrouwen met borstkanker die eicellen/embryo's laten invriezen – diverse stimulatieschema’s • Diverse onderzoeken naar beste behandelmethoden bij IUI / IVF / ICSI Onderzoeken gynaecologie Afgerond nog niet gepubliceerd: • POMPOEN (beleid bij pmp bloedverlies en endometrium > 4 mm en benigne Pipelle) • MISOREST (de beste behandeling bij medicamenteuze behandeling miskraam en verdenking rest) • HYS-NICHE (verwijdering niche bij klachten over postmenstruele spotting na SC Onderzoek gynaecologie lopend, van specifiek belang voor huisartsen MIRA: • Vrouwen zonder kinderwens met klachten over hevig menstrueel bloedverlies waarbij medicamenteuze behandeling mislukte, gecontra-indiceerd of niet acceptabel is. • Randomisatie tussen Mirena en Novasure • https://www.youtube.com/watch?v=8SVEnrHlY1w&feature=playe r_embedded (te vinden via website consortium -> gynaecologische studies) • Ook de huisarts kan randomiseren Primaire uitkomst Ernstige maternale complicaties Inleiden (n=366) Afwachten (n=373) 0 0 Systolische RR ≥170mmHg 55 (15) 85 (23) 0.64 (0.47 to 0.87) Diastolische RR ≥ 110mmHg 61 (16) 99 (27) 0.61 (0.46 to 0.81) Proteïnurie ≥ 5 g/24h 3 (2) 4 (2) 0.91 (0.21 to 4.0) HELLP -syndroom 3 (1) 9 (2) 0.33 (0.09 to 1.2) Eclampsie 0 0 Longoedeem 0 2 35 (10) 40 (11) Veneuze trombo-embolie 1 0 Abruptio placentae 0 0 116 (31) 159 (42) Maternale sterfte FLuxus postpartum > 1 L Samengestelde slechte maternale uitkomst Waarden uitgedrukt in n(%) RR(95%CI) of P 0.88 (0.57 to 1.3) 0.73 (0.61 to 0.89) <0.001 Secundaire uitkomst Modus van de baring Inductie (n=377) Afwachten (n=378) RR (95%CI) or P Spontaan 273 (72) 253 (67) 1.1 (0.98 to 1.2) Vacuüm/ Forcipale extractie 50 (13) 53 (14) 0.95 (0.66 to 1.4) Sectio Caesarea 54 (14) 72 (19) 0.75 (0.55 to 1.0) Lange Termijn • Hypertensie – (RR 3.70, 95% CI 2.70-5.05 gem. follow-up 14jaar), • Ischemische hart ziekte – (RR 2.16, 95% CI 1.86-2.52 gem. follow-up11.7jaar) • CVA – (RR 1.81, 95% CI 1.45-2.27 gem. follow-up 10.4 jaar) • DVT – (RR 1.79, 95% CI 1.37-2.33 gem. follow-up 4.7jaar ) • Het absolute risico dat een vrouw die wel of geen PE heeft gehad een van deze vardiovasculaire events meemaakt bij een leeftijd van – 50 jaar = 17.8% Lange termijn Ernst van de PE Kans toekomstige hart ziekte: • Mild RR 2.00, 95% CI 1.83-2.19 • Matig RR 2.99, 95% CI 2.51-3.58 • Ernstig RR 1.87, 95% CI 0/94-3.73 Correlatie PE en perifere vaatzieken RR 1.87, 95% CI 0/94-3.73 De sterke correlatie tussen vroege PE en cardiale problemen suggereert wellicht een ander mechanisme bij vroege en late PE. Metabool syndroom • Het metabool syndroom – spectrum van metabole stoornissen welke verband houden met insulineresistentie: • • • • type 2-diabetes obesitas hypertensie Dyslipidemie