Programmering en sturing binnen Delfland verbeteren chemische

advertisement
Programmering en sturing binnen Delfland verbeteren chemische
waterkwaliteit
Notitie: 7 februari 2017
T.b.v. overleg College D&H, dd 14 februari 2017
1
Inleiding & context
De waterkwaliteit in het gebied van Delfland is onvoldoende en de verbetering van de waterkwaliteit
stagneert. Dit ondanks de inspanning van Delfland en gemeenten in de afgelopen jaren. Uit de
waterkwaliteitsrapportage blijkt tevens dat de waterkwaliteit voornamelijk achterblijft in de
verschillende glastuinbouw gebieden. Al dan niet bewust komt water vanuit de
glastuinbouwbedrijven terecht in omringende sloten. Incidenteel wordt water bewust geloosd en
vaak lekt bedrijfswater minder bewust de sloot in.
In september 2016 is een procesaanpak chemische waterkwaliteit vastgesteld in de Verenigde
Vergadering (VV). Over een periode van drie jaar is jaarlijks zes fte en €300.000 toegekend. De
partners uit het afsprakenkader zijn niet akkoord gegaan met de organisatie die voorgesteld is in de
procesaanpak. De doelen en maatregelen uit de procesaanpak blijven wel overeind.
Deze programmering en organisatorische sturing richt zich net als de procesaanpak op de aanpak van
het verbeteren van de chemische waterkwaliteit in glastuinbouwgebieden binnen het beheergebied
van Delfland door het beperken van emissies uit de glastuinbouw in het oppervlaktewater.
De programmering beschrijft net als de procesaanpak de inzet van Delfland op de maatregelen die
vastgesteld zijn met partners in het afsprakenkader Emissieloze Kas. Anders dan in de procesaanpak
wordt een organisatie en sturing binnen Delfland voorgesteld.
Nb1. Voorlopig richt de aanpak, en daarmee deze notitie, zich op de directe emissie van de
glastuinbouw en niet op de vervlechting in de aanpak met voorzuiveren. Het ministerie van I&M
heeft het voornemen opgenomen om in het Activiteitenbesluit aan de glastuinbouwbedrijven een
zuiveringsplicht voor gewasbeschermingsmiddelen op te leggen. Vanaf 1 januari 2018 dienen
glastuinbouwbedrijven 95% van de gewasbeschermingsmiddelen uit hun afvalwater te zuiveren.
Nb2. Voorliggende notitie is geen programmaplan aanpak verbeteren chemisch waterkwaliteit. Het
licht toe hoe Delfland invulling geeft aan de specifieke maatregelen die Delfland extra gaat doen met
de eerder door de VV toegekende fte’s en middelen. Deze extra inzet is nodig om KRW doelstellingen
in 2027 te realiseren. In het nog op te stellen Programmaplan staat onder meer hoe de inspanningen
samenhangen om het doel te realiseren.
Doelstellingen Chemische Waterkwaliteit
Het stoppen van de lozingen en lekkages is nodig om te kunnen voldoen aan de Europese
waterkwaliteitsdoelstellingen uit de Kader Richtlijn Water (KRW) en om de nationale doelstellingen
te halen voor het terugdringen van de normoverschrijding voor bestrijdingsmiddelen en nutriënten1.
Uit de waterkwaliteitsmetingen blijkt tot op heden dat de gemeten concentraties nog ver boven de
norm liggen en dat de verbetering van de waterkwaliteit de laatste jaren stagneert.
In het Coalitieakkoord van het Hoogheemraadschap Delfland (HHD) uit 2015 is de volgende
doelstelling opgenomen, die in het kader van deze programmering van belang is.

1
“In 2019 is de chemische waterkwaliteit zodanig dat met een voortgaande ontwikkeling van
de ecologische en chemische waterkwaliteit de KRW-doelen in 2027 zijn gehaald.”
afname in 2021 met 75% en in 2023 met 90% ten opzichte van 2013.
2
Om in 2019 een verbetering van de waterkwaliteit te realiseren die op koers ligt om de KRW-doelen
in 2027 te halen, is de maatregel Polderaanpak bestrijdingsmiddelen door Delfland verzwaard
ingezet. In de procesaanpak chemische waterkwaliteit is de doelstelling genoemd om in 2019 100%
van de glastuingebieden onderzocht te hebben genoemd. Uit eerdere inschattingen en berekeningen
kwam hiervoor een extra formatie van >7 fte en € 500.000 naar voren om 100% in 2019 onderzocht
te hebben.
Op dit moment zijn bij het team Toezicht en Handhaving voldoende middelen beschikbaar om 80%
van de glastuingebieden in 2021 te hebben onderzocht. Voorliggende programmering zet in op de
doelstelling om 100% van de glastuingebieden in 2021 te hebben onderzocht.
De doelstelling (100% in 2019) zoals genoemd in de procesaanpak is op dit moment niet (meer)
realistisch en haalbaar, daarvoor gelden de volgende argumenten:
1. Delfland werkt samen met externe partners, deze moeten mee kunnen in het tempo. Veel
oorzaken liggen onder andere bij riool technische problemen en/of het ontbreken van
recirculatie. Daar zijn de gemeenten aan zet. Voor specialistische gewasbeschermingskennis
heeft Delfland de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) nodig. Deze partners
hebben maar een beperkte formatie.
2. Nieuw te werven handhavers zijn niet of nauwelijks beschikbaar op de markt, dus die zullen
moeten worden opgeleid, dit kost meer tijd dan voor 2019 beschikbaar is;
3. Er is een minimale doorlooptijd van 3 tot 8 maanden nodig in de uitvoeringsfase om een goed
beeld te krijgen van een polder. Dat kan niet worden versneld door meer mensen of geld in te
zetten;
4. In de breedte uitbreiden (meer polders parallel aan elkaar onderzoeken) vraagt een exponentiële
extra uitbreiding en dit heeft een te grote span of control van centrale sturing tot gevolg;
5. Het project Polderaanpak bestrijdingsmiddelen heeft nu een groot zelflerend vermogen. Bij te
veel versnellen (100% 2021 is al veel) verliest het project het lerend vermogen, waardoor de
investering minder kosteneffectief is. De kans op onzorgvuldigheid is groter en er is minder
ruimte voor structurele aanpak van problemen.
6. Handhavers inhuren (via bijv. ingenieursbureaus) is geen optie, omdat:
 Ze niet of nauwelijks beschikbaar zijn. Ten tijde van het project “Juist nu Aansluiten” (20102013) was er nog beperkt capaciteit in te huren maar na recent onderzoek (ook door andere
waterschappen) blijkt deze markt nagenoeg volledig ‘uitgeput’.
 33% van alle glastuinbouw staat in het gebied van Delfland. De rest is verspreid door
Nederland. Daardoor zit de kennis vooral hier. Het is voor adviesbureaus verder geen
interessante markt.
 De Polderaanpak bestrijdingsmiddelen vraagt veel meer dan “Checklist-controleurs”.
Daarnaast is het belangrijk dat de handhaver de verbinding tussen het proces van de tuinder
en de waterkwaliteit snapt maar ook uit kan leggen.
 Nadelig is ook dat bij inhuur veel kennis verloren gaat. We hebben hier bij het project ‘Juist
nu Aansluiten’ ervaring mee opgedaan en dit leidde tot resultaten die niet van de gewenste
kwaliteit waren en eigen mensen moesten dit oplossen. Om een structurele aanpak met de
gewenste resultaten in te richten is het essentieel om deskundige en competente
medewerkers op te leiden en vast te houden.
 Ook heeft de inzet van derden veel klachten vanuit zowel de tuinbouwondernemers als de
LTO opgeleverd over de beperkte kennis van de inhuur en het gevoel bij de ondernemers dat
derden Delfland niet echt vertegenwoordigen.
Vanzelfsprekend wordt ingezet om het beschikbare Toezichtcapaciteit van alle betrokken partijen
mn. ook van de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH)) optimaal te benutten. Een mogelijkheid zou
3
nog kunnen zijn dat Delfland Toezichtscapaciteit van ODH of DCMR inhuurt. Overigens vraagt het
Afsprakenkader Emissieloze kas al een behoorlijke glastuinbouwinzet van met name de ODH.
Om 100% van de glastuingebieden in 2021 te hebben onderzocht, zal een combinatie nodig zijn van
handhavers aannemen, inhuren, werk uitbesteden en samenwerken met partners om voldoende en
gekwalificeerde Toezichtcapaciteit te kunnen inzetten. Hierbij is een maximale flexibiliteit gewenst.
Ondanks dat de doelstelling is om 100% van de glastuingebieden in 2021 te hebben onderzocht en
niet al in 2019, streeft het programma wel na om in 2019 de chemische waterkwaliteit zodanig te
laten zijn dat met een voortgaande ontwikkeling van de ecologische en chemische waterkwaliteit de
KRW-doelen in 2027 zijn gehaald. Dit betekent dat naast de Polderaanpak bestrijdingsmiddelen
andere maatregelen worden ingezet om glastuinbouwers verantwoordelijkheid te laten nemen voor
hun eigen gedrag waardoor zij niet meer bewust en onbewust lozen en emissie loos gaan telen.
Programmering maatregelen chemische waterkwaliteit
Inleiding
In het glastuinbouwgebied Westland/Oostland werken de glastuinbouwsector en de
overheidspartijen samen aan verbetering van de waterkwaliteit. De samenwerking is vastgelegd in
het Afsprakenkader waterkwaliteit en glastuinbouw: “Samen op weg naar de Emissieloze kas in
2027”. De maatregelen die hieronder zijn omschreven dekt de inzet van Delfland om de afspraken in
het Plan van aanpak Afsprakenkader Emissieloze Kas na te komen dat de projectgroep voorlegt aan
de Stuurgroep op 6 februari 2017.
Maatregelen en uitvoerende teams
Evenals de aanpak binnen het samenwerkingsverband Afsprakenkader Emissieloze Kas, zet Delfland
in op maatregelen binnen twee sporen:
1. Bewustwording, gedragsverandering stimuleren, o.a. met informatie, advies, platforms en
ondersteuning van innovatie
2. Controle en (waar nodig) handhaving.
Binnen Delfland zijn deze twee sporen terug te vinden binnen 3 clusters van maatregelen:
A. Polderaanpak bestrijdingsmiddelen
B. Gedragsverandering en benutten medestanders, gebiedspartners en omgeving (Kennis &
waterbewust gedrag stimuleren bij de tuinders)
C. Beïnvloeden van nationale wet- en regelgeving
De uitvoering van de maatregelen ligt vooral bij de teams van Watersysteemkwaliteit (WSK), Toezicht
en Handhaving (T&H) en Communicatie (Com.). De beschrijving hieronder bevat een korte
omschrijving van de maatregelen per cluster. De geprogrammeerde extra inzet is een uitwerking van
de zes fte en €300.000 die door de VV is toegekend2. In bijlage 1 zijn uitwerkingen van de huidige en
extra inzet voor het programma en per maatregel opgenomen.
2
De begrote bedragen zijn out of pocket kosten ten behoeve van aanschaf middelen, diensten of
ontwikkelkosten.
4
De extra inspanningen bij de afdelingen WSK, T&H en Com. levert geen substantiële extra
inspanningen op bij andere afdelingen binnen Delfland. Wel zal bijv. team Peilbeheer (PB) betrokken
zijn bij de gebiedsgerichte aanpak omdat de stroming van het water van belang is. Ook gaat deze
extra inspanning niet ten koste van andere resultaten en/of doelen waar deze afdelingen aan
werken. Onverminderd gaan alle teams en/of afdelingen door met het uitvoeren van de bestaande
uitvoeringsprogramma’s. Deze meer inzet op het verbeteren van de chemische waterkwaliteit gaat
niet ten koste van andere uitvoeringsprogramma’s.
Door de VV is toegekend (o.b.v. Procesaanpak, dd 22 september 2016) om jaarlijks voor de jaren
2017, 2018 en 2019 zes fte en €300.000 extra te steden aan het verbeteren van de chemische
waterkwaliteit. Hiermee vindt er jaarlijks ongeveer een verdubbeling plaats in formatie en een
materiele toename van factor 3,5 (zie hiervoor bijlage 1).
Op dit moment is deze extra inzet qua fte’s nagenoeg geprogrammeerd voor de jaren 2017 t/m 2019.
De materiele inzet is voor € 165.000 geprogrammeerd/ gealloceerd aan specifieke maatregelen.
Binnen het programma aanpak chemische waterkwaliteit is jaarlijks nog €135.000 ‘ruimte’ om nader
te alloceren aan benodigde maatregelen die effectief blijken te zijn. Overigens is de verwachting dat
voor 2017 niet volledig aanspraak wordt gedaan op de volledige €300.000,-.
In nauwe samenspraak met de portefeuillehouder chemische waterkwaliteit vindt afstemming en
goedkeuring plaats van deze ‘ruimte’ binnen het programma.
Uitwerking per maatregel van de extra reeds geprogrammeerde inzet
Deze paragraaf bevat de toelichting per afdeling op de geprogrammeerde inzet. Voor de jaren 2018
en 2019 is deze niet anders dan voor 2017.
De tijdelijke formatie van 0,6 fte voor de programmamanager (voorlopige inschatting) zal worden
toegevoegd aan de formatie van team S&I. Deze kan niet worden ingevuld door de huidige bezetting
binnen S&I.
De toelichting per cluster van maatregelen volgt hierna.
A)
Gebiedsgerichte aanpak
Er worden door Delfland en haar partners in het Afsprakenkader twee titels gebruikt voor dezelfde maatregel;
polderaanpak bestrijdingsmiddelen, gebiedsgericht monitoren en handhaven en gebiedsgerichte aanpak. Wij
gebruiken de titel gebiedsgerichte aanpak. Deze titel geeft beter aan dat deze aanpak zich bevindt op het
snijvlak van bedrijven technisch in orde maken en het realiseren van gedragsverandering en waterbewustzijn.
Ook wordt zo uit de benaming duidelijk dat de aanpak zich richt op alle lozingen door tuinders in het
oppervlaktewater.
Delfland is enkele jaren geleden gestart met gebiedsgericht monitoren en handhaven. Deze aanpak
wordt de komende jaren regio breed toegepast in samenwerking met gemeenten, omgevingsdiensten en LTO. Deze aanpak bevat nu een breder scala aan informatieve maatregelen m.n. bij de
aanvang van de aanpak per polder.
Team Watersysteemkwaliteit
Intensiveren polderaanpak
Huidige inzet
5
Ondersteuning van de activiteiten van T&H, vanuit waterkwaliteitsgegevens die in het kader van het
project verzameld worden. Delfland zorgt voor monstername en laat de monsters analyseren. WSK
zorgt ondersteunt bij een goede interpretatie van de gegevens, zodat een juiste (meet)strategie
wordt gehanteerd.
Extra inzet
Omdat het project wordt versneld (in 2021 alle polders bezocht hebben) is extra inspanning nodig
voor de ondersteuning van T&H. Ook zal de dataverwerking mogelijk meer geautomatiseerd moeten
worden, wat de komende tijd extra investeringen (en tijd) vergt om te realiseren.
Team Toezicht & Handhaving
Intensiveren polderaanpak
Huidige inzet
Is gericht op het in 2021 “doorgelicht” hebben van 80% van de glastuinbouwgebieden (meer dan
polders) volgens de gebiedsgerichte aanpak. Naast de gebiedsgerichte aanpak vinden ook andere
activiteiten plaats in het kader van chemische waterkwaliteit. Het gaat hier niet alleen om toezicht en
handhaving maar ook om participatie, beïnvloeding enz.
Extra inzet
Is nodig om een versnelling tot stand te brengen waarbij eind 2021 100% is afgerond. De inzet is
nodig voor bedrijfsbezoeken, monitoring en opsporing. Het ‘versnellen’ van 80 naar 100% is relatief
duur omdat je meer gebieden naast elkaar in plaats van na elkaar oppakt. Ook komen meer gebieden
gelijktijdig in de “nazorg/consolidatiefase”.
Team Communicatie
Communicatiestrategie schrijven
Huidige inzet
Op dit moment is er nog geen communicatiestrategie opgesteld, omdat niet helder is welke
boodschap in de communicatie uitingen moeten worden gebruikt ter ondersteuning van de het
afsprakenkader vastgestelde doelen.
Extra inzet
Als dit bekend is, zal er gestart worden met het opstellen van een communicatieplan. Dit gebeurt in
samenwerking met de portefeuillehouder. In dit plan wordt rekening gehouden met de analyse van
het gedrag en vervolgens een plan van aanpak hoe we de doelstelling communicatief ondersteunen.
Dit gaat specifiek in op welke communicatiemiddelen we inzetten en wanneer.
Communicatiestrategie uitvoeren
Huidige inzet
Op dit moment communiceren we over de chemische waterkwaliteit in het kader van het
programma Schoon Water en om het waterbewustzijn te bevorderen. Dit doen we om de
doelstellingen van het college te ondersteunen en aan de hand van mijlpalen/gebeurtenissen, in
overleg met de portefeuillehouder.
Extra inzet
Als er een heldere boodschap is geformuleerd en er een communicatiekalender is opgesteld gaan wij
gerichter en meer planmatig communiceren met externen, met extra aandacht voor de
6
gedragsbeïnvloeding van glastuinbouwers. Wel nog steeds integraal vanuit het programma Schoon
Water en met ruimte voor input vanuit de portefeuillehouder. Middelen die hierbij ingezet kunnen
worden zijn (net als nu) divers. Dat zijn sociale media (Twitter, LinkedIn, Instagram, Facebook,
YouTube), reguliere media (kranten, TV), vakbladen, informatieve bijeenkomsten. En wellicht
ontwikkelen we ook nieuwe communicatiemiddelen, als blijkt dat hiermee doelen beter bereikt
worden.
B) Gedragsverandering en benutten medestanders, gebiedspartners en omgeving (Kennis &
waterbewust gedrag stimuleren bij de tuinders)
Deze doelstelling is terug te vinden in verschillende documenten van Delfland en haar partners,
waaronder de procesaanpak chemische waterkwaliteit en het Afsprakenkader Emissieloze kas. Doel
is drijfveren van de tuinders en beïnvloedingsmethoden met betrekking tot het verbeteren van de
chemische waterkwaliteit (verder) te onderzoeken en een structurele gedragsverandering bij
tuinders te realiseren zodat zij zelf verantwoordelijkheid nemen voor de verbetering van de
chemische waterkwaliteit.
Team Watersysteemkwaliteit
Waterkwaliteitsgegevens beschikbaar maken
Huidige inzet
Er wordt gewerkt aan 3 sporen:
Spoor 1: Volledige ontsluiting waterkwaliteitsgegevens via een app/website. Een eerste (beperkte
opzet) is operationeel geworden in 2016.
Spoor 2: Waterkwaliteitsgegevens polders van polderaanpak zichtbaar maken. Dit bevindt zich in de
verkennings-/opstartfase.
Spoor 3: Participatief meetnet. Burgers meten zelf met eenvoudige kit’s de waterkwaliteit, pluggen
dit in op de mobiele telefoon en de resultaten zijn voor iedereen beschikbaar. Zit in de
verkenningsfase. Dit onderdeel maakt geen onderdeel uit van het Plan van aanpak binnen het
afsprakenkader Emissieloze Kas.
Extra inzet
Volledig en tegelijkertijd uitrollen van spoor 1 t/m 3.
Deltaplan Agrarisch Waterbeheer Glas
Huidige inzet
Coördinatie van het afsprakenkader Emissieloze kas vanuit watersysteemkwaliteit.
Extra inzet
Geen extra inzet. De werkzaamheden zullen (door een andere aansturing van het glastuinbouwdossier) qua karakter veranderen naar een minder coördinerende en meer inhoudelijke rol.
Gedragsbeïnvloeding Glastuinbouw
Huidige inzet
De huidige inzet voor gedragsbeïnvloeding is versnipperd en vindt met name plaats door het
uitdragen van een boodschap voor gewenst gedrag (communicatie). Er is (nog) geen overkoepelende
strategie.
Extra inzet
7
Verdiepend onderzoek doen naar het huidige gedrag en het gewenste gedrag;
Het bepalen en uitvoeren van de juiste interventies die een positieve invloed hebben op het gedrag
van de tuinder.
Team Toezicht & Handhaving
Gedragsbeïnvloeding Glastuinbouw
Huidige inzet
Bestaat uit voorlichting, informatiemateriaal, stimuleringsbudget glastuinbouw en klankbordgroep
glastuinbouw.
Extra inzet
Kennis- en informatiedeling.
C). Beïnvloeden van nationale wet- en regelgeving
Landelijke wet- en regelgeving heeft grote invloed op de doelen en de instrumenten van Delfland en
haar partners. De belangen van Delfland behartigen in de totstandkomingprocedures van deze weten regelgeving is daarmee van groot belang.
Team Watersysteemkwaliteit
Rijks- en provinciale beïnvloeding
Huidige inzet
Deelname aan landelijke overleggen, zoals de Klankbordgroep Glastuinbouw, de werkgroep Emissies
voor de uitvoering van het Hoofdlijnenakkoord en de Werkgroep Waterkwaliteit en Emissies
(Delfland). Maar ook advisering via de Commissie Watersysteem en Emissies (Unie van
waterschappen) en Regionaal Bestuurlijk overleg (KRW).
Extra inzet
Voor wat betreft het beïnvloeden van nationale wet- en regelgeving zet Delfland zwaarder in op
samenwerking met de ministeries van Infrastructuur en Milieu en Economische zaken, inclusief
deelname/betrokkenheid van Delfland in landelijke werkgroepen over glastuinbouw. Dit onderdeel
maakt geen onderdeel uit van het Plan van aanpak binnen het afsprakenkader Emissieloze Kas.
Team Toezicht en Handhaving
Huidige inzet
Leveren van input tot bijdrage aan ontwikkeling van beleid, wet- en regelgeving. Toezichthouders van
HHD zijn kennisdragers op het gebied van glastuinbouw, die landelijk gevraagd worden.
Extra inzet
Het benutten van mogelijkheden om bij de totstandkoming van beleid- wet- en regelgeving
input/bijdragen te leveren om zo invloed uit te oefenen en de kans te vergroten dat meer
mogelijkheden geeft en/of huidige mogelijkheden behoudt om de verbetering van de chemische
waterkwaliteit te kunnen sturen. Concreet betekent dit eerder ingaan op uitnodigingen voor
(landelijke) werk- en projectgroepen in dit kader.
8
D). Voorzuiveren
Het thema voorzuiveren is nauw verbonden met chemische waterkwaliteit. In de uitvoering zullen de
werkzaamheden daarom nauw met elkaar verknoopt zijn.
Voorstel organisatie aanpak chemische waterkwaliteit
Uitgangspunten voor de organisatie
Op dit moment is de sturing op de doelen voor chemische waterkwaliteit diffuus. Het verband tussen
doelen, resultaten en maatregelen is onvoldoende helder. Er wordt voornamelijk gestuurd op het
tijdig uitvoeren van maatregelen waarbij het doelbereik uit het oog wordt verloren. Om deze situatie
te verbeteren is in dit plan een organisatievoorstel opgenomen om dit te verbeteren. De volgende
uitgangspunten zijn leidend:
• Inhoudelijke doel staat centraal in de sturing en verantwoording;
• De organisatie accommodeert (meer) integraal werken aan doelen. Niet vanuit de verschillende
teams een eigen lijn en eigen maatregelen inzetten om de doelen uit het afsprakenkader
Emissieloze kas te bereiken;
• Aansluiten bij huidige organisatie Delfland. De huidige organisatie en werkwijze, met doel- en
resultaatverantwoordelijken en programmatisch werken, worden als uitgangspunten genomen
voor de organisatie van de aanpak. De verantwoordelijkheden liggen zo laag mogelijk in de
organisatie;
• Inbedden van alle maatregelen binnen de lijnorganisatie van Delfland. Omdat de hiervoor
beschreven maatregelen een grote verwevenheid heeft met de andere werkzaamheden van
betrokken teams, ligt een apart van de lijn georganiseerd programma- of projectteam niet voor de
hand;
• Eén sturings- en verantwoordingslijn binnen Delfland. Ingrid ter Woorst is portefeuillehouder
chemische waterkwaliteit en daarmee de enige sturingslijn van het bestuur naar de ambtelijke
organisatie. Binnen het college dient afstemming plaats te vinden met de portefeuillehouders
Toezicht & handhaving, Communicatie, Ecologische waterkwaliteit (en voorzuiveren);
• Eén afstemmingslijn met Afsprakenkader Emissieloze kas (bestuurlijk en ambtelijk);
• Rolvast zijn. Dit betekent dat iedere betrokkene zich houdt aan zijn of haar taken,
verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Ook betekent dat de juiste hiërarchisch en functionele
lijnen worden gebruikt. Wanneer er buiten de taken en/of sturings- en/ of verantwoordingslijnen
wordt gehandeld spreken collega’s elkaar daaropaan.
Programmatische aanpak
Kenmerkend aan de maatregelen ten behoeve het doel ‘verbeteren chemische waterkwaliteit’ is dat
er ontwikkelopgave ligt die met urgentie en daadkracht moet worden opgepakt. Van belang is
voldoende afstemming, coördinatie en sturing van maatregelen richting het doelbereik.
Accommodatie van alle maatregelen/ inspanningen binnen de organisatie vraagt om een eenduidige
centrale aansturing, heldere afbakening van verantwoordelijkheden en een professionele manier van
9
werken. Vandaar dat een programmatische aanpak met één verantwoordelijk programmamanager
wordt voorgesteld.
Het programma chemische waterkwaliteit is een unieke en eenmalig opgave, een integrale opgave
die veel samenhang kent tussen de onderdelen, een oplossing met een lange looptijd heeft en een
beoogde strategische verandering met zich meebrengt (in dit geval tuinders dienen
verantwoordelijkheid te gaan nemen).
Het besturen en beheersen van alle maatregelen t.b.v. het verbeteren van de chemische
waterkwaliteit is complex. Programmamanagement biedt handvatten om aan de sturing en
beheersing op een goede wijze invulling te geven. Programmatisch werken gaat uit van het continu
doorlopen van de cyclus Plan-Do-Check-Act (programmeren, budgetteren rapporteren en evalueren).
Aangesloten wordt bij de werkwijze die Delfland hanteert voor programmatisch werken. De
doelverantwoordelijkheid voor de chemische waterkwaliteit (Teamleider WSK; Saskia van Heusden)
gaat over naar de programmamanager. Hiermee ontstaat niet alleen de benodigde tijd voor de
ontwikkelopgave, maar ook voldoende focus op het te realiseren doel.
Organisatievoorstel
Onderstaande figuur bevat schematisch de organisatie.
Figuur 1. Schematische weergave organisatie Programma chemische waterkwaliteit.
Omwille van een beter begrip is ervoor gekozen om namen te benoemen in bovenstaande figuur.
Ingrid ter Woorst, als portefeuillehouder chemische waterkwaliteit, is bestuurlijk opdrachtgever voor
het programma. De Programmamanager is ambtelijk opdrachtnemer en ambtelijk opdrachtgever in
relatie tot de betrokken teams/afdelingen. De programmamanager heeft de positie en de
competenties om gesprekspartner te zijn voor de portefeuillehouder/ bestuur en directie.
10
Alle maatregelen/ werkzaamheden worden verricht binnen de teams van T&H, WSK en Com. Binnen
deze teams heeft de programmamanager vaste aanspreekpunten. Deze medewerkers zorgen voor
een goede coördinatie en afstemming van de werkzaamheden binnen de teams. Samen met de
programmamanager vormen zijn het operationele team die intensief werkt een het bereiken van het
doel.
Op strategisch/tactisch niveau vindt er met enige frequentie o.l.v. de programmamanager overleg
plaats met de teamleiders van de uitvoerende teams/afdelingen (zij zijn tevens
resultaatverantwoordelijken binnen Delfland voor relevante resultaten binnen het programma
chemische waterkwaliteit). De prioritering van werkzaamheden die dat oplevert worden afgestemd
en geaccordeerd door de portefeuillehouder. Dit is vooral van toepassing als het gaat om
substantiële wijzigingen op voorgestelde aanpak.
De programmamanager neemt deel aan het PFO van portefeuillehouder Ter Woorst als het
programma op de agenda staat.
De programmamanager valt hiërarchisch binnen het team van Strategie en Innovatie (S&I). Het
hoofd S&I kan helpen bij de afstemming en coördinatie tussen de programma’s. Functioneel heeft
het hoofd S&I geen rol en/of verantwoordelijkheid.
11
Download