Anesthesie bij zwangeren Aandachtspunten Ademhaling 1         FRC tot 500 ml afname AMV tot 50% toename VT neemt toe Zuurstofconsumptie neemt toe (20%) Ademfrequentie neemt toe Alveolaire ventilatie groter en daardoor een lager PaCO2 Bij pijn nog groter AMV Hyperventilatie leidt tot verminderde uteriene en umbilicale doorbloeding Ademhaling 2  Bohr effect, moederlijk Hb grotere affiniteit voor O2  Gevolg mindere placentaire O2 overdracht  15-20% toename O2 consumptie   Progesteronspiegel stijgt met als gevolg dilatatie, oedeem Door anesthesie kan snel atelectase en hypoxie optreden Cardiovasculaire veranderingen    Bloed volume >35% Plasma volume >45% RBC Volume >20 % (later dan plasmavolume) – Zwangerschaps anemie        CO > 40 % & SV > 30 % HR > 15 % Totale perifere weerstand < 15 % MAP <15 % Autotransfusie bij iedere uteruscontractie (+500ml) BV tijdens vaginale bevalling ong. 500ml BV tijdens SC ong. 1000ml Hepatische veranderingen   Hypercoagulatie door toegenomen hoeveelheid stollingsfactoren en afname fibrinolyse. [Albumine] neemt af – denk aan vrije fractie medicatie en COP  [Plasmacholinesterase] neemt af – Klinisch geen verlengde werkingsduur esterachtige LA en depolariserende relaxantia. Renale veranderingen    Toename renale bloedflow, GFR en aldosteron (meer natrium en water intravasculair). Ureum en creatinine zijn verlaagd Glucosurie en proteïnurie is normaal gezien veranderde fysiologisch omstandigheden Veranderingen zenuwstelsel    Verkleining epidurale ruimte (toename volume venen) Gevoeligheid voor lokaal anesth. neemt toe door hormonale veranderingen (progesteron, wat ook zorgt voor een verminderde motiliteit van GI en een afname van de oesophagale sfincterspanning) MAC-waarde daalt Uteriene bloedflow   UBF = Maternale MAP – Uteriene vasculaire weerstand Dus uteriene bloedflow beïnvloed door – – – – Daling Maternale MAP of Hypovolemie! Aorta en vena cava compressie Maternale hypoxie Toename uteriene vasculaire weerstand   Preeclampsie Sympaticomimetica. Efedrine indirect en minder dan andere (directe) sympaticomimetica. Medicatie  Maternale factoren – – – – – –  Toedieningsvorm Dosering Vrije fractie (proteïnebinding) Vetoplosbaar Klaring en metabolisme pH Passage placenta – Diffusie – Actief transport – Metabolisme – Meeste anesthesiemedicatie zijn vetoplosbaar dus Medicatie  Foetale factoren – – – – – Circulatie pH Proteïnebinding Metabolisme Ongebonden fractie bij moeder!!    Dus toedieningsvorm, dosering, proteïnebinding Algemeen nog ionisatiegraad (weinig ionisatie, hoge transfer), vetoplosbaarheid en resorptieoppervlak en afstand Let op foetale intoxicatie (bradycardie, apneu, convulsie) Neonatale effecten specifieke medicatie  Anticholinerge medicatie – Atropine passeert wel placenta (foetale nood niet opmerken) – Glycopyrrolate passeert placenta niet  Inductiemiddelen – Vetoplosbare middelen passeren placenta snel    Barbituraten Spierrelaxantia zijn wateroplosbaar dus… (sux wel, maar snel afgebroken) Opiaten Zwangerschap geïndiceerde hypertensie  Pre-eclampsie – Hoofdpijn, visusstoornissen, oligurie en proteïnurie – Afhankelijk van de ernst, oedeem – Verminderde orgaanperfusie    verhoogde symphaticotonie Verkleind vaatbed met afgenomen intravasculair volume Perifere weerstand hoog – Meestal na 20-24 weken symptoom ontwikkeling – Etiologie onbekend – Mortaliteit maternaal veroorzaakt door cerebrale Zwangerschap geïndiceerde hypertensie   Pre-eclampsie – Mild – Heftig HELLP met leverfunctiestoornissen en trombocytopenie. – Hemolytic anemia, elevated liver enzymes and low platelets – Wordt gezien als ernstige vorm van preeclampsie – Epigastrische pijn, misselijkheid en braken – Hoge maternale en foetale mortaliteit – Direct ingrijpen noodzakelijk Zwangerschap geïndiceerde hypertensie   Eclampsie: uitbreiding naar cerebraal – Convulsies en maligne hypertensie – Cerebraal oedeem, bloedingen kunnen optreden Behandeling bestaat uit – Luchtwegmanagement – Snel werkend anticonvulsief middel (thiopental, midazolam) – Overweging bevalling Zwangerschap geïndiceerde hypertensie  Complicaties – Moeder  Stollingsstoornis, waarbij wel een intravasale stolling op kan treden.  Hartfalen links met longoedeem  Renaal falen  Leverruptuur  Intracerebrale bloedingen en hersenoedeem Zwangerschap geïndiceerde hypertensie – Kind  Prematuur met oa respiratoire problemen  Meconium aspiratie Anesthesie bij SC  Hb, Ht, stolling en T&S  Indicatie van SC  Spinale techniek – Voordelen eenvoudig, snelwerkend, betrouwbaar, minimale foetale belasting, vermijden aspiratie. – Contra-indicaties – Indicaties Anesthesie bij SC (locoreg.)  Epiduraal – Voordelen  Continuïteit  Minder uitgesproken hypotensie – Nadelen  Veel locaal anestheticum nodig (passage) – Let op toxiciteit (verwardheid, gestoorde spraak, visie en gehoor, convulsies, apneu, arrest)  Onset duurt langer (verkleinen met toegevoegde morfine!) Anesthesie bij SC (locoreg.)     Goed infuus LLT Toegenomen toxiciteit (vooral cardiaal) l.a. Uitgesproken hypotensie – Meer gevoeligheid l.a. – Progesteron Anesthesie bij SC (algheel)  Algeheel – Indicaties – Moeilijke luchtwegmanagement – Aspiratiekans – Awareness   Dus meer kans op complicaties Technieken goed uitgevoerd dan minimaal verschil tussen beide indien inductie tot geboorte binnen 15 minuten blijft. Anesthesie bij CS  Preoxygenatie  Preload?  Left lateral tilt  Inductie na afdekken en gereed voor incisie  Medicatiemogelijkheden  Voorkomen van hyperventilatie