Kolonisten kunnen hun gang gaan tegen Palestijnen De Brug / juni-juli 2012 Het leger staat erbij 20 Asira al-Qibliya is een Palestijns dorp op de Westelijke Jordaanoever, 14 kilometer ten zuiden van Nabloes. Al bijna vijf jaar wordt het dorp geteisterd door gewelddadig optreden van kolonisten van de nabijgelegen nederzetting Yitzhar. Zelden was daar aandacht voor in de Israelische pers of werd er iemand van de kolonisten gearresteerd. Nu is dat eventjes anders. Op 19 mei werd een Palestijnse jongen van 24 jaar in het hoofd geschoten. De Israelische mensenrechtenorganisatie B’Tselem heeft dat incident gefilmd. Je ziet kolonisten schieten en Israelische soldaten die er bij staan en niets doen om het te voorkomen of te stoppen. Grote verontwaardiging in Israel. Terecht. Maar Dana Golan van Breaking the Silence legt op haar +972blog uit dat dit het gewone gedrag is van Israelische militairen als kolonisten Palestijnen aanvallen. Dana Golan Op zaterdag 19 mei legde een videocamera van B’Tselem vast hoe kolonisten geweld gebruikten tegen Palestijnen. Het begon met het gooien van stenen naar Palestijnen bij het dorp Asira al-Qibliya, dichtbij Nabloes, en eindigde met vier schoten afgevuurd door de kolonisten en een gewonde Palestijnse jongen. Als je de video ziet, is het duidelijk dat de Israelische soldaten die er bij staan niets doen om de kolonisten tegen te houden. Daar zou je je over kunnen verbazen, maar als je op de hoogte bent van de werkelijkheid in de Bezette Gebieden weet je dat het maar één voorbeeld is van het bestaande paradigma dat de basis vormt van al het optreden van het Israelische leger daar: Wij zijn hier niet om de Palestijnen te beschermen. Niet als de kolonisten olijfbomen afbranden of stenen naar ze gooien. En zelfs niet als kolonisten op ze schieten. Het meest extreem was dit het geval bij het bloedbad in de graftombe van de Aartsvaders in Hebron in 1994. Toen Baroech Goldstein, een kolonist van de nederzetting Kiryat Arba. de graftombe binnenging waren er geen camera’s of soldaten aanwezig om te registreren wat er gebeurde. Maar ook als dat wel het geval was geweest hadden die soldaten hoogstwaarschijnlijk niets gedaan om hem te stoppen. Uit het rapport van de Commissie-Shamgar dat onderzoek heeft gedaan naar deze gebeurtenis blijkt dat het de grenspolitie die daar toen de verantwoordelijkheid had verboden was te schieten op een joodse kolonist. Wapens of middelen om groepen mensen te verspreiden mochten niet worden gebruikt tegen enige joodse kolonist in Hebron, zelfs niet als deze het leven van militairen of Palestijnen in gevaar zou brengen. Als een jood de vrede verstoorde moesten de militairen dekking zoeken om niet gewond te raken en wachten tot het wapen van de kolonist ketst of zijn magazijn leeg is en hem dan met andere middelen proberen te overmeesteren. Baroech Goldsteins wapen ketste toen hij 29 Palestijnen had vermoord en tientallen meer gewond. Na het rapport van de CommissieShamgar werden de regels gewijzigd. Het bevel om te wachten tot een wapen ketst werd vervangen door de aanwijzing de schutter of de gevaarlijke persoon met andere middelen er toe te brengen daar mee op te houden, of te proberen hem onmiddellijk te overmeesteren met gebruik van redelijk geweld. Als de schutter niet wordt afgeschrikt door het verzoek van de soldaten met schieten te stoppen, zouden zij zoiets als een procedure om een verdachte aan te houden moeten uitvoeren: schoten in de lucht, schoten op de benen, en alleen als dat niet helpt schoten om het gevaar te neutraliseren. Maar zo is het alleen maar op papier. In de werkelijkheid krijgt de soldaat ter plekke mondelinge bevelen die inhouden dat hij niets moet doen als Israeli’s op Palestijnen schieten en hoogstens, als het nog niet zo ver is gekomen, proberen als buffer optreden. De soldaten zijn zeer goed getraind als het gaat om Palestijnse aanvallen, maar niet als een Palestijn het slachtoffer is van geweld van kolonisten. Je schiet immers niet op degenen die je geacht wordt te beschermen. Daarom kan ik de verbazing in Israel over de recente video niet begrijpen. Misschien komt dat omdat ik zelf als dienstplichtige in Hebron was gelegerd en omdat ik zoveel getuigenverklaringen van soldaten heb gehoord over geweld van kolonisten tegenover Palestijnen. Maar na 45 jaar bezetting zou elke Israeli toch moeten weten wat er in zijn achtertuin gebeurt. Het is het gevolg van een voortdurende discriminatie en het afdwingen van twee gescheiden rechtssystemen. Niet de soldaten die er bij staan en niets doen zouden het voorwerp van onze minachting moeten zijn. Wij zijn het zelf, de Israelische burgers die thuis zitten, die ze daar steeds maar weer naar toe sturen om een discriminerende bezetting af te dwingen. Wij zouden in de spiegel moeten kijken en ons afvragen hoe we dit steeds weer laten gebeuren. Reserveluitenant Dana Golan werkt voor Breaking the Silence en was in 2001 als dienstplichtige in dienst bij de Grenspolitie in Hebron. Bron: www.+972.il