Bron: http://www.energeia.nl/news.php?ID=40548 Bestaande buurt autark of klimaatneutraal maken: haalbare kaart 7 juli 2009 AMSTERDAM (Energeia) - Als je alle huizen in Nederland zo energiezuinig als mogelijk wilt maken, kun je misschien het beste de sloopkogel hanteren en nieuw gaan bouwen. Maar met een woningbestand van zo'n 7 mln woningen, heb je volgens hoogleraar sustainable housing transformation Anke van Hal zo'n 400 jaar nodig voor alles vervangen is. Los van dat dit te lang duurt, is het ook een weinig realistisch scenario om alles maar plat te gooien. Vandaar dat het hard nodig is om de hersens te laten kraken over de vraag hoe bestaande woningen tot zo energiezuinig mogelijke stulpjes om te turnen. Het rijk wil dat in 2020 2,4 mln bestaande woningen en andere gebouwen blijvend 30% minder energie gebruiken. Daarvoor werd vorig jaar het convenant Meer met minder ondertekend. Jaarlijks moeten 300.000 woningen worden gerenoveerd om ze energiezuiniger te maken. Nederland telt nu zo'n 7 mln woningen. Jaarlijks verrijzen er zo'n 70.000 nieuwe woningen (25% vervanging, 75% uitbreiding), slechts 1% van het aanwezige bestand dus. Het veruit grootste deel van het Nederlandse woningbestand is kortom bestaande bouw, benadrukte Van Hal maandag bij de eerste bijeenkomst van het 'Creative City Lab' in Amsterdam. Dit 'lab' is een project waarbinnen 25 studenten, afstuderend of net afgestudeerd, vijf maanden hun tanden zetten in het vraagstuk hoe vernieuwende, duurzame oplossingen te vinden voor het realiseren van een klimaatneutrale, bestaande woonwijk. Want het is mooi als huizenbewoners afzonderlijk aan hun woning willen sleutelen om energiebesparing tot stand te brengen, maar het zet pas zoden aan de dijk als er op grotere schaal wordt gewerkt aan besparing en verduurzaming. Niet alleen de studenten van het Creative City Lab hebben hun oog op de vraag 'wat kan je doen met bestaande wijken?' laten vallen. Zowel energie-adviesbureau Cogen Projects als een samenwerking van de TU Delft, gemeente Rotterdam en het Rotterdam Climate Initiative publiceerden afgelopen weken onderzoeken hierover. Cogen Projects ging een stapje verder dan alleen kijken of een bestaande wijk klimaatneutraal kon worden gemaakt. Het adviesbureau wilde weten of woongebieden ook autarkisch kunnen worden, dus onafhankelijk van fossiele brandstoffen en volledig los van het bestaande elektriciteits- en gasnet. Hiervoor werd de Jacob Geelbuurt, een te renoveren jaren '50-wijk in het Amsterdamse Slotervaart, onder de loep genomen als voorbeeld en langs de lat van de Trias Energetica gelegd. Om allereerst energie te besparen, zoekt Cogen Projects het heil in het aanbrengen van een veel betere isolatie, de inzet van balansventilatie én energiezuinige apparaten bij de renovatie. Als dat is gebeurd, hebben bewoners niet meer vooral (aard)gas nodig om hun huizen te verwarmen, maar is de elektriciteitsvraag de grootste primaire energiebehoefte geworden. Dus is het bureau vervolgens gaan stoeien hoe de bewoners dan duurzaam én onafhankelijk te maken in hun stroom- en resterende gasvraag stap 2 en de ultieme stap 3 van de Trias Energetica. Er zijn meerdere mogelijkheden van duurzame technologie-combinaties naast elkaar gelegd, zoals bijvoorbeeld de inzet van gaswarmtepompen op basis van biomassa, PV-panelen, gebouwgebonden windturbines, groen-gasdistributie, micro-WKK's en warmte/koude-opslag. Vanwege bijvoorbeeld de beperkte beschikbaarheid van biomassa en reststromen in die wijk, is uiteindelijk een versie onderzocht waarbij zonnepanelen het grootste deel van de benodigde stroom en warmte moesten leveren, in combinatie met een warmte/koude-opslag en aangevuld met windenergie. Op die manier is het technis ch zeker haalba ar om een bestaa nde wijk autarki sch te maken, aldus De primaire energiebehoefte voor en na de renovatie van de Jacob Geelbuurt. Cogen Projects. Maar economische haalbaarheid is in deze opzet een heel ander verhaal. De grote inzet van zonnepanelen vergt namelijk ook seizoensopslag van de opgewekte stroom. De met panelen gewonnen warmte opslaan lukt wel via warmte/koude-opslag, maar elektriciteitsopslag is een nog erg kostbare, weinig gangbare toepassing die veel oppervlakte vergt. Dus nee, de onderzochte optie van volledige autarkie bleek geen haalbare kaart voor de Jacob Geelbuurt. Gebruik blijven maken van het bestaande elektriciteitsnet, voor teruglevering van met PV opgewekte stroom, blijkt goedkoper en betrouwbaarder. Maar dat wil niet zeggen dat de onderzoekers van Cogen Projects niet geloven in een autarkische wijk of buurt. Als je kunt terugvallen op geothermie of inzet van biomassa -wat in beide gevallen niet kon in de Jacob Geelbuurt- zijn de benodigde investeringen beperkter en is een rendabel project wel haalbaar, denken zij. Een wijk is misschien te kleinschalig daarvoor, mogelijk moet er op grotere schaal (buurten, regio's) worden gewerkt. Autarkie op wijkniveau is dan misschien te hoog gegrepen; energieneutraliteit ligt volgens de onderzoekers wel binnen handbereik omdat er in bestaande wijken op zich wel voldoende duurzame energie voorhanden is. Dit artikel gaat verder op de volgende pagina. Bestaande buurt -2- Uitwisselen van restenergie is nog ondergeschoven kind 7 juli 2009 AMSTERDAM (Energeia) - Op verzoek van het Rotterdam Climate Initiative is er eveneens gekeken hoe de CO2-uitstoot van een wijk of gebied kan worden teruggedrongen. Er is door onderzoekers van de TU Delft een soort systematiek ontwikkeld hoe zowel nieuwe als bestaande wijken klimaatneutraal kunnen worden opgeleverd. In die zogenaamde Reap-methode (Rotterdamse energieaanpak en -planning) is er juist een uitbreiding aan de Trias Energetica toegevoegd. Na de gebruikelijke stap 1 -reductie van de energievraag- volgt hierin 'hergebruik van reststtromen' als stap 2. Stap 3 wordt dan het toepassen van duurzame bronnen (de oorspronkelijk stap 2 uit de Trias), met als aanvulling 'en zorg dat afval voedsel is'. De oorspronkelijke stap 3 -de resterende, fossiele energiebehoefte zo schoon mogelijk oplossen- wordt dan stap 4, die het liefst overbodig wordt gemaakt. De Reap-methode: de nieuwe Trias Energetica voor energieneutraal bouwen Volgens de onderzoekers is het hard nodig om de rest- afvalstromen apart te benoemen, omdat het bestaan daarvan nog niet voldoende is doorgedrongen tot de bouwwereld. Een warmtepomp of zonnepaneel intekenen wil een architect nog wel, maar op de tekentafel wordt meestal niet gedacht aan de restwarmte van een nabijgelegen zwembad, de reststromen van een voedingsfabriek, of de restwarmte uit het eigen douchewater, die net zo goed kunnen worden ingezet om klimaatneutraliteit te bereiken. Opschalen waar nodig is ook hier het devies. Om niet op het niveau van losse woningen te blijven grutten, vinden de onderzoekers dat er dan ook bij renovatie of nieuwbouw op wijkniveau moet worden gekeken wat de mogelijkheden zijn voor energiebesparing, -opslag en -uitwisseling. Woningen kunnen worden verwarmd met de restwarmte die vrijkomt bij koeling van supermarkten en kantoren. Een kapitaalintensief project als een bio-vergister of geothemische centrale heeft ook pas zin op wijkniveau. En daarna kan weer worden gekeken naar de mogelijkheden op een hoger schaalniveau, zoals stad, streek of regio -voor bijvoorbeeld de aanleg van stadsverwarmingsnet op restwarmte van een elektriciteitscentrale. Zoek eerst naar oplossingen van energievraagstukken op kleine schaal en roep vervolgens 'hulp' in op hogere schaal, heet dat in Reap-taal. Bij bestaande woningen suggereren de onderzoekers de aanleg van groene daken, hergebruik van huishoudelijk afval, energiezuinige apparatuur, warmteterugwinning uit water, zonnecollectoren en turbines voor kleine clusters huizen. Hele, bestaande buurten lenen zich voor de inzet van afvalwarmte voor stadsverwarming en bio-WKK's. Nieuwbouwclusters kunnen zelfs autarkisch worden opgeleverd als er meteen wordt gedacht aan een combinatie van slimme, energie-efficiënte woningontwerpen met winning van restwarmte uit afval, een warmte/koude-opslag, zonne-collectoren, windturbines, en een bio-WKK. Daarnaast is ''cascaderen" mogelijk in nieuwbouw: toepassingsmogelijkheden voor restwarmte achter elkaar zetten, zodat de steeds lager wordende temperatuur wordt gebruikt waar nog kan. Waar het allemaal mee begint, is het goed in kaart brengen wat de energievraag is, dan eerst bezien hoe die vraag kan worden teruggedrongen en vervolgens kijken hoe de resterende energieaanvraag kan worden opgelost met het aanwezige aanbod. Dan is CO2-neutrale bouw in bestaand stedelijk gebouw mogelijk, zo menen de Reap-onderzoekers. Uit zowel het onderzoek van Cogen Projects als het Rotterdamse onderzoek komt naar voren dat de knel hem niet zozeer zit in de beschikbaarheid van (betaalbare) duurzame technologie. De 25 jonge 'onderzoekers' van het nieuwe Creative City Lab hebben dan ook de opdracht gekregen om zich niet te richten op technische oplossingen voor hun onderzoek. Zij gaan juist kijken naar de procesmatige kant: hoe krijg je bewoners zover dat ze hun energieverbruik willen aanpassen, hoe vind je nieuwe manieren om projecten gefinancieerd te krijgen? Over 5 maanden moeten ze met resultaten komen. Om zoveel mogelijk 'out of the box' te denken, zijn studenten van diverse pluimage bij elkaar gezet: van psycholoog, antropoloog en ontwerper tot natuurkundige, communicatiedeskundige en bouwkundige. "Een breekijzer voor duurzame innovatie", noemt voorzitter Ellen Mensink van het CCL-stichtingsbestuur dat. Hoogleraar Anke van Hal heeft wel vertrouwen in de toegevoegde waarde van de groep: "Mensen die samenwerken, die dat normaal niet gewend zijn: daar komen nieuwe oplossingen uit." Ilse Kleijne [email protected] Copyright©, Energeia, 2009