Meer

advertisement
Structurele plaatsen inclusieve opvang kinderen met een specifieke zorgbehoefte nu aanvragen
Inleiding
De Vlaamse Regering wil dat ook voor kinderen met een specifieke zorgbehoefte de kinderopvang
toegankelijker wordt. Ook voor deze kinderen en voor hun ouders kan opvang immers zeer gunstig zijn.
Daarom besliste de Vlaamse Regering in het voorjaar van 2009 al om bijkomend 800.000 euro in te
zetten om de stijgende vraag naar en het stijgend aanbod aan inclusieve opvang te ondersteunen. Met
dit budget kunnen 136 bestaande kinderopvangplaatsen toegankelijk gemaakt worden voor kinderen
met een specifieke zorgbehoefte. Er kunnen in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 68
structurele plaatsen voor inclusieve opvang van kinderen met een specifieke zorgbehoefte gerealiseerd
worden in diensten voor onthaalouders. Nog eens 68 plaatsen kunnen gerealiseerd worden in erkende
kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang verbonden aan kinderdagverblijven (BOKDV), initiatieven
voor buitenschoolse opvang en lokale diensten voor buurtgerichte kinderopvang. Wie in aanmerking wil
komen voor de financiële middelen voor structurele plaatsen inclusieve opvang, moet ten laatste op 26
maart 2010 een aanvraag indienen bij Kind en Gezin. Ter verduidelijking, deze bijkomende middelen
dienen enkel om reeds bestaande reguliere plaatsen binnen de erkende kinderopvangvoorzieningen
toegankelijk te maken voor kinderen met een specifieke zorgbehoefte. Het gaat dus niet om een
uitbreiding van het regulier aanbod kinderopvang.
Nieuwe wetgeving: wijzigingen kort
Naast de bijkomende middelen voor toekenning van structurele plaatsen inclusieve opvang van
kinderen met een specifieke zorgbehoefte zijn er ook wettelijk een aantal zaken gewijzigd.
(1) Er is sprake van inclusieve opvang wanneer je kan aantonen dat de opvang van het kind
noodzakelijke een grotere zorg of inzet van middelen vereist door een probleem met het kind
zelf.
(2) Er wordt blijvend een onderscheid gemaakt tussen structurele inclusieve opvang en inclusieve
opvang gekoppeld aan individuele vragen. Voorzieningen die onvoldoende inclusieve opvang
realiseren om een structureel aanbod uit te bouwen kunnen uiteraard nog altijd de financiële
ondersteuning voor individuele inclusieve opvang vragen.
(3) Alle erkende vormen van kinderopvang (en dus niet langer alleen IBO’s en kinderdagverblijven,
maar ook diensten voor onthaalouders, BOKDV’s en lokale diensten) kunnen een aanvraag
indienen voor structurele plaatsen inclusieve opvang van kinderen met een specifieke
zorgbehoefte. Een organiserend bestuur van verschillende voorzieningen kan een aanvraag
voor structurele plaatsen indienen voor een groep van hetzelfde type voorzieningen
(bijvoorbeeld voor alle door het organiserend bestuur georganiseerde kinderdagverblijven).
(4) Het minimum aantal structurele plaatsen dat een organiserend bestuur per groep van
voorzieningen van hetzelfde type moet realiseren is 3.
(5) De subsidie die een dienst krijgt voor een structurele plaats is 2.714,33 euro per structurele
plaats per jaar. Dit bedrag per plaats wordt aangevuld met een forfaitaire kostenvergoeding van
8,95 euro per verblijfsdag van een kind. Deze laatste kostenvergoeding moet bezorgd worden
aan de onthaalouder. Groepsopvangvoorzieningen krijgen een forfaitair basisbedrag van
3.895,73 euro per structurele plaats per jaar.
(6) De toekenning van structurele plaatsen en de financiële ondersteuning geldt voor onbepaalde
duur. Uiteraard moet wel een minimale bezetting van 60% gerealiseerd worden. Vraag je als
kinderdagverblijf bijvoorbeeld 3 structurele plaatsen aan, dan moet je minstens 396 (60% van 3
x 220 dagen) plaatsingsdagen van een kind met een specifieke zorgbehoefte realiseren op
jaarbasis.
(7) Bij de diensten mogen structurele plaatsen niet ingevuld worden met de eigen kinderen van
onthaalouders. Onthaalouders ontvangen geen kostenvergoeding (ook niet op basis van de
individuele vragen) voor de inclusieve opvang van hun eigen kinderen.
(8) Voor de erkenning van een aanvraag als inclusieve opvang is een advies van de medisch
kwaliteitscoördinator niet meer voorzien. De voorziening moet voor de structurele plaatsen ook
geen jaarlijks werkingsverslag meer afleveren, wel worden de prestaties in het kader van de
structurele plaatsen genoteerd op het ADO en moeten er informatiefiches bijgehouden worden
van elk kind. Bij de aanvraag (die per kind moet gebeuren) van financiële ondersteuning in het
kader van individuele plaatsen moet wel nog een attest van een professioneel deskundige
toegevoegd worden.
(9) Het is niet mogelijk om de middelen voor structurele plaatsen en individuele plaatsen te
combineren. Om in aanmerking te komen voor de financiële ondersteuning in het kader van
individuele vragen mag een voorziening geen financiële ondersteuning krijgen in het kader van
de structurele uitbouw van inclusieve opvang of geen deel uitmaken van een groep van
voorzieningen die financiering krijgt voor structurele plaatsen.
Ministerieel Besluit van 21 april 2009 houdende de voorwaarden tot toekenning van een extra financiële
ondersteuning voor de inclusieve opvang van kinderen met een specifieke zorgbehoefte aan
organiserende besturen en voorzieningen, gewijzigd door Ministerieel Besluit van 28 januari 2010.
136 plaatsen structurele opvang
Met het beschikbaar budget kunnen 136 bijkomende structurele plaatsen voor inclusieve opvang van
kinderen met een specifieke zorgbehoefte toegekend worden in Vlaanderen en het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest: 68 plaatsen voor diensten voor onthaalouders en 68 plaatsen voor erkende
kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang verbonden aan kinderdagverblijven (BOKDV), initiatieven
voor buitenschoolse opvang en lokale diensten voor buurtgerichte kinderopvang.
Voor het Brussels hoofdstedelijk gewest is een voorafname van 10% voorzien: 7 plaatsen voor diensten
voor onthaalouders en 7 plaatsen voor erkende kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang verbonden
aan kinderdagverblijven (BOKDV), initiatieven voor buitenschoolse opvang en lokale diensten voor
buurtgerichte kinderopvang.
Voor Vlaanderen zullen de 61 beschikbare plaatsen voor de DVO’s en de 61 plaatsen voor de andere
voorzieningen provinciaal verdeeld worden om een geografische spreiding te garanderen. De verdeling
van de plaatsen per provincie gebeurt op basis van het aantal kinderen tussen 0 en 12 jaar per
provincie.
Aantal kinderen 0-12j
Percentage kinderen 0-12j
Beschikbare plaatsen DVO
Beschikbare plaatsen IBOKDV-BOKDV-LODI
TOTAAL PER PROVINCIE
VlaamsBrabant
141.370
18%
WestVlaanderen
137.632
17,5%
OostVlaanderen
180.586
23%
Antwerpen
Limburg
223.239
28,5%
101.817
13%
11
11
11
11
14
14
17
17
8
8
22
22
28
34
16
Dit zijn streefcijfers. Indien er binnen een provincie voor één van de twee groepen plaatsen over zijn,
worden deze plaatsen eerst binnen dezelfde provincie naar de andere groep overgeheveld. Pas
wanneer er dan binnen een provincie nog plaatsen over zijn, worden deze naar een andere provincie
overgeheveld.
Voor de verdeling van de beschikbare plaatsen tussen de IBO’s, KDV’s, de BOKDV’s en de LODI’s zal
er in de mate van het mogelijke naar gestreefd worden een evenwichtige verdeling tussen de types
voorzieningen en voorschoolse en buitenschoolse opvang te bekomen.
Aanvraag indienen
Kind en Gezin heeft voor de aanvraag van structurele plaatsen een aanvraagformulier ter beschikking.
Het gebruik van dit aanvraagformulier is verplicht. De aanvragen moeten uiterlijk vrijdag 26 maart 2010
ingediend worden. Om alle aanvragen administratief ook samen te kunnen behandelen, vraagt Kind en
Gezin om de aanvragen niet vroeger in te dienen dan 15 maart 2010.
Je bezorgt je aanvraag op 2 manieren aan Kind en Gezin:
- ondertekend en gedateerd per post of per fax naar Kind en Gezin, afdeling Kinderopvang,
Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel – fax: 02 544 02 80.
- via e-mail naar [email protected].
Beslissingskader
De beslissing gebeurt in een aantal stappen:
1. nagaan of de vraag ontvankelijk is
2. schiften van ontvankelijke aanvragen. Kind en Gezin hanteert uitsluitcriteria. Voorzieningen wiens
aanvraag niet aan bepaalde minimale voorwaarden voldoet, vallen uit de boot. Deze uitsluitcriteria zijn:
a) ernstige tekorten in de werking algemeen, zware financiële of andere problemen; b) de inclusieve
opvang is niet of onvoldoende uitgewerkt in het kwaliteitshandboek; c) de infrastructuur, het personeel
en de pedagogische opvang is niet aangepast; d) de voorziening is niet ingeschakeld in een netwerk en
e) er is geen opleidingsplan.
Daarnaast gelden er voorrangscriteria. Aanvragen die aan deze criteria voldoen komen als eerste in
aanmerking in hun provincie en binnen hun groep van voorzieningen. Concreet gaat het om volgende
voorrangscriteria: a) nieuwe plaatsen (in tegenstelling tot uitbreiding van reeds bestaand aanbod); b) het
organiserend bestuur vraagt maximaal de helft aan van het binnen de provincie beschikbaar aanbod.
3. inhoudelijk beoordelen en scoren. Indien er meerdere aanvragen door
DVO/groepsopvangvoorzieningen zijn binnen een provincie, dan worden de aanvragen gescoord.
Punten scoren doe je: a) door snelle realisatie van de plaatsen te garanderen; b) door duidelijk de
behoefte aan te tonen; c) door garantie te geven inzake opbouw en implementatie van het netwerk en
d) indien er al een positief beoordeeld inclusief opvangaanbod is.
Ann Lobijn
Download