Inspraak voor vrouwen Vrouwen vormden in 1995 slechts 30,3 % van het aantal kandidaten en 32,7 % van de verkozenen in de Ondernemingsraad (OR) en het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (toen het CVGV). Terwijl ze toch 40 % van de werknemers vertegenwoordigen. Vrouwen voelen zich niet aangesproken, zo lijkt het wel. Een onderzoek van het HIVA (het Hoger Instituut voor de Arbeid) leert nochtans dat mannen en vrouwen graag meer vrouwelijke verkozenen onder de afgevaardigden zouden zien. 80 % van het personeel verklaart zich voorstander van een verscherpte aanwezigheid van vrouwen in de overlegorganen van de ondernemingen. Hoe kunnen we de vrouwen dan overtuigen van de belangrijke rol die ze te vervullen hebben in het sociaal overleg ? Per slot van rekening moeten we de zorg om de belangen van het vrouwelijke geslacht te verdedigen niet aan de mannen overlaten. Vrouwelijke vertegenwoordiging In haar advies voor een grotere deelname van vrouwen in de overlegorganen van de ondernemingen bij de sociale verkiezingen van 2000 geeft de Vaste Commissie Arbeid van de Raad van de Gelijke Kansen volgende vaststelling mee. Overleg is belangrijk : voor onze tewerkstelling en arbeidsvoorwaarden Maria De Schepper, Caritas De resultaten van de vorige sociale verkiezingen wijzen op een neiging tot chronische ondervertegenwoordiging van vrouwen in de overlegorganen van de ondernemingen. Die situatie wordt geïllustreerd door onderstaande tabel die een overzicht biedt van de situatie van 1995. personeel in dienst aantal vrouwen % vrouwen kandidates aantal vrouwen % vrouwen verkozen vrouwen aantal vrouwen % vrouwen CVGV industrie en commerciéle sector 303.714 31,4 13.974 25,1 4.675 26,3 non-profit 203.540 68,4 6.103 54,6 3.197 51,0 TOTAAL 507.254 40,1 20.077 30,3 7.872 32,7 industrie en commerciële sector 268.093 31,4 9.949 22,0 3.026 22,4 non-profit 172.979 68,1 4.611 52,6 2.127 48,4 TOTAAL 441.072 39,8 14.560 27,0 5.153 28,8 OR Bron : BLAISE, Pierre, Les élections sociales de mai 1995, Courrier hebdomadaire du CRISP, n° 1527 Het percentage vrouwelijke kandidaten en verkozenen ligt systematisch lager dan het aandeel van de werkneemsters in de ondernemingen. Hun vooruitgang bij het personeel dat betrokken is bij de verkiezingen is groter dan bij de kandidaten(es) en verkozenen. De ondervertegenwoordiging van vrouwen is bovendien groter in de non-profitsector waar de vrouwen nochtans twee derden van het personeelsbestand uitmaken. Ik geloof niet in maatregelen waarbij verplicht een bepaald quotum vrouwen op de lijst moet staan. Dat is geforceerd. Daarentegen denk ik dat je vrouwen in een veel vroegere fase moet aanspreken en ze stap voor stap moet betrekken bij het vakbondswerk, via gespreksavonden, vormingen, ... Christina Vanderhispaillie, Samsonite Bovendien liggen de percentages kandidates en verkozenen voor de Ondernemingsraden 3 à 4 % lager dan voor de vroegere Comités voor Veiligheid en Gezondheid, en dit hoewel het aandeel van de vrouwen toch identiek is. De vrouwen zijn dus talrijker vertegenwoordigd wanneer het gaat om veiligheid en gezondheid en minder sterk daar waar sociale economische vragen worden aangekaart. Eens ze op de lijsten staan, hebben vrouwen echter meer kans dan mannen om verkozen te worden, zelfs wanneer ze niet altijd goed geplaatst zijn. Men zou dus kunnen stellen dat de discriminatie van vrouwen niet zozeer plaatsvindt op het niveau van de stembusslag maar veeleer op het niveau van de samenstelling van de lijsten. Bijzonderheden De werknemers voelen de bijdrage van vrouwen aan als een pluspunt voor de werksfeer in het algemeen en de situatie van vrouwen in het bijzonder. Door hun werk nemen vrouwen deel aan het economisch leven van hun bedrijf. Er rest hun dus niets anders dan hun sociale zin de vrije loop te geven en betrokken te geraken in het overleg tussen werkgever en werknemers. Een vakbondsmandaat sterkt je persoonlijkheid en je wordt er weerbaarder door. Daarom put je er zoveel voldoening uit ! Katie Guidée, Roxell Vermits ze gewoon zijn om een gezinsleven met een beroepsleven te combineren, kunnen de vrouwen de spreekbuis zijn voor de verzuchtingen van hun mannelijke, maar ook vrouwelijke, collega's. Aan hen om voor de menselijke touch te zorgen bij het vastleggen van de uurroosters, de werkorganisatie, de jaarlijkse vakantie, enz. Zaken die beslist worden in de OR. Ze zullen ongetwijfeld meer gemotiveerd zijn om het over het probleem van de overuren te hebben, ofschoon dat natuurlijk ook de mannen aanbelangt. Voor wat het CPB betreft, zal hun taak erin bestaan maatregelen te nemen opdat de gezondheid van de werknemers niet in het gedrang zou komen. Dat is meer bepaald van belang in het geval van zwangere werkneemsters, voor wie speciale beschermingsmaatregelen gelden. De werkneemster moeten kunnen rekenen op verkozenen die bewust zijn van en gesensibiliseerd rond bepaalde vrouwelijke bijzonderheden. Alhoewel de vrouwelijke verkozenen niet enkel de typisch vrouwelijke problemen aanpakken. Ze zijn er evenzeer om de belangen van hun mannelijke collega's te verdedigen. Structurele maatregelen De Vaste Commissie Arbeid stelt in haar advies een reeks structurele maatregelen voor met het oog op een meer evenwichtige vertegenwoordiging van de mannen en vrouwen. De Raad verheugt zich over het feit dat de omzendbrief die de sociale verkiezingen reglementeert, preciseert dat : "De representatieve werknemersorganisaties moeten er in de mate van het mogelijke voor zorgen dat werknemers op hun kandidatenlijst(en) vertegenwoordigd zijn in verhouding tot hun respectievelijk belang in elke categorie van werknemers waarvan kandidatenlijsten neergelegd worden". Maar het gaat slechts om een aanbeveling. Om de doeltreffendheid ervan te vergroten, verdedigt de Raad de idee om de proportionele vertegenwoordiging van mannen en vrouwen op de kandidatenlijsten voor de sociale verkiezingen provisorisch te verplichten. De maatregelen ter aanmoediging van deeltijdwerk of loopbaanonderbreking spreken vooral vrouwen aan, waardoor hun mogelijkheden om zich toe te leggen op syndicaal werk beperkt worden. Het zou daarom gepast zijn andere en daarom meer genderneutrale maatregelen voorop te stellen voor de bevordering van de combinatie van gezin en arbeid voor zowel mannen als vrouwen. De rechten van de werknemers met atypische contracten om zich kandidaat te stellen voor de sociale verkiezingen en hun mandaat te kunnen uitoefenen als ze verkozen worden, moeten eveneens verzekerd worden. Het enige wat de vrouwen nu nog te doen staat, is de stap te zetten en hun kandidatuur in te dienen. Hun aanwezigheid in de overlegorganen zal sterk op prijs gesteld worden door hun collega's, zowel de vrouwen als de mannen. Zeg het voort !