SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003 Leerdoelen richtlijn Algemene Leerdoelen Leerobject Duurzaam plattelandstoerisme Het plattelandstoerisme heeft betrekking op uiteenlopende activiteiten ter ontspanning of recreatie waarbij de natuur centraal staat en waarbij de opzet en uitvoering in het teken van duurzaamheid staan. Dit vereist een samenwerking en uitwisseling op microniveau waaraan alle spelers deelnemen Ecologische duurzaamheid In deze module zullen de verschillende benaderingen van ecotoerisme en ‘groen’ toerisme met elkaar worden vergeleken en aan de studenten worden voorgelegd. Daarnaast richt de module zich op de huidige ontwikkelingen en toekomstige trends van ecotoerisme en duurzaamheid in internationaal verband. Economische duurzaamheid In deze module zullen de verschillende benaderingen van ecotoerisme en ‘groen’ toerisme met elkaar worden vergeleken en aan de studenten worden voorgelegd. Daarnaast richt de module zich op de huidige ontwikkelingen en toekomstige trends van ecotoerisme en duurzaamheid in internationaal verband. Sociale duurzaamheid De plaatselijke bevolking is altijd verbonden met de historische gebeurtenissen en economische realiteit van een regio. Om die reden moet er voorzichtig en respectvol worden omgegaan met de tradities, gebruiken, taal en opvattingen van een regio. Het duurzaam plattelandstoerisme houdt rekening met deze specifieke omstandigheden en beschouwt deze als een kostbaar goed en onderscheidend kenmerk (USP). ECTS/ECVET: 1,5 Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat. 1 SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003 Module 1 Beschrijvingen Inhoud Titel module Duurzaam plattelandstoerisme Nummer module 1 Methode van module e-learning/blended learning Totaal aantal studieuren 9 Niveau en aantal credits Beschrijving module Niveau 4 Het plattelandstoerisme heeft betrekking op uiteenlopende activiteiten ter ontspanning of recreatie waarbij de natuur centraal staat en waarbij de opzet en uitvoering in het teken van duurzaamheid staan. Dit vereist een samenwerking en uitwisseling op microniveau waaraan alle spelers deelnemen. Om deze reden worden alle aspecten en vormen van plattelandstoerisme, het ethische karakter en de diverse regionale invullingen ervan (alpinevakantie/alpenweide, agrotoerisme, etc.) in deze module belicht. Na afronding van de module kunnen leerlingen eveneens een onderscheid maken tussen aanbod op het gebied van plattelandstoerisme en overig toeristisch aanbod. Vervolgens wordt dieper ingegaan op het wetgevend kader en de beleidsinitiatieven die de plattelandsgebieden, hun bevolking, hun cultuur en omgeving beschermen en beïnvloeden, en die nauw samenhangen met het duurzaam toerisme. Leerobject module 1: Kennis Regelgeving/beleid Leervaardigheid: 1. Het kunnen beschrijven van de term 'duurzaamheid’. 2. Het kunnen onderbrengen van de term ‘duurzaamheid’ in het thema toerisme. 3. Het kunnen indelen van de plattelandsactiviteiten. 4. Het op microniveau (burgemeester, vereniging voor toerisme, bevolking, etc.) kunnen bepalen van sleutelfiguren. 5. Na kunnen denken over de wettelijke vereisten onder de premisse/propositie van duurzaamheid. Toepassing Vakbekwaamheid Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat. 2 SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003 Methode 1. Besef van de ethische dimensie van duurzaamheid. 2. Het kunnen ontwikkelen van duurzaamheid binnen de eigen toeristische activiteit. 3. Het kunnen plannen van toeristische activiteiten in het kader van plattelandstoerisme. 4. Het kunnen betrekken van sleutelfiguren in de ontwikkeling van het microgebied. 5. Het kunnen afstemmen van wetgevende maatregelen op duurzaamheid. e-vaardigheden 1. Gebruik kunnen maken van ICT-tools in een leeromgeving (web 2.0-tools) in zowel het virtuele als traditionele klaslokaal en gebruik kunnen maken van probleemgestuurd onderwijs. 2. Gebruik kunnen maken van innovatieve leermethodes en onderwijsthema's die niet direct verbonden zijn met technologie (ecologische, sociale en economische duurzaamheid van plattelandstoerisme). 3. Gebruik kunnen maken van ICT ter bevordering van de interculturele dialoog en het intercultureel begrip. 4. Gebruik kunnen maken van de verbanden tussen de sectoren. 5. Het kunnen bevorderen van innovatie door materiaal voor open leermiddelen (OER) te ontwikkelen (interactie tussen gebruikers, docenten en leerlingen). Module 2 Beschrijvingen Inhoud Titel module Ecologische duurzaamheid Nummer module 2 Methode van module e-learning/blended learning Totaal aantal studieuren 9 Niveau en aantal credits Niveau 4 Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat. 3 SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003 Beschrijving module In deze module zullen de verschillende benaderingen van ecotoerisme en ‘groen’ toerisme met elkaar worden vergeleken en aan de studenten worden voorgelegd. Daarnaast richt de module zich op de huidige ontwikkelingen en toekomstige trends van ecotoerisme en duurzaamheid in internationaal verband. Vervolgens gaan we in op het opzetten van beleid in de regio ten aanzien van milieuvriendelijke technologie alsook op de inrichting van beschermde gebieden voor de plaatselijke flora en fauna. Leerobject module 2: Kennis Ecotoerisme Leervaardigheid: 1. Kennis van ecotoerisme en 'groen’ toerisme. 2. Kennis van het programma van UNEP vanaf 2002 en de toekomstige trends. 3. Het kunnen vastleggen van kwetsbare gebieden (biotopen) in de regio en kennis van de plaatselijke flora en fauna. Toepassing Vakbekwaamheid 1. Het kunnen inpassen van de gewenste onderdelen van ecotoerisme en 'groen’ toerisme in de regionale toerismestrategie. 2. Het kunnen voorbereiden van maatregelen voor toekomstige toeristische ontwikkelingen voor de eigen regio. 3. Het kunnen ontwikkelen van richtlijnen voor de bescherming van de regionale ecologische inrichtingen om beschermde gebieden aan te leggen voor de plaatselijke biotoop. Methode e-vaardigheden Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat. 4 SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003 1. Gebruik kunnen maken van ICT-tools in een leeromgeving (web 2.0-tools) in zowel het virtuele als traditionele klaslokaal en gebruik kunnen maken van probleemgestuurd onderwijs bij groepen. 2. Gebruik kunnen maken van innovatieve leermethodes en onderwijsthema's die niet direct verbonden zijn met technologie (ecologische, sociale en economische duurzaamheid van toerisme). 3. Gebruik kunnen maken van ICT ter bevordering van de interculturele dialoog en het intercultureel begrip. 4. Het kunnen stimuleren van de creativiteit middels digitale tools. 5. Het kunnen bevorderen van de motivatie door gebruik te maken van ICT in het traditionele klaslokaal. 6. Het kunnen bevorderen van innovatie door materiaal voor open leermiddelen (OER) te ontwikkelen (interactie tussen gebruikers, docenten en leerlingen). Module 3 Inhoud Beschrijvingen Titel module Economische duurzaamheid Nummer module 3 Methode van module e-learning/blended learning Totaal aantal studie-uren 9 Niveau en aantal credits Beschrijving module Niveau 4 In deze module zullen studenten ontdekken dat de agrarische leefwijze en kleinschalig toerisme naast elkaar kunnen bestaan en van wederzijds nut kunnen zijn. Toerisme maakt het mogelijk dat op kleine schaal economische instrumenten worden gehanteerd voor het verhogen van de omzet. Verder worden alle mogelijkheden van agrotoerisme, de voordelen voor mannelijke boeren, maar ook voor gezinnen met kinderen, benoemd. Het leven in harmonie met de natuur met kleine boerderijen als manier van leven. Leerobject module 3: Economische duurzaamheid Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat. 5 SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003 Kennis Leervaardigheid: 1. Het in kaart kunnen brengen van de mogelijkheden die plattelandstoerisme de lokale bevolking biedt om extra inkomen te genereren. 2. Kennis van waar het eigen agrarisch cultuurlandschap uit bestaat (wijnbouw, melkveehouderij, fruitteelt, etc.). 3. Kennis van de beginselen van een businessplan (doelgroepen, etc.). 4. Kennis van de gangbare marketingmethoden (marketingmix). 5. Kennis van veeteelt en de verwerking van landbouwproducten met het oog op dierenwelzijn. Toepassing Vakbekwaamheid 1. Het kunnen selecteren van een aanvullend aanbod voor (grotere) groepen gasten. 2. Het kunnen ontwikkelen van een speciaal op het regionaal cultuurlandschap toegesneden toeristisch aanbod. 3. Het kunnen opstellen van een toeristisch aanbod in de eigen regio. 4. Het kunnen maken van een planning voor een pakket aan maatregelen voor de commercialisering van het aanbod van plattelandstoerisme (de marketingmix). 5. Het kunnen ontwikkelen van maatregelen voor bewustmaking van dierenwelzijn in de etablissementen voor plattelandstoerisme. Methode e-vaardigheden Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat. 6 SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003 1. Gebruik kunnen maken van ICT-tools in een leeromgeving (web 2.0-tools) in zowel het virtuele als traditionele klaslokaal en gebruik kunnen maken van probleemgestuurd onderwijs bij groepen. 2. Gebruik kunnen maken van innovatieve leermethodes en onderwijsthema's die niet direct verbonden zijn met technologie (ecologische, sociale en economische duurzaamheid van toerisme). 3. Gebruik kunnen maken van ICT ter bevordering van de interculturele dialoog en het intercultureel begrip. 4. Het kunnen stimuleren van de creativiteit middels digitale tools. 5. Het kunnen bevorderen van de motivatie door gebruik te maken van ICT in het traditionele klaslokaal. 6. Het kunnen bevorderen van innovatie door materiaal voor open leermiddelen (OER) te ontwikkelen (interactie tussen gebruikers, docenten en leerlingen). Module 4 Beschrijvingen Inhoud Titel module Sociale duurzaamheid Nummer module 4 Methode van module e-learning/blended learning Totaal aantal studie-uren 9 Niveau en aantal credits Beschrijving module Niveau 4 De plaatselijke bevolking is altijd verbonden met de historische gebeurtenissen en economische realiteit van een regio. Om die reden moet er voorzichtig en respectvol worden omgegaan met de tradities, gebruiken, taal en opvattingen van een regio. Het duurzaam plattelandstoerisme houdt rekening met deze specifieke omstandigheden en beschouwt deze als een kostbaar goed en onderscheidend kenmerk (USP). Plattelandstoerisme geeft met alle bijzonderheden van het betreffende microgebied een kijk in traditionele technieken, en gebruiken kunnen tot leven komen. Het geeft de gasten een unieke en authentieke ervaring die ze willen meemaken en de bevolking heeft de mogelijkheid tot uitwisseling. Leerobject module 4: Sociale duurzaamheid Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat. 7 SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003 Kennis Leervaardigheid: 1. Kennis van hoe kennis van de geschiedenis, tradities, gebruiken en taal van de eigen regio kan worden verzameld, vergaard en/of worden aangevuld/geperfectioneerd. 2. Kennis van de traditionele werkwijzen (hooien, vissen, oogsten van druiven, etc.) in het regionale cultuurlandschap. 3. Toepassing Het kunnen kiezen van eventuele partners en netwerken. Vakbekwaamheid 1. Het kunnen betrekken van de tradities, gewoonten en taal van de eigen regio in de toeristische producten. 2. Het kunnen inbouwen van traditionele werkwijzen (hooien, vissen, oogsten van druiven, etc.) van de eigen regio in de toeristische producten. 3. Methode Het samen met partners uit de regio kunnen ontwikkelen van een gemeenschappelijke strategie. e-vaardigheden 1. Gebruik kunnen maken van ICT-tools in een leeromgeving (web 2.0-tools) in zowel het virtuele als traditionele klaslokaal en gebruik kunnen maken van probleemgestuurd onderwijs bij groepen. 2. Gebruik kunnen maken van innovatieve leermethodes en onderwijsthema's die niet direct verbonden zijn met technologie (ecologische, sociale en economische duurzaamheid van toerisme). 3. Gebruik kunnen maken van ICT ter bevordering van de interculturele dialoog en het intercultureel begrip. 4. Het kunnen stimuleren van de creativiteit middels digitale tools. 5. Het kunnen bevorderen van de motivatie door gebruik te maken van ICT in het traditionele klaslokaal. 6. Het kunnen bevorderen van innovatie door materiaal voor open leermiddelen (OER) te ontwikkelen (interactie tussen gebruikers, docenten en leerlingen). Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat. 8 SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003 Toetsingscriteria Leer Leervaardigheden obje (kennis) Begrip Vakbekwaamheid e-vaardigheden cten (LO' s) Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat. 9 SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003 1. Het kunnen 1. Begrip van de 1. Besef van de ethische 1. beschrijven van de overeenkomsten dimensie van van ICT-tools in een term tussen duurzaamheid. leeromgeving (web 2.0- 'duurzaamheid’. duurzaamheid en ethiek. 2. Het kunnen onderbrengen van 2. Het kunnen de term beschrijven van de ‘duurzaamheid’ in gebieden waarin de het thema toerisme. duurzaamheid van 3. Het kunnen indelen van de kunnen worden ingezet. plattelandsactiviteite n. tools) in zowel het virtuele als traditionele 2. Het kunnen ontwikkelen klaslokaal. van duurzaamheid het bedrijf zou 3. Het kunnen binnen de eigen toeristische activiteit. 2. 4. Het op microniveau (burgemeester, verenigingen voor toerisme, bevolking, verschillende duurzame plattelandsactiviteit en. 3. Het kunnen maken van leermethodes en de planning van onderwijsthema's die toeristische activiteiten in niet direct verbonden het kader van zijn met technologie plattelandstoerisme en (ecologische, sociale en duurzaamheid. economische duurzaamheid van toerisme). 4. Het kunnen betrekken van sleutelfiguren in de ontwikkeling van het 3. microgebied. sleutelfiguren. 5. Na kunnen denken van de interculturele 4. Het per sleutelfiguur dialoog en het 5. Het kunnen afstemmen kunnen beschrijven van wetgevende van de mogelijke maatregelen op bijdrage. duurzaamheid. over de wettelijke intercultureel begrip. 4. van duurzaamheid. Het kunnen stimuleren van de creativiteit vereisten onder de premisse/propositie Gebruik kunnen maken van ICT ter bevordering etc.) kunnen bepalen van de Gebruik kunnen maken van innovatieve beschrijven van LO1 Gebruik kunnen maken middels digitale tools. 5. Het kunnen beschrijven van de juridisch relevante 5. Het kunnen bevorderen aspecten van van de motivatie door duurzaamheid gebruik te maken van ICT in het traditionele klaslokaal. 6. Het kunnen bevorderen van innovatie door materiaal voor open leermiddelen (OER) te ontwikkelen (interactie tussen gebruikers, docenten en leerlingen). Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat. 10 SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003 1. 2. Kennis van 1. Het kunnen 1. Gebruik kunnen beschrijven van van de gewenste maken van ICT-tools 'groen’ toerisme. het verschil onderdelen van in een leeromgeving tussen ecotoerisme en 'groen’ (web 2.0-tools) in ecotoerisme en toerisme in de zowel het virtuele als ‘groen’ toerisme. regionale traditionele klaslokaal. Kennis van het toerismestrategie. UNEP vanaf 2002 en de 2. Het kunnen 2. Gebruik kunnen toekomstige beschrijven van trends. de toekomstige voorbereiden van leermethodes en trends op het maatregelen voor onderwijsthema's die gebied van toekomstige niet direct verbonden duurzaam toeristische zijn met technologie toerisme. ontwikkelingen voor de (ecologische, sociale eigen regio. en economische Het kunnen vastleggen van kwetsbare gebieden (biotopen) in de LO2 Het kunnen inpassen ecotoerisme en programma van 3. 1. 3. 2. Het kunnen maken van innovatieve duurzaamheid van Het kunnen 3. Het kunnen toerisme). regio en kennis aanwijzen van van de speciale ontwikkelen van plaatselijke flora beschermde richtlijnen voor de en fauna. gebieden. bescherming van de maken van ICT ter regionale ecologische bevordering van de inrichtingen om interculturele dialoog beschermde gebieden en het intercultureel aan te leggen voor de begrip. 3. Gebruik kunnen plaatselijke biotoop. 4. Het kunnen stimuleren van de creativiteit middels digitale tools. 5. Het kunnen bevorderen van de motivatie door gebruik te maken van ICT in het traditionele klaslokaal. 6. Het kunnen bevorderen van innovatie door materiaal voor open leermiddelen (OER) te Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid ontwikkelen (interactie voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden 11 tussen gebruikers, gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat. docenten en leerlingen). SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003 1. Het in kaart kunnen 1. Het kunnen 1. Het kunnen selecteren 1. Gebruik kunnen maken brengen van de vaststellen van een van een aanvullend van ICT-tools in een mogelijkheden die aanvullend aanbod aanbod voor (grotere) leeromgeving (web 2.0- plattelandstoerisme voor (grotere) groepen gasten. tools) in zowel het virtuele de lokale bevolking groepen gasten. biedt om extra inkomen te genereren. als traditionele klaslokaal. 2. Het kunnen ontwikkelen 2. Het kunnen van een speciaal op het 2. Gebruik kunnen maken beschrijven van het regionaal van innovatieve potentiële cultuurlandschap leermethodes en toeristische aanbod toegesneden toeristisch onderwijsthema's die niet eigen agrarisch van het regionale aanbod. direct verbonden zijn met cultuurlandschap uit cultuurlandschap. 2. Kennis van waar het bestaat (wijnbouw, melkveehouderij, fruitteelt, etc.). technologie (ecologische, 3. Het kunnen opstellen van 3. Het kunnen beschrijven van de een toeristisch aanbod in de eigen regio. sociale en economische duurzaamheid van toerisme). beginselen van een 3. Kennis van de businessplan. beginselen van een LO3 businessplan (doelgroepen, etc.). 4. Kennis van de gangbare een planning voor een 4. Het kunnen pakket aan maatregelen 3. Gebruik maken van ICT ter bevordering van de interculturele dialoog en het intercultureel begrip. beschrijven en voor de selecteren van de commercialisering van mogelijke het aanbod van marketingmethoden. plattelandstoerisme (de van de creativiteit middels marketingmix). digitale tools. marketingmethoden (marketingmix). 4. Het kunnen maken van 4. Het kunnen stimuleren 5. Het kunnen beschrijven van de 5. Het kunnen ontwikkelen 5. Het kunnen bevorderen voordelen en het van maatregelen voor van de motivatie door en de verwerking van belang van bewustmaking van gebruik te maken van ICT landbouwproducten verantwoorde dierenwelzijn in de in het traditionele met het oog op veehouderij. etablissementen voor klaslokaal. 5. Kennis van veeteelt dierenwelzijn. plattelandstoerisme. 6. Het kunnen bevorderen van innovatie door materiaal voor open leermiddelen (OER) te ontwikkelen (interactie tussen gebruikers, docenten en leerlingen). Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat. 12 SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003 1. Kennis van hoe 1. Het kunnen 1. Gebruik kunnen maken selecteren van de van de tradities, van ICT-tools in een geschiedenis, tradities en gewoonten en taal van leeromgeving (web 2.0- tradities, gebruiken gebruiken die de eigen regio in de tools) in zowel het en taal van de geschikt zijn voor toeristische producten. virtuele als traditionele eigen regio kan marketingdoeleind worden verzameld, en. worden klaslokaal. 2. Het kunnen inbouwen van traditionele werkwijzen (hooien, van innovatieve vissen, oogsten van leermethodes en unieke toeristische druiven, etc.) van de onderwijsthema's die kenmerken van de eigen regio in de niet direct verbonden Kennis van de regio waarvan toeristische producten. zijn met technologie traditionele opnieuw gebruik Profijt kunnen trekken (ecologische, sociale en werkwijzen (hooien, kan worden uit alle voordelen die economische vissen, oogsten van gemaakt. het werken met lokale duurzaamheid van partijen biedt. toerisme). tioneerd. 2. Het kunnen 2. Gebruik kunnen maken selecteren van de aangevuld/geperfec druiven, etc.) in het regionale cultuurlandschap. LO4 Het kunnen betrekken kennis van de vergaard en/of 2. 1. 3. Het samen met partners uit de 3. Het samen met 3. Gebruik kunnen maken regio kunnen partners uit de regio van ICT ter bevordering 3. Het kunnen kiezen opzetten van een kunnen ontwikkelen van de interculturele van eventuele gemeenschappelij van een dialoog en het partners en ke strategie. gemeenschappelijke intercultureel begrip. netwerken. strategie. 4. Het kunnen stimuleren van de creativiteit middels digitale tools. 5. Het kunnen bevorderen van de motivatie door gebruik te maken van ICT in het traditionele klaslokaal. 6. Het kunnen bevorderen van innovatie door materiaal voor open leermiddelen (OER) te ontwikkelen (interactie tussen gebruikers, docenten en leerlingen). Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat. 13 SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003 Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat. 14