Organisatieplan d’Oultremontcollege 2016-2019 datum: 2 mei 2016 versie: 4.1 CONCEPT auteur: directie d’Oultremontcollege 1. Inleiding Het organisatieplan DOU 2016-2019 is een nadere uitwerking van de strategische richting die het schooljaar 2015-2016 is ingezet. Kernbegrippen hierbij zijn: ‘focus op leren’, professionaliteit en efficiënte bedrijfsvoering. Dit plan beschrijft tevens met welke organisatie de in het schoolplan geformuleerde ambities gerealiseerd worden. Het taakbeleid waarin de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de diverse functies en rollen zijn uitgewerkt, vormt een integraal onderdeel van dit plan. Jaarlijks wordt de bijlage Taaktoedeling Onderwijskundig Personeel1 bijgesteld. Deze bijlage maakt onderdeel uit van de medezeggenschapscyclus. 2. Visie op sturing De leidende onderwijskundige eenheid2 is de sectie. Clusters van secties worden aangestuurd door een adjunct-directeur, ondersteund door een clustercoördinator3, waardoor een realistische span-of-control ontstaat. De stijl van leidinggeven die zij daarbij hanteren is ‘faciliterend leiderschap’, gericht op het scheppen van optimale condities voor het zo zelfstandig mogelijk uitvoeren van taken. Het DOU streeft er naar verantwoordelijkheden en bevoegdheden die horen bij taken, zo laag mogelijk in de organisatie te beleggen. De directeur geeft direct leiding aan al het ondersteunend personeel. 3. Directie De directie bestaat uit 4 leden: 1 directeur en 3 adjunct-directeuren. 2 adjunct-directeuren geven hiërarchisch leiding aan docenten, 1 adjunct-directeur is – als verantwoordelijke voor het traject ‘de basis op orde’ – belast met administratief organisatorische zaken, het inrichten van organisatie brede processen, interne en externe communicatie en sluiting (en eventuele nazorg) van de afdelingen VMBO-B en –K. Het DOU streeft er naar om in de planperiode het aantal directieleden terug te brengen naar 3. De volgende portefeuilles behoren tot de verantwoordelijkheid van de directeur: o Strategie en identiteit o Personeelsbeleid o Financiën, planning & control o Huisvesting en beheer o Externe vertegenwoordiging De adjunct-directeuren dragen de verantwoordelijkheid voor: o Kwaliteitsbeleid o Onderwijsorganisatie en -planning o Werving, voorlichting en aansluiting o Leerlingenzorg De directie overlegt wekelijks. Besluiten worden na definitieve vaststelling – voor alle DOU-medewerkers toegankelijk – gepubliceerd op SharePoint. Om de week nemen de 2 clustercoördinatoren deel aan het directieoverleg. Tijdens deze overleggen ligt de nadruk op onderwijsorganisatie en –planning. In de periode 2016-2018 geeft de directie prioriteit aan de uitvoering van personeelsbeleid, zoals: correcte toepassing van personeelsinstrumenten, aanspreken op gedrag, aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en ziekteverzuim. 1 Bijlage 1, Taaktoedeling Onderwijskundig Personeel 2016-2017 Bijlage 2, Organogram DOU 3 LD-docent met door de directie gedelegeerde bevoegdheden conform Functieboek OMO, Resultaatgebied 7 2 4. De secties Onder leiding van de sectievoorzitters4 bepalen de (clusters van) secties, in overleg, de onderwijsinhoud. Deze inhoud is afgestemd op de regio. Bij het ontwikkelen en uitvoeren van onderwijs betrekken zij organisaties en professionals van buiten de school. De secties vormen zo de motor voor onderwijsvernieuwing. Daarbij staan de volgende thema’s centraal: meesterschap, maatwerk en integraal denken en handelen, gericht op de opleiding en/of het werkveld waarin onze leerlingen terecht komen. De professionaliseringsopdracht van het DOU volgt in eerste instantie uit de leerbehoeftes van de diverse secties. De secties zorgen er voor dat, zoals in het schoolplan omschreven, het DOU de buitenwereld binnen haalt. Secties leggen hun ambities vast in een sectie-activiteitenplan. Het DOU kent 4 sectieclusters: o Mens & Maatschappij o Natuur & Technologie, incl. rekenvaardigheid, digitalisering5 en Technasium o Taal & Cultuur, incl. taalvaardigheid en Cambridge Engels o Brede Vorming, incl. burgerschap, sport en cultuur De sectievoorzitters overleggen periodiek met de directie en de clustercoördinatoren over de voortgang van de in Bijlage 5 genoemde taken. De (clusters van) secties overleggen volgens de opgestelde jaaragenda. Binnen het rooster is hiervoor een speciaal overlegmoment opgenomen. Van alle overleggen worden notulen gemaakt en gepubliceerd 6. 5. De teams en afdelingscoördinatie De afdelingsteams als hiërarchisch onderdeel worden per 1 augustus 2016 ontbonden. In plaats daarvan zijn er (kern)teams7 actief met een specifieke hoofdopdracht. Jaarlijks wordt deze opdracht vastgesteld of aangepast. In 2016-2017 ligt de nadruk op de volgende hoofdopdrachten: o Kernteam Mavo: De nieuwe Mavo (gericht op herpositionering van de Mavo) o Kernteam Havo: Boeien en binden (gericht op activerende onderwijsvormen en onderwijsresultaten) o Kernteam VWO: Excellentie (gericht op mogelijkheden voor leerlingen om zichzelf te overtreffen) De teams overleggen volgens de opgestelde jaaragenda. Deelname aan de teams is vrijwillig. De teams worden voorgezeten door de afdelingscoördinator. Van alle overleggen worden notulen gemaakt en gepubliceerd. Het aanspreekpunt voor leerlingen en ouders van een (deel van de) opleiding is de afdelingscoördinator8, ondersteund door mentoren. De afdelingscoördinator is verantwoordelijk voor alle onderwijs- en operationeel organisatorische activiteiten en leerlingzaken van een (deel van de) opleiding en rapporteert hierover direct aan de directie. De afdelingscoördinator voert overleg met de mentoren en zit de rapportvergaderingen voor. Van alle overleggen worden notulen gemaakt en gepubliceerd. 6. Overige taken en overleg Aan medewerkers worden tevens speciale taken9 toegekend (bijv. op het gebied van cultuureducatie en zorg). De hiërarchische aansturing van medewerkers (ook met substantiële taken) vindt echter altijd plaats via het cluster waar zij deel van uitmaken. Voor ondersteuning en begeleiding van (startende) DOU zijn coaches beschikbaar. De directeur voert overleg met de Decentrale Medezeggenschapsraad en oudervereniging volgens een door hen op te stellen jaarplanning. De directeur vertegenwoordigt het DOU tijdens het tweewekelijks overleg van Scholengroep De Langstraat. 4 Bijlage 3, Rol van de secties en de sectievoorzitters Als onderdeel van de 21st Century Skills 6 Alle notulen worden gepubliceerd op SharePoint 7 Kernteams worden gevormd door docenten die substantieel lesgeven aan een opleiding (mavo, havo, vwo) 8 Bijlage 4, Taakomschrijving afdelingscoördinator 9 Zie Taaktoedeling Onderwijskundig Personeel 5 Volgens de opgestelde jaaragenda vindt overleg plaats tussen de directie, de clustercoördinatoren en alle afdelingscoördinatoren. Van dit overleg worden notulen gemaakt en gepubliceerd. 7. Financiële kader en transitie Het financiële kader is vastgelegd in de DOU Deelbegroting 2016-2019 (separate bijlage). Hierin is ook de formatieplanning opgenomen. De gekozen wijze van onderwijsorganisatie en de daarbij horende Taaktoedeling Onderwijskundig Personeel 2016-2017, leidt ertoe dat de gewenste besparing in 2017 en 2018 niet gerealiseerd wordt zonder een duidelijke onderwijstransitie10. Het plan van aanpak voor deze transitie wordt in het kalenderjaar 2016 ontwikkeld (met uitloop in het voorjaar 2017) door een werkgroep van onderwijskundig en ondersteunend personeel. De implementatie vindt plaats in het eerste leerjaar vanaf 1 september 2017. Om ruimte te scheppen voor het ontwikkelen van ideeën wordt op de taaktoedeling 20162017 de ‘kaasschaafmethode’ niet toegepast. De benodigde formatie ultimo 2017 en 2018 wijken niet af van de deelbegroting 2016-2019 (de gemiddelde formatie 2017 en 2018 daarentegen dus wel). In het kalenderjaar 2016 streeft het DOU er naar de frictie in formatie (+3,3 FTE11) weg te werken. Dit betreft de vakgebieden Zorg en Welzijn en Lichamelijke Oefening (gezamenlijk +2,5 FTE). 10 11 Bijlage 5, Projectopdracht Onderwijstransitie DOU Informatie maart 2016 Bijlage 1, Taaktoedeling Onderwijskundig Personeel DOU 2016-2017 1. Inleiding Het taakbeleid van het d’Oultremontcollege voor het schooljaar 2016-2017 is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: o als basis is het taakbeleid 2015-2016 gehanteerd o toegevoegd zijn: o activiteiten die voortvloeien uit het schoolplan 2016-2019 o activiteiten die voortvloeien uit het jaarplan 2015-2016, 2016-2017 (concept) o activiteiten die om bezuinigingsreden in het verleden geschrapt zijn o daarnaast is kritisch gekeken naar: o activiteiten passend bij de diverse rollen: afdelingscoördinator, mentor, sectievoorzitter en decaan 2. Taaktoedeling 2016-2017 Overzicht apart bijgevoegd Bijlage 2, Organogram d’Oultremontcollege Hiërarchische aansturing directeur OOP adjunct-directeur adjunct-directeur adjunct-directeur clustercoördinator secties clustercoördinator secties secties secties Zowel de adjunct-directeur als de clustercoördinator sturen de activiteiten van 1 cluster van secties. Afdelingscoördinatie directie afdelingscoördinator mavo afdelingscoördinator havo afdelingscoördinator vwo afdelingscoördinator onderbouw basisonderwijs Bijlage 3, Rol van de secties en de sectievoorzitters 1. Inleiding In het Activiteitenplan 2015–2016 is de focus gelegd op het leren door de leerling en het onderwijzen door de docent. Deze bijlage beschrijft de taken en verantwoordelijkheden van de secties en de sectievoorzitters. De secties hebben daarbij een eigen en een collectieve verantwoordelijkheid: het leveren van onderwijskwaliteit m.b.t. hun eigen vak en het ondersteunen van het leerproces bij andere vakken (bijvoorbeeld via taalbeleid). 2. Taken en verantwoordelijkheden van de sectie A. Het optimaliseren van de leeractiviteiten door zorg te dragen voor: o een goede lesopbouw conform inspectie-eisen o een didactiek die gericht is op: o uitdaging, binden en boeien o verschillende (cognitieve) niveaus o determinatie en gericht studieadvies o differentiatie (= rekening houden met verschillen) o toenemende zelfstandigheid in de opleiding o passende lesstof gericht op de kerndoelen en de eindexameneisen o een doorlopende leerlijn binnen mavo, havo en vwo o de aansluiting mavo 4 – havo 4 o taalgericht vakonderwijs B. Het op peil houden/verbeteren van de rapport- en eindexamenresultaten (SE en CE) door: o systematisch en regelmatig te analyseren en te evalueren (o.a. door gebruik van WOLF bij het CE, de vergelijking van de CE-cijfers met de benchmark en het bespreken van 20% of meer onvoldoendes op het rapport) o indien nodig een plan ter verbetering op te stellen C. Zorg dragen voor goede niveaubepaling/toetsing door: o in alle PTA-toetsen de verhouding in RTTI vragen conform de toetslijn toe te passen en de toetsen te laten maken door twee sectieleden o in de niet-PTA klassen minimaal drie proefwerken per jaar te geven waarbij de verhouding tussen de RTTI vragen conform de toetslijn is toegepast o de kwaliteit van de toetsen te evalueren D. Het opstellen van een sectie-activiteitenplan12 per schooljaar waarin opgenomen: o concrete acties met beoogd resultaat m.b.t. de hierboven genoemde punten onder A, B en C o een planning van de benoemde acties in de tijd o een evaluatie van het sectieactiviteitenplan aan het einde van het schooljaar E. Overige zaken: o begeleiden van nieuwkomers in de sectie o samenwerking binnen de sectie: o.a. collegiale consultatie, lesbezoeken o samenwerken met het OOP (o.a. roosterdienst) o scholing 12 Zie format Sectie-activiteitenplan 3. Resultaatmeting De resultaten van de sectie worden bepaald door: o het lesgeven door de vakdocenten 13, hiertoe vinden lesbezoeken plaats door de schoolleiding en worden LED’s afgenomen bij leerlingen o de examenresultaten (CE cijfer afgezet tegen de benchmark, verschil SE – CE) o rapportcijfers (percentage onvoldoendes, gemiddeld rapportcijfer) o de kwaliteit van de toetsing o de uitvoering van het sectieactiviteitenplan o overige zaken (zie 2E) 4. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de sectievoorzitter De sectievoorzitter: o neemt het initiatief om samen met de andere sectieleden vorm te geven aan het optimaliseren van de leeractiviteiten/lessen zoals aangegeven onder punt 2A. Hiertoe kan scholing worden ingezet en/of gebruik worden gemaakt van good practices. Sectieafspraken worden gemaakt m.b.t. leerstof, leerlijnen, toetsing, determinatie, differentiatie, taalgericht vakonderwijs. Afspraken worden vastgelegd en uitgevoerd. Bewaking vindt plaats door (onderlinge) lesbezoeken. o neemt het initiatief tot het systematisch en regelmatig evalueren van de eindexamenresultaten en rapportcijfers per vakdocent. Zorgt ervoor dat deze evaluaties worden vastgelegd. Vraagt de sectieleden daar waar nodig om een verbeterplan. o draagt zorg voor de kwaliteit van de toetsing (zie 2C) o.a. door de vakdocenten te vragen hun (RTTI-) toetsen te evalueren en waar nodig aan te passen. Draagt zorg voor het afnemen in parallelklassen van dezelfde toetsen. o draagt zorg voor het samen met de andere sectieleden opstellen, uitvoeren en evalueren van het sectieactiviteitenplan (zie 2D). o belegt de sectievergaderingen, maakt de agenda en zorgt voor de verslaglegging o zorgt voor de taakverdeling binnen de sectie o spreekt sectieleden aan op het niet nakomen van gemaakte afspraken o stelt de sectiebegroting op o onderhoudt de contacten met andere secties, schoolleiding en OOP o draagt zorg voor het juist aanleveren van de boekenlijstgegevens binnen de gestelde financiële kaders 13 Zie Activiteitenplan 2015-2016 met bijbehorende Kijkwijzer Bijlage 4, Taakomschrijving afdelingscoördinator @@@ vast te stellen tijdens het volgende overleg met de afdelingscoördinatoren (9/5/2016), gebaseerd op het beleid Versie 19 mei 2015 Bijlage 5, Projectopdracht Onderwijstransitie DOU 1. Inleiding De onderwijsresultaten van het DOU zijn niet voorspelbaar en wisselen sterk per jaar, per opleiding. Daarnaast beschikken leerlingen niet over een actieve studiehouding, is er weinig variatie in leeractiviteiten en ligt de nadruk meer op niveaubepaling dan op ontdekken en stimuleren. Tot slot zijn de huidige financiële middelen niet toereikend om het totaal aan leeractiviteiten te bekostigen. 2. Opdracht Ontwikkel een onderwijsformat voor jaar 1 en 2 van de mavo, havo en vwo, in afstemming met de secties en passend bij de visie op toekomstig onderwijs (vastgelegd in het advies Ons onderwijs2032). Het format moet de basis leggen voor een actieve studiehouding tijdens de verdere opleiding en garanderen dat leerlingen de juiste opleiding volgen. Bepaal welke faciliteiten nodig zijn om het onderwijsformat succesvol uit te voeren en wat het gewenste kennisniveau (met bijbehorende vaardigheden) van docenten is. 3. Randvoorwaarden De projectuitwerking is: o communiceerbaar met huidige en toekomstige leerlingen (en hun ouders) o herkenbaar aanwezig binnen het gebouw o financieel haalbaar binnen de gestelde kaders (directe toerekening leerlingenaantal jaar 1 en 2) o meetbaar zodat de resultaten van leeractiviteiten zichtbaar zijn o implementeerbaar met ingang van 1 augustus 2017 4. Projectorganisatie Het project staat onder leiding van een projectleider. Eén van de directieleden treedt op als sponsor van het project. De projectleider stelt in overleg met de directie een projectteam samen. Voor het project is een apart budget beschikbaar.