Begrippenlijsten biologie 4 havo en 5 havo PENTA College CSG Scala Rietvelden H Haarspiertjes Haarvaten Haarvatenkluwen (Glomerulus) Haarzakjes Habitat Halvemaanvormige kleppen Haploïd Harde oogvlies Haren Hart Hartinfarct Hartkleppen Hartpauze Hartritme Hartruis Hartslagfrequentie Harttonen Spiertje in de lederhuid dat kan samentrekken, waardoor het haar overeind gaat staan (kippenvel). De fijnste vertakkingen van de bloedvaten. In de haarvaten vind de gaswisseling plaats. Een aanvoerend nierslagadertje vertakt zich in het nierkapsel verder tot een kluwen van haarvaten. We noemen deze haarvatenkluwen ook wel glomerulus. In deze haarvatenkluwe wordt door ultrafiltratie de voorurine gevormd. Uitstulpingen van de kiemlaag in de lederhuid. Haren groeien vanuit haarzakjes. De leefomgeving van een organisme. Op deze plekken voldoen zowel biotische als abiotische factoren aan de minimale levensvoorwaarden van betreffend organisme, dat wil zeggen dat deze factoren binnen de toleranties van dat organisme blijven. De halvemaanvormige kleppen zitten aan het begin van de aorta en aan het begin van de longslagader. Deze kleppen verhinderen het terugstromen van bloed van longslagaders en aorta naar de kamers. Een haploïde cel is een cel met een enkel (n) stel chromosomen per kern. Geslachtscellen (gameten) zijn voorbeelden van haploïde cellen . Het witte gedeelte van het oog. Waar de oogspieren aan vastzitten. Het harde oogvlies aan de voorkant transparant en dan heet het het hoornvlies De vezelachtige uitgroeiingen op de huid van allerlei dieren, die bestaan uit het eiwit keratine. Orgaan in de borstholte. Onderdeel van het bloedvatenstelsel. Het hart zorgt voor transport van het bloed door de bloedvaten. Een hartinfarct wordt veroorzaakt door het verstoppen van de kransslagader van het hart. De hartspier ontvangt door deze verstopping te weinig zuurstof waardoor de spier afsterft en het hart schade oploopt. Een deel van het hart kan afsterven. De hartkleppen verhinderen het terugstromen van bloed van kamers naar boezems als de kamers zijn ontspannen (kamer diastole) In zowel de boezems als in de kamers vindt diastole plaats. De snelheid waarmee het hart per tijdseenheid klopt. Als er hartruis te horen is, sluiten de kleppen niet goed. Het aantal slagen dat het hart per minuut maakt. Met een stethoscoop zijn bij iedere hartslag twee harttonen te horen. Een doffe harttoon als de systole van de kamers begint. Een heldere harttoon na het 1 Begrippenlijsten biologie 4 havo en 5 havo PENTA College CSG Scala Rietvelden Harttussenwand HCG Heemgroepen Helixstructuur Helm Hemofilie Hemoglobine Hemoglobine, verzadigde Hemolyse Henle, lis van Herbiciden Hersenbloeding Hersencentra Hersenstam eind van de kamersystole. Scheidt de linker- en rechterharthelft van het hart in een zuurstofrijk deel en in een zuurstofarm deel. Humaan Chorion Gonadotropine, een hormoon dat door het kiemblaasje (blastocyste) gevormd wordt en dezelfde werking heeft als LH. Door HCG wordt de productie van oestrogeen en progesteron voortgezet, en blijft het baarmoederslijmvlies in stand Een organisch molecuul dat ijzer in zich heeft. Het is een bestanddeel van hemoglobine. Hemoglobine vervoert zuurstof aan deze heemgroep. De twee ketens in een DNA-molecuul liggen in een dubbele spiraal om elkaar heen. Dit heet een dubbele helix(structuur). James Watson en Francis Crick hebben in 1953 dezer structuur opgehelderd. Een grassoort op de duinen. Een erfelijke ziekte waarbij je bloed niet goed stolt, omdat één of meerdere stollingsfactoren in het bloed ontbreken. Deze bloedziekte komt bijna alleen maar voor bij mannen. Hemoglobine geeft de rode kleur aan bloed. Kan zuurstof binden in de rode bloedcellen. Als hemoglobine zuurstof bindt dan wordt het oxyhemoglobine. In de weefsels wordt het de-oxyhemoglobine als het de zuurstof vrij laat. Alle hemoglobine is omgezet in oxyhemoglobine. Hemo komt van bloedcellen. Lyse van kapot gaan. Bij hemolyse vallen de Rode bloedcellen in het lichaam uit elkaar. Onderdeel van het nefron in de nier. De lis van Henle bestaat uit een afdalend en een opstijgend deel. Hierin worden opgeloste stoffen uit de voorurine weer opgenomen in het bloed (geresorbeerd) Niet selectieve, slecht afbreekbare giftstoffen tegen onkruiden. Bij een hersenbloeding stroomt er bloed in of rond de hersenen. Het bloed hoopt zich op en duwt het hersenweefsel weg. Hierdoor beschadigt het hersenweefsel. De cellichamen van de schakelcellen liggen in groepen bij elkaar in de hersenschors. Zorgt voor gewaarwording van prikkels uit het milieu. Geleidt impulsen van het ruggenmerg naar de grote en kleine hersenen en omgekeerd. Ligt in het verlengde van het ruggenmerg. Veel reflexen verlopen via de hersenstam. De hersenstam speelt een grote rol bij het constant houden van het interne milieu (homeostase) als temperatuur, hartslag, ademhaling en bloeddruk 2 Begrippenlijsten biologie 4 havo en 5 havo PENTA College CSG Scala Rietvelden Hersenvliezen Hersenzenuwen Herstelfase Heterotrofe bacteriën Heterotroof Hetroseksueel Heterotrofe organismen Heterozygoot Hiv HLA-matching Hoektanden Holle lenzen Homeostase De hersenen zijn omgeven door hersenvliezen. Deze beschermen de hersenen. Vanuit de hersenen ontspringen 12 hersenzenuwen. Deze hersenzenuwen verbinden de hersenen met receptoren en effectoren in het lichaam. De 12 hersenzenuwen behoren tot he4t autonome deel van het zenuwstelsel en staan dus niet onder invloed van de wil. Na de actiefase bij de impulsgeleiding kan een celmembraan korte tijd geen impulsen voorgeleiden, omdat Na+ en K+ zich aan de verkeerde kant van het membraan van de zenuwcel bevinden. Dit is de herstelfase van de zenuwcel. Bacteriën die niet in staat zijn tot koolstofassimilatie. Heterotrofe bacteriën krijgen hun energie door organische stoffen (dode organismen) te dissimileren. Organismen die niet in staat zijn om anorganische stoffen om te zetten in organische stoffen. Heterotrofe organismen hebben andere organismen nodig om aan hun energie te komen. Zo noem je iemand wie zich aangetrokken voelt tot mensen van het andere geslacht. Organismen die niet zelf organische stoffen kunnen produceren en zich daarom voeden met andere organismen. Het genenpaar van een eigenschap bestaat uit twee ongelijke allelen. Bijvoorbeeld het ene allel = blond haar, het andere allel = bruin haar. Human Immunodeficiency Virus, besmettelijk virus dat door seksueel contact wordt overgedragen en aids kan veroorzaken. De immunologische afweerreactie is gericht tegen vreemde antigenen (membraaneiwitten) op de cellen van de getransplanteerde weefsels. De belangrijkste van deze transplantatie antigenen maken deel uit van het HLA-systeem (Humane Leukocyten Antigenen systeem). Hoewel ze als eerste zijn aangetoond op leukocyten, bevinden ze zich ook op andere cellen van het lichaam. Organen van een donor worden door at afweersysteem op basis van de HLA-antigenen als lichaamsvreemd beschouwd en afgebroken (afgestoten). Deel van het gebit dat grip op het voedsel geeft. Bij lichtbreking door holle lenzen spreidt het licht zich. Het licht wordt via de lens verspreidt. Wordt gebruikt bij mensen die veraf slecht zien Verschijnsel dat allerlei factoren (temperatuur, zuurstofconcentratie, bloeddruk, hartslag) in het inwendige milieu van het lichaam met behulp van 3 Begrippenlijsten biologie 4 havo en 5 havo PENTA College CSG Scala Rietvelden Homogeen milieu Homologe chromosomen Homologe organen Homoseksueel Homozygoot Hoofdstructuur, ecologische Hoornlaag Hoornvlies Hormonen Hormoonklieren Hormoonreceptoren Hormoonspiegel Hormoonstelsel bepaalde effectoren (spieren, klieren) op een bepaalde normwaarde gehouden worden. De hersenstam en het autonome deel van het zenuwstelsel spelen hierin een belangrijke rol. Het bloed, weefselvloeistof en lymfe wat door homeostatische reflexen constant wordt gehouden. In een diploïde cel van de mens komen 46 chromosomen voor. Deze 46 chromosomen bestaan uit 23 paar chromosomen. De chromosomen paren met dezelfde vorm en die dezelfde erfelijke eigenschappen bezitten noemen we homologe chromosomen Organen bij verschillende organismen die overeenkomsten vertonen in bouw, maar met een verschil in functie. Homologe organen hebben een gelijke embryonale ontstaanswijze. Zo noem je iemand wie zich aangetrokken voelt tot mensen van hetzelfde geslacht. Het allelenpaar van een eigenschap (gen) bestaat uit twee gelijke allelen. Bijvoorbeeld het ene allel = blauwe ogen, het andere allel = ook blauwe ogen. Een samenhangend netwerk van bestaande en toekomstig te ontwikkelen belangrijke natuurgebieden in Nederland. Door de hoofdstructuur worden natuurgebieden aan elkaar verbonden. De hoornlaag bestaat uit dode, verhoornde epitheelcellen (dekweefselcellen). Beschermt tegen beschadiging, uitdroging en infecties. Het verlengde van her harde oogvlies. Het hoornvlies is doorzichtig, zodat licht het oog via de pupil binnen kan vallen. Chemische stoffen die door hormoonklieren aan het bloed worden afgegeven en processen in het lichaam regelen. Hormonen hebben een “opdracht” voor de specifieke doelcellen. Hormonen worden geproduceerd in hormoonklieren. Alle hormoonklieren zijn endocriene klieren. Endocriene klieren geven hun producten (hormonen) af aan het bloed, en hebben geen afvoerbuis zoals exocriene klieren. Hormoonreceptoren bevinden zich op de celmembraan van de doelwitcellen. Aan deze receptoren binden zich de hormonen, wanneer dit gebeurt, wordt de doelcel aangezet tot een activiteit. De concentratie van hormonen in het bloed. Het hormoonstelsel bevat alle hormonenklieren en hun producten in het lichaam. Hormonen zijn boodschapperstoffen die inwerken op speciale cellen die we doelcellen moemen. 4 Begrippenlijsten biologie 4 havo en 5 havo PENTA College CSG Scala Rietvelden Houtvaten Huid Huidmondjes Huig Human Leukocyte Antigen (HLA) Humus Hypertonische (oplossing) Hyperventilatie Hypofyse hypothalamus Hypothese Hypotonische (oplossing) In planten worden via houtvaten vooral water en mineralen vanuit de wortels, via de stengels naar de bladeren vervoerd. Dit is de anorganische sapstroom. Grootste orgaan van het lichaam. De huis speelt onder andere een belangrijke rol bij het lichaam op temperatuur houden, maar speelt ook een rol bij de aspecifieke afweer tegen ziekteverwekkers. Openingen in de opperhuid van planten, bestaande uit twee sluitcellen rond een regelbare spleet. De huidmondjes dienen voor de gaswisseling. Huidmondjes gaan open en dicht onder invloed van turgor in de cel. Een lapje afhangend weefsel aan het uiteinde van het zachte verhemelte, waarmee onder andere het neuskanaal kan worden afgesloten. Humaan leukocytenantigeen zijn antigenen die aanwezig zijn op alle lichaamscellen. Aan deze antigenen (membraaneiwitten) herkent het afweersysteem de cellen van het eigen lichaam, of valt het lichaamsvreemde cellen aan. Is een mengsel van organische en anorganische stoffen en micro-organismen. De bovenste laag van de grond waarin organische resten te herkennen zijn. Een oplossing is hypertonisch als de osmotische waarde van de oplossing (bijvoorbeeld de inhoud van de cel) hoger is dan de osmotische waarde van zijn milieu. Een hypertonische cel zal water opnemen uit zijn omgeving. Te snelle en diepe ademhaling, waardoor een verlaagd kooldioxidegehalte en een verhoogd zuurstofgehalte in het bloed ontstaat. Een hormoonklier onder aan de hersenen, die in verbinding staat met de hypothalamus en stimulerende hormonen afscheidt. Stimulerende hormonen stimuleren de werking van andere hormoonklieren. De hypofyse bestaat uit een voorkwab en een achterkwab. Het gedeelte van de tussenhersenen. De hypothalamus staat in verbinding met de hypofyse en regelt door de afscheiding van neurohormonen de werking van de hypofyse. Een veronderstelling. In de wetenschap vorm je een idee doordat je bepaalde waarnemingen doet. Aan de hand van je hypothese doe je je onderzoek. Hypothese is (vooraf verzonnen)antwoord op de onderzoekvraag. Een oplossing is hypotonisch als de osmotische waarde van de oplossing (bijvoorbeeld de inhoud van de cel) lager is dan de osmotische waarde van zijn milieu. Een hypotonische cel zal water afstaan aan zijn omgeving. 5 Begrippenlijsten biologie 4 havo en 5 havo PENTA College CSG Scala Rietvelden 6