ASPECTEN VAN VOEDING BIJ HET ONTSTAAN VAN OVERGEWICHT Mw. M.F. van Wier, Body@Work, Onderzoekscentrum bewegen, arbeid en gezondheid, een gezamenlijk initiatief van het Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek (VUmc), TNO Arbeid en TNO Preventie en Gezondheid E-mail: [email protected] Overgewicht is het gevolg van een langdurig positieve energiebalans. Deze energiebalans is het evenwicht tussen de energie-inname en de som van energieverbruik en energieopslag. Energie-inname vindt plaats middels de energieleverende stoffen in de voeding: eiwit, koolhydraten, vet en alcohol. Te grote hoeveelheden van deze voedingsstoffen, met name van vet, verhogen de energie-inname. Mogelijk is ook het maaltijdenpatroon (‘gorging’ versus ‘grazing’) van invloed op de energiebalans. Een ongunstig voedingspatroon speelt dus een rol bij het ontstaan van overgewicht. Voedingsgedrag, wat, hoeveel en wanneer we eten, wordt door diverse determinanten beïnvloed. Er zijn fysiologische invloeden, de (sociale) omgeving is van belang en tenslotte spelen ook psychologische factoren mee. Het voedingsgedrag ontstaat door een samenspel van deze determinanten. Onderzoek naar de invloed van omgeving en psyche op voedingsgedrag en overgewicht is naar veel kanten uitgewaaierd. Een belangrijke voorspeller van eetgedrag is voedselvoorkeur; mensen eten wat ze lekker vinden. Voedselvoorkeur is ten dele aangeboren en wordt verder gevormd door (in de opvoeding) opgedane ervaringen. Opvoeding heeft daarnaast nog invloed op de ontwikkeling van eetgewoonten. Ander onderzoek heeft zich geconcentreerd op verschillen tussen mensen met- en mensen zonder overgewicht. Opvallend daarbij is dat lijngerichte eters, gekenmerkt door het vaak bezig zijn met het gewicht en afvallen, juist een grotere kans op overgewicht hebben. Verder lijken sommige mensen extra gevoelig te zijn voor externe voedselprikkels. ‘Gewichtsbewust eten’ is niet als één gedragskeuze te beïnvloeden. Het bestaat uit subgedrag zoals regelmatig eten, eten van magere producten, eten van groente, et cetera. In onderzoek blijken deze subgedragingen door verschillende gedragsdeterminanten te worden aangestuurd. Interventies moeten zich dan ook op de verschillende gedragingen richten. Helaas kunnen we het recept voor een geslaagde interventie nog niet geven. Nader onderzoek naar determinanten van voedingsgedrag, determinanten van blijvend gewichtsverlies, en strategieën om deze determinanten succesvol te beïnvloeden, is noodzakelijk.