2005-17265 Structuurschets Steenbrugge

advertisement
RAADSVOORSTEL
Onderwerp
: Structuurschets Steenbrugge
Raadsvergadering : 2 november 2005
PMD
: 19 oktober 2005
Agendapunt
: 16
Portef.houder
: wethouder Adema
Voorstelnummer
: 2005.17265
: Ruimte, Milieu en Wonen
BenW-besluit d.d. : 27 september 2005
Sector
Voorstel
De Structuurschets Steenbrugge vast te stellen als basis voor de verdere planuitwerking.
Inleiding
Deze Structuurschets Steenbrugge vormt het definitieve ruimtelijke ontwerp van de wijk Steenbrugge, waar
tussen 2008 en 2013 circa 1400 woningen gebouwd. Het plan is een aanpassing van het ontwerp-plan dat in
het najaar van 2004 door het toenmalige college van burgemeester en wethouders is gepresenteerd. Met de
keuze van het nieuwe college om af te zien van de ontwikkeling van Steenbrugge-Noord moest de ontwerp
Structuurschets worden herzien.
Beoogd resultaat
Met de vaststelling van de ontwerp Structuurschets presenteert B&W de ruimtelijke en organisatorische
kaders voor de toekomstige inrichting van de nieuwe Deventer woonwijk Steenbrugge. Hiermee wordt de
eerste fase van de planvorming voor de wijk Steenbrugge afgerond.
Kader
Het kader voor deze Structuurschets wordt gevormd door het Programma van Eisen van voorjaar 2002 en
het collegeprogramma Deventer 2005-2010, Sterk in Uitvoering.
Draagvlak
Na vaststelling van de ontwerp Structuurschets in najaar 2004 heeft inspraak plaatsgevonden en zijn er
nieuwe verkiezingen geweest. De uitslag van de verkiezingen noodzaakte tot aanpassing van het ontwerp
plan in de lijn van de inspraak. De drie belangrijkste inspraakreacties zijn overgenomen in het nieuwe plan.
De Structuurschets is besproken in de Stuurgroep van REV en in de vergadering van B&W van 21 juni.
Financiële consequenties
Zie financiële bijlage
Aanpak/uitvoering
Na vaststelling van de Structuurschets door B&W zal het plan ter vaststelling aan de raad worden aangeboden. Er vindt geen nieuwe inspraakronde meer plaats. Naar verwachting zal het bestemmingsplan in
2006 gereed zijn. Eind 2007 kan worden gestart met de eerste bouwwerkzaamheden.
Burgemeester en wethouders van Deventer,
de secretaris,
de burgemeester,
mr. Th. Bakhuizen
drs. J. van Lidth de Jeude
RAADSBESLUIT
Onderwerp
: Structuurschets Steenbrugge
Raadsvergadering : 2 november 2005
PMD
: 19 oktober 2005
Agendapunt
: 16
Portef.houder
: wethouder Adema
Voorstelnummer
: 2005.17265
: Ruimte, Milieu en Wonen
BenW-besluit d.d. : 27 september 2005
Sector
De raad van de gemeente Deventer,
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.27 september 2005, nummer 2005.17265,
sector Ruimte, Milieu en Wonen.
BESLUIT
De Structuurschets Steenbrugge vast te stellen als basis voor de verdere planuitwerking.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 november 2005
De raad voornoemd,
de griffier,
de voorzitter,
drs. A.G.M. Dashorst
drs. J. van Lidth de Jeude
/1
Structuurschets Steenbrugge 2005
Concept
Inleiding en leeswijzer
Voor u ligt de Structuurschets Steenbrugge. Steenbrugge is de toekomstige woonwijk van
Deventer en bevindt zich direct ten noorden van de wijk Keizerslanden. De locatie ligt ingeklemd
tussen de Boxbergerweg en Raalterweg aan west- en oostzijde en de Zandwetering en de
Wechelerweg aan de zuid- en noordzijde.
Deze Structuurschets beschrijft de randvoorwaarden en uitgangspunten voor de ontwikkeling
van de nieuwe wijk, de filosofie die ten grondslag ligt aan de ontwikkeling van het
stedenbouwkundige ontwerp en de voorwaarden en organisatie voor realisatie. De
Structuurschets Steenbrugge is het sturings- en toetsingsinstrument bij de verdere
planuitwerkingen (bestemmingsplannen, stedenbouwkundige plannen en
beeldkwaliteitsplannen).
De Structuurschets begint met een samenvatting.In het eerste hoofdstuk zijn de beleidskaders
en het planproces tot nu toe beschreven. Tevens is in dit hoofdstuk de opgave geformuleerd.
Hoofdstuk 2 beschrijft de filosofie die aan het plan ten grondslag ligt. In hoofdstuk 3 worden de
randvoorwaarden en uitgangspunten belicht, die belangrijk zijn voor het plangebied. De
uitgangspunten en randvoorwaarden van de deelaspecten zijn vanuit verschillende disciplines
belicht. Hoofdstuk 4 bevat het planconcept en de plankaarten. De samenhang tussen de
verschillende elementen uit het plan wordt beschreven. In hoofdstuk 5 is de ruimtelijke
hoofdstructuur belicht. De ruimtelijke kwaliteit en beeldkwaliteit van de verschillende
deelgebieden zijn in hoofdstuk 6 verwoord. Hoofdstuk 7 bevat een beschrijving van de fasering
en de flexibiliteit binnen het plan en alle facetten met betrekking tot de toekomstige
bouwplanontwikkeling.
In deze Structuurschets is de uitleg van het plan in hoofdstuk 4 aangegeven met een paarse
kantlijn.
/2
Samenvatting
Steenbrugge ligt ten noorden van Deventer tussen de Zandwetering en de Wechelerweg en
tussen de Boxbergerweg en de Raalterweg.
Steenbrugge wordt een stadsdeel waar het landschap voelbaar aanwezig is en de stad nabij.
Het aanwezige landschap bepaalt het beeld en de opzet van de wijk. Met het landschap rondom
Steenbrugge worden directe relaties en verbindingen gemaakt door kleinschalige ingrepen in de
wijk. Zo ontstaat er een netwerk tussen de woonwijk en het landschap. Het landschappelijk en
ruimtelijk netwerk bestaat uit bijzondere wegen en plekken.
Binnen het netwerk van openbare ruimte, wegen en het watersysteem zijn drie woonbuurten te
onderscheiden: de Keizersrand aan de Zandweteringzone, de Wechelerkamp in het midden en
het Borgelerveld in het noordelijke plangebied. De woonbuurten verschillen in opzet, openbare
ruimte en verkavelingstypologie.
Openbare ruimte en groenstructuur
In het lager gelegen deel van het gebied wordt een nieuwe wetering gegraven. De wetering
vormt een nieuw herkenbaar midden voor Steenbrugge en speelt een belangrijke rol in de
waterhuishouding. Twee brinken maken de verbinding met het landschap ten noorden van de
Wechelerweg. De entree van de wijk, de Verlengde Karel de Grotelaan, eindigt in een brink. De
tweede brink is de beëindiging van de fietsroute vanuit Keizerslanden langs de begraafplaats.
Een openbare plek aan de Zandweteringzone rondom de boerderij Steenbrugge ligt aan de
route vanuit de begraafplaats via de Zandwetering naar Keizerslanden.
Twee Sallandse lanen kenmerken de overgang van de Zandweteringzone naar de hoger
gelegen enk. De noordelijk gelegen Sallandse laan is de entree van de wijk. De zuidelijk
gelegen Sallandse laan ligt aan de Zandweteringzone. In de Wechelerkamp heeft iedere buurt
een plein. De pleinen geven de buurten een eigen identiteit en zijn onderling met elkaar
verbonden.
Wegenstructuur
Steenbrugge is goed verbonden met de stad door de Karel de Grotelaan te verlengen.
Een tweede verbinding met het stedelijk netwerk is een aansluiting op de Raalterweg. De wegen
in Steenbrugge zijn niet verbonden met de Wechelerweg om het sluipverkeer door Diepenveen
tegen te gaan.
De fiets- en voetgangersroutes zijn aan het Borgelerveld van Steenbrugge verbonden met
bestaande paden, zodat het landschap ten noorden van de wijk recreatief gebruikt kan worden.
De Zandwetering heeft twee fietsbruggen die aansluiten op het netwerk van openbare ruimten in
Steenbrugge.
Waterstructuur
Water en reliëf zijn de dragers van het ontwerp van de wijk. De opzet doet recht
aan het zo kenmerkende Sallandse landschap. In het lager gelegen gedeelte wordt een nieuwe
wetering gemaakt. De wijk watert voor een groot gedeelte af op de nieuwe wetering. In de
wetering is ook plaats voor extra waterberging.
/3
Woonsfeer
Steenbrugge heeft drie verschillende woonbuurten. De Wechelerkamp bestaat omwille van
sociale samenhang, veiligheid en eigenheid uit verschillende kleinere buurten, die zich elk op
een eigen openbaar plein richten. Op de overgang met de Zandwetering, de Keizersrand, komt
een bijzondere rand waar direct aan het landschap gewoond wordt. Het Borgelerveld heeft een
groen en lommerrijk karakter, welke aansluit bij de ligging in het landschap.
Woningbouwprogramma
Steenbrugge wordt een echte stadswijk, waarbij in elke fase alle woningcategorieën gebouwd
zullen worden. In Steenbrugge zullen ongeveer 1400 woningen gebouwd worden met een
gemiddelde dichtheid van bijna 30 woningen per hectare. In Wechelerkamp komen 700
woningen, in de Keizersrand 300 woningen en in het Borgelerveld 400 woningen.
Steenbrugge zal gerealiseerd worden in 4 fases van ongeveer 350 woningen. Medio 2008 zal
de eerste woning worden opgeleverd.
/4
1 Het kader
Dit hoofdstuk beschrijft de ambitie en doelstelling van het project Steenbrugge. Daarnaast wordt
het reeds doorlopen proces geschetst en weergegeven welke stappen nog moeten worden
doorlopen voordat de wijk is gerealiseerd. Tot slot zijn de relevante beleidskaders waarbinnen
het project zich ontrolt beschreven.
De ambitie
“Wonen is een eerste levensbehoefte van de mens. Wonen is niet alleen maar een dak boven je
hoofd. Wonen is je persoonlijke uitvalsbasis, wonen is je vrije tijd invullen, wonen is leven”
Met deze zinnen begint de Nota Wonen van de gemeente Deventer en later ook het Programma
van Eisen Steenbrugge (september 2002). De passage geeft exact weer hoe de gemeente het
onderwerp wonen benadert: vanuit een menselijke invalshoek. Iedere Deventenaar heeft recht
op een woning die bij hem of haar past, in een buurt of wijk waarin hij of zij zich prettig voelt en
in een omgeving waarin hij of zij zich thuis voelt.
Oude delen van een stad hebben een verleden en daarmee een identiteit. Nieuwe wijken
moeten die identiteit nog ontwikkelen. Deels krijgt een nieuwe wijk die identiteit door haar
bewoners, deels kan die worden meegegeven door het stedenbouwkundige en architectonische
ontwerp. De gemeente Deventer heeft de ambitie om voor Steenbrugge een stedenbouwkundig
plan te ontwikkelen dat de basis vormt voor een duurzame stadswijk. Een wijk waarin mensen
wonen die trots zijn op het feit 'Steenbruggenaar' te zijn en een wijk die een meerwaarde is voor
de stad als geheel.
De opgave
De in de voorgaande paragraaf omschreven ambitie vloeit voort uit de woningbouwopgave die
de gemeente Deventer heeft. Ruimte bieden voor voldoende kwalitatief goede woningen ziet de
gemeente als één van haar belangrijkste taken. Deze taakstelling is ook verwoord in het beleid
van rijk en provincie. De woningbouwopgave van Deventer is tweeledig. Enerzijds is ze
gebaseerd op de autonome bevolkingsgroei van de gemeente zelf. Anderzijds vloeit ze voort uit
de taakstelling die de gemeente heeft om de verstedelijkingsopgave uit de regio op te vangen.
Daarnaast is groei noodzakelijk voor het op peil houden van het voorzieningenniveau van de
stad. Deventer heeft een centrumfunctie voor de hele regio als het gaat om sociale,
economische en culturele van groot belang om interessant te blijven als vestigingsplaats voor
bedrijven.
De totale woningbouwopgave bedraagt jaarlijks tussen de 600 en 750 woningen. Deze
kwantitatieve opgave wordt uitgesplitst naar verschillende typen woningen voor diverse
doelgroepen. De gemeente acht het van belang haar woningaanbod zo goed mogelijk toe te
spitsen op de wensen van de consument; de woningzoekende. Op welke locaties binnen de
/5
gemeente welke typen woningen worden gerealiseerd, hangt grotendeels af van de aard van die
woningbouwlocaties. De locaties in de bestaande stad hebben een ander karakter dan de
nieuwbouwlocaties aan de rand van de stad of die nabij de dorpen. Dit onderscheid betreft
zowel de structuur van de wijk als de soorten woningen die er worden gebouwd. Nieuwbouw
nabij het stadscentrum vindt veelal plaats in hogere dichtheden, waarbij een groter aandeel
appartementen wordt gerealiseerd. Uitbreidingslocaties als Steenbrugge krijgen het karakter van
zogenaamde 'groenstedelijke woonmilieus', wat inhoudt dat er in middelhoge dichtheden (25-30
won/ha) wordt gebouwd en het grootste deel van de woningen bestaat uit huizen met een tuin.
Deventer is een stad waar mensen graag wonen. De stad heeft (historische) uitstraling, goede
voorzieningen en biedt voldoende werkgelegenheid. Haar omgeving is waardevol en biedt volop
mogelijkheden voor recreatie en vrijetijdsbesteding. Maar bovenal kent Deventer aantrekkelijke
woonwijken, waar de bewoners zich thuis voelen. Met de woningbouwopgave die Deventer voor
de komende decennia heeft, wil de gemeente voornoemde karakter behouden en liefst zelfs
versterken. Nieuwbouw moet plaatsvinden op aantrekkelijke locaties, met kwalitatief goede
woningen en hoogwaardige openbare ruimte. Daarnaast moet aan de wijk een
stedenbouwkundig ontwerp ten grondslag liggen, dat ertoe leidt dat een woongebied ontstaat
met een eigen karakter en een eigen identiteit. De gemeente omschrijft haar
woningbouwdoelstellingen met de termen aantrekkelijk en gevarieerd. Steenbrugge moet een
wijk worden, die een aanwinst is voor Deventer.
Voor Steenbrugge is door het college van Burgemeester en Wethouders de volgende
doelstelling geformuleerd (projectplan Steenbrugge, 19 maart 2002):
o
Het onder eindverantwoordelijkheid en regie van de gemeente realiseren van een
kwalitatief hoogwaardige en duurzame stadswijk;
o
waarin zo goed mogelijk wordt voorzien in de moderne woonwensen van de huidige
woonconsument,
o
waarin wordt ingespeeld op de kansen en beperkingen die natuur, landschap en
cultuurhistorie bieden.
Voor fase I van het project, die met deze Structuurschets wordt afgerond luidt de opgave:
“Het opstellen van een Structuurschets voor Steenbrugge, die duidelijkheid biedt omtrent de
gebiedsafbakening, de ruimtelijke en civieltechnische hoofdstructuur en het aantal te bouwen
woningen ten behoeve van de ontwikkeling van (woning)bouw- en bestemmingsplannen.”
Het resultaat van deze fase ligt nu voor u.
Het planproces
In maart 2002 heeft het college van Burgemeester en Wethouders het projectplan Steenbrugge
vastgesteld. In dit projectplan zijn het planproces en de belangrijkste thema's behandeld. Het
Programma van Eisen (2002) vormde de volgende stap en beschreef de kaders waarbinnen het
project Steenbrugge zich moest ontrollen. In het Programma van Eisen is de ambitie van het
/6
project beschreven en het gebied geanalyseerd. Op basis hiervan zijn de randvoorwaarden voor
het project vastgesteld.
Na vaststelling van het Programma van Eisen is gestart met de uitwerking van vier
uiteenlopende stedenbouwkundige modellen. Gelijktijdig startte ook de m.e.r.-procedure, die het
ontwerp van deze modellen sterk heeft beïnvloed. Deze vier modellen zijn in het voorjaar van
2003 getoetst op een groot aantal criteria, waarbij de uitkomsten van de eerste fase van de
m.e.r.-procedure een belangrijke rol speelden. Op basis van deze Toetsing op Hoofdlijnen
(2003) heeft de gemeenteraad een tiental uitgangspunten geformuleerd die tot het
voorkeursmodel hebben geleid. Dit voorkeursmodel is gedetailleerd uitgewerkt in de ontwerp
Structuurschets, die in augustus 2004 door het college is vastgesteld. In dit plan was sprake van
de bouw van circa 1900 woningen aan weerszijde van de Wechelerweg.
Naar aanleiding van de tussentijdse verkiezingen in november 2005 is er in januari 2005 een
nieuw college gevormd, dat de plannen voor Steenbrugge - mede op basis van de inspraak heeft gewijzigd. Afgesproken is dat er geen woningbouw in Steenbrugge-Noord zou
plaatsvinden en een aanvullende verkeersstudie moest uitwijzen of een verbinding tussen
Steenbrugge en Diepenveen gewenst en noodzakelijk is. De definitieve Structuurschets
Steenbrugge ligt nu voor u.
De Structuurschets Steenbrugge beschrijft en verbeeldt de visie op de gewenste ontwikkeling
van Steenbrugge. Het plan kent een voldoende uitwerking voor vertaling in
bestemmingsplannen. Als referentie wordt verwezen naar Structuurschets De Vijfhoek (1994).
Na vaststelling van de Structuurschets Steenbrugge is de programmafase van het project
afgerond en start de ontwerpfase. De verschillende wijkdelen zullen daarin concreter worden
uitgewerkt in stedenbouwkundige plannen. Tevens wordt gestart met het opstellen van het
globale bestemmingsplan. Vanwege de beperkte omvang van de wijk is de eerder gestarte
m.e.r.-procedure stopgezet.
De uitwerking van het eerste deelgebied start in 2005. Ook wordt in de tweede helft van 2005
een start gemaakt met het bestemmingsplan Steenbrugge.
Structuurschets
De Structuurschets geeft de gewenste ontwikkeling van de woningbouwlocatie Steenbrugge
weer. Tijdens de ontwikkeling van woningbouwlocatie De Vijfhoek is dit een bruikbaar instrument
gebleken. De Structuurschets is voldoende richtinggevend om sturend te kunnen zijn en
voldoende gericht op de hoofdlijnen om flexibel te kunnen inspelen op toekomstige
ontwikkelingen.
De Structuurschets gaat in op zaken als het gewenste woningbouwprogramma, duurzaam en
toekomstgericht bouwen, stedenbouwkundige en architectonische kwaliteit, verkeersaspecten
en de financiële haalbaarheid. Deze kaders voor het gehele gebied worden vervolgens in de
/7
bouw- en bestemmingsplannen voor deelgebieden concreet uitgewerkt. Het is nadrukkelijk de
bedoeling dat de Structuurschets voldoende basis biedt voor de aansluitende juridische vertaling
in bestemmingsplannen. De term Structuurschets geeft aan dat het niet gaat om een formeel
plan in de zin van de wet op de ruimtelijke ordening.
Beleidscontext
Steenbrugge werd al in de jaren vijftig van de vorige eeuw door het toenmalige
gemeentebestuur aangewezen als potentiële woningbouwlocatie. Ook in de jaren zeventig is
Steenbrugge al eens als toekomstige woningbouwlocatie op de kaart gekomen. Om
uiteenlopende redenen is steeds tot een andere stedelijke ontwikkeling besloten. Sinds begin
jaren 90 staat de locatie opnieuw op de kaart. Met deze Structuurschets wordt het
stedenbouwkundige ontwerp gepresenteerd.
In deze paragraaf worden kort de relevante beleidskaders beschreven waarbinnen de uitwerking
van het project Steenbrugge zijn plek krijgt. Hierbij is een thematische ordening gebruikt.
Ruimtelijk beleid
In het streekplan West-Overijssel (1993) wordt Steenbrugge (opnieuw) genoemd als potentiële
woningbouwlocatie voor Deventer. Na het gereedkomen van Vinex-locatie De Vijfhoek is
Steenbrugge de volgende woningbouwlocatie. De provincie heeft deze locatie in het vigerende
Streekplan Overijssel 2000+ (2000) opnieuw als toekomstige verstedelijkingslocatie voor
Deventer opgenomen. De uitbreidingsbehoefte voor woningen zal volgens het Streekplan 2000+
vooral moeten worden gevonden tussen het bestaand stedelijk gebied en de landgoederenzone
(rode streekplancontouren). De locatie Steenbrugge past hierbinnen.
De gemeente Deventer heeft de woningbouwlocatie Steenbrugge in haar gemeentelijk
structuurplan Deventer Visie (1993) overgenomen en aangewezen als woningbouwlocatie na
het gereedkomen van De Vijfhoek. Ook in het meest recente structuurplan van de gemeente
Deventer - Structuurplan Deventer 2025 (2004) - wordt Steenbrugge als nieuwe
woningbouwlocatie ná De Vijfhoek genoemd.
Wonen
In de Nota Wonen (2002) zet Deventer in op aantrekkelijk en gevarieerd wonen voor alle
bevolkingsgroepen. Voortdurend moet worden ingespeeld op veranderende kwaliteitseisen aan
woning en woonomgeving. Het gemeentelijke beleid is erop gericht om voor de
nieuwbouwopgave zowel inbreidings- als uitbreidingslocaties te benutten. De capaciteit op
inbreidingslocaties binnen de grenzen van de stad Deventer wordt geraamd op circa 3000
woningen. Dit aantal is niet voldoende om aan de woningvraag te voldoen, zowel kwantitatief,
kwalitatief als qua fasering. De gemeente wil een evenwichtig aanbod aan woningen bieden,
waarbij in- en uitbreiding elkaar aanvullen. De gemeente voorziet in het Structuurplan het in
onderstaande figuur gepresenteerde woningbouwprogramma.
/8
De jaarlijkse toevoeging van 400-500 woningen aan de woningvoorraad betreft zowel in- als
uitbreiding. Uit studie blijkt dat de inbreidingscapaciteit 100 à 150 woningen per jaar bedraagt,
hetgeen impliceert dat er op uitbreidingslocaties jaarlijks 250 tot 400 woningen gerealiseerd
moeten worden. Afhankelijk van de marktontwikkelingen en de mogelijkheden voor inbreiding
wordt er voor Steenbrugge uitgegaan van een jaarlijks bouwtempo van rond de 250 à 300
woningen. Reden hiervan is dat er gelijktijdig met de ontwikkeling van Steenbrugge nog enkele
andere woningbouwlocaties worden ontwikkeld.
Om aan de kwantitatieve woningbehoefte te kunnen voldoen moeten in Steenbrugge circa 1400
woningen worden gebouwd. In kwalitatieve zin is Steenbrugge aangewezen als groenstedelijke
locatie, wat impliceert dat er een breed aanbod aan woningen gebouwd moet worden in een
tuinstadachtige setting (Nota Wonen, 2002). Hierbij hoort een globale woningdichtheid van 25 à
30 woningen per hectare.
Compacte vingerstad
In het vigerende structuurplan vormt het concept van de compacte vingerstad de basis voor de
stedelijke ontwikkeling van Deventer. De locatie Steenbrugge is onderdeel van dit concept en
vormt als het ware één van de vingers van de compacte stad. Uitgangspunt hierbij is dat stad en
landelijk gebied in elkaar grijpen. Steenbrugge en Diepenveen zullen niet aan elkaar
vastgroeien, maar worden gescheiden door een groene vinger. Daarnaast spreekt het
structuurplan van een geleidelijke overgang tussen stad en land. Hierop is bij het ontwerp voor
Steenbrugge ingespeeld.
Regio Stedendriehoek
De samenwerking in het stedelijke netwerk Stedendriehoek is de afgelopen jaren geïntensiveerd
en heeft geleid tot een Ruimtelijk Structuurbeeld Stedendriehoek 2030 (2004), dat de opmaat is
naar een regionale Structuurvisie. In regionaal verband wordt samengewerkt door de
gemeenten Apeldoorn, Brummen, Deventer, Gorssel, Voorst en Zutphen. Uitgangspunten van
het regionale ruimtelijke beleid zijn onder andere duurzaam waterbeheer en landschap als
structuurdrager voor ruimtelijke ontwikkeling. De locatie Steenbrugge past in deze filosofie en is
in de ruimtelijke visie als pijplijnproject opgenomen.
Water
De Vierde Nota Waterhuishouding (1998) speelt in belangrijke mate in op klimaatverandering en
wateroverlast. Oplossingen hiervoor worden gezocht in integratie van waterbeleid en ruimtelijk
beleid en het versterken van een veerkrachtig watersysteem. Op provinciaal en lokaal beleid
wordt hier veel aandacht aan gegeven, bijvoorbeeld in de stroomgebiedvisies van het
waterschap. De gemeente Deventer werkt momenteel aan een waterplan waarin inhoudelijke en
organisatorische beleidsdoelstellingen worden beschreven. In de woonwijk Steenbrugge wordt
water als organiserend principe gebruikt. De hogere delen worden opgezocht voor bebouwing
en er moet ruimte zijn voor de noodzakelijke waterberging en er moet uit worden gegaan van
het principe 'vasthouden', 'bergen' en 'afvoeren'.
/9
Masterplan Zandwetering
Samen met het waterschap Groot Salland heeft de gemeente het Masterplan Zandwetering
(2004) opgesteld. In dit plan worden de verschillende opgaven die waterschap en gemeente
voor het gebied rondom de Zandwetering hebben verenigd in een integraal ruimtelijk plan met
water als ordenend principe. De groeiende stad en de wateropgave ten noorden van Deventer
ontmoeten elkaar rondom de Zandwetering. Om een duurzaam watersysteem én een duurzame
stedelijke ontwikkeling te waarborgen is gezamenlijk gewerkt aan het Masterplan. De zone van
de Zandwetering zal meer ruimte bieden aan water, maar ook aan mogelijkheden voor recreatie
en natuurontwikkeling. Voor het gebied van de wetering tussen Keizerslanden en Steenbrugge
is een globaal toekomstbeeld geschetst dat in de komende jaren wordt uitgewerkt op
uitvoeringsniveau. Bij het ontwerp van Steenbrugge wordt met deze hoofdlijnen rekening
gehouden, waarbij het onder meer gaat om ruimte zijn voor waterberging en de verbinding van
recreatieve routes en de Sallandse lanen uit het Masterplan.
Verkeer
In de Nota Hoofdwegenstructuur (december 2001) wordt uitgegaan van een gefaseerde
inrichting van grotere verblijfsgebieden in de gemeente, waarbij een synthese wordt gezocht
tussen enerzijds een goede bereikbaarheid van de stad en haar economische centra en
anderzijds een behoud en waar mogelijk versterking van de leefbaarheid en verkeersveiligheid.
Steenbrugge wordt ook ontwikkeld als verblijfsgebied. Doorgaand autoverkeer wordt hierbij
zoveel mogelijk ontmoedigd. Alle interne wegen worden in principe aangewezen als
erftoegangswegen (30 km/u). In het Fietsbeleidsplan 2000+ (2001) wordt uitgegaan van een
netwerk met non-stop en primaire fietsverbindingen waarop Steenbrugge wordt aangesloten.
Programma van Eisen Steenbrugge
Belangrijke basis voor deze Structuurschets vormt het Programma van Eisen Steenbrugge. Alle
hierin opgenomen uitgangspunten en randvoorwaarden gelden ook voor de Structuurschets,
tenzij anders vermeld. Het heeft geen zin de inhoud van het Programma van Eisen hier te
herhalen. Waar noodzakelijk wordt er in de tekst naar verwezen.
/10
2 Steenbrugge, een duurzame stadswijk op de rand van stad en land
De basis van het ontwerp van de Structuurschets wordt gevormd door enkele belangrijke
thema's. Duurzaamheid is hierbij het kernwoord. Bij de ontwikkeling van Steenbrugge wordt
hieraan op drie uiteenlopende wijzen invulling gegeven. Deventer streeft naar een duurzame
stedelijke ontwikkeling. Steenbrugge wordt een wijk waar toekomstige generaties met plezier
zullen wonen, niet alleen vlak na realisatie, maar ook in de verre toekomst. Duurzame stedelijke
ontwikkeling vraagt om een integraal ontwerp, waarbij naast een hoogwaardige ruimtelijke
kwaliteit, ook sociaal-culturele en milieukwaliteit worden nagestreefd.
Duurzaamheid
Duurzaamheid is een veelzijdig thema dat speelt op tal van schaalniveaus en terreinen. Bij het
ontwerp van Steenbrugge krijgt het thema duurzaamheid invulling door aandacht voor de
menselijke maat, toekomst- en consumentgericht bouwen en het gebruik van landschap en
water als ordenende principes. Dit zijn drie zeer uiteenlopende duurzaamheidthema's, die
aandacht vragen voor de sociale, volkshuisvestelijke en landschappelijke kant van het ontwerp.
Ze spelen ook alle drie op een ander schaalniveau. In gezamenlijkheid zullen deze thema's de
ruimtelijke kwaliteit garanderen, die de duurzaamheid van deze stadswijk bepaalt.
Bij de verdere uitwerking van de Structuurschets spelen meer concrete duurzaamheidsthema's.
Deze worden bij de nadere uitwerking benoemd. De reductie van de gezondheids- en
milieueffecten van de bouw spelen daarbij bijvoorbeeld een rol. Hierbij gaat het onder meer om
de thema's energie en een gezond binnenmilieu. In het algemeen zal het kwaliteitsniveau zoals
dit in de Vijfhoek is gerealiseerd worden voortgezet. Op masterplan niveau wordt aan het
contract met de ontwikkelaar een programma van duurzame nieuwbouw toegevoegd, waarin
afspraken worden opgenomen waar het gaat om energie-efficiëntie, materiaalgebruik en het
aanpasbaar en flexibel bouwen.
De menselijke maat
De menselijke maat is uitgangspunt van ontwerp van Steenbrugge. Uiteindelijk, of juist in eerste
instantie, wordt Steenbrugge gebouwd voor mensen, de toekomstige bewoners. Als zij zich thuis
voelen in Steenbrugge, wordt de wijk een duurzaam succes. Ruimtewensen van alle
bevolkingsgroepen, zowel arm als rijk, jong als oud, autochtoon als allochtoon vormen een
belangrijk uitgangspunt voor de duurzame ruimtelijke ontwikkeling van Deventer. Hoge kwaliteit
van de leefomgeving is van groot belang bij het vervullen van de uiteenlopende wensen van
deze bevolkingsgroepen, het versterken van de identiteit van een wijk en de sociale structuur.
Aandacht voor deze menselijke aspecten zal de identiteit van de wijk vergroten en daarmee de
betrokkenheid.
De volgende thema's krijgen bij het ontwerp van de wijk aandacht:
1.
Een aantrekkelijke woonomgeving: dit betekent identiteit, voldoende groen,
architectonische kwaliteit, (sociale) veiligheid, bereikbaarheid en een goede staat van het
onderhoud;
/11
2.
Ruimte: er moet ruimte zijn voor eigen initiatief en flexibiliteit om in te spelen op
veranderende omstandigheden. Daarnaast moet de ruimte beschikbaar zijn voor meerdere
functies, zowel tegelijkertijd als opeenvolgend in tijd (bijvoorbeeld door veranderende
bevolkingssamenstellingen);
3.
Sociale infrastructuur: elke wijk of buurt heeft behoefte aan ontmoetingsplaatsen om de
sociale binding te versterken en ervaringen uit te wisselen. Kinderopvang en ruimtes waar
activiteiten kunnen worden georganiseerd versterken de eenheid van de wijk;
4.
Betrokken bewoners: uiteindelijk bepalen in belangrijke mate de bewoners zélf de
leefbaarheid van een wijk of buurt. Betrokkenheid is echter wel te stimuleren door een attente
overheid en voldoende aandacht voor voorgaande drie punten.
Al deze aspecten komen terug bij het ontwerp van Steenbrugge. Ze worden verder uitgewerkt bij
de beschrijving van de verschillende thema's in het volgende hoofdstuk en bij de beschrijving
van de verschillende wijkdelen. Ze vormen daarbij een integraal onderdeel van het ontwerp.
Consumentgericht bouwen
Duurzaamheid zit hem ook in de mate waarin de wijk kan voorzien in de woningbehoefte van
haar bewoners op het moment van oplevering en in de verdere toekomst. Dit houdt in dat het
woningbouwprogramma dient te voldoen aan de wensen uit de markt, maar ook flexibel moet
kunnen inspelen op veranderingen in die markt. De planontwikkeling van Steenbrugge maakt dit
mogelijk. De Structuurschets is een globale beschrijving van de toekomstige situatie en geen
blauwdruk. Door de stapsgewijze planontwikkeling is het gedurende het planproces mogelijk
voortdurend in te spelen op veranderende omstandigheden. Daarnaast is het tevens mogelijk
specifieke woonwensen, die zich in de loop van de tijd aandienen in te passen. Hierbij kan
gedacht worden aan particuliere initiatieven, zoals ecologisch bouwen, woonwerk-ateliers en
particulier opdrachtgeverschap.
Consument gericht bouwen zit hem ook in het aanbieden van uiteenlopende woningtypen en
woonmilieus om op die manier een wooncarrière in de wijk mogelijk te maken. Door deze
mogelijkheid te bieden zullen mensen zich meer betrokken voelen bij de wijk, een grotere
verantwoordelijkheid voelen om de wijk leefbaar te houden, hetgeen de duurzaamheid ten
goede komt. In hoofdstuk 3 wordt hierop nader ingegaan.
Water en landschap als basis van het ontwerp
Duurzaamheid richt zich niet enkel op de gebouwde omgeving, maar ook op de wijze waarop de
nieuwe ontwikkeling een plek krijgt in de bestaande omgeving. Aandacht voor inpassing in het
landschap, een gebiedseigen ontwerp en beperking van de aantasting van de milieukwaliteit zijn
hierbij uitgangspunt. Steenbrugge ontleent haar identiteit in belangrijk mate aan de omgeving
waarin zij zich bevindt. Deze omgeving is ook terug te vinden in de nieuwe wijk.
Landschappelijke structuren en cultuurhistorische elementen worden zoveel mogelijk
opgenomen in het plan.
/12
3 Uitgangspunten en randvoorwaarden
Dit hoofdstuk beschrijft de uitgangspunten en randvoorwaarden die ten grondslag liggen aan de
planontwikkeling. Deze uitgangspunten zijn grotendeels gebaseerd op het Programma van
Eisen voor Steenbrugge dat in 2002 is opgesteld en worden hieronder niet nogmaals herhaald.
In deze Structuurschets is sprake van een verdere concretisering of actualisering van de
uitgangspunten uit het Programma van Eisen.
Wonen
Doelstelling bij de bouw van Steenbrugge is de ontwikkeling van een kwalitatief hoogwaardige
stadswijk, waarbij duurzaamheid en leefbaarheid voor een brede doelgroep centraal staan.
Gericht op de woonconsument en voor een lange termijn. Conform de Nota Wonen en het
Structuurplan Deventer 2025 wordt Steenbrugge een groenstedelijke wijk met een wijd scala
aan woningtypen. Daarnaast spelen sociale aspecten als welzijn, zorg en onderwijs een rol. Bij
het ontwerp en de bouw van de wijk staat altijd de mens, de toekomstige bewoner, voorop.
Gemeentelijke woningbouwprogrammering
De relatie tussen de herstructurering van bestaande wijken in de stad en nieuwbouwprojecten
heeft de nadrukkelijke aandacht binnen het gemeentelijke woonbeleid. De sloop van sociale
woningen in de stad vraagt naast een goede mix in de herstructureringsgebieden ook om extra
huur- en starterwoningen in nieuwbouwprojecten. Via gerichte nieuwbouw is de noodzakelijke
doorstroming in gang te zetten. Ook met het oog op de nabijheid tot herstructureringswijk
Keizerslanden is Steenbrugge een belangrijke pion binnen dit beleid.
Steenbrugge is het vervolg op de Vinex-wijk De Vijfhoek, waarbij een vergelijkbare groenstedelijke- differentiatie voor de hand ligt. De huidige woningmarkt en de samenhang met
de herstructurering van Keizerslanden vragen in Steenbrugge een iets groter accent op de
sociale en middeldure sector. Om die reden is in vergelijking met de Vijfhoek in Steenbrugge
een iets hoger percentage sociale woningbouw voorzien.
De woningbouw in Deventer vindt niet alleen plaats in De Vijfhoek en vervolgens in
Steenbrugge, ook elders in de gemeente worden aanzienlijke woningbouwprogramma's
voorzien. Zowel in de dorpen als op inbreidingslocaties in de stad. Op deze locaties gaat het
echter om andere woningtypen, andere doelgroepen en andere woonmilieus en de locaties zijn
dan ook niet concurrerend maar aanvullend. Bij de woningbouwprogrammering wordt hier
nadrukkelijk rekening mee gehouden. Steenbrugge wordt omschreven als een groenstedelijk
woonmilieu, wat inhoudt dat in Steenbrugge een hoog percentage aan eengezinswoningen,
twee-onder-één-kap woningen en vrijstaande woningen met privé-tuinen wordt gebouwd en
relatief weinig appartementen (max. 10%).
Doelgroepen
/13
Aandachtspunt bij het woningbouwbeleid is dat rekening gehouden wordt met twee uitersten op
de woningmarkt. Er is een toenemende groep die zich veel keuzevrijheid kan permitteren en die
vraagt om een hoogwaardige kwaliteit in onder meer groenstedelijke woonmilieus. Een andere
groep woonconsumenten bestaat uit minder draagkrachtigen die op zoek zijn naar kwalitatief
goed betaalbare woningen. In overeenstemming met het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid
is in Steenbrugge nadrukkelijk ruimte voor beide doelgroepen.
Binnen de laatste doelgroep valt de steeds groter wordende groep ouderen. De vergrijzing van
de samenleving vraagt om aanpassingen in de bestaande woningvoorraad en gerichte
nieuwbouw van “levensloop-bestendige woningen”. Dit maakt een wooncarrière in de wijk
mogelijk en zorgt ervoor dat mensen langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Hierbij hoort een
goede zorggarantie aan huis of in de directe omgeving (zie ook paragraaf woonservicezone).
Met name met betrekking tot de eerste groep van woonconsumenten, is er veel aandacht voor
consument gericht bouwen. De woningmarkt wordt steeds meer een vraagmarkt waarbij de
consument de woonomgeving en woning kritisch legt naast zijn eigen wensen. Particulier
opdrachtgeverschap (zoals in Graveland) past ook in deze filosofie. Afhankelijk van de wensen
en initiatieven van de ontwikkelaars staat de gemeente Deventer positief tegenover initiatieven
in deze richting. Bij de uitwerking van deze Structuurschets in stedenbouwkundige plannen is
hiervoor ruimte.
Relatie met de herstructurering van Keizerslanden
De herstructurering van Keizerslanden en de bouw van Steenbrugge kunnen niet los van elkaar
worden gezien. Steenbrugge is voor haar voorzieningen in belangrijke mate aangewezen op
Keizerslanden. De nabijheid zorgt voor nauwe relaties tussen de twee wijken. Waar het gaat om
complementaire woningbouw speelt Steenbrugge echter ook een belangrijke rol voor de
herstructureringsopgave in Keizerslanden. Beide projecten zullen in belangrijke mate gelijk
opgaan.
Het Landsherenkwartier en het Oranjekwartier in Keizerslanden liggen nabij Steenbrugge,
gescheiden door de zone van de Zandwetering. De buurten worden geherstructureerd en zullen
transformeren van anonieme en eenzijdige buurten naar buurten met een gezonde mix aan
woningbouw. Dit betekent dat er in Keizerslanden vooral een groenstedelijk woonmilieu wordt
gebouwd. In overleg met de ontwikkelende partijen vindt een goede programmatische
afstemming plaats tussen Keizerslanden en Steenbrugge wat betreft woningen en woonmilieus.
In de eerste periode is het wenselijk om de sociale sector in de productie naar voren te halen
ten behoeve van de herhuisvesting van bewoners uit Keizerslanden (volgens het principe: “eerst
bouwen, dan slopen”). Hiermee is in de projectfasering van Steenbrugge uitdrukkelijk rekening
gehouden (zie ook hoofdstuk ontwikkelingsstrategie). In het uitvoeringsplan Keizerslanden dat
gemeenten en corporaties zijn overeengekomen, is afgesproken dat het aandeel sociale huur in
Steenbrugge de 20 % niet zal overschrijden.
Voorzieningen
/14
Stedelijke uitbreiding betekent (nieuwe) structuur aanbrengen in een woon-, leef- en
voorzieningensituatie. Nieuw te creëren woonmilieus vragen om voorzieningen, maar dragen
ook bij aan versterking van bestaande voorzieningen. Daarnaast zorgt een
voorzieningenstructuur voor leefbaarheid, ontmoeting en levendigheid. Ondanks de beperkte
omvang van Steenbrugge en de aanwezigheid van een goed voorzieningenniveau in de directe
omgeving zullen in Steenbrugge ook voorzieningen nodig zijn (zie ook figuur voorzieningen).
Naast deze cijfermatige noodzaak, is dat ook gewoonweg gewenst, omdat het functioneren van
een wijk en haar bewoners erdoor wordt beïnvloed. De aanwezigheid van voorzieningen zorgt
voor buurtbinding, betrokkenheid, levendigheid en veiligheid. Het zijn plekken waar mensen
elkaar ontmoeten.
In hoofdstuk 2 is aangegeven dat de menselijke maat, zoals ontmoetingsplekken, groen en
ruimte, een belangrijke rol speelt bij het ontwerp van een duurzame stadswijk. De daarin
genoemde aspecten komen terug bij het ontwerp van Steenbrugge. De nadere uitwerking van
de sociale aspecten die op het schaalniveau van deze Structuurschets een rol spelen bij de
realisatie van voornoemde thema's, komen in deze paragraaf aan de orde. De verwachte
bevolkingsopbouw, die onder meer de vraag naar voorzieningen bepaalt, is terug te vinden in de
figuur bevolkingsopbouw.
Keizerslanden en Diepenveen
Doordat de omvang van de wijk Steenbrugge zal leiden tot een relatief bescheiden
voorzieningenniveau, is de wijk voor uiteenlopende voorzieningen aangewezen op de
Keizerslanden en –in mindere mate- het dorp Diepenveen en Borgele. Winkelcentrum
Keizerslanden is het dichtstbijzijnde wijkwinkelcentrum bij Steenbrugge. Dit winkelcentrum is, via
de doorgetrokken Karel de Grotelaan goed bereikbaar. Voorts beschikt de wijk Keizerslanden
over diverse schooltypen, medische voorzieningen en goede sport- en recreatiemogelijkheden,
waarvan Steenbrugge gebruik kan maken. Tevens biedt de bouw van Steenbrugge een extra
impuls voor het draagvlak van tal van voorzieningen in Keizerslanden. Het winkelcentrum
Keizerslanden zal in het kader van de herstructurering Keizerslanden worden herontwikkeld.
De winkelvoorzieningen in Diepenveen en Borgele kennen op dit moment een beperkt draagvlak
en hebben te maken met toenemende leegstand. Vanuit Steenbrugge zijn deze
winkelvoorzieningen direct per fiets bereikbaar, maar er is geen directe autoverbinding.
Niettemin wordt verwacht dat het draagvlak voor winkels enigszins zal toenemen. Hetzelfde
geldt voor het draagvlak van de onderwijs- en sportvoorzieningen in Diepenveen. In welke mate
de bewoner van Steenbrugge gebruik zal maken van de voorzieningen in Keizerslanden,
Diepenveen of Borgele is moeilijk te voorspellen en hangt ook in belangrijke mate af van de
kwaliteit en aantrekkingskracht van de centra. Er wordt vanuit gegaan dat Keizerslanden voor
alle soorten voorzieningen de belangrijkste trekker is.
Onderwijs en kinderopvang
/15
Hoewel de omvang van de wijk voldoende draagvlak biedt voor een basisschool is ervoor
gekozen de ontwikkeling van deze voorziening te koppelen aan de herstructurering van
Keizerslanden. In samenspraak met de bij de ontwikkelingen in die wijk betrokken actoren wordt
gezocht naar een geschikte locatie. Hierbij wordt vooral gekeken naar de zone van de
Zandwetering.
In de wijk zelf is wel ruimte gereserveerd voor kinderopvang en eventueel een peuterspeelzaal
welke gekoppeld worden aan de andere –vooral medische- voorzieningen in de wijk.
Voorzieningencentrum en woonservicezone
Op basis van de te verwachten bevolkingsaantallen is er ruimte voor een huisarts, tandarts en
fysiotherapeut. Voor de apotheek en de verloskundige is geen fulltime functie in te vullen. Het is
wenselijk om in Steenbrugge al deze functies onder te brengen in één voorzieningencentrum in
het hart van de wijk. Hier krijgen ook de kinderopvang, een mogelijk consultatiebureau en een
loket voor de thuiszorg een plek (in totaal circa 2500m2).
Het voorzieningencentrum wordt tevens toegerust om in te spelen op de toenemende vergrijzing
en de verdergaande extramuralisering van mensen met een beperking. Conform de visie
Wonen, Zorg en Welzijn (Een coproductie tussen gemeente, zorgkantoor en platform Wonen, Zorg en
Welzijn. De visie is nog niet vastgesteld) worden op verschillende plekken in de stad zogenaamde
woonservicezones ingericht. Een woonservicezone is een gebied rondom een
voorzieningencentrum, waarbinnen het wonen zo is georganiseerd dat mensen de mogelijkheid
hebben om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen wonen. Vanuit het voorzieningencentrum
wordt een bepaalde mate van zorg gegarandeerd. De woonservicezones worden gekenmerkt
door een combinatie van een wijkzorgcentrum, kleinere zorgsteunpunten, aanpasbare en
aangepaste woningen en een barrièrevrij en veilig woonmilieu. De exacte invulling van het
voorzieningencentrum en de woonservicezone gebeurt in overleg met de diverse welzijns-, zorgen woonzorgaanbieders. De gemeente is erin faciliterend. Uitgangspunt is dat de koppeling van
voorzieningen, zorg, welzijn en huisvesting voor ouderen en mensen met een beperking
plaatsvindt.
Groen en spelen
Aandacht voor groen en ruimte voor speelplekken is essentieel voor een leefbare en gezonde
wijk. Zeker in een nieuwbouwwijk met traditioneel veel kinderen is hieraan behoefte; het welzijn
van de toekomstige bewoner staat centraal. Daarnaast zorgt voldoende groen voor licht, lucht
en ruimte en een prettiger woonklimaat. In Steenbrugge is dit groen aanwezig op twee
schaalniveaus. In de eerste plaats op het bovenwijkse schaalniveau, de grote recreatieve
ruimtes (o.a. de Zandwetering). Hier kan gespeeld en gerecreëerd worden door kinderen,
jongeren en ouderen. In elke buurt is aanvullend hieraan ruimte voor speeltoestellen voor
verschillende leeftijdscategorieën. De ruimte wordt zodanig ingericht dat zij mee kan groeien met
de leeftijd van de in de wijk woonachtige kinderen. Bij de inrichting van groen en
/16
speelvoorzieningen moet rekening gehouden worden met sociale veiligheid, de routing en de
beheersvorm.
Veiligheid en bereikbaarheid
De bewoners zijn voor hun voorzieningen in grote mate aangewezen zijn op Keizerslanden.
Zeker waar het gaat om winkels en onderwijs is dat het geval. Het is van belang dat de routes
veilig worden ingericht (volgens het kindlint concept: jonge kinderen kunnen zelfstandig op een
veilige manier naar school fietsen of lopen). Er worden hiertoe bijvoorbeeld gescheiden
fietsverbindingen vanuit Steenbrugge naar Keizerslanden aangelegd. Hierbij gaat het om een
route richting Oranjekwartier en één richting het Landsherenkwartier. Er wordt extra gelet op de
veiligheid in relatie tot oversteekplaatsen, verlichting en begroeiing. Het 30-km-regime dat op
alle interne ontsluitingswegen in Steenbrugge geldt, draagt bij aan de veiligheid en leefbaarheid.
De gewenste busverbinding van Steenbrugge naar Keizerslanden draagt bij aan de onderlinge
bereikbaarheid.
Goede langzaam verkeersverbindingen zorgen naast veilige wegsituaties ook voor een goede
bereikbaarheid van de voorzieningen en een ontmoediging van het autogebruik. In de richting
van Diepenveen is de aandacht voor het fietsverkeer van belang omdat er geen directe
autoverbinding is.
Uitgangspunten voorzieningen
-
Naast het woningbouwprogramma biedt Steenbrugge ruimte voor een aantal
voorzieningen die bijdragen aan de levendigheid en vitaliteit van de wijk.
Deze voorzieningen, waaronder kinderopvang en medische faciliteiten worden
geclusterd in een voorzieningencentrum in het hart van de wijk.
Voldoende zorg en speelmogelijkheden leveren voor ouderen en kinderen, zodat er een
vitale wijk ontstaat.
Steenbrugge is voor voorzieningen voornamelijk aangewezen op Keizerslanden. Deze
moeten goed en veilig bereikbaar zijn.
Stad en landschap
De locatie Steenbrugge ligt tussen de stad Deventer en het kleinschalige
landgoederenlandschap van de Provinciaal Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Steenbrugge
vormt de afronding van de stad aan de noordzijde. Steenbrugge wordt goed verbonden met het
omliggende gebied zodat de wijk kan profiteren van de stad én van de nabijheid van het
landgoederenlandschap. De huidige scheiding tussen stad en land wordt gevormd door de
Zandwetering. De Zandweteringzone vormt de verbinding tussen Steenbrugge en
Keizerslanden. Het gebied ligt ook tussen de dorpen Diepenveen en Schalkhaar in. Deze twee
dorpen hebben beide een eigen identiteit en karakter, welke behouden blijven.
Landschappelijke structuur
/17
De grote landschappelijke structuur rondom Deventer is een landgoederenlandschap
opgebouwd uit bossen en open weiden. De bossen liggen op de hogere ruggen en de natte
weilanden liggen in de dalen. Hierdoor ontstaan groene kamers, die worden begrensd door
bossages. De structuur van Steenbrugge past zich in het landgoederenlandschap met groene
kamers.
Steenbrugge is gelegen in een dekzand-ruggenlandschap op de overgang tussen het
rivierenlandschap van de IJssel en de hoger gelegen Holterberg. Het landschap kenmerkt zich
door oost-west gerichte lage beekdalen en hoge zandruggen. De weteringen in de lage delen
ontwateren het gebied. Hoewel het hoogteverschil in de loop van de tijd steeds minder is
geworden zijn de hoge en lage delen nog waarneembaar.
De Zandwetering is het beekdal tussen Keizerslanden en Steenbrugge, dat ingericht zal worden
als park als onderdeel van de voornemens uit het Masterplan Zandwetering. Ten noorden van
de Wechelerweg ligt de Borgelerleide met haar lager gelegen beekdal. De onderliggende
structuur van het dekzandruggenlandschap is de basis voor verstedelijking van Steenbrugge. Er
wordt zoveel mogelijk gebouwd op de hoger gelegen zandruggen. De lager gelegen beekdalen
blijven nattere gebieden, die ook worden aangewend om de waterbufferingscapaciteit te
vergroten.
Cultuurhistorische onderlegger
Het cultuurhistorische landschap op de locatie Steenbrugge is vrij kleinschalig en bestaat uit
bossen, lanen, houtwallen, boerderijen en weilanden. Dit zichtbare landschap ten noorden de
Wechelerweg, de lanen, bossen, houtwallen, waterlopen, de begraafplaats en de boerderij
Kleverkamp blijven gehandhaafd en maken geen direct onderdeel uit van het plan.
De genoemde landschappelijke kenmerken zijn verzameld en bij elkaar gebracht op één kaart,
waarop ook de lager gelegen gebieden zichtbaar zijn. Deze inventarisatie is een belangrijke
basis van het ontwerp.
Stad en land
Een geleidelijke overgang van stad naar landelijke gebied is een belangrijk uitgangspunt. Dit
krijgt vorm doordat de wijk aan de noordzijde ruimer van opzet is en via groenstructuren ene
verbinding legt met het gebied ten noorden van de Wechelerweg.
Aan de zuidzijde vormt de Zandwetering een groene zone tussen de bestaande en de nieuwe
stad. Het gebied krijgt een functie voor waterberging en als stedelijk uitloopgebied voor zowel
Steenbrugge als Keizerslanden. De zone van de Zandwetering zal in dit deel van de gemeente
fungeren als recreatief landschapspark met een belangrijke functie voor beide wijken. Het
gebied zal tevens een functie krijgen als verbinding tussen de twee stadsdelen. Er zullen om die
reden diverse wegen en paden worden aangelegd. De opzet van het zuidelijk deel van
Steenbrugge richt zich in belangrijke mate op de relatie met Keizerslanden en de zone van de
Zandwetering.
/18
Ten westen van Steenbrugge ligt het dorp Diepenveen en de bebouwing rondom de
Wechelerweg. Deze bebouwing heeft een eigen identiteit en karakter en ligt ruimtelijk los van
Deventer. Steenbrugge zal als nieuwe woonwijk van Deventer de ruimtelijke ligging en het
karakter van Diepenveen en de bebouwing rondom de Wechelerweg respecteren. Steenbrugge
wordt niet tegen Diepenveen aangebouwd, de zogenaamde groene vinger tussen Steenbrugge
en Diepenveen draagt hiervoor zorg.
Uitgangspunten stad en landschap
-
Zoveel mogelijk bouwen op de hoger gelegen zandruggen.
De structuur van Steenbrugge past zich in het landgoederenlandschap met groene
kamers.
De cultuurhistorische elementen blijven gehandhaafd en zijn onderdeel van het
stedenbouwkundig plan.
De overgang tussen Steenbrugge en de landgoederenzone ten noorden van de wijk
wordt zorgvuldig vormgegeven en vormt een geleidelijke overgang tussen stad en land.
De zuidrand van Steenbrugge sluit goed aan op de Zandweteringzone. De relatie tussen
Steenbrugge en Keizerslanden wordt gevormd door meerdere wegen en paden.
Archeologie en cultuurhistorie
Op de dekzandruggen ligt een esdek uit de late middeleeuwen die veelal de prehistorische
bewoningslaag afdekt. Op de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden en vanuit diverse
archeologische vondsten in het gebied is het zeer waarschijnlijk dat op de hogere delen van het
gebied resten uit de latere prehistorie (bronstijd, ijzertijd, inheems-romeinse tijd) en mogelijk de
Middeleeuwen worden gevonden. Ook in de laagtes kunnen resten uit de Middeleeuwen worden
verwacht. Archeologisch (proef)onderzoek vormt een integraal onderdeel van het planproces.
Het veldwerk dient voor de aanvang van de eerste bouwvoorbereiding te zijn afgerond.
De gebouwde omgeving
Binnen het plangebied bevinden zich twee oude boerderijen, die in het plan worden opgenomen.
De boerderijen worden aan een bouwhistorische inventarisatie onderworpen. De boerderij
Steenbrugge is van recenter datum (rond 1975) en bevat geen cultuurhistorische waarde. Wel
staat deze boerderij op de oude boerderijplaats Steenbrugge. In de bodem bevinden zich vrijwel
zeker resten van de voorgangers. Van het oude wegenpatroon is alleen de met kinderkopjes
verharde weg van de Wechelerweg naar boerderij Steenbrugge overgebleven. Deze weg is
behoudenswaardig. Het zuidelijke verloop hiervan is in het veld nog wel te herkennen. De
Stenen Brug aan het eind van deze weg over de Zandwetering, die haar naam geeft aan het
gebied, is reeds twee eeuwen verdwenen.
Uitgangspunten archeologie en cultuurhistorie
/19
-
Er zal archeologisch onderzoek plaatsvinden in het gebied.
Er zal een bouwhistorische inventarisatie plaatsvinden van oude boerderijen.
Ecologie
In de zomer 2002 heeft een verkennend flora en faunaonderzoek plaatsgevonden, dat
onderdeel is van het MER. De informatie hieruit was onderdeel van de afweging van de
stedenbouwkundige ontwerpen. Voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan voor
Steenbrugge zal indien noodzakelijk nader onderzoek plaatsvinden en een ontheffing in het
kader van de Flora- en Faunawet worden aangevraagd bij het ministerie van LNV. De ontheffing
zal onder eventuele voorwaarde van te treffen compenserende en verzachtende maatregelen
worden verleend, waarna met de bouw kan worden begonnen.
Op plaatsen waar niet wordt gebouwd wordt in samenhang met de te realiseren
groenvoorziening ontwikkeling van natuurwaarde nagestreefd, ondermeer in combinatie met
water. Er kan daarbij worden gedacht aan groenprofielen met voldoende breedte, specifieke
begroeiing, een duurzame wijze van beheer en het benutten van het watersysteem als
ecologische element.
Uitgangspunten ecologie
-
Versterken van de natuurwaarden van het gebied op de plaatsen waar niet gebouwd
wordt.
Aanleg van groenvoorzieningen die het landschappelijke karakter van de wijk
meebepalen.
Indien nodig vinden er compenserende en mitigerende maatregelen plaats om de dieren plantsoorten zoveel mogelijk te behouden.
Water en bodem
Water
Water is een belangrijk thema bij de ontwikkeling van Steenbrugge. Water wordt als belangrijke
structuurdrager van het ontwerp gezien en bij de ontwikkeling van de wijk worden primair de
hogere delen bebouwd en de lagere delen ontzien. Het gebied rondom de Zandwetering is
hiervan een exponent.
De bouw van Steenbrugge mag er niet toe leiden dat de veerkracht van het watersysteem wordt
aangetast. Bij zeer natte omstandigheden mag geen extra risico ontstaan van overstroming in
het plangebied. Waar bebouwing (en ophoging) van de lagere delen plaatsvindt, is om die reden
compensatie noodzakelijk van de verloren gegane waterbergingscapaciteit. In nauw overleg met
waterschap Groot Salland wordt in beeld gebracht waar eventuele compensatie plaats kan
vinden.
/20
De ontwikkeling van Steenbrugge heeft tot gevolg dat er tientallen hectares verhard terrein
wordt aangelegd, waarvan zowel het regenwater als het huishoudelijke afvalwater moet worden
afgevoerd. Mogelijke problemen die zich kunnen voordoen zijn wateroverlast, overstortingen van
vuil water op oppervlaktewater en verdroging. Om dit te voorkomen worden de volgende
uitgangspunten gehanteerd. Er wordt een apart rioolstelsel aangelegd voor de afvoer van het
huishoudelijke afvalwater; dit wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie aan de
Roland Holstlaan. Al het regenwater dat op de verhardingen, zoals daken en wegen valt, wordt
in de bodem geïnfiltreerd of rechtstreeks op open water in de wijk afgevoerd. Uit onderzoek blijkt
dat de bodemstructuur zodanig is dat infiltratie goed mogelijk is.
Bij hevige regenval is er, ook als er maximaal geïnfiltreerd wordt, nog bergingsoppervlakte
binnen de wijk in de vorm van een vijver of wetering noodzakelijk. Dit bergingsoppervlak mag
niet rechtstreeks worden aangesloten op de Zandwetering. Op de lagere delen in het plangebied
wordt zo weinig mogelijk gebouwd. Daar waar dit wel gebeurt, moet opgehoogd worden om een
ontwateringsdiepte van minimaal 80 centimeter te realiseren.
Uit onderzoek is gebleken dat de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit goed is en mogelijkheden
biedt voor een watersysteem met schoon water en weinig kans op algenbloei. Verder blijkt uit
onderzoek dat vrijkomend zand gebruikt kan worden voor ophogingen en veelal ook voor onder
de nieuwe wegen.
Bodem
Op basis van een gemeentebreed historisch onderzoek is de verwachting dat er in het
plangebied geen situaties van sterke verontreiniging van de vaste bodem en/of het grondwater
voorkomen. Er zouden in het gebied alleen enkele dempingen van sloten en
puntverontreinigingen voorkomen. Voor de verdere planontwikkeling is een gerichter historisch
onderzoek en daarna steekproefsgewijs bodemonderzoek noodzakelijk. Dit vindt plaats bij
bouwrijp maken van de locatie.
Uitgangspunten bodem en water
De lage delen zoveel mogelijk ontzien van bebouwing. De lage delen die wel bebouwd
worden, worden gecompenseerd in overleg met het waterschap Groot Salland.
Het hemelwater afkoppelen en zoveel mogelijk infiltreren of direct naar open water
afvoeren.
Er is een bergingsoppervlakte in de vorm van een vijver of wetering binnen Steenbrugge
noodzakelijk.
Streven naar een schoon watersysteem.
Verkeer en parkeren
Verkeer
/21
Tijdens de uitwerking van de stedenbouwkundige modellen voor Steenbrugge is een zogeheten
VPL-rapportage (verkeersprestatie op locatie) opgesteld waarin verschillende varianten voor
een wegenstructuur met elkaar zijn vergeleken. Hierbij is gekeken naar de toename van verkeer
op de omliggende wegen, veiligheid, geluidshinder en fietspotentieel.
Tijdens de uitwerking van de Structuurschets hebben aanvullende verkeerstellingen
plaatsgevonden en is een modellenstudie uitgevoerd. Op basis van de modellenstudie, het VPL
en de inspraak is een aantal principebesluiten genomen over de toekomstige wegenstructuur
van Steenbrugge. Belangrijk uitgangspunt is het doortrekken van de Karel de Grotelaan vanuit
Keizerslanden naar Steenbrugge om de relatie met de stad te benadrukken en het dorp
Diepenveen te ontzien. Daarnaast is besloten om Steenbrugge voor autoverkeer niet met
Diepenveen te verbinden en komt er één (auto)aansluiting op de Boxbergerweg en één op de
Raalterweg.
Uitgangspunt bij het ontwerp van Steenbrugge is dat de toename van verkeer op
erftoegangswegen op het omliggende wegennet beperkt blijft. In de modelstudie zijn de effecten
van de bouw van Steenbrugge op het omliggende wegennet berekend. Uit deze doorrekening
blijkt dat de bouw van Steenbrugge een extra belasting van het Hanzetracé betekent. Ook
zonder de bouw van Steenbrugge is echter al sprake van een forse belasting van het
Hanzetracé. De uitkomst benadrukt niettemin de noodzaak van het opwaarderen van het
Hanzetracé.
De bouw van Steenbrugge zorgt niet voor ontoelaatbare toename van het verkeer op het gebied
van veiligheid of geluid.
De wegen binnen het plangebied worden conform het gemeentelijke verkeersbeleid ingericht als
erftoegangswegen (30 km/u). De inrichting van de wegen zal doorgaand verkeer door de wijk
ontmoedigen om teveel verkeersbewegingen binnen de wijk te voorkomen. De kwaliteit van de
leefomgeving staat centraal. Dat betekent dat er naar een hoge verblijfskwaliteit wordt gestreefd,
die terug te vinden is in de inrichting van de wegen.
Parkeren
Op basis van de nieuwe parkeernormen worden voor Steenbrugge hogere normen gehanteerd
dan tot op heden gebruikelijk was. Hierdoor kan beter worden ingespeeld op het toegenomen
autobezit en worden parkeer- en leefbaarheidproblemen in de wijk voorkomen. Bij deze
parkeernorm wordt ervan uit gegaan dat minimaal één parkeerplek wordt gerealiseerd op eigen
terrein, dan wel mee wordt verkocht met de woning. Bij de uitwerking van de deelgebieden is
ruimte om de meest geschikte parkeeroplossing te kiezen, maar er worden in deze
Structuurschets wel concrete voorstellen gedaan.
Fietsstructuur
Met de vaststelling van het fietsbeleidsplan is gekozen voor een netwerk van hoogwaardige
fietsroutes in Deventer. De trajecten Boxbergerweg, Raalterweg en Wezenland zijn in deze nota
aangewezen als hoofdfietsroutes. Deze routes sluiten aan op de zogeheten Zevenster: een (te
/22
ontwikkelen) netwerk van hoogwaardige (non-stop)fietsroutes tussen de belangrijkste
bestemmingen in Deventer.
Het beperkte voorzieningenniveau in Steenbrugge vergroot verder de noodzaak van goede
fietsverbindingen naar omliggende wijken (met voorzieningen). In Steenbrugge wordt dan ook
voorzien in de aanleg van drie solitaire fietsverbindingen naar Keizerslanden.
In algemene zin worden op erftoegangswegen (30 km-wegen), in tegenstelling tot
ontsluitingswegen (50- en 80 km-wegen), geen voorzieningen voor langzaam verkeer
(fietspaden) gerealiseerd. Wel kan eventueel op de drukkere routes de aanleg van fietsstroken
worden overwogen. De historische kern van Diepenveen en de zone van de Zandwetering
vormen de ankerplaatsen van het recreatieve netwerk (voetgangers en fietsers). Door de
ontwikkeling van een recreatieve route door het gebied van de Zandwetering wordt dat park
onderdeel van een groter recreatief systeem en ontstaat er een recreatieve oost-westverbinding
in de buurt van de stad die nu feitelijk ontbreekt.
Openbaar vervoer
Op het gebied van openbaar vervoer is een halfuursbusdienst uitgangspunt. Afgezien van de
mogelijkheden die het huidige vervoerscontract biedt, lijkt verlegging van buslijn 165 de meest
haalbare optie. Buslijn 165 maakt onderdeel uit van het zogeheten snelnet, een hoogwaardige
aanvulling op het spoornet. Bij de nieuwe aanbestedingsronde in 2007 wordt dit uitgangspunt
opgenomen in de opdracht.
Uitgangspunten verkeer en parkeren
De Karel de Grotelaan doortrekken van Keizerslanden naar Steenbrugge om een goede
relatie met de stad te realiseren.
Streven naar een hoge verblijfskwaliteit van de woongebieden in Steenbrugge.
Minimaal 1 parkeerplaats wordt op eigen terrein gerealiseerd.
Goede fietsverbindingen met de omliggende wijken realiseren. Er komen drie
fietsverbindingen naar Keizerslanden en in oostwest richting zijn de Wechelerweg en de
Zandweteringzone belangrijke verbindingen.
Milieu
Energie
Op basis van het gemeentelijk milieuplan wil Deventer een bijdrage leveren aan de reductie van
de emissie van broeikasgassen (CO2-doelstelling). Door het opstellen van een energieprestatie
op locatie (EPL) worden concrete mogelijkheden van duurzame opwekking, transport en gebruik
van energie voor Steenbrugge in een later stadium in beeld gebracht.
Door het ontbreken van een energie-infrastructuur liggen er in principe mogelijkheden voor
zowel individuele als collectieve energiesystemen. Door ontwikkelingen in de buurt, met name in
het Landsherenkwartier, waarin deels een warmtenet ligt dat aan vervanging toe is, doen zich uit
oogpunt van efficiëntie mogelijkheden voor tot een all-electric of een vernieuwd warmtenet in
aansluiting op de nieuwbouwlocatie Steenbrugge.
/23
Geluid
Doordat alle wegen in Steenbrugge worden ingericht als erftoegangswegen (30 km/uur), is de
geluidhinder beperkt. Voor de in het plangebied te projecteren woningen geldt op grond van de
Wet geluidhinder (Wgh) een wettelijke voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) waaraan zal worden
voldaan. De belemmeringzone rondom de Boxbergerweg is 45 meter (50 km/uur). Op de
Raalterweg mag op dit moment nog 80 km/uur gereden worden (met een geluidscontour van
140 meter). In de toekomst, na de aanleg van de nieuwe provinciale weg en verlegging van de
bebouwde komgrens wordt dit 60 km/uur. De daarbij behorende belemmeringzone bedraagt 45
meter. Het Borgelerbad heeft een geluidszone van 200 meter. In deze zone is geen
woonbebouwing toegestaan.
Externe veiligheid
De aangewezen route voor vervoer van gevaarlijke stoffen over de Raalterweg (N348) loopt
langs Steenbrugge. De verwachting is dat deze route in de toekomst naar de nieuwe N348
verplaatst zal worden.
De ten zuiden van Steenbrugge gelegen hoogspanningsleidingen (1x110 kV en 1x220 kV)
blijven bovengronds. De hinderzone is 27,5 meter aan weerszijden van de hoogspanning. In
deze zone mag niet gebouwd worden en er mogen geen hoge bomen staan.
Er lopen twee gasleidingen door het plangebied, die in beheer zijn bij de Gasunie. Het gaat hier
om een 6-inch leiding met een hinderzone van 7 meter en een 12-inch leiding met een zone van
17 meter. In deze veiligheidszones mogen geen gebouwen staan of opgaand groen worden
geplant. Verder is er een grote mate van vrijheid bij de inrichting van het maaiveld. Bomen
moeten respectievelijk 4 en 5 meter uit de as van de leiding blijven. Vanwege de ongunstige
ligging van de gasleidingen is in overleg met de Gasunie afgesproken de 6 inch leiding te
verleggen en evenwijdig aan de 12 inch leiding te leggen.
Bouwstoffen(besluit)
Afhankelijk van de mate van grondaanvoer, -afvoer en -toepassing dient mogelijk rekening te
worden gehouden met de regelgeving van het Bouwstoffenbesluit (melding, ontheffing). Vanuit
de ervaring met de Vijfhoek is het wenselijk bij aanvang een vast en afgesloten gronddepot in te
richten, waarvoor overigens een gemeentelijke of (afhankelijk van de omvang) een provinciale
vergunningplicht geldt.
Luchtkwaliteit, geur en overige
Afhankelijk van de verkeersintensiteit en de afstand tot wegen moet voor het plangebied worden
onderzocht wat de te verwachten luchtkwaliteit is. Op basis van luchtkwaliteitonderzoek in het
kader van vergelijkbare plannen worden hiermee geen problemen verwacht.
Begraafplaats en crematorium
/24
Er zijn geen wettelijke bepalingen voor wat betreft de afstand tussen de woonbebouwing en de
begraafplaats. Wel zijn er voor begraafplaatsen globale richtlijnen opgesteld door de VNG en
het ministerie van VROM die hierover uitspraken doen. In de uitgave 'Bedrijven en
Milieuzonering' van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten wordt voor een begraafplaats
gesproken van een afstand van 0 tot 10 meter tot woonbebouwing. De afstand van een
crematorium tot andere gebouwen bedraagt 100 meter vanaf de kavelgrens van het
crematorium.
In de plannen voor Steenbrugge wordt rondom de begraafplaats een zone van minimaal 10
meter in acht genomen, waarbinnen geen woningbouw plaatsvindt. Vanwege geurhinder wordt
rondom het crematorium een zone van 100 meter aangehouden. De voorgenomen uitbreiding
van het crematorium beïnvloedt deze zone niet, omdat ze binnen de bestaande perceelgrenzen
plaatsvindt. In genoemde zones mag niet gebouwd worden. De inrichting van het gebied tussen
de begraafplaats en het crematorium wordt afgestemd met de plannen van de eigenaar. Ten
noordwesten van de begraafplaats is ruimte gereserveerd voor toekomstige uitbereiding van de
begraafplaats.
Uitgangspunten milieu
Door het opstellen van een energie prestatie op locatie worden te nemen
energiemaatregelen in beeld gebracht (inzet van duurzame energiebronnen met
ondermeer de afweging individuele en/of collectieve energiemaatregelen en systemen).
Inpassen van alle hinderzones en belemmeringzones in het stedenbouwkundig plan.
Verplaatsen van de 8-inch gasleiding ten behoeve van het stedenbouwkundig ontwerp.
/25
4 Het plan
Dit hoofdstuk beschrijft de lagen waaruit het stedenbouwkundige concept is opgebouwd. De
landschappelijke structuur is het meest leidend bij het ontwerp. De hoofdstructuur bestaat uit
een raamwerk van openbare ruimtes, wegen en een watersysteem. De hoofdstructuur
waarborgt de samenhang van verschillende onderdelen binnen Steenbrugge en vormt samen
met het programma de kern van de Structuurschets.
Planconcept
Steenbrugge wordt een stadsdeel waar het landschap voelbaar aanwezig is en de stad nabij.
Het aanwezige landschap bepaalt de opzet van de wijk. Steenbrugge wordt een woonwijk met
een eigen identiteit waar mensen gevarieerd aan het landschap kunnen wonen. De wijk is goed
verbonden met de stedelijke voorzieningen van Deventer.
Steenbrugge is omgeven door landschap. De Zandweteringzone in het zuiden en westen, de
begraafplaats en het crematorium in het oosten en het landgoederenlandschap in het noorden.
Met het landschap rondom Steenbrugge worden directe relaties en verbindingen gemaakt door
kleinschalige ingrepen in de wijk. Zo ontstaat er een netwerk tussen de woonwijk en het
landschap.
De relatie met Deventer bestaat uit een aantal directe verbindingen met de stad. De Raalterweg
is een historisch lint dat Steenbrugge met Deventer verbindt. Er wordt een directe relatie gelegd
met Keizerslanden door de Karel de Grotelaan te verlengen naar Steenbrugge. Zo ontstaat een
goede verbinding tussen Steenbrugge en de voorzieningen in Keizerslanden; de winkels, de
school en de maatschappelijke voorzieningen.
Het landschappelijk en ruimtelijk raamwerk in Steenbrugge bestaat uit bijzondere wegen en
plekken.
- In het lager gelegen deel van het plangebied wordt een nieuwe wetering gegraven. De
wetering vormt een nieuw herkenbaar midden voor Steenbrugge en speelt een belangrijke rol in
de waterhuishouding. De aanwezige hoogteverschillen in het plangebied blijven zo zichtbaar.
- Twee brinken maken de verbinding met het landschap ten noorden van de Wechelerweg. De
brinken richten zich op het landschap en zijn via paden hiermee verbonden. Één brink is de
beëindiging van de Verlengde Karel de Grotelaan. De andere brink is de beëindiging van de
fietsroute vanuit Keizerslanden langs de begraafplaats.
- Een openbare plek aan de Zandweteringzone rondom de boerderij Steenbrugge ligt aan de
route vanuit de begraafplaats via de Zandwetering naar Keizerslanden.
- Twee Sallandse lanen kenmerken de overgang van de Zandweteringzone naar de hoger
gelegen enk. De noordelijk gelegen Sallandse laan is de entree van de wijk. De zuidelijk
gelegen Sallandse laan ligt aan de Zandweteringzone. Deze laan is autovrij zodat er direct aan
het landschap gewoond kan worden.
- In het midden- en meer stedelijke gedeelte heeft ieder buurt een plein. De pleinen geven de
buurten een eigen identiteit en zijn onderling met elkaar verbonden.
Binnen het netwerk van openbare ruimte, wegen en het watersysteem zijn drie woonbuurten te
onderscheiden: de Keizersrand aan de Zandweteringzone, de Wechelerkamp in het midden en
/26
het Borgelerveld in het noordelijke plangebied. De woonbuurten verschillen in opzet, openbare
ruimte en verkavelingstypologie.
Het plan voor Steenbrugge is opgebouwd uit verschillende lagen; de bestaande ondergrond, het
watersysteem, de openbare ruimtes, de hoofdwegen en de woongebieden. Deze hoofdstructuur
is de drager van alle toekomstige ontwikkelingen. Het waarborgt de interne samenhang van de
wijk, zorgt voor eenheid en diversiteit en leidt tot een duurzame stadswijk.
Wegenstructuur
Steenbrugge is voor de auto op twee plekken verbonden met de stad. De doorgetrokken Karel
de Grotelaan is de belangrijkste verbinding. De aansluiting van de Parallelle Weteringlaan op
de Raalterweg is de tweede verbinding met het stedelijk netwerk. De wegen in Steenbrugge zijn
niet verbonden met de Wechelerweg om het sluipverkeer door Diepenveen tegen te gaan. Er is
geen autoverkeer mogelijk tussen de Wechelerweg en Steenbrugge.
De hoofdstructuur heeft herkenbare en continue profielen. Zowel de hoofdstructuur als de
woonstraten zijn ingericht als verblijfsgebied en 30 km-zone. De fiets- en voetgangersroutes zijn
aan de noordrand van Steenbrugge verbonden met bestaande paden, zodat het landschap ten
noorden van de wijk recreatief gebruikt kan worden. De Zandwetering heeft twee fietsbruggen
die aansluiten op het netwerk van openbare ruimten in Steenbrugge. Doordat alle wegen in de
wijk als 30 km-wegen worden ingericht kan het fietsnetwerk grotendeels samenvallen met het
autonetwerk. Fietsers kunnen meefietsen op de weg en er zijn geen vrij liggende fietspaden
nodig. De bus rijdt over de Raalterweg via de Parallelle Weteringlaan en de verlengde Karel de
Grotelaan naar Keizerslanden.
Waterstructuur
Water en reliëf zijn één van de dragers van het ontwerp van de wijk. De opzet doet recht
aan het zo kenmerkende Sallandse landschap. In het lager gelegen gedeelte wordt een nieuwe
wetering gemaakt. De wijk watert voor een groot gedeelte af op de nieuwe wetering.In de
wetering is ook plaats voor waterberging. De Zandwetering is de boezem, waar niet rechtstreeks
op mag worden afgewaterd. Via de nieuwe wetering stroomt het water de Zandwetering in.
In de Zandweteringzone en in de belemmeringzone van het crematorium is plaats voor extra
waterberging.
Openbare ruimte
Ruimte en groen zijn van groot belang voor de leefbaarheid van de wijk. Zowel op wijkniveau als
op buurtniveau dienen er kwalitatief hoogwaardige ruimtes te zijn. De grote recreatieve ruimtes
op wijkniveau, de Zandweteringzone, het bosje en het gebied ten noorden van de Wechelerweg
liggen rondom de wijk. De openbare ruimtes op buurtniveau vormen een netwerk dat verbonden
is met het landschap.
In de Wechelerkamp wordt iedere buurt gekenmerkt door een buurtplein. De pleinen zijn groen
ingericht en hebben allemaal een eigen identiteit.
Het hoogteverschil tussen de Zandweteringzone en Steenbrugge wordt duidelijk gemaakt door
Sallandse lanen. Deze beukenlanen zijn kenmerkend voor heel het gebied rondom de
/27
Zandweteringzone. De plannen uit de Structuurschets Steenbrugge en het Masterplan
Zandwetering zijn zorgvuldig op elkaar afgestemd en versterken elkaar.
De brinken hebben de functie van buurtplein voor het noordelijke gedeelte van Steenbrugge en
leggen een relatie met het landgoederen landschap. De brinken zijn langgerekt en groen
ingericht.
De ruimte rondom de boerderij Het Steenbrugge is een bijzondere plek aan de
Zandweteringzone. Het is mogelijk om hier het gebied van de Zandwetering in te gaan.
In de buurt van de kruising van de Parallelle Weteringlaan en de Verlengde Karel de Grotelaan
komt een klein voorzieningencentrum in combinatie met een woonservicecomplex. De
voorzieningen liggen dichtbij de bushalte. Voor ouderen is de stad zo goed bereikbaar.
Woongebieden
Een heldere stedenbouwkundige opzet en een goede architectuur dragen bij aan de identiteit
van de wijk. Overzichtelijkheid en kleinschaligheid dragen verder bij aan de leefbaarheid. Om
die reden worden in Steenbrugge verschillende zelfstandige kleinere woonbuurten
onderscheiden met een eigen karakter; de Keizersrand, de Wechelerkamp en het Borgelerveld.
Tussen de Zandweteringzone en de Parallelle Weteringlaan ligt een bijzondere rand; de
Keizersrand. Door een autovrije Sallandse laan wordt hier direct aan het landschap gewoond.
De woningen kijken uit over de Zandweteringzone en hebben een uitzonderlijke ligging en een
bijzondere typologie.
De Wechelerkamp heeft een compacte opzet en een klassieke sfeer met formele straten om het
stedelijke karakter van de buurt en de relatie met Keizerslanden te benadrukken. De buurt heeft
een tuinstedelijk karakter met bouwblokken. Steenbrugge heeft hier de hoogste
woningdichtheid. Omwille van sociale samenhang, veiligheid en eigenheid bestaat dit wijkdeel
uit verschillende kleinere buurtjes, die zich elk op een eigen openbaar plein richten.
Ten noorden van de nieuwe wetering ligt het Borgelerveld. De buurt heeft een groene opzet en
een meer landelijke en lommerrijke sfeer. Wonen in een lage dichtheid is hier een waardige
afronding van de stad. Grote kavels met losse bebouwing en groene bermen langs de wegen
geven deze buurten een groen beeld. Langs de Wechelerweg liggen grote kavels die een
geleidelijke overgang vormen naar het landschap. De kavels hebben een erf-achtige inrichting.
Het programma is verdeeld over de drie woonbuurten. De programmatische verdeling tussen de
buurten is gebaseerd op de verschillende ruimtelijke karakteristieken. De programmatische
verschillen versterken de ruimtelijke kwaliteiten. In totaal worden er circa 1400 woningen
gebouwd met een gemiddelde dichtheid van bijna 30 wo/ha.
/28
5 Hoofdstructuur
In dit hoofdstuk worden alle elementen van de hoofdstructuur beschreven. Doelstellingen
worden geformuleerd om de essentie van het ruimtelijk raamwerk vast te leggen. De
hoofdstructuur bestaat uit een duurzaam raamwerk dat zo is vormgegeven dat het mogelijk is
om in de loop van de tijd veranderingen in functie, gebruik en inrichting op te nemen.
Het raamwerk bestaat uit wegen met bijzondere profielen en plekken die aanleiding geven voor
een specifieke openbare ruimte.
De bijzondere lineaire ruimtes en openbare plekken zijn:
- nieuwe wetering
- route Verlengde Karel de Grotelaan en brink
- route langs de begraafplaats en brink
- route langs de boerderij Steenbrugge
- Sallandse lanen
- pleinen
Nieuwe wetering
In het midden van het plangebied ligt in het lage gedeelte een nieuwe waterloop. Deze nieuwe
wetering is een herkenbaar landschappelijk midden voor Steenbrugge door zijn bijzondere
profiel. Om verdroging van de omgeving te voorkomen zal de watergang ondiep worden
vormgegeven. Een dergelijke wetering past goed in het landschap. De wetering heeft een
fluctuerend waterpeil. Door het wisselende peil heeft de wetering bijzondere ecologisch
ingerichte oevers.
De wetering ligt op de overgang van twee woonsferen. Aan beide zijden van het water liggen
woonstraten, die het karakter hebben van de achterliggende buurten. Om het profiel van de
wetering zo landschappelijk mogelijk te houden is er geen mogelijkheid om te parkeren. Het
parkeren dient opgelost te worden op de kavel of in het achterliggende gebied. Het profiel moet
zo ontworpen worden dat het niet mogelijk is om langs de wetering te parkeren.
doelstellingen
- De nieuwe wetering is laag gelegen en speelt een belangrijke rol in de waterhuishouding.
- De oevers van de wetering worden ecologisch ingericht.
- De nieuwe wetering is een herkenbare zelfstandige en landschappelijke ruimte.
- Er is geen parkeermogelijkheid langs de nieuwe wetering.
Route Verlengde Karel de Grote laan en brink
De Karel de Grotelaan wordt doorgetrokken over de Zandwetering en is de belangrijkste entree
voor Steenbrugge. De verlengde Karel de Grotelaan heeft een stedelijke uitstraling en eindigt in
een brink. De route is een formele verbinding tussen de stad en het landschap. De overgang
van stad naar landschap moet in het profiel worden vormgegeven. Ter hoogte van de
Wechelerkamp heeft het profiel een stedelijk karakter en de Verlengde Karel de Grotelaan
eindigt in een landschappelijke brink. De groen ingerichte brink geeft de overgang naar het
landschap vorm door een vizier op het landschap en een voet- en fietspad dat verbonden is met
het landelijk gebied. De structuur maakt het mogelijk om in een later stadium wel een
autoverbinding te maken naar de Wechelerweg.
/29
De Karel de Grotelaan gaat via een stenen autobrug over de Zandwetering over in een brede
laan door Steenbrugge. Voorkanten van woningen zijn op de laan gericht. De brede laan gaat
ter hoogte van de brink over in smalle woonstraten aan beide zijden van de brink. De brink heeft
een grote lengte van circa 250 meter. De brink verzamelt het water uit de loodrecht hierop
gelegen woonstraten en voert dit af op de nieuwe wetering.
doelstellingen
- De verlengde Karel de Grotelaan is een representatieve entree voor Steenbrugge.
- De route is de verbinding tussen de stad en het landschap.
- De Verlengde Karel de Grotelaan heeft een stedelijk karakter.
- De brink geeft de overgang naar het landschap vorm door een groene inrichting en een
verbinding met voet- en fietspaden in het landelijk gebied.
- De brink verzamelt het water uit de omliggende woonstraten en voert dit af op de nieuwe
wetering.
- De stedenbouwkundige structuur maakt in een later stadium een autoverbinding tussen
Steenbrugge en de Wechelerweg mogelijk.
Route langs de begraafplaats en brink
De route langs de begraafplaats is een verbinding tussen stad en landschap. De route is door
een fietsbrug verbonden met Keizerslanden en eindigt in het noorden in een brink. De route is
informeel en heeft het karakter van een woonstraat. De landschappelijk ingerichte brink geeft de
overgang naar het landschap vorm door een opening naar het landschap en een voet- en
fietspad dat verbonden is met het landelijk gebied. De brink heeft een grote lengte van circa 250
meter. De brink kan worden opgedeeld in drie delen die verschoven liggen ten opzichte van
elkaar. Zo krijgt deze brink een informeler karakter dan de brink aan het einde van de Verlengde
Karel de Grotelaan. De brink verzamelt het water uit de nabije woonstraten en voert dit af op de
nieuwe wetering.
doelstellingen
- De route is de verbinding tussen de stad en het landschap.
- De brink geeft de overgang naar het landschap vorm door een groene inrichting en een
verbinding met voet- en fietspaden in het landelijk gebied.
- De brink verzamelt het water uit de omliggende woonstraten en voert dit af op de nieuwe
wetering.
- De route is een fietsverbinding tussen Steenbrugge en Keizerslanden.
Route langs de boerderij Steenbrugge
De route langs de boerderij Steenbrugge is een verbinding vanuit Keizerslanden tot in de
begraafplaats. De route is door een fietsbrug over de Zandwetering verbonden met
Keizerslanden. Deze informele route is een brede woonstraat in de Wechelerkamp. De route is
ingericht als laantje dat aansluit op de begraafplaats. Het pad door de begraafplaats is
afsluitbaar en kan overdag voor voetgangers geopend worden.
De route verdeelt de Wechelerkamp in buurten. In de boerderij zou een bijzondere functie
kunnen komen, zoals bijvoorbeeld een kinderboerderij. Dit is een bijzondere plek voor de buurt
en voor de Zandweteringzone.
/30
doelstellingen
- De route is een fietsverbinding tussen Steenbrugge en Keizerslanden.
- Een openbare plek met bijzondere functie langs de Zandweteringzone is gekoppeld aan
de route.
Sallandse lanen
In Steenbrugge liggen twee bijna evenwijdige Sallandse beukenlanen. Sallandse lanen
accentueren het hoogteverschil rondom de Zandwetering. Langs de hele Zandwetering zijn
volgens het Masterplan Zandwetering de randen afgezoomd met oude en nieuwe Sallandse
beukenlanen. De noordelijke Sallandse laan, de Parallelle Weteringlaan, is de entree van
Steenbrugge vanaf de Raalterweg. De zuidelijke Sallandse laan vormt de rand van Steenbrugge
en de overgang naar de lager gelegen Zandweteringzone.
De Parallelle Weteringlaan is een groene laan met brede bermen en losse bebouwing aan beide
zijden. De gasleidingen liggen onder het wegdek en zijn maatgevend voor deze laan. De rand
van de Zandwetering wordt afgezoomd door een Sallandse laan. Om de Sallandse laan een
landschappelijk karakter te geven is deze autovrij. De smalle laan loopt voor de bebouwing
langs.
doelstellingen
- De Parallelle Weteringlaan is de representatieve entree van Steenbrugge vanaf de
Raalterweg.
- De zuidelijke Sallandse laan is zo landschappelijk mogelijk ingericht en daarom autovrij.
- De zuidelijke Sallandse laan vormt de overgang van de woonwijk naar de
Zandweteringzone en accentueert hoogteverschil.
Pleinen
Iedere buurt in de Wechelerkamp heeft zijn eigen plein. Dit zorgt voor de samenhang en eigen
identiteit van de buurt. De pleinen hebben een groene inrichting en worden volledig als groen
plein of park ingericht. Er is op en direct rondom de pleinen geen plaats voor parkeren. De
pleinen zijn onderling met elkaar verbonden door de woonstraten. Een plein is met drie of meer
woonstraten verbonden met de hoofdstructuur, als een spin in een web. Dit zorgt voor de
structurele samenhang tussen de buurten. Vanaf de pleinen is er een informele doorsteek naar
het landschap rondom Steenbrugge. Dit kan een zijpad of achterpad langs woningen zijn. De
pleinen hebben wanden langs de randen en de bebouwing is naar het plein gericht.
doelstellingen
- De pleinen zorgen voor sociale samenhang en identiteit van de buurten.
- De pleinen zijn door de woonstraten verbonden met de hoofdstructuur.
- Vanaf de pleinen zijn er informele doorsteken naar het landschap rondom Steenbrugge.
- De pleinen hebben een groene inrichting.
/31
6 Woongebieden
Binnen het raamwerk van Steenbrugge zijn drie woongebieden te onderscheiden; de
Keizersrand, de Wechelerkamp en het Borgelerveld. Dit hoofdstuk geeft een nadere toelichting
op de verschillende woonsferen. In omvang en programma en in ligging ten opzichte van het
raamwerk verschillen de drie woongebieden. De sfeer, het beeld en de kwaliteit van de buurten
is vastgelegd in de doelstellingen.
Keizersrand
De Keizersrand heeft een mooie ligging aan de rand van de Zandweteringzone. De Keizersrand
is het visitekaartje van Steenbrugge. De woningen liggen direct aan de Zandweteringzone en
hebben een representatieve uitstraling. De Sallandse beukenlaan vormt de rand van
Steenbrugge. De rand heeft een bijzondere bebouwingstypologie; een continue wand met grote
herenhuizen is gericht op het landschap.
De zuidelijke Sallandse laan is autovrij, zodat de woningen direct aan het landschap staan. De
woningen zijn vanaf de andere kant via de Parallelle Weteringlaan ontsloten. De auto’s parkeren
aan de achterzijde van de woningen. Voor parkeren achter de woningen zijn verschillende
oplossingen mogelijk zoals parkeren via een achterstraat in de achtertuin of een parkeerkoffer
achter de woningen.
De rand met de Zandweteringzone kenmerkt zich door een continue wand met een gevarieerd
beeld. De wand varieert in bouwhoogte en in gevelbeeld. De appartementen kijken uit over de
Zandweteringzone en voegen zich in de bebouwingswand. Om de ruimte in de
Zandweteringzone zo groot mogelijk te houden komen de appartementen niet tegenover de
hoogbouw uit Keizerslanden te staan. De bebouwingswand is over de hele lengte zichtbaar. De
hoogbouw wordt zo geplaatst dat er geen symmetrisch beeld ontstaat in de lengte van de wand.
De bebouwing in de wand bestaat uit middeldure en dure herenhuizen. De grote herenhuizen
kunnen als vrije kavels worden uitgegeven, zodat hier invulling gegeven kan worden aan
individuele woonwensen.
De Parallelle Weteringlaan heeft losse bebouwing aan beide zijden. De tuinen en de
erfafscheiding dragen bij aan een groen beeld langs de laan. Voor een groen en los beeld zijn
de voortuinen minimaal 6 meter diep en de garages zijn losse bijgebouwen achter op de kavel.
Er zijn 2 opstelplekken op eigen terrein. Langs de Parallelle Weteringlaan staan vrijstaande
woningen en twee- en drie-onder-één-kapwoningen. Om een los en groen beeld te krijgen
hebben de woningen diepe voortuinen.
In de Keizersrand worden ongeveer 300 woningen gebouwd. Waarvan 20% middeldure
eengezinswoningen, 60% eengezinswoningen in de dure categorie en 20% appartementen. De
dichtheid is ongeveer 27 woningen per hectare.
De Keizersrand heeft één sfeer. Het hele gebied heeft een samenhang in verkavelingprincipe,
parkeeroplossing, inrichting van de openbare ruimte en architectuur van de wand langs de
Zandwetering. De identiteit en herkenbaarheid van het gebied is representatief voor
Steenbrugge. De opbouw van de bebouwingswand langs de Zandwetering is zorgvuldig en
/32
gedetailleerd. Een gevarieerd gevelbeeld wordt verkregen door verschillen in bouwhoogte en
afwisselende gevels.
doelstellingen
De representatieve bebouwing langs de Zandweteringzone is een continue wand met
een gevarieerd gevelbeeld en wisselende bouwhoogte.
De woningen langs de Zandweteringzone staan direct aan het landschap en worden via
de achterzijde ontsloten.
De Parallelle Weteringlaan heeft een groen karakter en losse bebouwing.
Er is een samenhang binnen de Keizersrand in verkavelingstypologie, beeldkwaliteit,
materiaal en kleurgebruik.
/33
Wechelerkamp
De Wechelerkamp heeft een klassieke opzet, met lanen, pleinen en woonstraten. De buurten
hebben een besloten karakter, wat past bij het landgoederenlandschap rondom Deventer.
De Wechelerkamp is verdeeld in vier buurten. Iedere buurt heeft een autoluw en groen
binnengebied. Deze groene en ontspannen binnengebieden refereren aan de noordelijke
woonbuurt. Het verschil tussen de stedelijke verkaveling en de losse groene verkaveling wordt
gevormd door een asymmetrisch profiel van de woonstraat, losse bebouwing en voortuinen. De
asymmetrische profielen hebben aan een kant een groene berm. De bermen sluiten aan op de
groene pleinen.
Om de vier buurten autoluw te maken is het nodig om het parkeren aan de achterkant van de
woningen te organiseren. Parkeren vindt zoveel mogelijk plaats op het binnenterrein van een
bouwblok. Voor parkeren op de binnenterreinen zijn verschillende oplossingen mogelijk zoals
parkeren via een achterstraat in de achtertuin of een parkeerkoffer op het binnenterrein. Iedere
buurt heeft een eigen plein met speelplekken om de sociale samenhang in de buurten te
versterken. De pleinen zijn door meerdere woonstraten verbonden met de hoofdstructuur.
De Wechelerkamp is een compacte woonwijk met een groot percentage eengezinswoningen in
de goedkope en middendure categorie. De buurten bestaan voornamelijk uit bouwblokken met
goedkope en middeldure rijtjeshuizen. In de groene middengebieden hebben de woningen
voortuinen. Aan de groene pleinen kunnen appartementengebouwen staan. Ze geven het plein
een stedelijk karaker. Langs de verlengde Karel de Grotelaan staan statige herenhuizen die
deze laan een stedelijk en formeel karakter geven.
Langs de groene Parallelle Weteringlaan staat losse bebouwing. De vrijstaande woningen en
drie- en twee-onder-één-kap woningen hebben ruime kavels met grote voortuinen, zodat ze
bijdragen aan het groene beeld van de laan. Door de garages achter op de kavel te plaatsen
blijft de bebouwing los van elkaar. De erfafscheidingen bepalen voor een groot deel het beeld
van de openbare ruimte. Door heel de Wechelerkamp zijn de erfafscheidingen mee ontworpen
en bestaan uit hagen of gemetselde muren.
In Wechelerkamp worden ongeveer 700 woningen gebouwd. Waarvan 45% in de goedkope
categorie, 32% in de middeldure categorie, 15% in de dure categorie en 7,5% appartementen.
De dichtheid is ongeveer 36 woningen per hectare.
De Wechelerkamp heeft één sfeer, de vier buurten hebben dezelfde klassieke opzet. Binnen de
heldere hoofdstructuur wordt een eenvoudig verkavelingprincipe toegepast. De buurten hebben
een consequente opbouw en een zorgvuldige detaillering. Er kunnen subtiele verschillen
ontstaan in de verkaveling en de detaillering. Het hele gebied heeft een samenhang in
verkavelingprincipe, parkeeroplossing, inrichting van de openbare ruimte en architectuur. Zo
ontstaat er een grotere herkenbaarheid en identiteit.
doelstellingen
- De Wechelerkamp heeft een stedelijk karakter.
/34
-
De Wechelerkamp is verdeeld in vier buurten met dezelfde opzet en
verkavelingstypologie.
Iedere buurt heeft een autoluw en groen middengebied.
Er wordt zoveel mogelijk aan de achterkant van de woningen geparkeerd.
De woonstraten rondom de groene middengebieden hebben een asymmetrisch profiel
met een groene berm.
Er is een samenhang tussen de vier buurten in verkavelingstypologie, beeldkwaliteit,
materiaal en kleurgebruik.
/35
Borgelerveld
Het Borgelerveld richt zich op het landschap ten noorden van de Wechelerweg. De buurt is
landschappelijk en groen ingericht. De buurt De brinken en de lage dichtheid sluiten aan bij het
landschap. De sfeer wordt gekenmerkt door losse bebouwing en een dorps beeld. De inrichting
van de kavels en de wegen dragen bij aan dit beeld. De buurt heeft een informele sfeer door het
groene karakter van de tuinen en de vele hagen.
Het Borgelerveld bestaat uit een homogeen bebouwingsveld. De buurt wordt ontsloten vanuit de
brinken. Het verkavelingsprincipe is eenvoudig; in oost-west richting worden de woonstraten
vanuit de brinken opgespannen.
Langs het bosje komt een bijzondere bebouwingsrand met boskavels. De kavels bestaan
gedeeltelijk uit bos. De woningen staan voor de rand van het bos. In overleg met de stichting
IJssellandschap wordt onderzocht of er nog meer met het bosje gedaan kan worden.
De bebouwing bestaat uit een mix van vrijstaande woningen, twee-onder-één–kap woningen,
drie-, vier- en vijf-onder-één-kap woningen. Om een los en groen beeld te creëren staan de
woningen allemaal vrij op de kavel, zodat de tuinen rondom de bebouwing liggen. De
verschillende woningcategorieën zijn door de buurt gemixt. De goedkope en middeldure kavels
zijn zo ingericht dat ze in het beeld en karakter van de buurt passen. De rijwoningen bestaan uit
maximaal vijf woningen. De hoekwoningen hebben ook een zijtuin, zodat iedere
bebouwingseenheid vrij op de kavel staat.
De woonstraten hebben een groen profiel met weinig verharding. Aan weerszijden van de
rijbaan liggen brede groene bermen met daarin bomen. In de bermen kan her en der geparkeerd
worden. Om een groen straatbeeld te maken wordt er zoveel mogelijk op eigen terrein
geparkeerd. In principe vindt parkeren niet plaats op straat. De vrijstaande woningen en tweeonder-één-kap woningen hebben twee opstelplekken per kavel. De voortuinen zijn minimaal zes
meter en de garages zijn losse bijgebouwen achter op de kavel. Hierdoor is er genoeg ruimte
voor twee auto's. Voor de rijtjeswoningen zijn er geconcentreerde parkeerplaatsen verspreid
door de buurt. Het overige parkeren vindt plaats in de bermen. Het principe van parkeren in de
berm is naar het voorbeeld van verschillende delen van Diepenveen.
In het Borgelerveld worden circa 400 woningen gebouwd. 50% van de woningen wordt in de
dure categorie gebouwd. Er komen 25% goedkope woningen en 25 % middeldure woningen. De
dichtheid is ongeveer 22,5 woningen per hectare.
Het beeld in het Borgelerveld wordt bepaald door tuinen met hagen of tuinhekjes, groene
bermen en losse bebouwing. Er is een samenhang in verkavelingsprincipe, parkeeroplossingen,
profielen en architectuur. Voortuinen hebben een grote diepte, zodat bomen in de voortuin ook
bijdragen aan het groene beeld. Bij de plaatsing van de bebouwing op de kavel is het belangrijk
dat de bebouwing rondom vrij op de kavel staat. Door korte rijtjes te maken dragen ook de
goedkope woningen bij aan dit beeld. Het losse en vrijstaande karakter wordt versterkt door
garages als losse bijgebouwen achter op de kavel te plaatsen. Verspringende rooilijnen geven
/36
de buurten een speelse en dorpse sfeer. Langs de Wechelerweg zijn de kavels ingericht als
erven. Hier gelden voorschriften voor de inrichting van de kavel.
doelstellingen
- Het Borgelerveld vormt de overgang naar het landschap ten noorden van de
Wechelerweg door een lagere woningdichtheid.
- De buurt heeft een homogeen bebouwingsveld met losse bebouwing en een groen en
landschappelijk karakter.
- Langs de rand van het bosje komen bijzondere woningen, waarvan de kavel gedeeltelijk
uit bos bestaat.
- Groene woonstraten met brede bermen dragen bij aan een landschappelijk beeld.
- De bebouwing langs de Wechelerweg richt zich op het landschap en is ontsloten via de
Wechelerweg.
- Er wordt zoveel mogelijk op eigen terrein geparkeerd.
- Het verkavelingsprincipe is eenvoudig en overal hetzelfde. Er is een samenhang in de
beeldkwaliteit.
/37
7 Ontwikkelingsstrategie
In dit hoofdstuk staan het vervolgtraject en de wijze waarop de realisatie van Steenbrugge
plaatsvindt centraal. Er wordt ingegaan op de fasering van het project, de rolverdeling en
organisatie bij de uitwerking van deze Structuurschets en het financiële kader. Het hoofdstuk
start met een toelichting op de flexibiliteit die het plan herbergt.
Flexibiliteit
De mate van abstractie van deze Structuurschets en de vertaling ervan in een globaal
bestemmingsplan met uitwerkingsplicht, maakt het mogelijk het woningbouwprogramma
desgewenst aan te passen aan de toekomstige marktomstandigheden. Dit geldt voor de
woningtypen en het percentage hoogbouw. Een kleiner appartementen programma kan worden
opgevangen door de appartementen in de Wechelerkamp te vervangen door rijtjeswoningen.
Met een groter aandeel appartementen kunnen er meer appartementen in de bebouwingswand
langs de Zandwetering komen.
Een groter programma van goedkope rijtjes kan in eerste instantie worden opgevangen in de
Wechelerkamp. Een groter goedkoop programma in het Borgelerveld vergt een aanpassing van
de groene opzet. Aan de andere kant biedt het ontwerp ook mogelijkheden voor een duurder
programma door de kavels ruimer vorm te geven. Hiervoor is in de gehele wijk vrijheid, maar
liggen vooral mogelijkheden in het Borgelerveld en in de groene middengebieden in de
Wechelerkamp.
Fasering
Naar verwachting wordt in 2007 begonnen met de bouw van de circa 1400 woningen die in
Steenbrugge worden gerealiseerd. Medio 2008 zal dan de eerste woning worden opgeleverd.
Hierbij staat de afstemming met de herstructurering van Keizerslanden centraal. Volgens
planning zullen de voorbereidingen voor de bouw, zoals archeologisch onderzoek, al in 2006
kunnen starten.
Uitgangspunt bij de realisatie is een ontwikkeling van Steenbrugge van zuid naar noord. Er
wordt gestart aan de zuidkant, direct ten noorden van Keizerslanden/Zandweteringzone, waarna
de wijk stapsgewijs in noordelijke richting wordt afgerond. Bij de ontwikkeling van het plan wordt
naast deze ontwikkelingsrichting tevens rekening gehouden met ruimtelijk afgebakende
eenheden, een goede mix van woningtypen en de realiseerbaarheid. De exacte afbakening en
prioritering van verschillende planfasen is voorts afhankelijk van de afspraken die worden
gemaakt met grondeigenaars en ontwikkelende partijen. Deze indeling is niet gelijk aan de
eerder beschreven buurtindeling. Op bijgevoegde illustratie is de beoogde fasering
weergegeven.
Belangrijk uitgangspunt is dat de verbinding met de Karel de Grotelaan al in een vroeg stadium
wordt aangelegd, zodat de inwoners van de nieuwe wijk direct gebruik kunnen maken van de
voorzieningen in Keizerslanden. De realisatie van het voorzieningencentrum met daarin de
/38
voorzieningen vindt plaats in samenwerking met zorgaanbieders en ontwikkelaars en wordt liefst
in de eerste helft van het ontwikkelingsproces gerealiseerd.
Bij een jaarlijkse productie van 250 à 300 woningen zal Steenbrugge in circa 5-6 jaar zijn
afgerond (rond 2013-2014). Er wordt gestreefd naar een fasering, waarbij steeds een aantal van
circa 400 woningen wordt gerealiseerd. Reden hiervan is het feit dat een dergelijk aantal bij een
woningbouwproductie van circa 300 woningen per jaar leidt tot een doorlooptijd van een
stedenbouwkundig plan van circa anderhalf jaar. Dit is voldoende tijd om niet het risico te lopen
dat het plan door de tijd wordt ingehaald. Evenmin is het te klein voor onrendabele productie.
Planontwikkeling
Doelstellingen
Voor de realisatie van de in deze Structuurschets geformuleerde plannen, zijn de volgende
doelstellingen geformuleerd:
o
Onder eindverantwoordelijkheid van de gemeente Deventer wordt in samenwerking met
private partners gewerkt aan de realisatie van stedenbouwkundig en architectonisch
hoogwaardige plannen;
o
Uitgaande van het sturend gemeentelijk woningbouwprogramma wordt zoveel mogelijk
ingespeeld op de woonwensen vanuit de markt;
o
Realisatie van het project vindt plaats in een dusdanig tijdsbestek dat de beschikbare
budgetten toereikend zijn voor de gewenste kwaliteit en wordt voldaan aan de doelstellingen van
het actuele gemeentelijke woningbouwprogramma;
o
Er wordt gestreefd naar een optimalisatie tussen kwaliteit en financiële haalbaarheid. Bij
realisatie van deze ambitie speelt marktacceptatie een belangrijke rol. Waarborging van de
gewenste kwaliteit vindt plaats binnen markttechnische haalbare prijzen;
o
Kosten voor toekomstig beheer zijn geen onderdeel van de totale grondexploitatie van
het gebied. Wel zal er bij de verdere uitwerking een beheersplan worden opgesteld. Dekking
van beheer en onderhoud vindt plaats via een uitbreiding van het onderhoudsbudget vanuit de
algemene middelen.
Rolverdeling
Om een wijk te realiseren met de doelstellingen zoals die in deze Structuurschets zijn
beschreven is een nadrukkelijke rol voor de gemeente weggelegd. Om zoveel mogelijk
zekerheid te krijgen over de gewenste kwaliteiten van de openbare ruimte, verdient het
vooralsnog de voorkeur het inrichtingsplan voor het openbare gebied, het beeldkwaliteitplan en
de bouwrijp- en afbouwwerkzaamheden door de gemeente te laten uitvoeren.
Op basis van goede afspraken m.b.t. de kwalitatieve randvoorwaarden, is echter een veel
actievere rol voor marktpartijen niet uitgesloten.
De gewenste stedenbouwkundige verkaveling, de architectuur en het woningontwerp lenen zich
beter voor publiek-private samenwerking. Per uit te werken deelplan zal de gemeente bepalen
of samenwerking met marktpartijen gewenst is.
/39
Er zullen deelplannen zijn waar de realisator reeds in een vroeg stadium bij het planproces
wordt betrokken. Er zullen echter ook plandelen zijn waar de gemeente het initiatief neemt en de
realisator pas wordt ingeschakeld als het ontwerp grotendeels gereed is. Het kan ook gebeuren
dat de gemeente een (deel)plan zelf ontwikkelt.
Keuze ontwikkelende partijen, stedenbouwkundigen en architecten
Hoewel de selectie van een ontwikkelaar altijd geschiedt op basis van de Nota
Aanbestedingsbeleid zal de wijze waarop ontwikkelaars worden geselecteerd per deelgebied
verschillen. De selectie kan plaatsvinden op basis van presentaties, gesprekken, ingevulde
vragenlijsten of een prijsvraag.
Uitgangspunt bij de selectie van een stedenbouwkundige, een stedenbouwkundig
ontwerpbureau of een architect is dat deze instemming van de gemeente behoeft. Veelal zal de
gemeente een lijst van stedenbouwkundigen en architecten opstellen, van wie het profiel en
ervaring corresponderen met de gewenste kwaliteit die in het programma van eisen voor het
desbetreffende deelplan is vastgesteld. In samenspraak met de ontwikkelaar zal vervolgens tot
een goede keuze worden gekomen.
Financieel kader
Overeenkomstig de aard van de Structuurschets zijn ook de uitgevoerde planeconomische
berekeningen globaal van karakter en kennen nog enige onzekerheden. De financiële
verkenning is uitgevoerd op basis van de bekende gehanteerde uitgangspunten en is gebaseerd
op bestaande normen en kengetallen. Conclusie van deze berekening is dat het project conform
de in de Tien Uitgangspunten geformuleerde financiële doelstelling kan worden ontwikkeld.
Naarmate de plannen concreter worden, worden ook de planeconomische doorberekeningen
gedetailleerder en zullende onzekerheidsmarges kleiner zijn.
Bij de berekeningen is rekening gehouden met de voorgestelde verdeling van het
woningbouwprogramma. Daarnaast zijn kostenposten opgenomen voor de aanleg van één
verbinding voor het wegverkeer (Karel de Grotelaan) alsmede twee afzonderlijke verbindingen
voor het langzame verkeer over de Zandwetering. Ook zijn kosten opgenomen voor de
aansluiting van het nieuwe woongebied op de bestaande omringende infrastructuur. Dit betreft
onder meer de aansluiting op de drukriolering en 1 rotonde op de Raalterweg.
Voorts is in de exploitatie rekening gehouden met een parkeernorm, die hoger ligt dan voorheen
gebruikelijk was in Deventer. In een gangbare situatie zou dit betekenen dat er minder woningen
gebouwd zouden kunnen worden, doordat het ruimtegebruik voor parkeren toeneemt. In het
geval van Steenbrugge is ervoor gekozen om hetzelfde bruto-ruimtegebruik voor de
woningtypen te hanteren zodat de netto-kavel kleiner wordt. Dit is nodig om de parkeerbehoefte
op eigen terrein op te vangen zonder dat dit gevolgen heeft voor de verhouding openbaar terrein
- uitgeefbaar terrein.
/40
Bij de verdere uitwerking van de plannen is het van belang dat meer duidelijkheid wordt
verkregen over de uiteindelijke inbrengwaarden van de benodigde gronden. Dit is momenteel de
grootste onzekerheid binnen de planexploitatie voor Steenbrugge.
Download