Diversiteit Sekse

advertisement
Faculty of Health, Medicine and Life Sciences
Onderwijsinstituut, opleiding Geneeskunde
Afdeling Skillslab
Sekse
Vrouwen lijken het zwakke geslacht. De morbiditeit onder vrouwen is
hoger, omdat langdurige aandoeningen als depressie, gewrichtsslijtage en
migraine vaker bij hen voorkomen. Vrouwen bezoeken gemiddeld ook
vaker de huisarts. Mannen daarentegen hebben een hoger sterfterisico,
omdat zij vaker lijden aan ischemische hartziekten en kanker. Voor een
deel zijn deze risico’s biologisch bepaald, maar voor een groot deel ook
door leefstijl en omgevingsfactoren beïnvloed. Minder coronaire
hartziekten bij vrouwen komt bijvoorbeeld deels door vrouwelijke
geslachtshormonen, maar ook door een gemiddeld gezondere leefstijl.
Van coronaire hartzieken weten we meer, want er wordt veel onderzoek
naar gedaan. Meer dan naar reumatische aandoeningen bijvoorbeeld: is
dat wel eerlijk?
Artsen (m/v) communiceren ook anders met mannen dan met vrouwen.
In een consult met vrouwen wordt gemiddeld meer aandacht besteed aan
de sociale context. Mannen daarentegen praten meer in (medisch-)
technische termen over hun klachten en hun lichaam. Maar artsen
stimuleren vrouwen ook meer om in hun eigen woorden te vertellen
waarom ze zijn gekomen dan dat ze dat bij mannen doen. Willen
vrouwelijke patiënten dan zelf meer over psychosociale context kwijt of
komt dat omdat dokter er naar vraagt? En waarom zijn huisartsen bij
mannen vaak geïnteresseerd in hun werk, maar vragen ze vrouwen daar
veel minder naar?
Heeft dat verband met het feit dat voor mannen veel vaker aanvragen
voor laboratorium- en radiologie onderzoek worden gedaan dan voor
vrouwen? En hoe komt het dan dat artsen coronaire klachten bij vrouwen
sterk onderdiagnosticeren en bij hen eerder aan stress denken? Is dat het
gevolg van de hulpvraag die vrouwen formuleren, of denken artsen hier te
veel in stereotypen? Volgens de statistieken worden bij mannen trouwens
depressies en ook andere psychische klachten regelmatiger gemist. Geen
goede sociale anamnese misschien?
Onze kennis over de relatie tussen stress en hartfalen is trouwens
amper of niet gebaseerd op vrouwelijke proefpersonen. Die worden vaak
van gestandaardiseerd onderzoek uitgesloten, omdat hun hormooncycli de
metingen vertekenen en daarmee het onderzoek onbetrouwbaar maken.
Kun je dan net zo stellig zijn als je medicijnen voorschrijft aan vrouwen die
vooral getest zijn op mannen? Zouden die hormooncycli geen effect
hebben op de werkzaamheid of de bijwerkingen van medicatie?
Overigens besteden vrouwelijke artsen gemiddeld meer aandacht aan
care t.o.v. cure dan hun mannelijke collega’s. Ook geven ze patiënten
meer ruimte om hun vragen in eigen bewoordingen te stellen en laten ze
patiënten meer meebeslissen. Dat zou moeten resulteren in betere
therapietrouw en dus effectiever zorg. Maar goed dus dat we steeds meer
vrouwelijke artsen krijgen. Toch?
Aandachtspunten
- verschillen in risico op ziekten
- een vrouw is niet per definitie een huisvrouw
- pas op voor eigen stereotypering
MC/AM – januari 2009 / academisch jaar 2008-2009
1
Faculty of Health, Medicine and Life Sciences
Onderwijsinstituut, opleiding Geneeskunde
Afdeling Skillslab
-
geef alle patiënten ruimte om in eigen bewoordingen hun verhaal te
doen
ook mannen hebben soms psychische klachten en behoefte aan
aandacht
moet jij nog wat doen aan de ‘mannelijkheid’ of ‘vrouwelijkheid’ in je
eigen communicatie?
MC/AM – januari 2009 / academisch jaar 2008-2009
2
Download