info voor patiënten man, vrouw en kind Hypertensieve aandoeningen tijdens de zwangerschap Inhoud 01 Zwanger! .................................................... 04 02 Wat is hypertensie?..................................... 04 03 Zwangerschapsgerelateerde bloeddrukproblemen................................... 05 04 Symptomen................................................. 07 05 Onderzoeken voor diagnose en opvolging... 08 06 Oorzaak....................................................... 08 07 Behandeling................................................ 09 08 Hoe verloopt je bevalling?............................ 11 09 Na de bevalling............................................ 11 10 Ooit nog (onbezorgd) zwanger?................... 12 11 Nuttige info.................................................. 13 Je bent zwanger... Van harte gefeliciteerd! Je hebt ongetwijfeld veel vragen over de zwangerschap, de prenatale opvolging en allerlei praktische zaken. In de brochure die je ontving bij je eerste prenatale consultatie vind je uitgebreide informatie over het verloop van de prenatale consultaties in het UZ Gent. In deze brochure lees je meer over hypertensie (een hoge bloeddruk) tijdens de zwangerschap: wat is hypertensie precies en wat kunnen de gevolgen zijn tijdens je zwangerschap? Heb je na het lezen nog vragen, aarzel dan niet om je gynaecoloog en/of vroedvrouw te contacteren of je vragen te stellen op de volgende consultatie. Wist je dat... Van alle vrouwen die voor het eerst zwanger zijn, krijgt zo’n 10-15% te maken met hoge bloeddruk. 02. Wat is hypertensie? Vanaf het begin van je zwangerschap wordt doorgaans bij elke prenatale raadpleging je bloeddruk gecontroleerd. Er is sprake van hypertensie in de zwangerschap bij: DDofwel één meting van minimum 110 mmHg diastolisch (onderdruk) DDofwel twee opeenvolgende metingen van minimum 90 mmHg diastolisch. Afhankelijk van je bloeddrukwaarden onderscheiden we verschillende graden van ernst: DDMilde hypertensie: 140/90 – 149/99 mmHg DDMatige hypertensie: 150/100 – 159/109 mmHg DDErnstige hypertensie: ≥160/110 mmHg 03. Zwangerschaps gerelateerde bloeddrukproblemen Zwangerschapshypertensie Bij ongeveer de helft van de vrouwen met een verhoogde bloeddruk tijdens de zwangerschap, treedt de hypertensie pas op vanaf de 20ste zwangerschapsweek. We spreken dan van zwangerschapshypertensie. Bloeddrukmeting Pre-eclampsie Wanneer er naast een verhoogde bloeddruk nog symptomen optreden (zoals problemen met de nier- of leverfunctie, afwijkingen in het bloedbeeld, neurologische problemen of eiwitverlies in de urine) spreken we van pre-eclampsie (zwangerschapsvergiftiging). Het meest voorkomende symptoom is eiwitverlies in de urine. Daarom wordt bij elke consultatie vanaf de 24e zwangerschapsweek een urinestaal van jou gevraagd. Door een stickje in de urine te houden, testen we op de aanwezigheid van eiwitten in de urine (albumine). Pre-eclampsie ontwikkelt zich slechts in 2% tot 8% van alle zwangerschappen. Als de gynaecoloog vermoedt dat je pre-eclampsie hebt, dan zal hij je vragen om 24 uur lang je urine te bewaren. Afhankelijk van de situatie kan dit ofwel thuis ofwel tijdens een opname gebeuren. De bepaling van het eiwitverlies op 24 uur geeft een nauwkeuriger beeld dan een bepaling op een staaltje. Bij pre-eclampsie kunnen de ernst en het verloop sterk wisselen. Sommige vrouwen hebben lange tijd weinig of geen klachten, bij anderen treden de verschijnselen sneller op. Controle urine Eclampsie Bij ongeveer 1 op de 2000 zwangerschappen gaat pre-eclampsie gepaard met stuipen (eclampsie). Stuipen zijn aanvallen met onwillekeurige trekkingen van je armen en benen. H YP E R TENSI EVE AAN DOEN INGEN T IJ DENS DE Z WANGERSCHAP 01. Zwanger! 5 HELLP-syndroom Hemolyse Er is sprake van een verhoogde afbraak van je rode bloedcellen, waardoor bloedarmoede (dit is een tekort aan rode bloedcellen) kan ontstaan. Elevated (Verhoogd) Liverenzymes (Leverenzymen) Ook je leverfunctie is verstoord, waardoor een aantal leverwaarden in het bloed afwijkend kunnen zijn. Low (Verlaagd) Platelets (Bloedplaatjes) Ten gevolge van een verstoorde leverfunctie en een tekort aan bloedplaatjes, is ook de bloedstolling ontregeld. 04. Symptomen Als zwangere vrouw kan je als gevolg van een bloeddrukgerelateerde aandoening een aantal klachten krijgen. Deze klachten zijn niet bij iedereen aanwezig. De ernst van de klachten verschilt van vrouw tot vrouw en is niet altijd in verhouding tot de ernst van de aandoening. Sommige klachten kunnen ook voorkomen bij zwangere vrouwen zonder een hypertensieve aandoening. DDAlgemeen onwel gevoel DDHoofdpijn DDGezichtsstoornissen DDMisselijkheid en braken DDPijn in de maagstreek DDPijn in de leverstreek (rechts onder de borststreek) DDVochtophoping (oedeem) in handen, voeten, aangezicht, … DDKindje beweegt minder Meld je klachten steeds aan een hulpverlener! Wist je dat... Het HELLP-syndroom kan zich ook voordoen zonder een gestegen bloeddruk of eiwitverlies. Groeivertraging van de baby Een verhoogde bloeddruk of pre-eclampsie wordt veroorzaakt door een minder goed functionerende moederkoek. Dit kan tot groeiachterstand bij de baby leiden. H YP E R TENSI EVE AAN DOEN INGEN T IJ DENS DE Z WANGERSCHAP Bloedafname 7 Tijdens elke prenatale consultatie wordt je bloeddruk gemeten. Stellen we een verhoogde bloeddruk vast, dan verzamelt de vroedvrouw of de arts bijkomende informatie aan de hand van: DDBloeddrukregistratie: je bloeddruk wordt een half uur lang gemeten met een automatische bloeddrukmeter. DDUrineonderzoek: je urine wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van eiwitten. Eiwitten in de urine vertellen iets over de werking van je nieren en de ernst van de verhoogde bloeddruk. DDBloedonderzoek: je bloed wordt nagekeken op lever- en nierfunctiestoornissen en bloedstolling. DDAfhankelijk van je zwangerschapsduur wordt hierbij ook een monitor (CTG) gebruikt om de harttonen van je baby te registreren. DDEchografie met doppleronderzoek en groeievaluatie: met behulp van deze kleurenecho kan de gynaecoloog de bloeddoorstroming in de bloedvaten van de moederkoek en jouw baby meten. De groei van de baby wordt steeds nagekeken. De arts beoordeelt dan de ernst van je situatie en bepaalt of de verdere opvolging ambulant of tijdens een opname dient te gebeuren. Wist je dat... Er zich soms eiwitten in de urine bevinden als gevolg van een blaasontsteking of vaginale afscheiding? 06. Oorzaak De oorzaak van hypertensieve aandoeningen is nog steeds niet duidelijk. Wel werd vastgesteld dat de placenta (de moederkoek) een belangrijke rol speelt in het ziekteproces. Na de geboorte van de baby en de placenta verdwijnen de klachten snel en zakt de bloeddruk terug naar de waarden van voor de zwangerschap. Uitlokkende factoren Een aantal factoren kunnen het risico op bloeddrukproblemen in de zwangerschap verhogen, namelijk: DDLeeftijd <19j of >40j DDEen eerste zwangerschap DDAfrikaanse en Afro-Amerikaanse herkomst DDEen meerlingzwangerschap DDEen voorgeschiedenis van (zwangerschaps) hypertensie bij jezelf of in de familie DDEen voorgeschiedenis van een chronische aandoening zoals suikerziekte (diabetes), een nier- of vaataandoening, verhoogde stollingsneiging, ... DDOvergewicht DDRoken DDStress 07. Behandeling Ambulante opvolging Bij milde of matige zwangerschapsproblemen kan de opvolging van je zwangerschap ambulant gebeuren. Als je diastolische bloeddruk (onderdruk) te sterk stijgt, zal de arts je een behandeling voorstellen. Deze behandeling bestaat uit bloeddrukverlagende medicatie die veilig is tijdens de zwangerschap. Verder stelt je behandelende arts een plan op voor ambulante controles met bloedafnames, monitoring en/of echografisch onderzoek. De controles zullen sneller op elkaar volgen dan in een normale zwangerschap. In sommige gevallen wordt er toch voor een opname gekozen. Opname Je arts zal een opname in het ziekenhuis aanraden bij ernstige gevallen van zwangerschapsgerelateerde bloeddrukproblemen. Tijdens een opname voert het medisch team verschillende controles uit: DDEr gebeurt een bloedafname en je moet 24 uur urine verzamelen. Afhankelijk van de graad en ernst van je hypertensie worden de bloedafname en urinesparing enkele keren herhaald. H YP E R TENSI EVE AAN DOEN INGEN T IJ DENS DE Z WANGERSCHAP 05. Onderzoeken voor diagnose en opvolging 9 De behandeling is erop gericht om complicaties bij jou en je baby zoveel mogelijk te vermijden. De behandelende arts schrijft daarom volgende medicatie voor: DDBloeddrukverlagende medicatie in pilvorm of via een infuus. DDDaarnaast wordt vaak medicatie (namelijk magnesiumsulfaat) toegediend via een infuus om het risico op een epileptische aanval te verminderen. DDAls de kans bestaat dat je baby geboren wordt vòòr 34 weken zwangerschapsduur, dan krijg je corticosteroïden toegediend. Op deze leeftijd zijn de longen van je baby immers nog onvoldoende ontwikkeld. Deze medicatie zorgt voor een snellere rijping van de longen van je baby. Hiervoor krijg je een injectie in je bil, die éénmalig herhaald wordt na 24 uur. De opvolging van je baby Je zal meerdere keren op controle moeten komen, om zowel jouw gezondheid als die van je baby goed op te volgen. Via de monitor (CTG) wordt dan telkens de algemene toestand van je baby gecontroleerd. DDOm de groei van je baby goed op te volgen, doet de gynaecoloog regelmatig een echografie om de grootte van je baby te bepalen en de bloeddoorstroming in de navelstreng te meten. DDDe kans bestaat dat je baby voor de uitgerekende datum geboren wordt. Wanneer jouw bevalling voor 34 weken nadert, wordt er longrijping toegediend. Als je vroegtijdig bevalt, zal je baby opgenomen worden op de afdeling Neonatologie. 08. Hoe verloopt je bevalling? De duur van je zwangerschap, de groei van je baby, je eigen gezondheid en die van je baby bepalen of de bevalling kan worden afgewacht of niet. Als je à terme bent (minimum 37 weken zwanger), zal de arts je bevalling inleiden. Voor die zwangerschapsduur wordt meestal het effect van de medicatie en de longrijping afgewacht. Van dag tot dag beoordeelt de arts dan of de ernst van je hypertensie opweegt tegen een eventuele vroeggeboorte (prematuriteit) van je baby. Ook de gezondheid van je baby kan een reden zijn om de bevalling in te leiden. In stabiele situaties zal het medisch team beslissen om je vaginaal te laten bevallen. Bepaalde factoren (termijn, dringendheid, toestand van baby of mama) kunnen toch de keuze voor een keizersnede bepalen. Bij een eclamptische aanval (stuipen) wordt de moeder eerst onder controle gebracht. Daarna moet je baby geboren worden, meestal via een keizersnede. Dit gebeurt weliswaar in rustige omstandigheden. Er wordt hierbij geen rekening gehouden met je zwangerschapsduur. 09. Na de bevalling De eerste dagen na je bevalling moet je ter observatie in het ziekenhuis blijven. De problemen kunnen de eerste dagen na de bevalling namelijk nog verergeren. Daarom moeten we de behandeling nog even verderzetten. Afhankelijk van de ernst en van de bevallingswijze, kan het herstel langer duren. Je ontslag uit de materniteit gebeurt in onderling overleg. Niet alleen je arts en vroedvrouw, maar ook je partner en jijzelf beslissen hierover. Soms dien je de bloeddrukverlagende medicatie nog tot na je ontslag in te nemen. Dit gebeurt in samenspraak met de dienst Hart- en vaatziekten (Cardiologie) en je huisarts. Het is aangewezen om je huisarts in de week na je ontslag even te contacteren voor een bloeddrukcontrole en ter evaluatie van je klachten. Zes weken na de bevalling gebeurt de laatste medische controle bij de gynaecoloog. Als de klachten slechts langzaam verbeteren of als de hypertensieve aandoening ernstig was, zal de arts nog verdere onderzoeken voorstellen. Meestal zijn alle medische klachten snel verdwenen. H YP E R TENSI EVE AAN DOEN INGEN T IJ DENS DE Z WANGERSCHAP DDDe vroedvrouw controleert regelmatig je bloeddruk. Minimum één keer per dag wordt naar de harttonen van je baby geluisterd. DDDe bloeddoorstroming en groei van je baby worden nauwgezet in het oog gehouden. 11 De eerste uren, dagen en weken na de bevalling herstelt je lichaam beetje bij beetje. Je komt dan ook in een emotionele rollercoaster terecht. De geboorte van een baby brengt veel gevoelens met zich mee. Wanneer je bevalt na een hypertensieve aandoening, zijn gevoelens zoals angst, frustratie, boosheid normaal. Soms heb je het gevoel een gewone zwangerschap en bevalling te ‘verliezen’. Nog andere vrouwen kampen met schuldgevoelens. Tracht steeds je gevoelens te uiten aan je omgeving en hulpverleners. De meeste koppels ervaren verlichting door erover te praten. 10. Ooit nog (onbezorgd) zwanger? Veel koppels ervaren een grotere nood aan informatie. “Wat is de herhalingskans?” is één van de meest gestelde vragen aan de hulpverleners. Bij een heel ernstige hypertensieve aandoening is de herhalingskans 15-20%. Deze kans is slechts zelden een reden om een volgende zwangerschap af te raden. In een poging tot preventie wordt bij een volgende zwangerschap reeds van bij een positieve zwangerschapstest gestart met een laag gedoseerd aspirinepreparaat. Er wordt dan ook intensieve follow-up voorzien. 11. Nuttige info Deze folder is een aanvulling op het gesprek met je gynaecoloog. Als je na het lezen nog vragen hebt of meer informatie wil, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen! Polikliniek verloskunde (ingang 71, gebouw P3, 1ste verd.) Secretariaat (afspraken): 09 332 37 83 (8u-12u en 13u-17u) Vroedvrouw: 09 332 59 56 Receptie van de kraamafdeling (ingang 50, gebouw K1, 2de verd.) 09 332 20 43 (24u/24u) Verlosafdeling van het UZ Gent (ingang 50, gebouw B1, 2de verd.) normaal verloop Zwanger na ernstige hypertensieve aandoening Voor je eigen verwerkingsproces is het een aanrader om je verhaal te vertellen aan wie je zelf wilt. Voor sommige koppels is de eigen familie en vriendenkring voldoende. Anderen vertellen hun verhaal liever aan een hulpverlener, zoals een psycholoog. 09 332 21 52 (24u/24u) Psychologen Isabelle Stuyver: 09 332 50 60 Lien Van Glabeke: 09 332 00 74 Sociaal verpleegkundige Anneleen Van Malderen: 09 332 56 41 H YP E R TENSI EVE AAN DOEN INGEN T IJ DENS DE Z WANGERSCHAP Elk koppel moet voor zichzelf beslissen of ze nog een zwangerschap wensen. Vrouwen en koppels die een zwangerschap met een hypertensieve aandoening hebben meegemaakt, staan hier vaak iets langer bij stil. De meeste koppels zijn angstiger om aan een nieuwe zwangerschap te beginnen. Dit is ook de voornaamste reden waarom koppels met een ernstige hypertensieve aandoening in het verleden niet of veel later aan een nieuwe zwangerschap beginnen. 13 n BLV Zw steeijnnaardse weg 78 72 KDV P1 P2 71 P3-P4 P5 P6 DWR K5 K1 Blok A K12D PARKEERGEBOUW nakk Stee er MRB 38 22 MRB2 Legende symbolen AN. 23 24 K+R K12C 12 K12E MR Cyclotron 36Blok B 8 10 21 AUD. 34 n laa 6 P€ 32 ans ym 4 1 P€ K7 5 5 P€ l He 52 K+R SPORTHAL ADM 80 R 51 VP - Vijverpark 400-499 40 P€ STOOKCENTRALE DE K3 P€ 50 K2 86 81 SA 42 56 B1 U MP 49 46 45 55KU B1 82 CA B3 DWL MR B2 84 69 68 NG GA N I + D OF iënten rs O H pat eke o bez 65-67 BC e rne 48 Kapel Co 74 5 n 99 88 INGANGS5-47 COMPLEX DPP1 - De Pintepark 1 Vragen? Noteer ze hier a sla 98 75 77 n ma ey lH RTP Radiotherapiepark K4 DPP2 - De Pintepark 2 K12B P8 PAD INF 13 P€ 15 14 K12A 17 26 PAV 16 K12F 25 18 K12F K12F t straa in Ardu Knuffelboom 28 Parking patiënten en bezoekers P€ Tram 31 Bus Kiss & Ride zone Rookpaviljoen Betaalautomaat parking Onthaal Legende routenummer Lift Cafetaria 400-499 Routenummer Restaurant Legende ingang Winkel Spoedopname 12 Ingang Verloscomplex Ambulancesas niet dringende interventies H K+R H YP E R TENSI EVE AAN DOEN INGEN T IJ DENS DE Z WANGERSCHAP P7 ee De rn Co laa te Pin 15 v.u.: Eric Mortier, afgevaardigd bestuurder UZ Gent, De Pintelaan 185, 9000 Gent MODULO.be 338553 - november 2015 - AS Vrouwenkliniek ingang 71 (gebouw P3, 1ste verdieping) Tel. 09 332 37 83 Deze brochure werd enkel ontwikkeld voor gebruik binnen het UZ Gent. Alle rechten voorbehouden.Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het UZ Gent. UZ Gent Postadres De Pintelaan 185 Toegang C. Heymanslaan B 9000 Gent T: +32 (0)9 332 21 11 [email protected] www.uzgent.be volg ons op