Formulier ten behoeve van het vragenrondje als bedoeld in artikel

advertisement
Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in
artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland
Op schriftelijke vragen van de AWP Delfland d.d. 2 maart 2010 – 08.05 uur – DMS 843083
over de mogelijkheid voor een ‘water en landschapsbeheerbijdrage’ aan boeren binnen
Delfland, heeft het college van D&H geantwoord dat er inderdaad gekeken zal worden naar
een manier om de boeren tot 2013 tegemoet te komen. Mogelijk kan dit via compensatie
voor het leveren van groenblauwe diensten, maar dit zal nog nader worden uitgezocht. De
financiering hiervan zal gevonden moeten worden binnen het huidige exploitatiebudget. D&H
heeft toegezegd met de bespreking van de Kadernota aan te geven hoe de financiële ruimte
hiervoor kan worden gevonden. Echter, dit soort subsidies moeten wel passen binnen de
Europese regelgeving.
Het college heeft aangegeven het zinvol te vinden over het leveren van een ‘water en
landschapsbeheerbijdrage’ met de VV van gedachten te wisselen in het proces naar de
kadernota, alvorens een notitie op te stellen. De AWP Delfland is hiermee verheugd.
Om deze gedachtewisseling van achtergrondinformatie te voorzien, hebben wij ons verder in
de materie verdiept. Nadat de antwoorden op de schriftelijke vragen waren ontvangen, is ons
daarbij gebleken dat kleine financiële bijdragen zijn uitgezonderd van de verplichtingen van
de Europese regelgeving, de zogenaamde ‘de-minimis’ steun*. Het gaat dan om bijdragen
van maximaal € 3000 euro per jaar met een maximum van € 7500 euro in drie jaar per
boerenbedrijf.
Als zou mogen blijken dat de ‘de-minimis’ variant toch niet uitvoerbaar is als een generieke
regeling, dan wil de AWP Delfland aandacht vragen voor twee concrete diensten, die een
generiek karakter hebben: 1. milieuvriendelijk baggeren & onderhoud van sloten (voorbeeld:
Utrecht-West); en 2. natuurlijk slootkantbeheer (voorbeeld: hoogheemraadschap van
Rijnland).
De AWP Delfland heeft hierover de volgende vragen:
1. Kan het college bevestigen dat de ‘de-minimis’ variant wordt meegenomen bij het
onderzoek naar de mogelijkheden om middels een ‘water & landschapsbeheersubsidie’ tot
een tijdelijke compensatie voor de categorie Ongebouwd te komen?
Antwoord:
De-minimis is géén subsidie. De-minimis is de maximale bijdrage die een onderneming
van alle overheden tesamen mag ontvangen zonder dat er sprake is van staatssteun.
Hierover moet een onderneming een verklaring afgeven dat zij niet meer geld ontvangt
dan wat volgens de EU richtlijnen op het gebied van staatssteun is toegestaan.
Het is niet toegestaan om steun te geven aan zaken die bij wet geregeld zijn.
De- minimis verklaring dient de agrariër af te geven aan de overheid die de bijdrage
verstrekt. Als een agrariër het toegestane maximale bedrag van een overheid ontvangt,
dan leidt een bijdrage van een andere overheid snel tot ongeoorloofde staatssteun indien
deze niet vooraf is voorgelegd aan de Europese Commissie. Aangezien een agrariër vaak
een subsidie ontvangt, is de kans groot dat bij het verstrekken van een bijdrage door een
andere overheid dan sprake is van ongeoorloofde staatssteun.
2. Biedt een tijdelijke ‘de-minimis’subsidie de mogelijkheid om de verhouding van de
bijdrage aan de totale opbrengst van de waterschapslasten door de categorie Ingelanden
te verlagen van 60% naar 50%, zodat daarmee een ‘win-win’ situatie ontstaat?
Antwoord: De-minimis is geen subsidie, maar is maximale bijdrage die een onderneming
van alle overheden tesamen mag ontvangen zonder dat er sprake is van staatssteun. In
de groenblauwe diensten catalogus staan per onderdeel gemaximaliseerde bedragen die
een agrariër mag ontvangen. Het is niet mogelijk om vanuit een gewenste bijdrage terug
te rekenen. Het is alleen mogelijk om vanuit een bovenwettelijke en vrijwillige activiteit
hiervan de vergoeding te berekenen. Per agrariër verschilt dit bedrag. Daarnaast moet
wel worden gecontroleerd of de agrariër zich aan de afspraken houdt. Deze activiteiten
zijn zeer arbeidsintensief.
Daarnaast is een organisatie die de groenblauwe diensten heeft gehanteerd, verplicht om
over de uitgave jaarlijks verslag uit te brengen aan de Europese Commissie.
3. Wil het college van D&H aangeven welke groenblauwe diensten op dit moment serieus
worden onderzocht, en welke van deze diensten een grotendeels generiek karakter
hebben (d.w.z. van toepassing voor de meeste boerenbedrijven in de categorie
Ongebouwd)? Op welke schaal worden deze groenblauwe diensten reeds nu geleverd, en
tegen welke jaarlijkse kosten?
Antwoord:
Op dit moment wordt geen enkele groenblauwe dienst geleverd .
Delfland beschikt bij Waterkader Haaglanden over de Proeftuin Midden Delfland waar de
(on)mogelijkheden van groenblawe diensten worden uitgezocht. Dit gebeurt vanuit de
waterbeheerstaak van Delfland. Voor een groenblauwe dienst moet een product geleverd
worden waar geen verplichting op basis van een wet tegenover staat. Dus de levering zal
op vrijwillige basis moeten plaatsvinden. Daarnaast heeft de agrariër te maken met
gemaximeerde bedragen die hij mag ontvangen. Het gaat dus om iets extra’s wat
bovenwettelijk moet zijn, anders kan het niet als groenblauwe dienst worden bestempeld.
Voorts worden taken afzonderlijk benoemd en vergoed per agrariër. Per agrariër is
maatwerk nodig. Er kan geen sprake zijn van uniformiteit. Hierdoor is het onderhouden
van contracten zeer arbeidsintensief, dat weer ten laste komt van Delfland.
Landschapsbeheer is geen taak van een waterschap. Dit ligt bij de provincie Zuid Holland
gedelegeerd vanuit het ministerie van LNV. Voor landschapsbeheer zijn voor de agrariër
subsidies te verkrijgen. Als voorbeeld kan SAN subsidie agrarisch natuurbeheer worden
genoemd. Dit kan alleen door de agrariër zelf aangevraagd worden. Hierin spelen
waterschappen geen enkele rol.
4. Welke mogelijkheden ziet u in Delfland voor de volgende groenblauwe diensten:
1. milieuvriendelijk baggeren; en
2. natuurlijk slootkantbeheer.
Antwoord:
Eerst worden de algemene mogelijkheden onderzocht, voordat sprake kan zijn van
specifiek mogelijkheden. Delfland beschikt bij Waterkader Haaglanden over de Proeftuin
Midden Delfland waar de (on)mogelijkheden van groen blauwe diensten worden
uitgezocht.
Dit formulier per email richten aan de voorzitter van de Verenigde Vergadering
van Delfland [email protected] met afschrift aan de griffier
[email protected]
Datum en tijdstip ontvangst
25 mei 2010 – 10.10 uur – DMS 857999
*) TOELICHTING
Decentrale overheden kunnen ook de-minimissteun aan landbouwbedrijven voor de
primaire productie verlenen. Een landbouwbedrijf (een primaire producent van
landbouwproducten in de zin van Bijlage I EG-Verdrag) mag tot 7.500 euro steun binnen
een periode van drie belastingjaren ontvangen, zonder dat de overheid deze steun aan
de Europese Commissie moet melden. Het totaalbedrag van de-minimissteun dat in
Nederland door alle overheden over een periode van drie belastingjaren aan de
ondernemingen van de landbouwproductiesector wordt toegekend, mag niet hoger zijn
dan 165.322.500 euro.
[bron: http://www.europadecentraal.nl/menu/267/De_minimis.html].
Download