Learning Outcomes Guideline

advertisement
SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003
Leerdoelen richtlijn
Algemene Leerdoelen
Leerobject
Duurzaam plattelandstoerisme
Het plattelandstoerisme heeft betrekking op uiteenlopende activiteiten ter ontspanning of
recreatie waarbij de natuur centraal staat en waarbij de opzet en uitvoering in het teken
van duurzaamheid staan. Dit vereist een samenwerking en uitwisseling op microniveau
waaraan alle spelers deelnemen
Ecologische duurzaamheid
In deze module zullen de verschillende benaderingen van ecotoerisme en ‘groen’
toerisme met elkaar worden vergeleken en aan de studenten worden voorgelegd.
Daarnaast richt de module zich op de huidige ontwikkelingen en toekomstige trends van
ecotoerisme en duurzaamheid in internationaal verband.
Economische duurzaamheid
In deze module zullen de verschillende benaderingen van ecotoerisme en ‘groen’
toerisme met elkaar worden vergeleken en aan de studenten worden voorgelegd.
Daarnaast richt de module zich op de huidige ontwikkelingen en toekomstige trends van
ecotoerisme en duurzaamheid in internationaal verband.
Sociale duurzaamheid
De plaatselijke bevolking is altijd verbonden met de historische gebeurtenissen en
economische realiteit van een regio. Om die reden moet er voorzichtig en
respectvol worden omgegaan met de tradities, gebruiken, taal en opvattingen van
een regio. Het duurzaam plattelandstoerisme houdt rekening met deze specifieke
omstandigheden en beschouwt deze als een kostbaar goed en onderscheidend
kenmerk (USP).
ECTS/ECVET: 1,5
Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid
voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.
1
SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003
Module 1
Beschrijvingen
Inhoud
Titel module
Duurzaam plattelandstoerisme
Nummer module
1
Methode van module
e-learning/blended learning
Totaal aantal studieuren
9
Niveau en aantal
credits
Beschrijving module
Niveau 4
Het plattelandstoerisme heeft betrekking op uiteenlopende activiteiten ter ontspanning of recreatie
waarbij de natuur centraal staat en waarbij de opzet en uitvoering in het teken van duurzaamheid
staan. Dit vereist een samenwerking en uitwisseling op microniveau waaraan alle spelers
deelnemen.
Om deze reden worden alle aspecten en vormen van plattelandstoerisme, het ethische karakter en
de diverse regionale invullingen ervan (alpinevakantie/alpenweide, agrotoerisme, etc.) in deze
module belicht. Na afronding van de module kunnen leerlingen eveneens een onderscheid maken
tussen aanbod op het gebied van plattelandstoerisme en overig toeristisch aanbod.
Vervolgens wordt dieper ingegaan op het wetgevend kader en de beleidsinitiatieven die de
plattelandsgebieden, hun bevolking, hun cultuur en omgeving beschermen en beïnvloeden, en die
nauw samenhangen met het duurzaam toerisme.
Leerobject module 1:
Kennis
Regelgeving/beleid
Leervaardigheid:
1.
Het kunnen beschrijven van de term 'duurzaamheid’.
2.
Het kunnen onderbrengen van de term ‘duurzaamheid’ in het thema toerisme.
3.
Het kunnen indelen van de plattelandsactiviteiten.
4.
Het op microniveau (burgemeester, vereniging voor toerisme, bevolking, etc.) kunnen
bepalen van sleutelfiguren.
5.
Na kunnen denken over de wettelijke vereisten onder de premisse/propositie van
duurzaamheid.
Toepassing
Vakbekwaamheid
Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid
voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.
2
SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003
Methode
1.
Besef van de ethische dimensie van duurzaamheid.
2.
Het kunnen ontwikkelen van duurzaamheid binnen de eigen toeristische activiteit.
3.
Het kunnen plannen van toeristische activiteiten in het kader van plattelandstoerisme.
4.
Het kunnen betrekken van sleutelfiguren in de ontwikkeling van het microgebied.
5.
Het kunnen afstemmen van wetgevende maatregelen op duurzaamheid.
e-vaardigheden
1.
Gebruik kunnen maken van ICT-tools in een leeromgeving (web 2.0-tools) in zowel het
virtuele als traditionele klaslokaal en gebruik kunnen maken van probleemgestuurd
onderwijs.
2.
Gebruik kunnen maken van innovatieve leermethodes en onderwijsthema's die niet direct
verbonden zijn met technologie (ecologische, sociale en economische duurzaamheid van
plattelandstoerisme).
3.
Gebruik kunnen maken van ICT ter bevordering van de interculturele dialoog en het
intercultureel begrip.
4.
Gebruik kunnen maken van de verbanden tussen de sectoren.
5.
Het kunnen bevorderen van innovatie door materiaal voor open leermiddelen (OER) te
ontwikkelen (interactie tussen gebruikers, docenten en leerlingen).
Module 2
Beschrijvingen
Inhoud
Titel module
Ecologische duurzaamheid
Nummer module
2
Methode van module
e-learning/blended learning
Totaal aantal studieuren
9
Niveau en aantal
credits
Niveau 4
Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid
voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.
3
SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003
Beschrijving module
In deze module zullen de verschillende benaderingen van ecotoerisme en ‘groen’ toerisme
met elkaar worden vergeleken en aan de studenten worden voorgelegd. Daarnaast richt de
module zich op de huidige ontwikkelingen en toekomstige trends van ecotoerisme en
duurzaamheid in internationaal verband.
Vervolgens gaan we in op het opzetten van beleid in de regio ten aanzien van
milieuvriendelijke technologie alsook op de inrichting van beschermde gebieden voor de
plaatselijke flora en fauna.
Leerobject module 2:
Kennis
Ecotoerisme
Leervaardigheid:
1.
Kennis van ecotoerisme en 'groen’ toerisme.
2.
Kennis van het programma van UNEP vanaf 2002 en de toekomstige trends.
3.
Het kunnen vastleggen van kwetsbare gebieden (biotopen) in de regio en kennis
van de plaatselijke flora en fauna.
Toepassing
Vakbekwaamheid
1.
Het kunnen inpassen van de gewenste onderdelen van ecotoerisme en 'groen’
toerisme in de regionale toerismestrategie.
2.
Het kunnen voorbereiden van maatregelen voor toekomstige toeristische
ontwikkelingen voor de eigen regio.
3.
Het kunnen ontwikkelen van richtlijnen voor de bescherming van de regionale
ecologische inrichtingen om beschermde gebieden aan te leggen voor de
plaatselijke biotoop.
Methode
e-vaardigheden
Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid
voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.
4
SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003
1.
Gebruik kunnen maken van ICT-tools in een leeromgeving (web 2.0-tools) in zowel
het virtuele als traditionele klaslokaal en gebruik kunnen maken van
probleemgestuurd onderwijs bij groepen.
2.
Gebruik kunnen maken van innovatieve leermethodes en onderwijsthema's die niet
direct verbonden zijn met technologie (ecologische, sociale en economische
duurzaamheid van toerisme).
3.
Gebruik kunnen maken van ICT ter bevordering van de interculturele dialoog en het
intercultureel begrip.
4.
Het kunnen stimuleren van de creativiteit middels digitale tools.
5.
Het kunnen bevorderen van de motivatie door gebruik te maken van ICT in het
traditionele klaslokaal.
6.
Het kunnen bevorderen van innovatie door materiaal voor open leermiddelen (OER)
te ontwikkelen (interactie tussen gebruikers, docenten en leerlingen).
Module 3
Inhoud
Beschrijvingen
Titel module
Economische duurzaamheid
Nummer module
3
Methode van module
e-learning/blended learning
Totaal aantal studie-uren
9
Niveau en aantal credits
Beschrijving module
Niveau 4
In deze module zullen studenten ontdekken dat de agrarische leefwijze en kleinschalig
toerisme naast elkaar kunnen bestaan en van wederzijds nut kunnen zijn. Toerisme maakt
het mogelijk dat op kleine schaal economische instrumenten worden gehanteerd voor het
verhogen van de omzet. Verder worden alle mogelijkheden van agrotoerisme, de voordelen
voor mannelijke boeren, maar ook voor gezinnen met kinderen, benoemd. Het leven in
harmonie met de natuur met kleine boerderijen als manier van leven.
Leerobject module 3:
Economische duurzaamheid
Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid
voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.
5
SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003
Kennis
Leervaardigheid:
1.
Het in kaart kunnen brengen van de mogelijkheden die plattelandstoerisme de lokale
bevolking biedt om extra inkomen te genereren.
2.
Kennis van waar het eigen agrarisch cultuurlandschap uit bestaat (wijnbouw,
melkveehouderij, fruitteelt, etc.).
3.
Kennis van de beginselen van een businessplan (doelgroepen, etc.).
4.
Kennis van de gangbare marketingmethoden (marketingmix).
5.
Kennis van veeteelt en de verwerking van landbouwproducten met het oog op
dierenwelzijn.
Toepassing
Vakbekwaamheid
1.
Het kunnen selecteren van een aanvullend aanbod voor (grotere) groepen gasten.
2.
Het kunnen ontwikkelen van een speciaal op het regionaal cultuurlandschap toegesneden
toeristisch aanbod.
3.
Het kunnen opstellen van een toeristisch aanbod in de eigen regio.
4.
Het kunnen maken van een planning voor een pakket aan maatregelen voor de
commercialisering van het aanbod van plattelandstoerisme (de marketingmix).
5.
Het kunnen ontwikkelen van maatregelen voor bewustmaking van dierenwelzijn in de
etablissementen voor plattelandstoerisme.
Methode
e-vaardigheden
Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid
voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.
6
SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003
1.
Gebruik kunnen maken van ICT-tools in een leeromgeving (web 2.0-tools) in zowel
het virtuele als traditionele klaslokaal en gebruik kunnen maken van
probleemgestuurd onderwijs bij groepen.
2.
Gebruik kunnen maken van innovatieve leermethodes en onderwijsthema's die niet
direct verbonden zijn met technologie (ecologische, sociale en economische
duurzaamheid van toerisme).
3.
Gebruik kunnen maken van ICT ter bevordering van de interculturele dialoog en het
intercultureel begrip.
4.
Het kunnen stimuleren van de creativiteit middels digitale tools.
5.
Het kunnen bevorderen van de motivatie door gebruik te maken van ICT in het
traditionele klaslokaal.
6.
Het kunnen bevorderen van innovatie door materiaal voor open leermiddelen (OER)
te ontwikkelen (interactie tussen gebruikers, docenten en leerlingen).
Module 4
Beschrijvingen
Inhoud
Titel module
Sociale duurzaamheid
Nummer module
4
Methode van module
e-learning/blended learning
Totaal aantal studie-uren
9
Niveau en aantal credits
Beschrijving module
Niveau 4
De plaatselijke bevolking is altijd verbonden met de historische gebeurtenissen en
economische realiteit van een regio. Om die reden moet er voorzichtig en respectvol
worden omgegaan met de tradities, gebruiken, taal en opvattingen van een regio. Het
duurzaam plattelandstoerisme houdt rekening met deze specifieke omstandigheden en
beschouwt deze als een kostbaar goed en onderscheidend kenmerk (USP).
Plattelandstoerisme geeft met alle bijzonderheden van het betreffende microgebied een kijk
in traditionele technieken, en gebruiken kunnen tot leven komen. Het geeft de gasten een
unieke en authentieke ervaring die ze willen meemaken en de bevolking heeft de
mogelijkheid tot uitwisseling.
Leerobject module 4:
Sociale duurzaamheid
Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid
voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.
7
SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003
Kennis
Leervaardigheid:
1.
Kennis van hoe kennis van de geschiedenis, tradities, gebruiken en taal van de eigen
regio kan worden verzameld, vergaard en/of worden aangevuld/geperfectioneerd.
2.
Kennis van de traditionele werkwijzen (hooien, vissen, oogsten van druiven, etc.) in
het regionale cultuurlandschap.
3.
Toepassing
Het kunnen kiezen van eventuele partners en netwerken.
Vakbekwaamheid
1.
Het kunnen betrekken van de tradities, gewoonten en taal van de eigen regio in de
toeristische producten.
2.
Het kunnen inbouwen van traditionele werkwijzen (hooien, vissen, oogsten van
druiven, etc.) van de eigen regio in de toeristische producten.
3.
Methode
Het samen met partners uit de regio kunnen ontwikkelen van een
gemeenschappelijke strategie.
e-vaardigheden
1.
Gebruik kunnen maken van ICT-tools in een leeromgeving (web 2.0-tools) in zowel
het virtuele als traditionele klaslokaal en gebruik kunnen maken van
probleemgestuurd onderwijs bij groepen.
2.
Gebruik kunnen maken van innovatieve leermethodes en onderwijsthema's die niet
direct verbonden zijn met technologie (ecologische, sociale en economische
duurzaamheid van toerisme).
3.
Gebruik kunnen maken van ICT ter bevordering van de interculturele dialoog en het
intercultureel begrip.
4.
Het kunnen stimuleren van de creativiteit middels digitale tools.
5.
Het kunnen bevorderen van de motivatie door gebruik te maken van ICT in het
traditionele klaslokaal.
6.
Het kunnen bevorderen van innovatie door materiaal voor open leermiddelen (OER)
te ontwikkelen (interactie tussen gebruikers, docenten en leerlingen).
Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid
voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.
8
SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003
Toetsingscriteria
Leer
Leervaardigheden
obje
(kennis)
Begrip
Vakbekwaamheid
e-vaardigheden
cten
(LO'
s)
Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid
voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.
9
SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003
1. Het kunnen
1.
Begrip van de
1.
Besef van de ethische
1.
beschrijven van de
overeenkomsten
dimensie van
van ICT-tools in een
term
tussen
duurzaamheid.
leeromgeving (web 2.0-
'duurzaamheid’.
duurzaamheid en
ethiek.
2. Het kunnen
onderbrengen van
2. Het kunnen
de term
beschrijven van de
‘duurzaamheid’ in
gebieden waarin de
het thema toerisme.
duurzaamheid van
3. Het kunnen indelen
van de
kunnen worden
ingezet.
plattelandsactiviteite
n.
tools) in zowel het
virtuele als traditionele
2. Het kunnen ontwikkelen
klaslokaal.
van duurzaamheid
het bedrijf zou
3. Het kunnen
binnen de eigen
toeristische activiteit.
2.
4. Het op microniveau
(burgemeester,
verenigingen voor
toerisme, bevolking,
verschillende
duurzame
plattelandsactiviteit
en.
3. Het kunnen maken van
leermethodes en
de planning van
onderwijsthema's die
toeristische activiteiten in
niet direct verbonden
het kader van
zijn met technologie
plattelandstoerisme en
(ecologische, sociale en
duurzaamheid.
economische
duurzaamheid van
toerisme).
4. Het kunnen betrekken
van sleutelfiguren in de
ontwikkeling van het
3.
microgebied.
sleutelfiguren.
5. Na kunnen denken
van de interculturele
4. Het per sleutelfiguur
dialoog en het
5. Het kunnen afstemmen
kunnen beschrijven
van wetgevende
van de mogelijke
maatregelen op
bijdrage.
duurzaamheid.
over de wettelijke
intercultureel begrip.
4.
van duurzaamheid.
Het kunnen stimuleren
van de creativiteit
vereisten onder de
premisse/propositie
Gebruik kunnen maken
van ICT ter bevordering
etc.) kunnen
bepalen van de
Gebruik kunnen maken
van innovatieve
beschrijven van
LO1
Gebruik kunnen maken
middels digitale tools.
5. Het kunnen
beschrijven van de
juridisch relevante
5.
Het kunnen bevorderen
aspecten van
van de motivatie door
duurzaamheid
gebruik te maken van
ICT in het traditionele
klaslokaal.
6.
Het kunnen bevorderen
van innovatie door
materiaal voor open
leermiddelen (OER) te
ontwikkelen (interactie
tussen gebruikers,
docenten en leerlingen).
Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid
voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.
10
SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003
1.
2.
Kennis van
1.
Het kunnen
1.
Gebruik kunnen
beschrijven van
van de gewenste
maken van ICT-tools
'groen’ toerisme.
het verschil
onderdelen van
in een leeromgeving
tussen
ecotoerisme en 'groen’
(web 2.0-tools) in
ecotoerisme en
toerisme in de
zowel het virtuele als
‘groen’ toerisme.
regionale
traditionele klaslokaal.
Kennis van het
toerismestrategie.
UNEP vanaf 2002
en de
2.
Het kunnen
2. Gebruik kunnen
toekomstige
beschrijven van
trends.
de toekomstige
voorbereiden van
leermethodes en
trends op het
maatregelen voor
onderwijsthema's die
gebied van
toekomstige
niet direct verbonden
duurzaam
toeristische
zijn met technologie
toerisme.
ontwikkelingen voor de
(ecologische, sociale
eigen regio.
en economische
Het kunnen
vastleggen van
kwetsbare
gebieden
(biotopen) in de
LO2
Het kunnen inpassen
ecotoerisme en
programma van
3.
1.
3.
2. Het kunnen
maken van innovatieve
duurzaamheid van
Het kunnen
3. Het kunnen
toerisme).
regio en kennis
aanwijzen van
van de
speciale
ontwikkelen van
plaatselijke flora
beschermde
richtlijnen voor de
en fauna.
gebieden.
bescherming van de
maken van ICT ter
regionale ecologische
bevordering van de
inrichtingen om
interculturele dialoog
beschermde gebieden
en het intercultureel
aan te leggen voor de
begrip.
3. Gebruik kunnen
plaatselijke biotoop.
4. Het kunnen stimuleren
van de creativiteit
middels digitale tools.
5. Het kunnen
bevorderen van de
motivatie door gebruik
te maken van ICT in
het traditionele
klaslokaal.
6. Het kunnen
bevorderen van
innovatie door
materiaal voor open
leermiddelen (OER) te
Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid
ontwikkelen (interactie
voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden
11
tussen gebruikers,
gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.
docenten en
leerlingen).
SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003
1. Het in kaart kunnen
1. Het kunnen
1. Het kunnen selecteren
1. Gebruik kunnen maken
brengen van de
vaststellen van een
van een aanvullend
van ICT-tools in een
mogelijkheden die
aanvullend aanbod
aanbod voor (grotere)
leeromgeving (web 2.0-
plattelandstoerisme
voor (grotere)
groepen gasten.
tools) in zowel het virtuele
de lokale bevolking
groepen gasten.
biedt om extra
inkomen te
genereren.
als traditionele klaslokaal.
2. Het kunnen ontwikkelen
2. Het kunnen
van een speciaal op het
2. Gebruik kunnen maken
beschrijven van het
regionaal
van innovatieve
potentiële
cultuurlandschap
leermethodes en
toeristische aanbod
toegesneden toeristisch
onderwijsthema's die niet
eigen agrarisch
van het regionale
aanbod.
direct verbonden zijn met
cultuurlandschap uit
cultuurlandschap.
2. Kennis van waar het
bestaat (wijnbouw,
melkveehouderij,
fruitteelt, etc.).
technologie (ecologische,
3. Het kunnen opstellen van
3. Het kunnen
beschrijven van de
een toeristisch aanbod in
de eigen regio.
sociale en economische
duurzaamheid van
toerisme).
beginselen van een
3. Kennis van de
businessplan.
beginselen van een
LO3
businessplan
(doelgroepen, etc.).
4. Kennis van de
gangbare
een planning voor een
4. Het kunnen
pakket aan maatregelen
3. Gebruik maken van ICT
ter bevordering van de
interculturele dialoog en
het intercultureel begrip.
beschrijven en
voor de
selecteren van de
commercialisering van
mogelijke
het aanbod van
marketingmethoden.
plattelandstoerisme (de
van de creativiteit middels
marketingmix).
digitale tools.
marketingmethoden
(marketingmix).
4. Het kunnen maken van
4. Het kunnen stimuleren
5. Het kunnen
beschrijven van de
5. Het kunnen ontwikkelen
5. Het kunnen bevorderen
voordelen en het
van maatregelen voor
van de motivatie door
en de verwerking van
belang van
bewustmaking van
gebruik te maken van ICT
landbouwproducten
verantwoorde
dierenwelzijn in de
in het traditionele
met het oog op
veehouderij.
etablissementen voor
klaslokaal.
5. Kennis van veeteelt
dierenwelzijn.
plattelandstoerisme.
6. Het kunnen bevorderen
van innovatie door
materiaal voor open
leermiddelen (OER) te
ontwikkelen (interactie
tussen gebruikers,
docenten en leerlingen).
Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid
voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.
12
SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003
1.
Kennis van hoe
1.
Het kunnen
1.
Gebruik kunnen maken
selecteren van de
van de tradities,
van ICT-tools in een
geschiedenis,
tradities en
gewoonten en taal van
leeromgeving (web 2.0-
tradities, gebruiken
gebruiken die
de eigen regio in de
tools) in zowel het
en taal van de
geschikt zijn voor
toeristische producten.
virtuele als traditionele
eigen regio kan
marketingdoeleind
worden verzameld,
en.
worden
klaslokaal.
2. Het kunnen inbouwen
van traditionele
werkwijzen (hooien,
van innovatieve
vissen, oogsten van
leermethodes en
unieke toeristische
druiven, etc.) van de
onderwijsthema's die
kenmerken van de
eigen regio in de
niet direct verbonden
Kennis van de
regio waarvan
toeristische producten.
zijn met technologie
traditionele
opnieuw gebruik
Profijt kunnen trekken
(ecologische, sociale en
werkwijzen (hooien,
kan worden
uit alle voordelen die
economische
vissen, oogsten van
gemaakt.
het werken met lokale
duurzaamheid van
partijen biedt.
toerisme).
tioneerd.
2. Het kunnen
2. Gebruik kunnen maken
selecteren van de
aangevuld/geperfec
druiven, etc.) in het
regionale
cultuurlandschap.
LO4
Het kunnen betrekken
kennis van de
vergaard en/of
2.
1.
3. Het samen met
partners uit de
3.
Het samen met
3. Gebruik kunnen maken
regio kunnen
partners uit de regio
van ICT ter bevordering
3. Het kunnen kiezen
opzetten van een
kunnen ontwikkelen
van de interculturele
van eventuele
gemeenschappelij
van een
dialoog en het
partners en
ke strategie.
gemeenschappelijke
intercultureel begrip.
netwerken.
strategie.
4. Het kunnen stimuleren
van de creativiteit
middels digitale tools.
5. Het kunnen bevorderen
van de motivatie door
gebruik te maken van
ICT in het traditionele
klaslokaal.
6. Het kunnen bevorderen
van innovatie door
materiaal voor open
leermiddelen (OER) te
ontwikkelen (interactie
tussen gebruikers,
docenten en leerlingen).
Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid
voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.
13
SOLA: 2014-1-AT-KA202-001003
Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid
voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.
14
Download