Een systeem dat aan apartheid doet denken John Dugard Sinds kort rijden er in de bezette Palestijnse Gebieden bussen die joodse kolonisten en Palestijnen gescheiden naar Israel brengen. In reactie op deze maatregel kwam het Israelische dagblad Haaretz in een hoofdartikel tot het volgende oordeel: ‘Het besluit Palestijnen en joden gescheiden te vervoeren, is het zoveelste overblijfsel van een apartheidsconcept.’ Dit laatste was ook al van toepassing zonder deze busmaatregel. Een fact finding-mission van de Verenigde Naties heeft enige tijd geleden een belangrijk rapport uitgebracht over het Israelische nederzettingenbeleid. Het bevestigt wat menigeen al lange tijd constateert: dat het nederzettingenbeleid zich niet onderscheidt van de apartheid zoals deze in Zuid-Afrika bestond. onderdrukking en verdrijving De fact finding-mission had niet als opdracht een uitspraak te doen over de onwettigheid van de joodse nederzettingen, aangezien hierover duidelijkheid bestaat. De nederzettingen zijn in strijd met de Vierde Conventie van GenÄ—ve, gelden volgens het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof als misdaden en worden door het Internationaal Gerechtshof eenstemmig als schending van het volkenrecht gekwalificeerd. De opdracht bestond er veeleer uit te onderzoeken welke gevolgen de nederzettingen hebben op de civiele, politieke, economische, sociale en culturele rechten van de Palestijnse bevolking in de in 1967 bezette gebieden. Evenmin behandelt het rapport de militaire bezetting van de Westelijke Jordaanoever. Het beperkt zich tot het onderzoeken van de effecten van het nederzettingensysteem. De conclusie dat Israel op de Westelijke Jordaanoever, inclusief in Oost-Jeruzalem, een vorm van apartheid bedrijft, is alleen gebaseerd op de structuur van de nederzettingen. De drie wezenskenmerken van Zuid-Afrikaanse apartheid waren: institutionele discriminatie, onderdrukking en territoriale verdrijving. Het verslag van de factfinding mission komt tot de slotsom dat het nederzettingenstelsel zich kenmerkt door deze drie wezenskenmerken. Als stafchef gaf Moshe Ya'alon opdracht tot meerdere grote militaire operaties in de Strook van Gaza. Deze gevechtshandelingen deden niet onder voor Operation Defensive Shield [in 2002 op de Westelijke Jordaanoever; red.] en betroffen invallen in Zeitoun, de buitenwijk van Gaza-Stad, in Rafah, Beit Hanoun, het vluchtelingenkamp in Jabalia en Khan Younis. Het verklaarde doel van deze invallen: het vernietigen van Palestijnse huizen en bezittingen. Bij deze operaties vonden honderden Palestijnen de dood. ingeperkte bewegingsvrijheid De VN-commissie stelt in de eerste plaats met betrekking tot discriminatie vast, dat er in de bezette Palestijnse Gebieden twee rechtssystemen bestaan: één voor kolonisten en één voor Palestijnen. Verder wordt naar voren gebracht dat kolonisten een ‘ten opzichte van Palestijnen een bevoorrechte juridische status’ genieten en dat ‘in de bezette gebieden een speciaal regime geldt’, dat ‘voor Palestijnen in de bezette gebieden een veelheid aan dagelijkse mensenrechtenschendingen tot gevolg heeft, waaronder de onbetwistbare schending van het recht op gelijke behandeling, op gelijkheid voor de wet en op gelijke bescherming door de wet’. De commissie stelt in de tweede plaats vast dat de Palestijnen veelvuldig blootstaan aan repressieve maatregelen door het Israelische leger en de joodse kolonisten. De bewegingsvrijheid van de Palestijnen is beperkt (wat aan het apartheidssysteem met zijn pasjeswet herinnert), net als hun vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vereniging, waarbij het ‘er hoofdzakelijk om gaat om een voor de Israelische [joodse] kolonisten soepele gang van zaken te waarborgen’, zoals het rapport het omschrijft. Bovendien plegen de kolonisten geweld tegen Palestijnen, en vernielen zij hun eigendommen: huizen, scholen en landbouwgrond. Zij worden daarbij niet door het Israelische leger tegengehouden. Ondanks zijn achtergrond beschouwt Ya’alon de Kwestie Palestina niet als Israels voornaamste probleem, tenminste niet volgens de lijst van prioriteiten die hij op zijn Facebook-pagina heeft gepubliceerd. Bovenaan die lijst staat Irans nucleaire programma. Volgens onbevestigde maar hardnekkige geruchten zou Ya'alon tot het kamp behoren dat liever de Verenigde Staten het voortouw ziet nemen bij een militaire operatie tegen Irans nucleaire programma. Het rapport komt tot de slotsom dat aan het geweld ‘institutionele discriminatie jegens de Palestijnse bevolking’ ten grondslag ligt. De waarnemers zijn van mening dat geweld en intimidatie jegens Palestijnen en hun eigendom tot doel hebben de lokale bevolking van hun land te verdrijven om zo de uitbreiding van de joodse nederzettingen mogelijk te maken. In de derde plaats beschrijft het rapport een systeem van huisvernielingen, ontruimingen, gedwongen verhuizingen, verdrijving en onteigening. Allemaal in het belang van de joodse nederzettingen. De waarnemers passen niet het begrip apartheid toe om het systeem te kenschetsen. Dat zij het door de aanwezigheid van 520.000 joodse kolonisten in zo’n 250 joodse nederzettingen/outposts opgebouwde systeem - die tot de inbeslagname van ongeveer 40 procent van de Westelijke Jordaanoever heeft geleidt - als gelijkend op apartheid beoordelen, wordt uit de volgende conclusie duidelijk: ‘De nederzettingen zijn gebouwd voor het exclusieve gebruik door Israelische joden. Nederzettingen worden door een systeem van complete afscheiding tussen kolonisten en de overige bevolking in de Palestijnse bezette gebieden in stand gehouden en uitgebreid. Het afscheidingssysteem wordt door streng militaire toezicht en strafvervolging met afbreuk van de rechten van de Palestijnse bevolking doorgezet en mogelijk gemaakt.’ De rol van Europa Beter laat de apartheid zoals deze in Zuid-Afrika bestond, zich niet beschrijven. Voor Zuid-Afrikanen die onder de apartheid geleefd hebben, komt dit niet als een verrassing. De meeste Zuid-Afrikanen die de Westelijke Jordaanoever bezoeken, springt de gelijkenis in het oog tussen het repressiesysteem dat de joodse kolonisten bevoorrecht, en de apartheid die zij in Zuid-Afrika meegemaakt hebben. Europa had het voortouw bij de campagne tegen de apartheid in Zuid-Afrika. Zullen de politieke kopstukken in Europa de moed hebben openlijk te verkondigen dat Israel in de bezette Palestijnse gebieden apartheid in de praktijk brengt? Zullen zij daar stappen tegen ondernemen? uit: Neue Zürcher Zeitung van 16 mei 2013 John Dugard is emeritus hoogleraar volkenrecht aan de Universiteit Leiden; hij was speciaal rapporteur voor de Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties in de Palestijnse Gebieden en hoogleraar Mensenrechten aan de Universiteit van Pretoria (Zuid-Afrika) vertaling: Adri Bon uit: Soemoed – jaargang 41 nummer 5 (september-oktober 2013)