Oorverdovend: geluid in discotheken Inspecties naar beschermende maatregelen tegen schadelijk geluid in discotheken Een spaanplaat op maat zagen bij de bouw­markt, dat is ongeveer het geluids­niveau waar barmedewerkers, glazen­ophalers, DJ’s en beveiligings­personeel in discotheken mee te maken hebben. Dit kan schadelijk zijn voor het gehoor. Gehoorproblemen ontwikkelen zich meestal langzaam en als het gehoor eenmaal is beschadigd, komt het niet meer goed. Omdat er in discotheken vooral jongeren werken, is het effect van gehoorschade extra groot: zij hebben er hun leven lang nog last van. Slechthorendheid en oorsuizingen hebben negatieve gevolgen voor de kwaliteit van leven. Er is dus reden voor discotheken om voorzorgsmaatregelen te nemen. Op verzoek van de Inspectie SZW1 hebben controleurs van de NVWA gekeken welke beschermende maatregelen discotheek-eigenaren op de werkvloer hadden genomen. Van april 2009 tot oktober 2010 hebben de controleurs inspecties uitgevoerd bij 47 discotheken. Schadelijke gevolgen van harde muziek De schadelijkheid van geluid op een werkplek is afhankelijk van het geluidsniveau en de tijd van de blootstelling. Voor een werkdag van acht uur ligt de schadegrens bij een dagelijkse blootstelling van 80 dB(A). Boven deze grens neemt het risico dat het gehoor wordt beschadigd snel toe. Geluidssterkte wordt logaritmisch berekend. Dit wil zeggen dat iedere 3 dB(A) verhoging van het geluid een verdubbeling van het geluidsniveau met zich meebrengt. In discotheken zijn geluidsniveaus van 100 dB(A) op de dansvloer heel gewoon. Waar live muziek gespeeld wordt komen zelfs hogere geluidsniveaus voor. Als het gehoor veel hard geluid te verduren krijgt dan heeft dit vaak eerst een tijdelijk gehoorverlies, oorsuizingen of het horen van pieptonen tot gevolg. Van incidentele blootstellingen kan het oor zich in principe redelijk herstellen. Wanneer de blootstelling aan lawaai echter voortduurt en de oren niet de noodzakelijke herstelperiode krijgen, ontstaat blijvend gehoorverlies. Dat gebeurt over het algemeen heel geleidelijk en ongemerkt, maar eenmaal opgelopen schade is niet meer te herstellen. Schadelijk geluid wordt vaak onderschat. Mensen ervaren 80 dB(A) op hun werk in de regel hooguit als rumoerig. 1 Op 1 januari 2012 is de Inspectie SZW van start gegaan. De Arbeidsinspectie, de Inspectie Werk en Inkomen en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst voegen dan hun organisaties en activiteiten samen. Inspecties in discotheken Het personeel in discotheken wordt op verschillende manieren blootgesteld aan geluid. Zo moeten barmedewerkers regelmatig de zaal in om bijvoorbeeld lege glazen op te halen. Bij een optimale situatie is de bar goed afgescheiden van de dansvloer waardoor het geluidsniveau beneden 80 dB(A) blijft. In minder goede situaties staat echter de bar in directe verbinding met de zaal en worden de horecamedewerkers volop bloot­ gesteld aan de harde muziek. Voor de beveiligings­ medewerkers is de plaats vanwaar zij hun observaties doen belangrijk. Het geluidsniveau in de discotheek wordt meestal bepaald door de diskjockey of de geluids­ technicus die daarbij dicht bij de geluidsbron staat. Muziek, en dus geluid is in deze sector een product. Om blijvende gehoorschade te voorkomen moeten bronmaatregelen genomen worden om de dagdosis terug te brengen tot maximaal 80 dB(A). Bij de inspecties is daarom op de volgende verplichtingen gecontroleerd: • De werkgever moet de blootstelling aan schadelijk geluid opnemen in zijn risico-inventarisatie en – evaluatie. Daarbij hoort een plan van aanpak (PVA) waarin hij aangeeft welke maatregelen hij gaat nemen om het geluid op de werkplek terug te dringen. • Hij pakt het probleem bij de bron aan door bijvoorbeeld afspraken te maken over het maximale geluidniveau in de zaal, de opstelling van de geluidboxen te optimaliseren en de horecaruimte beter af te scheiden van de zaal. • Naast goede voorlichting over de risico’s van schadelijk geluid zorgt de werkgever ook voor geschikte gehoorbescherming en houdt hij toezicht op het dragen van de gehoorbescherming. • Om beginnende gehoorschade vroegtijdig te signaleren geeft de werkgever werknemers de mogelijkheid voor een periodieke gehoortest (minimaal één keer per vier jaar). Bij in 2000 door de Inspectie SZW uitgevoerde inspecties bij 30 discotheken kwam naar voren dat de zorg voor goede arbeids­omstandigheden weinig gestructureerd was. Bij alle geïnspecteerde discotheken waren er toen tekortkomingen. Het Arbobeleid stond vaak nauwelijks op papier, voorlichting en onderricht over de schadelijke effecten van hoge geluidsniveaus was minimaal, verstrekking van gehoorbescherming, indien dat al gebeurde, was niet goed geregeld en controle op het dragen ervan was meestal geen gewoonte. Van april 2009 tot oktober 2010 hebben controleurs van NVWA inspecties uitgevoerd bij 47 discotheken. Deze disco­ theken waren niet geïnspecteerd in 2000. Hierbij is nagegaan of er verbetering te constateren is en of de bedrijven bij het overschrijden van de dagdosis van 85 dB(A) voldoende brongerichte maatregelen hadden genomen of deze maatregelen hadden opgenomen in een plan van aanpak (PVA). Daarnaast is ook gekeken of er geschikte gehoorbescherming voor de medewerkers aanwezig was en of deze ook werd gebruikt. Inspectieresultaten Er zijn 47 discotheken geïnspecteerd, waarvan er 40 (85%) onvoldoende maatregelen had genomen. Deze bedrijven hebben een waarschuwing gekregen om dit alsnog te gaan doen. Er zijn 4 boetes gegeven voor het niet dragen van gehoorbescherming. In totaal zijn er 113 overtredingen geconstateerd. In grafiek 1 staat een overzicht van de onderwerpen waarop de overtredingen betrekking hadden. In 30 discotheken (64%) waren met de DJ afspraken gemaakt over het geluidsniveau. In 18 discotheken is de afspraak gemaakt dat het volume de 100 dB(A) niet mag overstijgen. Een aantal discotheken (7) heeft zelfs een begrenzer in laten bouwen in de installatie. Met de opstelling van de luidsprekers is bij 28 discotheken (60%) rekening gehouden met de barmedewerkers. Discotheken die nog onvoldoende bronmaatregelen hadden toegepast (26) werden gesommeerd hiervoor een plan van aanpak op te stellen. De controleurs van NVWA hebben deze bedrijven na het verstrijken van de termijn opnieuw gecontroleerd. Bij 22 discotheken is het plan van aanpak met de eigenaar van de discotheek besproken. In geval van aanvullende afspraken over de aanpak zijn deze vastgelegd in een brief. Conclusie en vervolg Ten opzichte van 2000 is het handhavings­percentage nog steeds hoog (85%). De aanpak van geluid in de gecontroleerde discotheken is wel verbeterd. Er is meer aandacht voor de blootstelling aan schadelijk geluid. Zo worden met DJ’s vaker afspraken gemaakt over het geluidsniveau en wordt bij de inrichting van de discotheek meer rekening gehouden met het barpersoneel. Dat is echter nog niet in alle discotheken het geval. Het hoge geluids­niveau in discotheken maken het gebruik van gehoorbescherming noodzakelijk, ook wanneer geluidsbeperkende maatregelen zijn genomen. De verstrekking van gehoor­bescherming aan het personeel is ten opzichte van 2000 sterk verbeterd. Bij de inspecties is echter gebleken dat deze gehoorbescherming in veel gevallen niet gedragen wordt. Dit levert ook een forse bijdrage aan het handhavingspercentage. Daarbij valt op dat ook de voorlichting over de risico’s van schadelijk geluid nog niet in orde is. Discotheekeigenaren zullen Grafiek 1 Overtredingen naar onderwerp (n=113) 18% 23% Onvoldoende bronmaatregelen; niet in PvA 5% Beoordeling blootstelling niet opgenomen in RI&E 8% Voorlichting en instructierisico’s geluid Niet dragen van gehoorbescherming 26% 20% Geen gehoorbescherming beschikbaar Niet aanbieden audiometrisch onderzoek naast bronmaatregelen meer aandacht moeten besteden aan een effectieve wijze van voorlichting voor het personeel gecombineerd met een betere controle op het dragen van gehoorbescherming. Maar ook gedrag van werknemers is van belang bij een effectieve bescherming tegen schadelijk geluid. Dit project laat zien dat veel werknemers de aangeboden gehoorbescherming niet gebruiken. Niet alleen werknemers maar ook bezoekers van discotheken worden aan deze geluids­niveaus blootgesteld. Muziek, geluid is in deze sector een product. De Ministeries van SZW en VWS willen daarom gezamenlijk het ‘Oorveilig’ project van de Nationale Hoorstichting ondersteunen. Dit project is erop gericht om zowel medewerkers als bezoekers te beschermen met een mix van voorlichting en concrete beschermende maatregelen. Oorveilig is een keurmerk voor clubs, festivals en muziekpodia die zorg dragen voor het gehoor van hun medewerkers en bezoekers. Dit gebeurt onder andere door middel van een plattegrond met Oorveilig zones en een decibellenbord op de dansvloer. Daarnaast worden concrete maatregelen genomen om geluidsniveaus te reguleren en gehoorbescherming aan te bieden. Via positieve prikkels worden muzieklocaties op deze manier gestimuleerd om een actief geluidsbeleid te voeren. Aanbevelingen voor de sector De brancheorganisatie Koninklijke Horeca Nederland (KHN) en met name de drankverstrekkende bedrijven werken aan de bewustwording van risico’s en oplossingen rond geluid. In folders en brochures worden de risico’s van hard geluid benoemd en wordt het belang van gehoorbeschermingsmiddelen benadrukt. Begin 2008 heeft de brancheorganisatie Koninklijke Horeca Nederland de arbocatalogus voor de horecabranche geïntroduceerd. In deze catalogus zijn voor ondermeer discotheekeigenaren de belangrijkste wettelijke verplichtingen opgenomen. Concrete op deze subsector toegespitste maatregelen om een te hoge geluidsbelasting bij de bron aan te pakken (bijvoorbeeld een maximaal geluidsniveau) zijn daarin nog niet opgenomen. De Inspectie SZW beveelt de branche daarom aan ook bronmaatregelen op te nemen in de arbocatalogus. Daarnaast beveelt de Inspectie SZW aan om aansluiting te zoeken bij activiteiten van de Hoorstichting in het kader van het keurmerk Oorveilig. De sector heeft aangegeven in ieder geval mee te willen werken aan het geven van voorlichting en het beschikbaar stellen van gehoorbeschermingsmiddelen. Wat doet de Inspectie SZW? De Inspectie SZW zal de ontwikkelingen rondom de beheersing van geluid in zowel discotheken als bij festivals en muziekpodia blijven volgen. Het percentage bedrijven dat geen of onvoldoende maatregelen had getroffen is hoog, waarbij ook het gedrag van werknemers een belangrijke rol speelt. Dit is voor de Inspectie SZW reden om in 2013 opnieuw te inspecteren en daarbij ook werknemers aan te spreken. De resultaten van het project Oorveilig zullen richtinggevend zijn voor de inspecties die in 2013 uitgevoerd zullen worden. Daarbij zal zowel naar clubs (discotheken) als naar festivals en muziekpodia gekeken worden. Deze factsheet is een uitgave van: Inspectie SZW De Inspectie SZW maakt deel uit van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Projectnummer A926 Projectnummer A926 Projectleider M. Breas Projectsecretaris A. Geurts s70-284121 | Februari 2012