Doelen tot aan de herfstvakantie: groep 2 Taal: De kinderen scoren goed (de instructie-afhankelijke groep scoort voldoende) op de observaties voor de onderdelen woordenschat, krabbelen en schrijven, verhalen, praten en luisteren. Rijmen Beheerst eindrijm (beer-peer) Beheerst beginrijm (beer-bal) Is in staat om rijmwoorden te herkennen en zelf te maken Fonemisch bewustzijn Kan mkm woorden plakken (auditieve synthese) Kan aantal woorden dat hij/zij hoort in een zin tellen Kan een klank in een woord isoleren (1e, laatste) Auditief geheugen Kan een complexe opdracht (combinatietaak van 3 dingen) uitvoeren Kan kritisch luisteren Letterkennis Kent minimaal 8 letters Kent het verschil tussen cijfers en letters Kent de betekenis van begrippen in relatie tot beginnende geletterdheid: voor, boven, achter, links, rechts, midden, woord, zin, leesrichting, etc. Rekenen Telrij tot en met 12 Erbij en er af Getalsymbolen tot 10 Hoeveelheden tot 10 Zwart –wit Oranje- paars Roze – grijs Cirkel – vierkant Driehoek – rechthoek Seizoenen Meer – minder – evenveel Voorwerpen sorteren op 2 kenmerken Gebeurtenissen op volgorde leggen en verwoorden Bouwwerken nabouwen van tekening Meetkundige patronenen namakn In patronen regelmaat ontdekken Doelen herfstvakantie tot voorjaarsvakantie: groep 2 Taal: De kinderen scoren goed (de instructie-afhankelijke groep scoort voldoende) op de observaties voor de onderdelen woordenschat, krabbelen en schrijven, verhalen, praten en luisteren. Rijmen Beheerst eindrijm (beer-peer) Beheerst beginrijm (beer-bal) Is in staat om rijmwoorden te herkennen en zelf te maken Fonemisch bewustzijn Kan mkm woorden plakken (auditieve synthese) Kan aantal woorden dat hij/zij hoort in een zin tellen Kan een klank in een woord isoleren (1e, laatste) Kan mkm woorden hakken (auditieve analyse) Kan een klank in een woord toevoegen of weglaten Auditief geheugen Kan een complexe opdracht (combinatietaak van 3 dingen) uitvoeren Kan kritisch luisteren Letterkennis Kent minimaal 8 letters Kent het verschil tussen cijfers en letters Kent de betekenis van begrippen in relatie tot beginnende geletterdheid: voor, boven, achter, links, rechts, midden, woord, zin, leesrichting, etc. Kent minimaal 15 letters Rekenen Telrij tot en met 20 Terugtellen 20 Rangtelwoorden tm 10 Samen – niets Splitsen tot en met 10 Getalsymbolen tot en met 20 Buurgetallen tot en met 20 Cirkel-vierkant-rechthoek- driehoek- ovaal Meeste- minste Meer – minder – evenveel Grafieken maken Getallen tm 10 op volgorde leggen Volgorde leggen van klein naar groot etc Lang – langer – langst en kort korter – kortst Dik – dun/ hoog-laag/ vol-leeg Wat zit er in? Wat kan er in? Wegen Laatste-2e-3e Samen- niets Splitsen tm 12 Vooraan-achteraan Links – rechts Weegschaal: licht en zwaar Verder tellen vanaf een getal Tot en met 5 kunnen schatten Tot en met 5 kunnen neerleggen Meten met een maat (voet-hand) Vol-voller-volst Meer- meest-meeste Minder minste evenveel Breed-smal Voorwerpen qua gewicht op volgorde leggen (op oog-op hand-op balans) Zwaar-zwaarder-zwaarst, licht-lichter-lichtst Plattegronden kunnen lezen Plattegronden kunnen tekenen Doelen voorjaarsvakantie tot zomervakantie: groep 2 Taal: De kinderen scoren goed (de instructie-afhankelijke groep scoort voldoende) op de observaties voor de onderdelen woordenschat, krabbelen en schrijven, verhalen, praten en luisteren. Rijmen Beheerst eindrijm (beer-peer) Beheerst beginrijm (beer-bal) Is in staat om rijmwoorden te herkennen en zelf te maken Fonemisch bewustzijn Kan mkm woorden plakken (auditieve synthese) Kan aantal woorden dat hij/zij hoort in een zin tellen Kan een klank in een woord isoleren (1e, laatste) Kan mkm woorden hakken (auditieve analyse) Kan een klank in een woord toevoegen of weglaten Auditief geheugen Kan een complexe opdracht (combinatietaak van 3 dingen) uitvoeren Kan kritisch luisteren Letterkennis Kent minimaal 8 letters Kent het verschil tussen cijfers en letters Kent de betekenis van begrippen in relatie tot beginnende geletterdheid: voor, boven, achter, links, rechts, midden, woord, zin, leesrichting, etc. Kent minimaal 15 letters Rekenen Telrij tm 20 Terugtellen vanaf 20 Rangtelwoorden t/m 12 Getalsymbolen t/m 20 Buurgetallen t/m 20 Dagen van de week Betekenis van 0 Tot en met 10 kunnen schatten Tot en met 10 kunnen neerleggen Eenvoudige splitsingen tot 10 Gewicht valt niet samen met grootte Duur-duurder-duurst en goedkoop-goedkoper-goedkoopst Schaduwen Opdrachten met euro’s en waarde Doelen tot aan de herfstvakantie: groep 1 Taal: De kinderen scoren goed (de instructie-afhankelijke groep scoort voldoende) op de observaties voor de onderdelen woordenschat, krabbelen en schrijven, verhalen, praten en luisteren Rijmen: Opzeggen van rijmpjes samen met een ander Fonemisch bewustzijn Doet mee met spelletjes rond taal bv afmaken laatste woord van een liedje Kan lettergrepen klappen (o-li-fant) Letterkennis Herkent symbolen (P van parkeren) Rekenen Telrij t-m 5 synchroon tellen tot 5 Getalsymbolen 1-2 Cirkel Vierkant Rood Blauw Geel Groen Oranje Voorwerpen sorteren Doelen herfstvakantie tot voorjaarsvakantie: groep 1 Taal: De kinderen scoren goed (de instructie-afhankelijke groep scoort voldoende) op de observaties voor de onderdelen woordenschat, krabbelen en schrijven, verhalen, praten en luisteren. Rijmen: Opzeggen van rijmpjes samen met een ander Kan onzinwoorden verzinnen (beer-reer) Zelfstandig opzeggen van een rijmpje Fonemisch bewustzijn Doet mee met spelletjes rond taal bv afmaken laatste woord van een liedje Kan lettergrepen klappen (o-li-fant) Kent verschil tussen vorm en betekenis (reus-kabouter) Kan verschillen in woorden horen (kip/kiep) Letterkennis Herkent symbolen (P van parkeren) Auditief geheugen Kan een ritme naklappen of tikken Kan 3 cijfers of woorden herhalen Een trefwoord herkennen in een reeks/zin (bv ga staan als je het woord eend hoort) Kan zinnen herhalen Ontdekt de relatie tussen klanken en letters Kan kritisch luisteren Rekenen Telrij t-m 10 Meer/minder Erbij/eraf met 1 Getalsymbolen 3-4 Voorwerpen op volgorde leggen Ochtend- middag-avond – nacht Dagen van de week Vouwen: begrippen: Schuin- recht - dubbel Dik-dun Voorwerpen sorteren Terugtellen 6-0 Rangtelwoorden tm 3 Hoeveelheden tm 6 Getalsymbolen 5 -6 Links en rechts Voor-achter-naast- in- op – boven - onder Doelen voorjaarsvakantie tot zomervakantie: groep 1 Taal: De kinderen scoren goed (de instructie-afhankelijke groep scoort voldoende) op de observaties voor de onderdelen woordenschat, krabbelen en schrijven, verhalen, praten en luisteren. Rijmen Zelfstandig opzeggen van een rijmpje Kan onzinwoorden verzinnen (beer-reer) Fonemisch bewustzijn Kent verschil tussen vorm en betekenis (reus-kabouter) Kan verschillen in woorden horen (kip/kiep) Kan lettergrepen klappen (o-li-fant) Auditief geheugen Kan een ritme naklappen of tikken Kan 3 cijfers of woorden herhalen Een trefwoord herkennen in een reeks/zin (bv ga staan als je het woord eend hoort) Kan zinnen herhalen Ontdekt de relatie tussen klanken en letters Kan kritisch luisteren Rekenen Splitsen tm 6 Cirkel Vierkant Rechthoek Leeg-vol ‘s morgens- ‘s nachts ‘s middags ’s avonds Terugtellen vanaf 8 Getalsymbolen 7 en 8 Gebeurtenis op goede volgorde Dichtbij-veraf Bouwwerken na kunnen bouwen Vouwen: lijn, hoek, punt