Thema 8 Opslag, uitscheiding en bescherming Basisstof 1,2,3 Het inwendig Milieu Bestaat uit je bloed en weefselvloeistof. Daarin zitten allerlei voedingsstoffen. Je lichaam wil altijd constant zijn. * lichaamstemperatuur * hoeveelheid stoffen in je bloed (bij teveel uitscheiding of opslag, bij te weinig uit je reserves) Reserves: Vet wordt opgeslagen, onder je huid en in je gele beenmerg Glucose wordt in de vorm van glycogeen opgeslagen in de spieren Uitscheiden: Het afvoeren van afvalstoffen uit je lichaam bv Urine/ ontlasting, koolstofdioxide, gal Hormonen Hormonen zijn heel belangrijk voor een constant inwendig milieu: Insuline en glucacon. Insuline reguleerd de hoeveelheid glucose in je bloed. Glucagon maakt glucose aan. Hoe meer glucose in je bloed, hoe meer insuline wordt gemaakt. + insuline = - glucagon + glucose in het bloed = - insuline + glucagon = + glucose in het bloed Extra informatie op: http://www.bioplek.org/animaties/homeostase/eilandjesvl.html Menselijk torso De lever Ligt in de buikholte, net onder het middenrif. De leverslagader brengt zuurstofrijk bloed naar de lever. Het bloed in de leverader is zuurstofarm. Hij krijgt op 2 manieren bloed: - Via de leverslagader - Via de poortader De poortader De poortader is een apart bloedvat! Het is de enige ader die niet direct terugstroomt naar het hart. Hij stroomt van de darmen naar de lever en geeft daar voedingsstoffen af. In de afbeelding hiernaast zijn alle organen en bloedvaten weergegeven. Vraag: Welk van deze bloedvaten is de poortader? Functies van de lever De lever heeft veel belangrijke functies, daarvan moet je er 7 kennen: 1. De lever zorgt ervoor dat de hoeveelheid glucose in het bloed constant is. 2. De lever maakt bloedeiwitten 3. De lever breekt overtollige eiwitten af 4. De lever breekt dode bloedcellen af 5. De lever maakt gal 6. De lever slaat sommige mineralen en vitamines op 7. De lever haalt giftige stoffen uit het bloed Op de volgende sheets staan de 7 functies uitgebreid beschreven. Extra info: http://www.bioplek.org/animaties/mens_overigen/lever.html Reguleren glucosegehalte In alles wat je eet zit glucose. Dit wordt door je darmen opgenomen in je bloed en via de poortader aan je lever gegeven. Glucoserijk bloed komt in de lever, de lever slaat dit op als glycogeen. Als er te weinig glucose in het bloed zit gebeurd het omgekeerde, dus de lever zet glycogeen om in glucose. De glucose komt dan in de leverader, hierdoor stijgt de hoeveelheid glucose in het bloed. Bloedeiwitten maken Eiwitten uit je voedsel worden verteerd in je maag en darmen. Hierbij ontstaan verteringsproducten. Die komen in het bloed en via de poortader in de lever. Van de verteringsproducten worden nieuwe bloedeiwitten gemaakt. Deze zijn bijvoorbeeld belangrijk voor de bloedstolling. De lever geeft deze bloedeiwitten weer af aan het bloed via de leverader. Eiwitten afbreken Overtollige eiwitten kunnen niet worden opgeslagen, deze worden door de lever afgebroken. Hierbij ontstaat ureum (een afvalstof) De lever geeft het ureum af aan de leverader. Rode bloedcellen afbreken Een rode bloedcel functioneert maar een paar maanden. Als een rode bloedcel slecht werkt wordt deze door de lever afgebroken. Galkleurstoffen zijn een voorbeeld van afvalstoffen die hierbij geproduceerd worden. Wanneer je wat eet, geeft de galblaas gal af. De gal komt in de darmen en zorgt ervoor dat vetten in kleine druppeltjes worden verdeeld. Gal wordt dus gebruikt om vet te verteren. Gal bestaat grotendeels uit galkleurstoffen. Galkleurstoffen maken ontlasting bruin. Opslaan van mineralen en vitamines De lever slaat veel stoffen op, bijvoorbeeld mineralen en vitamines. In rode bloedcellen zitten veel ijzerzouten. IJzerzouten zijn belangrijk voor de vorming van nieuwe rode bloedcellen. Als je te weinig ijzerzouten in je bloed hebt, noem je dit bloedarmoede. Giftige stoffen uit het bloed halen De lever haalt giftige stoffen uit het bloed. Denk aan: Alcohol, drugs en medicijnen. De lever breekt deze stoffen af, de afvalstoffen die hierbij ontstaan komen in het bloed via de leverader. Extra info: http://biologiepagina.nl/Videobiologie/biobitsMLuitscheiding.htm De nieren en urinewegen Per dag maak je ongeveer 1.5 liter urine aan. Urine bestaat uit water en afvalstoffen. Wanneer er veel afvalstoffen in je lichaam zit, scheiden de nieren meer afvalstoffen uit. Je lichaam heeft een ingewikkeld systeem waarmee afvalstoffen worden afgevoerd. Organen die horen bij dit uitscheidingssysteem zijn: • Nierslagader • Nieren • Nierader • Urineleiders • Urineblaas • Urinebuis Bouw en werking van de nieren Een nier bestaat uit de nierschors, niermerg en nierbekken. Door de nierslagader stroomt het bloed vanuit de aorta naar de nieren. Door de nierader stroomt het bloed van de nieren naar de onderste holle ader. Nieren halen afvalstoffen uit het bloed, bv ureum. Dit gebeurd in de nierschors en het niermerg. Het water met afvalstoffen (urine) komt in het nierbekken, die toegang geeft tot de urineleider. De urine wordt opgeslagen in de urineblaas en verlaat het lichaam via de urinebuis. Vraag: Wat is de naam van onderdeel 1 en 2? http://biologiepagina.nl/Videobiologie/BBnieren.htm Extra info: http://www.bioplek.org/animaties/mens_overigen/nier.html Huiswerk deze week Basisstof 1, 2 en 3 af. 6 oefentoetsen van digitrainer maken + nulmeting wanneer die nog niet klaar is. Repetitie thema 8 op dinsdag 9 april 2013