Lesvoorbereidingsformulier Student HDGI 10 januari 2013 HOGER DIOCESAAN GODSDIENSTINSTITUUT GENT BIEZEKAPELSTRAAT 2 - 9000 GENT Naam Angelique Vlieghe Contactgegevens Watermolenstraat 14, 8500 Kortrijk; 056/37.43.96 ; [email protected] Stageschool Directeur Dhr. Jürgen François – 09/235.78.36 of 0476/46.00.98 – [email protected] Stageles Naam Pleinschool Leiekant, plein 14, 8500 Kortrijk Datum + Lesuur + Lokaal 18 april (5e lesuur), 22 april (1e lesuur) en 25 april (5e lesuur) in het multimedialokaal Naam mentor Martin Mestdag Lesonderwerp Wie is Jezus en wat is Zijn relatie met God? (les 1) Waartoe leidt de ontmoeting met Jezus in het Nieuwe Testament? (les 2) Waartoe leidt de ontmoeting met Jezus vandaag (les 3) Afdeling + richting ASO – werd nog niet meegedeeld door de mentor Leerjaar 3e leerjaar Aantal lln 20 Ev. groter geheel (leerproject, thema,…) waarin de les zich bevindt Jezus, de wegwijzer naar vrijheid Ev. handboek van de klas De klas werkt met Meander 3, maar daar wordt geen gebruik van gemaakt voor deze stagelessen. Beginsituatie Ev. onderwerp vorige les en/of gekende leerstof ~ relevantie voor deze les. De mentor heeft ervoor gezorgd dat de leerlingen nog niet eerder gewerkt hebben rond het gekozen terreindoel, waardoor ik een apart stukje les kan geven. Ev. voortaak Ik vind het belangrijk om leerlingen met de naam te kunnen aanspreken. Daarom werd er aan de mentor gevraagd om mij ofwel op voorhand een lijst te bezorgen met de plaatsverdeling in de klas ofwel de leerlingen op voorhand naamkaartjes te laten schrijven. relevante gegevens mbt klasgroep, individuele lln, accommodatie, … Klasgroep van 20 leerlingen. Voor de rest (nog) geen informatie doorgekregen van de mentor. Implementatie beginsituatie leerplan Algemeen: blz. 23-27 Vooraan bij elke studierichting Vooraan bij elk terrein Algemeen: De leerkracht kent in dit geval de leerlingen en de klas niet. Om meteen een zicht krijgen op de gelovige positie van de leerling, wordt de les ingeleid met de vraag ‘Welk beeld hebben christenen/anders-gelovigen/niet-gelovigen/ikzelf van Jezus? Bij het aanreiken van Bijbelteksten probeert de leerkracht de leerlingen open te stellen voor de tweede taal waarin de tekst geschreven is. De uitleg hiervan hebben de leerlingen gezien in Meander 2. In het klaslokaal RKG is een computer met beamer aanwezig en een groot krijtbord. Studierichting ASO: De jongeren in de tweede graad vormen een zeer heterogene groep, met zeer uiteenlopende waarden en interessesferen. Zij hebben een waardegevoeligheid die aansluit bij sommige evangelisch geïnspireerde waarden en zij zoeken in de lessen godsdienst steun voor hun levenswijze. Een lessenreeks waarbij verhalen besproken worden van mensen die vrij worden in het spoor van Jezus kan hen hierbij op weg helpen. Terrein ‘Jezelf worden’: Elke mens heeft het verlangen iemand te zijn. De leerlingen in de tweede graad bevinden zich in een belangrijke fase in de identiteitsvorming. Daarbij worstelen de leerlingen met nogal wat vragen daaromtrent. Jongeren groeien sterken en vlugger wanneer ze positief benaderd worden door hun omgeving, in dit geval de godsdienstles. Een lessenreeks rond personen die hun kunnen inspireren en de daarbijhorende persoonlijke reflectie door de leerlingen kunnen hen hierbij helpen Bronnen Deze bronnen gelden voor de volledige lessenreeks (= 3 lessen) Bijvoorbeeld: Handboek (handleiding + werkboek, bronnenboek,...) - Cursussen HDGI – Andere. - VAN BELLE D., Geloofsleer. Jezus, de gezalfde, HDGI Gent, 2012-2013 - AERTS L.,Geloofsleer: De God van de Schriften, HDGI Gent, 2011-2012 - RAES P., Geloof op zoek naar rede, HDGI Gent, 2011-2012 Bijlagen Bordplan – leerlingenbladeren – ingevulde oefeningbladeren Zie deel van de leerling, deel van de leraar en lesvoorbereiding Bordschema: zie pagina 7 tot en met 9 - MOTMANS L., CORRIETTE K,…., Handleiding Theo 3, Van In, Wommelgem, 2010, DVD RAES P., Geloof op zoek naar rede, HDGI Gent, 2011-2012 DEBLAERE P., MECHELMANS J. … , Handleiding Echo 5, Pelckmans, Kapellen, 2008 POLFLIET J., Sacramenten en liturgie: het verbond vieren – eucharistie en verzoening, HDGI Gent, 2011-2012 Meander 3 TER LINDEN N., Koning op een ezel, Amsterdam, Balans, 2006 LESONDERWERP: Jezus, de wegwijzer naar vrijheid LEERPLAN Noteer die terreindoelen die expliciet nagestreefd worden in je les. Uiteraard zijn ook basisdoelen en kerndoelen richtinggevend bij de belichting en uitdieping van je onderwerp. Terreindoelen: (respecteer de ‘leerlijn’: noteer enkel terreindoelen die behoren tot het jaar en de richting waarin je lesgeeft – noteer enkel terreindoelen waar je in deze les(senreeks) echt naartoe werkt - vermeld steeds de naam van de terreinen waaruit je het doel haalt en het nummer, bv. terrein tijd, doel 3, terrein verhalen: doel ) – wees realistisch in het aantal na te streven doelen). Terrein: Jezelf worden Doel 5: Verhalen bespreken van mensen die in Jezus’ spoor vrij worden vanuit de ervaring van Gods liefde. Basisdoel 3: Vanuit het inzicht van het plurale levensbeschouwelijke karakter van het menselijke spreken, denken en handelen, en in dialoog met het zinaanbod van het christelijk geloof in deze context zich rekenschap geven van het eigen levensbeschouwelijke profiel. Tweede graad, kerndoel 4: In het evangelie sleutels om te leven aanwijzen. LEVENSBESCHOUWELIJKE VAARDIGHEDEN (zet een kruisje bij de vaardigheid/vaardigheden waaraan je in deze lessenreeks werkt) Attent worden voor levensbeschouwelijke dimensie van de werkelijkheid Consequenties voor eigen handelen bevragen en vorm geven Luisterend omgaan met pluraliteit zinaanbod Eigen verhaal verbinden/confronteren met de rijkdom van het christelijk geloof Eigen positie motiveren tav levensbeschouwelijke vragen en ervaringen Eigen levensbeschouwelijke ervaringen en reflecties expliciteren LEVENSBESCHOUWELIJKE SPOREN / KNOOPPUNTEN Formuleer tot maximum 3 (bijbels)christelijke (en eventueel ook ruimer levensbeschouwelijke) onderzoeksvragen die je met lln wil uitdiepen en die aansluiting vinden bij een grondig verkende beginsituatie én bij de basisdoelen, kerndoelen en terreindoelen die je nastreeft.. (Hulpvragen om deze op het spoor te komen: wat maakt deze les tot een levensbeschouwelijke les? Wat maakt deze les tot een godsdienstles? In welk groter gelovig, religieus of godsdienstig geheel hoort deze les thuis? Welke linken met de bijbel en/of het christelijk geloof zie je? Welke levensbeschouwelijke tegenstellingen verwacht je in deze les(senreeks)? Welke levensbeschouwelijke vragen leven er in je klasgroep waardoor deze les(senreeks) kan aansluiten bij de leefwereld van de lln?, …) Formulering van drie levensbeschouwelijke knooppunten die in de lessenreeks (3 lessen) aan bod zullen komen (het spanningselement is cursief aangegeven): Hoe zie jij de verhouding tussen de goddelijkheid van Jezus als Zoon van God en de menselijkheid van Jezus? Leidt de ontmoeting met Jezus doorheen het lezen van de Bijbel tot inspiratie tot ommekeer of tot ongeloof? Zien jongeren de biecht als vergeving van de zonden of zonde van de tijd? Formulering van de onderzoeksvraag die in de eerste les uit de lessenreeks zal behandeld worden: Wie is Jezus en wat is Zijn relatie tot God? Formulering van de onderzoeksvraag die in de tweede les uit de lessenreeks zal behandeld worden: Waartoe leidt de ontmoeting met Jezus in het Nieuwe Testament? Formulering van de onderzoeksvraag die in de derde les uit de lessenreeks zal behandeld worden: Waartoe leidt de ontmoeting met Jezus vandaag? Streef bij de voorbereiding coherentie na tussen de 4 kolommen van dit formulier. (les 1) LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE TIJD (formuleer met operationele werkwoorden – vermijd technische doelen, voorzie gerichtheid op inhoud - kijk na of deze doelen na een lesfase gerealiseerd kunnen zijn) Bv. de voorziene antwoorden bij een OLG, korte inhoud van een doceermoment, verwijzing naar handboek voor een opdracht-oplossing (in bijlage toe te voegen!!), enz.. Zorg voor afwisseling – benoem vooraf de werkvorm vooraleer je hem stap-na-stap uitschrijft - bereid de vragen van het OLG in deze kolom voor, de (richting van de) antwoorden komt (meestal) bij ‘leerinhoud’. Smaakmaker: geen lesdoelen / Brainstorm: Leerkracht projecteert de vers Joh 14,6 en vraagt waar de leerlingen spontaan aan denken. Dit kunnen verhalen zijn, meningen, ervaringen,… 5’ De leerlingen kunnen de relatie van Jezus tot God in eigen woorden uitleggen. Jezus werd, nadat Hij door Judas werd verraden, veroordeeld door het volk. Hij zou gekruisigd worden op de berg Golgota. Alleen de meest zware criminelen werden veroordeeld tot het kruis. Maar Jezus dus ook. Naast Jezus, waren nog twee andere gekruisigden. Het fragment speelt zich af wanneer Jezus nog levend aan het kruis hangt. Leerkracht situeert kort het te lezen fragment (Mc 15,29-32), eventueel ook bijhorende afbeelding projecteren. 2’ Klassikale opdracht: De tekst wordt gelezen en nadien volgende vragen besproken: Wat valt je op? Waar heb je vragen bij? 13’ - Eventueel kan hier gewezen worden op de symboliek van de tempel die op 3 dagen heropgebouwd zal worden. Voor de rest komen hier persoonlijke antwoorden van de leerlingen aan bod. Een leugenaar, een godslasteraar Een man die met een speciale zending gezonden is door God, een profeet, de Zoon van God, God die afgedaald is in een mens. - Welk beeld hebben de tegenstanders van Jezus? Welk beeld hebben christenen van Jezus? Leerkracht vraagt hier of de leerlingen akkoord gaan. Waarom wel/niet? Smaakmaker: geen lesdoelen / De leerlingen kunnen de relatie van Jezus tot God in eigen woorden uitleggen. De leerlingen kunnen uitleggen welke gevolgen / ommekeer mensen vandaag kunnen geven aan hun leven bij het horen/lezen over Jezus. - Welk beeld hebben anders- of niet-gelovigen van Jezus? (zie achtergrondinfo 3 bij hoofdstuk 1) Persoonlijk antwoord van de leerling Mogelijke antwoorden zijn mogelijk: zorg dragen voor anderen, zoals Jezus anderen meeneemt in het gebed, God niet begrijpen is normaal, laat God ons de weg wijzen, … Persoonlijk antwoord van de leerling Demonstratie: de leerkracht geeft instructies. Een leerling zegt het Onze Vader op. De andere leerlingen steken hun hand op vanaf het moment ze het gebed niet meer begrijpen. 3’ Klassikale opdracht: De tekst van Nico Ter linden met uitleg over het gebed wordt gelezen en daarna worden volgende vragen klassikaal opgelost. Wat valt je op? Waar heb je vragen bij? Wat leert Jezus ons over hoe we moeten leven in het Onze Vader? 15’ - Hoe zou het Onze Vader tot een ommekeer in het leven van mensen kunnen leiden? De leerlingen kunnen de relatie van Jezus tot God in eigen woorden uitleggen. Jezus leerde ons doorheen Zijn gebed Hem te volgen in zijn relatie tot de Vader. Mensen kunnen uit vrije wil beslissen om Jezus te ontmoeten en zo te ervaren dat God is afgedaald om zich aan ons te openbaren. God heeft ons zijn Zoon gegeven opdat we allemaal kinderen van God zouden kunnen worden (bv. ons laten dopen) Doceren: kindschap van God 2’ De leerlingen kunnen de relatie van Jezus tot God in eigen woorden uitleggen. = : samen tot het einde, biedt troost en steun, laten zich door niemand tegenhouden ≠ : biologische vader heeft beperkte mogelijkheden om te helpen (Ook hier kunnen de leerlingen andere correcte antwoorden aanbrengen) Illustratief demonstreren: leerkracht toont een filmfragment (5’) en de leerlingen vergelijken God als vader met een biologisch vader. 10’ De leerlingen krijgen als taak mee om de laatste vraag op pagina 5 (Wat betekent de zin ‘Je tilt me op tot meer dan ik kan zijn’) op te lossen. Daarmee wordt de volgende les gestart. Streef bij de voorbereiding coherentie na tussen de 4 kolommen van dit formulier. (les 2) LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE TIJD (formuleer met operationele werkwoorden – vermijd technische doelen, voorzie gerichtheid op inhoud - kijk na of deze doelen na een lesfase gerealiseerd kun. zijn) Bv. de voorziene antwoorden bij een OLG, korte inhoud van een doceermoment, verwijzing naar handboek voor een opdracht-oplossing (in bijlage toe te voegen!!), enz.. Zorg voor afwisseling – benoem vooraf de werkvorm vooraleer je hem stap-na-stap uitschrijft - bereid de vragen van het OLG in deze kolom voor, de (richting van de) antwoorden komt (meestal) bij ‘leerinhoud’. Integratieprincipe met vorige les Het kan slaan op Jezus (de Zoon) die door de onvoorwaardelijke steun van God (Vader), tot meer in staat is dan om het even welke andere mens. Denk aan de opoffering voor de mensen aan het kruis. Het kan ook slaan op de menselijkheid van Jezus die een unieke inspiratiebron is voor de mensen (vroeger en nu). Zowel de goddelijkheid en de menselijkheid van Jezus zijn van onmisbaar belang voor zijn persoon. Klasgesprek: Wat betekent ‘Je tilt me op tot meer dan ik kan zijn?’ Hermeneutisch knooppunt: Hoe zie jij de verhouding tussen de goddelijkheid van Jezus als Zoon van God en de menselijkheid van Jezus? 7’ Bijbelvierkant: leerkracht legt kort de bedoeling uit van deze werkvorm Leerkracht leest het gedicht voor en geeft kort woordje uitleg over de auteur. Leerlingen tekenen het gedicht uit De Bijbeltekst wordt online voorgelezen en de leerkracht geeft kort een woordje uitleg bij de symbolische boodschap 2’ 3’ Beide teksten worden met elkaar vergeleken. 10’ Leerkracht vraagt tot welke nieuwe inzichten de leerlingen gekomen zijn. 5’ Bijbeltekst Lc 7,11-17 in stukjes: leerkracht leest de Bijbeltekst voor in stukjes en stelt verschillende vragen (zie deel van de leraar p. 14-15) Leerkracht wijst vooral op het effect dat Jezus heeft bij de omstaanders!!! 8’ Als tussentijdse evaluatie kan volgend knooppunt gebruikt worden: Leidt de ontmoeting met Jezus doorheen het lezen van de Bijbel tot inspiratie voor ommekeer of tot ongeloof? 5’ De leerlingen kunnen de relatie van Jezus tot God in eigen woorden uitleggen. De leerlingen hebben oog voor de tweede taal in besproken Bijbelteksten. De leerlingen kunnen uitleggen welke gevolgen/ ommekeer mensen vroeger en vandaag kunnen geven aan hun leven bij het horen/lezen over Jezus. De leerlingen hebben oog voor de tweede taal in besproken Bijbelteksten. De leerlingen kunnen uitleggen welke gevolgen/ ommekeer mensen vroeger en vandaag kunnen geven aan hun leven bij het horen/lezen over Jezus. - Auteur: schrijft religieuze gedichten. De afwezigheid van God vinden we sterk terug in de gedichten. Afwezig betekent niet dat Hij niet bestaat. - Zie achtergrondinfo 2 hoofdstuk 2 Verschillende antwoorden zijn mogelijk (zie ook deel van de leraar) - Persoonlijke antwoorden van de leerlingen 5’ 5’ Streef bij de voorbereiding coherentie na tussen de 4 kolommen van dit formulier. (les 3) LESDOELEN LEERINHOUD (formuleer met operationele werkwoorden – vermijd technische doelen, voorzie gerichtheid op inhoud - kijk na of deze doelen na een lesfase gerealiseerd kun. zijn) Smaakmaker De leerlingen kunnen minstens twee voorbeelden bespreken (wat doen ze? Waarom? Inspiratie? Gevolg voor zichzelf en anderen?) van mensen die vrij werden in het spoor van Jezus vanuit de ervaring van Gods liefde. Bv. de voorziene antwoorden bij een OLG, korte inhoud van een doceermoment, verwijzing naar handboek voor een opdracht-oplossing (in bijlage toe te voegen!!), enz.. - - Kledij of juwelen, gedrag bv. solidariteitsorganisatie, gedoopt zijn, … Leven in het spoor van Jezus Christus Als hij/zij gezondigd heeft (persoonlijk voel je dat als gelovige) 1 goeie relatie met God, zich verzoenen met God 2 Vrij voelen, verder kunnen gaan met je leven Niet eerlijk durven zijn, niet alles durven zeggen,… De leerlingen kunnen een gegeven (Bijbel)tekst op hun eigen leven leggen en verwoorden wat dat al dan niet met hen doet en kan doen met andere mensen. Smaakmaker De leerlingen kunnen minstens twee voorbeelden bespreken (wat doen ze? Waarom? Inspiratie? Gevolg voor zichzelf en anderen?) van mensen die vrij werden in het spoor van Jezus vanuit de ervaring van Gods liefde. WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE Brainstorm: Leerkracht vraagt aan de leerlingen hoe je christenen vandaag kunt herkennen. Uiteindelijk is het de bedoeling dat het ontvangen van de sacramenten ter sprake komt. 5’ Illustratief demonstreren: De leerkracht toont het videofragment (3’30) en geeft vooraf de opdracht om antwoorden te zoeken op volgende vragen: Wanneer gaat iemand naar de biecht? Geef twee redenen waarom gelovigen biechten? (Hier stuurt de leerkracht de leerlingen naar vrijheid) Geef 1 mogelijk probleem tijdens het biechtgesprek? 10’ Klasgesprek: leerkracht vraagt wie ervaringen heeft/kent met/over biechten en welke gevoelens dat nadien gaf. Hermeneutisch knooppunt: Zien jongeren de biecht als vergeving van de zonden of zonde van de tijd? Poverello is een christelijke organisatie die mensen in armoede in eerste instantie zeer goedkoop voedsel (1 euro voor een warme maaltijd) aanbiedt. Ook warme en propere kledij is er beschikbaar en ze helpen ook met administratieve problemen voor kansarmen. In Brussel is er ook plaats om te overnachten. - Het evangelie van Jezus (bv. partij kiezen voor de zwakken), niet door woorden, maar door daden. Dat iedere mens geluk mag ervaren + dat de welbedeelden mogen ervaren dat de mens in nood helpen meer voldoening geeft dan materiële welvaart. TIJD Zorg voor afwisseling – benoem vooraf de werkvorm vooraleer je hem stap-na-stap uitschrijft - bereid de vragen van het OLG in deze kolom voor, de (richting van de) antwoorden komt (meestal) bij ‘leerinhoud’. 5’ Inleidend onderwijsleergesprek: leerkracht vraagt om iemand weet wat Poverello is in Kortrijk. Wat ze doen. Waar ze ergens in Kortrijk zitten? Toegankelijkheid? … 5’ Klassikale opdracht: de tekst wordt voorgelezen en nadien worden de onderstaande vragen klassikaal opgelost: Wie of wat inspireerde Jan? 8’ - Wat wilde Jan bereiken door het opzetten van deze organisatie? De leerlingen kunnen een gegeven (Bijbel)tekst op hun eigen leven leggen en verwoorden wat dat al dan niet met hen doet en kan doen met andere mensen. Klasgesprek: Wat greep mij aan? Wat wil ik hierover onthouden? Leerkracht kan hier (indien nodig) vragen of de leerlingen akkoord gaan met de zin ‘Het ware geluk bestaat erin het beste van zichzelf te geven aan zijn broeders in plaats van alle schatten van de wereld te bezitten’. 7’ De leerlingen kunnen minstens twee voorbeelden bespreken (wat doen ze? Waarom? Inspiratie? Gevolg voor zichzelf en anderen?) van mensen die vrij werden in het spoor van Jezus vanuit de ervaring van Gods liefde. Individuele opdracht: leerkracht leest het stukje tekst over Franciscus en de melaatse voor en de leerlingen lossen individueel bijhorende vragen op: Wat is het onvervulde verlangen van Franciscus? 7’ - Meerdere antwoorden zijn mogelijk: bijvoorbeeld: jezelf niet voldoende mens voelen, omdat je de medemens niet helpt of eenzaamheid,… Om God te vinden, om zichzelf goed of vrij te voelen,… In het spoor van Jezus leven doet mensen vrij worden. - Waarom probeert Franciscus in te gaan op dat verlangen? Leerkracht vraagt welk gemeenschappelijk effect alle besproken personen ervaren door in het spoor van Jezus te leven. 3’ Leerkracht vraagt om voorbeelden van mensen die in het spoor leefden/leven van Jezus en op deze manier zich vrij voelden? Bij tijd over Bordschema: les 1 Agenda: Wie is Jezus en wat is Zijn relatie tot God? Een voorbeeld kruis profeet ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’ (Joh 14,6) … Hoofdstuk 1: (p. 1) 1.1 Inleiding Welk beeld hebben tegenstaanders van Jezus? Een leugenaar, een godslasteraar Welk beeld hebben christenen van Jezus? Een man die met een speciale zending gezonden is door God, een profeet, Zoon van God, God die afgedaald is in een mens,… Welk beeld hebben anders-gelovigen of niet-gelovigen van Jezus? Jodendom: geen profeet, geen messias Islam: profeet met als ware naam ‘Isa’ (nog voor Mohammed) Vrijzinnig atheïsme: onzin wat over Hem verteld wordt. 1.2 God als Vader, Jezus als Zoon Het Onze Vader: Wat leert Jezus ons in deze versie van het Onze Vader? (Meerdere antwoorden zijn mogelijk: zorg dragen voor anderen, zoals Jezus anderen meeneemt in het gebed, God niet begrijpen is normaal, laat God ons de weg wijzen, … Hoe zou het Onze Vader van Jezus tot een ommekeer in het leven van mensen kunnen leiden? Persoonlijke antwoorden van de leerling 1.3 Het kindschap van God: vergelijking God als vader met biologische vader Gelijkenissen Verschillen samen tot het einde, biedt troost en steun, laten zich door niemand tegenhouden biologische vader heeft beperkte mogelijkheden om te helpen <-> voor God als Vader is niks onmogelijk Besluit: God is er voor zijn kinderen als een vader, niet biologisch, maar als een almachtig mysterie Bordschema: les 2 Agenda: Waartoe leidt de ontmoeting met Jezus in het Nieuwe Testament? ‘Je tilt me op tot meer dan ik kan zijn’ Goddelijkheid van Jezus EN Betekenis: Persoonlijke antwoorden van de leerlingen Menselijke Jezus als voorbeeld voor elke mens Hoofdstuk 2: (p 6) Oefening 1: (Andere antwoorden zijn mogelijk) Verschillen Vertrekpunt in geloof. Maria is gelovig, terwijl Juarroz zoekend is. - Maria ziet een verschijning van God; Juarroz wil God zien. - Maria: niets is onmogelijk - Schrik van Godsgeloof voor God, terwijl God Juarroz niet kan bereiken. Besluit: - je kunt het geloof pas begrijpen als je gelooft - Geloof kan beangstigend zijn - Gelijkenissen Beide zitten in een onmogelijke situatie - Oefening 2: zie projectiescherm Stelling: Leidt de ontmoeting met Jezus doorheen het lezen van de Bijbel tot inspiratie voor ommekeer of tot ongeloof? (Hier komen persoonlijke antwoorden van de leerlingen aan bod als hulpmiddel tijdens de klasdiscussie of klasgesprek) Bordschema: les 3 Agenda: Waartoe leidt de ontmoeting met Jezus vandaag? Hoe herken je christenen vandaag?: -> verschillende antwoorden zijn correct 2.2 : (p. 9) Voorbeeld 1: Biecht op wereldjongerendagen (2011) Wanneer gaat iemand naar de biecht? Als hij/zij gezondigd heeft. Geef twee redenen waarom gelovigen biechten? 1) zich verzoenen met God, goede relatie met God 2) zich vrij voelen, verder kunnen met je leven Geef 1 mogelijk probleem tijdens het biechtgesprek? Niet volledig eerlijk durven zijn, bijvoorbeeld niet alles durven vertellen Klasdiscussie: Zien jongeren de biecht als vergeving van de zonden of zonde van de tijd? Persoonlijke argumenten uit de klas Voorbeeld 2: Poverello Wie of wat inspireerde Jan? Het evangelie van Jezus (bv. partij kiezen voor de zwakken Wat wilde Jan bereiken door het opzetten van deze organisatie? Dat iedere mens geluk mag ervaren + dat de welbedeelden mogen ervaren dat de mens in nood helpen meer voldoening geeft dan materiële welvaart. Voorbeeld 3: Franciscus en de melaatse WORDEN VRIJ IN SPOOR VAN JEZUS Wat is het onvervulde verlangen van Franciscus? jezelf niet voldoende mens voelen, omdat je de medemens niet helpt of eenzaamheid,… (meerdere antwoorden zijn mogelijk) Waarom probeert Franciscus in te gaan op dat verlangen? Om God te vinden, om zichzelf goed of vrij te voelen,…