ALGEMENE SCHOOLVISIE MPI ZONNEBOS 2015 - 2016 Moerstraat 50 - 2970 ’s-Gravenwezel 03/680.12.60 - Fax 03/680.12.66 email: [email protected] Algemene schoolvisie Het Medisch Pedagogisch Instituut Zonnebos te 's-Gravenwezel wil de visie op het Buitengewoon Onderwijs, zoals die door de Autonome Raad van het Gemeenschapsonderwijs werd ontwikkeld in het Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs (PPGO), werkelijk vorm geven. Het Gemeenschapsonderwijs staat immers voor onderwijs dat erop gericht is om de leerling als mens voor te bereiden in de meest ruime zin van wat humanisme betekent. Zelfvertrouwen hebben is daarbij van essentieel belang. Dankzij een gezond zelfbewustzijn kan men de ander tegemoet treden. Communicatie en mondigheid vormen daarbij de hoekstenen, zodat erg veel aandacht uitgaat naar het zich op een vlotte en correcte manier uitdrukken tegenover andere mensen, evenwel met respect voor diens eigenheid en verschillen. Zeker in de huidige tijd, waarin de multiculturele samenleving steeds meer vorm krijgt, staan verdraagzaamheid en openheid van geest erg hoog op het programma van het Gemeenschapsonderwijs. Deze verdraagzaamheid richt zich echter niet enkel op religieuze en raciale verschillen. In de samenleving zal de leerling ook geconfronteerd worden met sociale en maatschappelijke ongelijkheden. Hiermee omgaan op een menselijke manier is de duidelijkste vorm van het in praktijk brengen van de beginselen van de Rechten van de Mens. De gelijkheid tussen de geslachten valt hier zeker onder en dient in het bijzonder benadrukt te worden. Het Gemeenschapsonderwijs beoogt geen kortzichtige opvoeding. Opvoeding is immers een investering in de toekomst. Daarom wordt er getracht om de intellectuele nieuwsgierigheid onaflatend te prikkelen. Op die manier ontstaat een attitude van levenslang leren, waarbij men zijn omgeving steeds met een kritische geest tegemoet kijkt. Onderwijs en leren beperken zich niet tot het vergaren van kennis, ook de ontwikkeling van emotionele vaardigheden, het stimuleren van creativiteit en de aandacht voor morele vraagstukken zorgen ervoor dat de leerling steeds meer mens wordt. MPI Zonnebos probeert deze algemene visie van het Gemeenschapsonderwijs op een persoonlijke manier te vertalen en te integreren in haar werking. Wij beklemtonen vooral de vorming van zelfbewuste, mondige leerlingen die zich op een adequate manier sociaalemotioneel ontwikkelen en functioneel kunnen integreren in de maatschappij. Het ontwikkelen van een positief zelfbeeld en voldoende zelfvertrouwen is een cruciaal element in het buitengewoon onderwijs. Veel kinderen komen pas na herhaaldelijke faalervaringen in het gewoon onderwijs in onze school terecht. Dit leidt ertoe dat ze vaak onzeker zijn, faalangstig en weinig vertrouwen hebben in zichzelf. Daarom proberen we op onze school de nadruk te leggen op de eigenheid van elk kind en elk kind zoveel mogelijk positief te bevestigen. Een prettig leefklimaat, waarbinnen ieder kind zich veilig en zeker voelt, zijn hierbij van het grootste belang. Een kind kan zich immers pas optimaal ontplooien en ontwikkelen in een veilige, vertrouwde omgeving. Elk kind moet zich thuis voelen op de school. Onze personeelsleden maken tijd om naar de leerlingen te luisteren (dagelijks onthaalmoment, individueel gesprekje tijdens speeltijd, kringgesprekken, enz.), ze te _______________________________________________________________________________________________________________ algemene visie MPI Zonnebos GO! 1 aanvaarden en te respecteren. Het is erg belangrijk dat de kinderen hun eigen mogelijkheden leren ontdekken en ontplooien. Vooral in het begin van de aanwezigheid van het kind op school staat dit punt centraal. Het is pas als het kind voldoende vertrouwen in zichzelf heeft dat het leerproces in de striktere zin van het woord op gang kan komen. Geheel in de lijn van het gedachtengoed van het Gemeenschapsonderwijs schenkt onze school enorm veel belang aan het feit dat elk kind uniek is en zijn specifieke eigenheid heeft, die uitgebouwd dient te worden. Een kind wordt immers beïnvloed door verscheidene factoren: leerlingkenmerken (thuissituatie, schoolverleden, sociaal-emotionele gesteldheid, werkgedrag, medische situatie), kenmerken van de onderwijsgevende/opvoeder, kenmerken van de omgeving en kenmerken van de taak. Bij de beeldvorming, de benadering en de begeleiding van het kind wordt met zoveel mogelijk van deze facetten rekening gehouden. Wij proberen ons te verplaatsen in het standpunt van de kinderen en proberen ons pedagogisch aanbod (dat zich vertaalt in individuele en groepshandelingsplannen) zo goed mogelijk af te stemmen op de specifieke pedagogische vraag van elk kind waardoor het noodzakelijk is om te differentiëren. Om deze geïndividualiseerde aanpak zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, vormen teamwork en multidisciplinariteit twee belangrijke draaischijven van onze specifieke schoolwerking. Elk kind wordt begeleid door een team van onderwijzend personeel (klastitularis, leerkracht LO, muziek, levensbeschouwelijke vakken, BLIO), paramedisch personeel (logopediste en/of kinesiste en/of ergotherapeute en/of kinderverzorgster), de directeur, de orthopedagoog, de sociaal verpleegkundige, de verpleegster en het CLB. We trachten samen te werken, samen te denken en onze kunde en ervaring met elkaar te delen. Zo heeft het onderwijzend personeel wekelijks een teamvergadering per geleding, waar ook de orthopedagoog op aanwezig is. Het paramedisch personeel vergadert om de twee à drie weken. We stellen als norm dat elk personeelslid dat het kind begeleidt, moet kunnen handelen met dat kind in zijn totaliteit en niet enkel vanuit zijn specifieke vakspecialisatie. Op de klassenraad wordt in de mate van het mogelijke zoveel mogelijk nagestreefd dat elk teamlid aanwezig is. Het stimuleren van de communicatieve vaardigheden zodat onze kinderen uitgroeien tot mondige personen vinden wij één van de belangrijkste doelstellingen in het buitengewoon onderwijs. Enkel door te communiceren is er interactie mogelijk met de buitenwereld. Gedurende de ganse dag besteden de leerkrachten aandacht aan alle vormen van communicatie opdat onze kinderen zo optimaal mogelijk begrepen zouden worden en zelf anderen kunnen begrijpen. Indien nodig worden kinderen begeleid door een logopedist. Elke schooldag begint met een onthaalmoment. Deze praatronde waarop de kinderen kunnen vertellen over hun ervaringen, hun gebeurtenissen, vragen kunnen stellen en beantwoorden, is het moment bij uitstek om hun communicatieve vaardigheden te oefenen, naast het belangrijke sociaal-emotionele aspect van dit ontmoetingsmoment. Onze school streeft bij het invullen van haar opvoedkundige taak een totale persoonlijkheidsontwikkeling na bij de kinderen. Een holistische visie impliceert dat het kind niet enkel als een cognitieve leerling benaderd wordt, maar dat er ook bijzondere _______________________________________________________________________________________________________________ algemene visie MPI Zonnebos GO! 2 aandacht wordt geschonken aan het dynamisch-affectieve, het psychomotorische en het muzisch-creatieve. Veel aandacht gaat uit naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Werken rond gevoelens en reflecteren op eigen emoties is een vast gegeven. Enkele jaren geleden was er op onze school een werkgroep 'sociale vaardigheden', die lessenpakketten uitwerkte voor het leergebied 'sociaal-emotionele ontwikkeling' voor de verschillende pedagogische eenheden. Belangrijke sociale vaardigheden komen specifiek aan bod in deze lessen, maar het ontwikkelen ervan vormt als het ware een rode draad doorheen het hele dagprogramma. De relatie met de medeleerlingen vormt daarbij het nuttigste leerinstrument. Samenleven met anderen betekent immers dat er noodzakelijk bepaalde regels en afspraken gerespecteerd moeten worden. Vermits onze kinderen met een mentale handicap vaak ook gedrags- en emotionele problemen hebben, zijn ze zich hier niet steeds bewust van. Daarom proberen we onze kinderen door middel van beloningssystemen, gedragskaarten, duidelijke afspraken, door naar hen te luisteren en met hen te praten controle over hun gedrag verwerven. Als kernschool autisme besteden wij ook de noodzakelijke zorg aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen met kenmerken of een diagnose van autismespectrumstoornis. Vermits we steeds meer naar een pluralistische en multiculturele samenleving evolueren, proberen we op onze school onze leerlingen hiermee vertrouwd te maken. Enerzijds impliceert dit dat we onze leerlingen verdraagzaamheid bijbrengen ten opzichte van de verschillende religies door het aanbieden van deze verschillende religieuze strekkingen. Anderzijds brengen we onze kinderen bij dat geslachts- en raciale verschillen slechts uiterlijke kenmerken zijn. In de levensbeschouwelijke vakken leren we de leerlingen respectvol omgaan met hun eigen lichaam en dat van anderen. We leren ook op het niveau van de leerlingen zelf conflicten oplossen. We werken rond gevoelens door gebruik te maken van diverse werk- en expressievormen: rollenspel, verhalen, kringgesprekken, knutselen, projecten,… We maken tijd om naar de leerlingen te luisteren, waarbij het leren omgaan met eigen gevoelens en leren meeleven met de gevoelens van anderen een belangrijk accent zijn. Hierbij sluit het respect hebben voor andere godsdiensten nauw aan. Projectmatig werken we aan tolerantie en respect naar andere godsdiensten en culturen. Muzische vorming is ook een belangrijk aspect wanneer we een totale persoonlijkheidsontwikkeling nastreven bij onze kinderen. Muzische activiteiten kunnen kinderen helpen om zich te ontplooien en te ontwikkelen. Onze school vindt dit zeer belangrijk en heeft daarom geopteerd voor een aparte leerkracht crea. Crea houdt verschillende zaken in: muziek, drama en knutselen. Muziek zien we dan ook als een belangrijke expressievorm die de leerlingen een taal geeft om hun gevoelens, gedachten en ervaringen te kunnen uiten. Het is belangrijk om kinderen plezier te laten beleven aan het experimenteren met klank en geluid. Ze leren tevens kennismaken met veel verschillende muziekgenres. Drama kan ingezet worden om sociale vaardigheden te trainen. Kinderen leren hierbij ook hun bewegingsvrijheid, spreekvaardigheid, fantasie en hun expressievermogen te vergroten. Op deze manier worden de leerlingen spelenderwijs wijzer: ze leren beter samenwerken, open staan voor anderen, hun zelfvertrouwen vergroten, ze leren hun _______________________________________________________________________________________________________________ algemene visie MPI Zonnebos GO! 3 beperkingen beter kennen,… Tenslotte leren kinderen door middel van knutselen hun eigen creativiteit, zelfvertrouwen en concentratievermogen verder te ontwikkelen Bovendien is knutselen ook goed voor de fijne motoriek. Door verscheidene materialen en een aanmoedigende sfeer aan te bieden, worden de kinderen zelfstandiger en meer gedurfd in hun knutselactiviteiten. We streven ernaar om dit in een ontspannen sfeer uit te oefenen. De leerkracht crea geeft 1 uur per week les aan elke klas, maar ook tijdens de andere lesuren wordt er door de klasleerkracht belang gehecht aan regelmatige muzische activiteit. Een holistische visie impliceert tevens dat er voldoende aandacht uitgaat naar sport, spel, creativiteit en muziek. In onze school wordt het adagio “een gezonde geest in een gezond lichaam” gehuldigd. Lichaamsbeweging is immers erg belangrijk voor onze kinderen, omdat ze veel nood hebben aan ontspanning en ontlading. Voor sommigen die zich verbaal moeilijk kunnen uiten, is lichaamstaal zelfs een erg belangrijke communicatievorm. Het is belangrijk dat de leerlingen de nodige attitudes verwerven om een gezonde, fitte en veilige levensstijl na te streven en te onderhouden door op een inzichtelijke en praktische wijze kennis te maken met de verschillende bewegingssituaties en zo de risico’s leert in te schatten en te vermijden bij het bewegen. Daarom krijgen al onze kinderen (vanaf de kleuters) drie uur turnles per week en tweewekelijks een zwembeurt. Tijdens deze groepsactiviteiten worden de leerlingen gestimuleerd om samen te werken, om elkaar te helpen en te waarderen. Dit uit zich in eerbied ten opzichte van anderen en het materiaal, fair-play, omgaan met winst en verlies, afspraken en regels naleven, zelfbeheersing en leiding kunnen aanvaarden. We vinden het belangrijk de leerlingen steeds te motiveren om te bewegen, hun behendigheidsgrens te verleggen, een opdracht vol te houden, de elementaire regels rond hygiëne en aangepaste kledij steeds toe te passen. Het ervaren van vreugde, fierheid en voldoening bij de eigen prestaties doet het zelfvertrouwen toenemen. Het toegenomen zelfvertrouwen maakt dat de leerling zich beter thuis voelt en daardoor nog meer durft deel te nemen aan de groepsactiviteiten. Tevens trachten wij al onze kinderen te leren steppen en fietsen. Dit vindt de school zeer belangrijk, omdat het voor vele kinderen later vaak hun enige vervoermiddel is. Kinderen met overgewicht krijgen op onze school extra aandacht via het ‘obesitasproject’. Bij dit project krijgen kinderen met overgewicht bijkomende conditietraining waarvan de frequentie afhangt van de mate van overgewicht. Deze extra bewegingsmomenten worden op een speelse manier aangebracht, zodat ze zeker niet als een straf aanvoelen. Wie goed werkt, mag zijn kaart na de training afstempelen en als deze vol is, mag er een speeltje gekozen worden uit de ‘beloningskist’ van de kinesisten. Maandelijks worden alle kinderen uit de ‘obesitasclub’ gewogen en gemeten. Ouders krijgen informatie over de vorderingen of het gebrek daaraan. Het wordt in de agenda genoteerd en indien nodig worden de ouders uitgenodigd voor een gesprek. Kinderen die op dit moment nog geen overgewicht hebben, maar toch in de richting gaan van, worden eveneens regelmatig gemeten en gewogen en kunnen indien nodig ten allen tijde aansluiten bij de extra conditietrainingen. Naast de hierboven vermelde initiatieven heeft de school nog een aantal gezonde en sportieve principes: bewegingsmoment voor aanvang lessen, wekelijkse fruitdag (woensdag), jaarlijkse voetbalmatch te Kasterlee, snoepvrije school, stimulatie water drinken, streven naar gezonde warme maaltijden ’s middags. _______________________________________________________________________________________________________________ algemene visie MPI Zonnebos GO! 4 Onze school besteedt bijzondere aandacht aan de optimale integratie van onze leerlingen zowel in het onderwijs als in de samenleving. Functioneel leren is noodzakelijk om zich te handhaven in de maatschappij en loopt dan ook als een rode draad doorheen ons aanbod. Functioneel leren houdt in dat ons aanbod zoveel mogelijk wereldgeoriënteerd, realistisch en toekomstgericht moet zijn. Om de leerstof aantrekkelijk en functioneel te maken, wordt er zoveel mogelijk thematisch/projectmatig gewerkt. Wij proberen onze leerlingen vertrouwd te maken met het sociale leven in hun omgeving, met de diensten en organisaties, waarmee zij later in contact zullen komen (markt, winkels, postkantoor, gemeentehuis, bank, enz.) en met allerlei culturele activiteiten (wekelijks bezoek aan de schoolbibliotheek, jeugdtheater, kinderboerderij, enz.). Tevens kan er ook niet naast de toenemende informatisering van onze maatschappij gekeken worden. Daarom laten we onze kinderen reeds van jongs af aan al spelenderwijs kennis maken met dit communicatiemedium. In de lagere school heeft elke klas zijn eigen computer met internetaansluiting, bij de kleuters enkel in het laatste kleuterklasje. De ICT-coördinator op onze school tracht alles hieromtrent in goede banen te leiden. Dat we in onze school ook belang hechten aan integratie en de inclusiegedachte blijkt uit twee projecten waar onze school zich de afgelopen jaren voor inzette. Kinderen met leerproblemen zullen in de toekomst meer en meer in het gewoon onderwijs terecht kunnen. Voor onze school is het dan ook een belangrijke uitdaging om onze kennis omtrent orthodidactische methoden, remediëringsprogramma's, enz. te delen met het gewoon onderwijs. De afgelopen jaren was er een samenwerkingsverband met de leefschool 'Het Zandhofje', een kleuter- en lagere school voor gewoon onderwijs te Zandhoven en ook het zorgteam (bestaande uit een logopedist en kinesist) heeft de scholen van onze scholengroep de afgelopen jaren begeleid bij het concreet uitwerken van zorg. Onze school wil een open school zijn. Dit houdt in dat op onze school de deur altijd open staat voor ouders en andere kindbegeleiders, zodat deze steeds met hun problemen bij ons terecht kunnen. Tevens krijgen ouders de kans om inspraak te hebben in het proces van handelingsplanning van hun kind (tijdens oudercontacten, oudergesprekken), de specifieke pedagogische aanpak en het opvoedingsklimaat van de school en kunnen zij deel uitmaken van de Schoolraad. In contacten met ouders wordt steeds respect en begrip opgebracht voor de verwerkingsproblematiek waarmee zij mogelijk te kampen hebben. Eenmaal per trimester verschijnt er in onze school een schoolkrantje dat tot stand komt door de medewerking van zowel leerkrachten als leerlingen. In september 2001 is onze school gestart met een Vriendenkring waarmee wij de relatie en de vriendschap tussen de ouders, de leerlingen, de personeelsleden, de oud-leerlingen en de sympathisanten van het MPI willen bevorderen. Ook heeft ieder personeelslid de kans om door de soepele overlegstructuur inspraak te hebben en deel te nemen aan het beleid op alle niveaus. Zo wordt iedereen via de coördinator van zijn geleding op de hoogte gehouden van nieuwe richtlijnen en kan men via zijn coördinator hierop reageren of suggesties aanbrengen. Deze eventuele suggesties of vragen worden op de driewekelijkse coördinatievergadering besproken met de directeur, een orthopedagoog, de coördinator dagschool en de coördinatoren van de verschillende geledingen. Elk personeelslid krijgt ook de kans om zijn persoonlijke verlangens en _______________________________________________________________________________________________________________ algemene visie MPI Zonnebos GO! 5 verwachtingen uit te drukken tijdens een functioneringsgesprek met de directeur. Belangrijk hierbij zijn een kritische ingesteldheid enerzijds en belangstelling en respect voor ieders mening anderzijds. Tenslotte zijn wij ons ervan bewust dat een school een dynamisch gebeuren is en geen statisch gegeven. Ook het onderwijs is permanent in ontwikkeling en beweging en daarom vinden wij het belangrijk dat onze personeelsleden op de hoogte blijven van de laatste vernieuwingen in hun vakdomein, op het vlak van de leerlingbegeleiding, op organisatorisch vlak, op algemeen onderwijskundig vlak en tenslotte op managementsniveau. Informatie omtrent de reeds gevolgde nascholingen en onze accenten voor in de toekomst zijn terug te vinden in het professionaliseringsplan. Een andere manier om zich bij te scholen en vaardiger te worden, zijn de hospiteerbeurten bij elkaar die wij zoveel mogelijk trachten te stimuleren. Nieuwe personeelsleden worden begeleid door de coördinator dagschool. In de paragrafen die hieronder volgen, willen we onze algemene visie verder specifiëren naar de verschillende types toe. Immers mondigheid en functionele integratie betekenen voor een kind uit het type basisaanbod iets anders dan voor een kind uit het type 2, type 4 of type 9 onderwijs. In wat hierna volgt, bespreken we de voornaamste kenmerken van elk type en de daaruitvolgende aanpak. Specifieke accenten buitengewoon kleuter (BKO) en lager onderwijs (BLO) type 2 Buitengewoon onderwijs type 2 biedt aangepast onderwijs aan kinderen met een matige, ernstige tot diepe mentale handicap. De leerlingengroep type 2 op onze school bestaat voornamelijk uit kinderen met een matig mentale handicap of een matig tot ernstig mentale handicap. Een kleine minderheid van de kinderen heeft een diepe mentale handicap. BKO type 2 richt zich tot kinderen van 2.5 tot 7 jaar. Binnen BLO type 2 varieert de kalenderleeftijd tussen 6 en 14 jaar. De verstandelijke leeftijd varieert tussen ongeveer 6 maanden en 9 jaar. Voor de definiëring van een matige, ernstige en diepe mentale handicap baseren we ons op de DSM-IV: - Een verstandelijk functioneren dat duidelijk onder het gemiddelde ligt: een IQ van 50-55 tot ongeveer 70 (matig mentale handicap), een IQ van 35-40 tot 50-55 (ernstig mentale handicap), een IQ van 20-25 tot 35-40 (diepe mentale handicap) - Dat gelijktijdig voorkomt met tekorten in of beperkingen van het huidige aanpassingsgedrag op tenminste twee van de volgende terreinen: communicatieve vaardigheden, zelfzorg, sociale vaardigheden, gebruiken van voor iedereen toegankelijke dienstverlening, persoonlijke keuzes, gezondheid en veiligheid, _______________________________________________________________________________________________________________ algemene visie MPI Zonnebos GO! 6 - schoolse vaardigheden, vrije tijd, arbeidsvaardigheden en vaardigheden met betrekking tot wonen De handicap begint voor het achttiende levensjaar Om een beeld te geven van de ontwikkeling en het functioneren van onze kinderen met een type 2 attest worden achtereenvolgens een aantal cognitieve kenmerken (1), dynamischaffectieve kenmerken (2), medisch-motorische kenmerken (3) en sociale kenmerken (4) geschetst. (1) De cognitieve mogelijkheden van deze groep zijn erg heterogeen en variëren tussen het 'niet zindelijk zijn' en het komen tot een beperkt niveau van rekenen, lezen en/of schrijven. De meeste kinderen hebben daarenboven een beperkte communicatie, die gekenmerkt wordt door een gebrekkige articulatie, een beperkte woordenschat en een zwakke zinsbouw. (2) Kinderen uit het type 2 onderwijs hebben een grote gevoeligheid en kwetsbaarheid. De confrontatie met hun beperkingen en de gevolgen ervan leidt bij velen tot affectieve problemen zoals een negatief zelfbeeld, gebrek aan zelfvertrouwen en een minderwaardigheidsgevoel. Ze hebben het meestal ook moeilijk om structuur in hun gevoelswereld aan te brengen. (3) Op motorisch vlak kunnen zij problemen ondervinden bij het uitvoeren van basisbewegingen zoals stappen, lopen en springen en bij het uitvoeren van meer complexe bewegingen. Vaak hebben zij ook coördinatie- en fijnmotorische problemen. Tevens hebben sommige van deze kinderen een onderliggend medisch syndroom. Deze organische basis van hun handicap vergt intensieve medische begeleiding onder de vorm van medicatie-inname en regelmatige medische follow-up. (4) Een aantal van de kinderen komt uit een sociaal zwak milieu en een aantal van de ouders zijn zelf zwak begaafd. Financieel is het voor alle ouders niet even gemakkelijk. Het gevolg kan zijn dat sommige kinderen thuis weinig kansen krijgen om tot ontwikkeling te komen, ze worden thuis onvoldoende of niet gestimuleerd in hun ontwikkeling. Een minderheid van de kinderen verblijft tijdens de week in het internaat. Indien nodig worden zij tijdens het weekend opgevangen in het opvangcentrum te Leopoldsburg. Een ander deel van de kinderen komt uit goed sociaal milieu. Ze krijgen voldoende nestwarmte en worden thuis voldoende begeleid. De aanpak binnen het type 2 onderwijs bereidt onze kinderen voor op een overstap naar opleidingsvorm (OV 1) of opleidingsvorm (OV 2) van het BUSO. Na OV 1 of OV 2 komen zij terecht in het beschermd milieu van de beschermde werkplaats of dagcentrum. De meesten zullen gedurende hun hele leven hulp aangeboden krijgen van anderen en in groep samen leven. Een kleine minderheid zal later wel zelfstandig kunnen deelnemen aan het gewone maatschappelijk leven. _______________________________________________________________________________________________________________ algemene visie MPI Zonnebos GO! 7 In het kleuteronderwijs ligt de nadruk op ontwikkelingsstimulerende activiteiten en wordt er op een speelse manier geleerd hoe de wereld in elkaar zit. Zowel in het kleuter als in het lager onderwijs wordt de ontwikkeling bevorderd door training en stimulatie van de communicatieve vaardigheden, de zelfredzaamheid, de socioemotionele ontwikkeling, de motorische ontwikkeling en voorbereidende/functionele rekenvaardigheden met als doel de bestaande achterstand zoveel mogelijk te beperken en de kwaliteit van het leven te verbeteren. Voor een deel van de kinderen is het klassiek ‘leren’ veelal weinig aantrekkelijk. Daarom ligt de nadruk binnen het type 2 onderwijs op ‘functioneel leren’. Functioneel leren duidt meer op het als leerling actief bezig zijn met de stof. De stof moet een functie hebben in het bestaan van de kinderen. Het moet een betekenis hebben in hun wereld. Functioneel leren vertrekt immers vanuit de eigen motivatie. Leren moet op de eerste plaats gericht zijn op de leerbehoeften die er ‘nu’ zijn, in de fase van ontwikkeling waarin een kind zich bevindt. Om de betrokkenheid en de motivatie van de kinderen te verhogen en de klemtoon op de directe toepassing en bruikbaarheid in dagelijkse situaties te leggen wordt er zoveel mogelijk gewerkt in projecten/met thema's die rechtstreeks aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen. De kinderen moeten op een zo aanvaardbaar mogelijke manier met anderen leren omgaan en kunnen opkomen voor zichzelf. Om adequaat te kunnen functioneren in een maatschappij die sterk gebaseerd is op geschreven informatie, oefenen de leerlingen vanaf het lager onderwijs vaardigheden in lezen en schrijven. Alles staat hier in het teken van de praktische bruikbaarheid. Dat kinderen met taal kunnen omgaan in natuurlijke situaties is belangrijker dan wat ze theoretisch over taal weten. Voor hen is het van belang dat ze conventionele symbolen en pictogrammen herkennen en kunnen hanteren. Het correct kunnen invullen van documenten en het schrijven van een brief zijn erg vitaal in de huidige maatschappij. Diezelfde functionaliteit staat ook centraal tijdens de rekenlessen. Om zich te kunnen handhaven in de maatschappij is het belangrijker vraagstukjes uit het dagelijks leven te kunnen oplossen dan inhoudsloze optelsommen te kunnen maken. Belangrijk is ook dat de kinderen zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren, zowel qua persoonlijke, huishoudelijke, als maatschappelijke redzaamheid (zichzelf aan- en uitkleden, tafel dekken, vloer vegen, boodschappenlijstje opstellen, producten vinden in een winkel, notie hebben van het werken met geld, …). 1. Specifieke accenten buitengewoon kleuter (BKO) en lager onderwijs (BLO) type 4 In september 2005 zijn we van start gegaan met het aanbieden van type 4 onderwijs. Buitengewoon onderwijs type 4 biedt aangepast onderwijs aan kinderen met een fysieke handicap. BKO type 4 richt zich tot kinderen van 2,5 tot 7 jaar. Binnen BLO type 4 varieert de kalenderleerftijd tussen 6 en 14 jaar. _______________________________________________________________________________________________________________ algemene visie MPI Zonnebos GO! 8 Kinderen met een type 4 attest kunnen omschreven worden als kinderen met bewegingsmoeilijkheden die o.w.v. hun motorische storingen en/of (para)medische behandelingen het gewoon onderwijs niet kunnen volgen. Aangepaste methoden en specifieke (para)medische therapieën stimuleren de ontwikkeling van deze leerlingen. Afhankelijk van de individuele mogelijkheden is zowel doorstroming naar alle opleidingsvormen van het BUSO als overgang naar het gewoon onderwijs mogelijk. Voor 2015 bestond er binnen het buitengewoon onderwijs nog geen afzonderlijk type voor kinderen met een autismespectrumstoornis. Veel van deze kinderen hadden echter wel nood aan buitengewoon onderwijs en werden daarom ingeschreven onder een ander type. In onze school werden zij ingeschreven onder type 4. Een groot deel van onze kinderen met een type 4 attest heeft dan ook een diagnose autismespectrumstoornis. In het volgend onderdeel worden de specifieke accenten voor kinderen met ASS op onze school besproken. Hieronder wordt omschreven welke accenten wij belangrijk vinden in de aanpak van onze type 4 kinderen met een fysieke handicap. Zelfstandigheid en mobiliteit Onze school heeft de verantwoordelijkheid om aan alle kinderen optimale ontwikkelingskansen te bieden. Daarom proberen we onze leerlingen met een lichamelijke handicap voor te bereiden op een zo normaal mogelijk leven in de maatschappij met de nodige aanpassingen en/of begeleiding. Hiervoor moeten we ze stimuleren hun mogelijkheden maximaal te benutten, waardoor ze de nodige zelfstandigheid en mobiliteit verwerven. Onze kinesisten en ergotherapeuten spelen een belangrijke rol om de kinderen te motiveren en professioneel te begeleiden om de grenzen van hun praktisch kunnen af te tasten en te verbreden. Er wordt een ruime zelfredzaamheidstraining voorzien per kind. Integratie Voor een zo normaal mogelijke ontwikkeling is het ook belangrijk dat de leerlingen zoveel mogelijk geïntegreerd worden. Daarom opteren we niet standaard voor aparte type 4 klassen, maar proberen we deze leerlingen ook te integreren in de bestaande pedagogische eenheden binnen type basisaanbod en type 2. Veiligheid We trachten een pedagogisch klimaat te creëren dat de vereiste basisveiligheid biedt. Hiervoor zullen afhankelijk van de problematiek van elk kind een aantal aanpassingen gebeuren. Realistisch zelfbeeld Kinderen met fysieke problemen hebben soms te kampen met een laag zelfbeeld omdat ze ervaren dat ze sommige vaardigheden minder goed beheersen dan hun leeftijdsgenoten. Op onze school stimuleren wij de kinderen tot een realistisch zelfbeeld. Dit veronderstelt het aanvaarden van de beperkingen, het kennen van de eigen mogelijkheden en om hulp kunnen vragen zonder het gevoel van eigenwaarde te verliezen. Zo kunnen er themalessen of _______________________________________________________________________________________________________________ algemene visie MPI Zonnebos GO! 9 projecten uitgewerkt worden rond ‘iedereen is anders’. Het moet voor een kind met een fysieke handicap mogelijk zijn om bewust om hulp te vragen, zonder het gevoel te krijgen door anderen of door zichzelf als ‘zwak’ te worden beschouwd. Multidisciplinaire samenwerking en communicatie Om de continuïteit en de transfer van de aangeleerde vaardigheden te bevorderen wordt er zoveel mogelijk samengewerkt tussen ouders, leerkracht, kinesist, ergotherapeut, behandelende geneesheer, gespecialiseerde externe dienst, enz. Op die manier kunnen de resultaten van de therapieën worden overgedragen naar het alledaagse leven. Functioneel leren We beperken het aantal leerlingen met een rolstoel in een pedagogische eenheid, zodat elke pedagogische eenheid in de mogelijkheid blijft om ook buiten de school bepaalde activiteiten uit te voeren om functionele vaardigheden in te oefenen: winkelen, post- en bibliotheekbezoek, openbaar vervoer, enz. Doelenselectie Onze doelen worden geselecteerd uit de ontwikkelingsdoelen voor type 1, type 2 en/of type 8 onderwijs of uit de eindtermen van het gewoon onderwijs. We zullen voor deze leerlingen individuele leertrajecten uittekenen. Onze leerlingen uit dezelfde pedagogische eenheid moeten geenszins dezelfde leerinhouden verwerven en kennen. Nascholing Via mogelijkheid tot nascholing (Sherborne, Bobath, specifieke didactiek, bijzondere leermiddelen, heftechnieken, enz.) kunnen alle leerkrachten en paramedici zich verder bekwamen in het onderwijs en de opvoeding van kinderen met een fysieke handicap. _______________________________________________________________________________________________________________ algemene visie MPI Zonnebos GO! 10