De memen van Dawkins Toen Copernicus in 1530 verklaarde dat de zon zich in het middelpunt van het universum bevond, drong het tot de mensen door dat het universum misschien niet louter en alleen voor hun plezier was geschapen. Toen Darwin in 1859 On the Origin of Species publiceerde, moesten we accepteren dat de dominantie van de mens over de natuur misschien niet zijn geboorterecht was. De ontdekking van het DNA in 1953, door Francis Crick en James Watson, gaf aan dat zeifs onze lichamen niet voor ons eigen genoegen waren geschapen, maar eerder voor dat van onze genen. En in The Selfish Gene (De zelfzuchtige genen) uit 1976 voegde de evolutiebioloog Richard Dawkins daaraan de ultieme belediging toe: zelfs de inhoud van onze hersenen is er niet om ons te dienen. Dawkins keek niet naar de manier waarop we onze ideeen ontwikkelden en overdroegen, maar veronderstelde dat ideeen zich op eigen kracht verspreiden via darwiniaanse principes. Dawkins ; Dawkins is hoogleraar in het maatschappelijke begrip van de wetenschap aan de universiteit van Oxford. Hij werd in 1941 in Kenia geboren, waar zijn vader tijdens de Tweede Wereldoorlog was gelegerd. Het gezin keerde terug naar Engeland toen Dawkins negen jaar oud was. In 1959 vertrok hi] naar Oxford om er zoologie te gaan studeren. Eerder in de jaren vijftig hadden Crick en Watson de dubbele helix ontdekt, de structuur van DNA, en begonnen mi-crobiologen de beschrijving van de natuur over te nemen van zoo-logen en natuuronderzoekers. Dawkins ontwikkelde zich van zooloog tot evolutiebioloog, maar hij nam het gereedschap van de zooloog - de bestudering van gedrag dat op samenwerking en competitie is gericht - met zich mee en paste dat toe op het onderzoeksobject van de microbiologie: de genen. In een reeks scherpzinnige boeken, waarvan The Selfish Gene http://www.world-of-dawkins.com/Dawkins/Work/Books/selfish.htm het eerste was, bracht Dawkins het natuurlijke verloop in kaart van wat hij 'de rivier die uit Eden stroomt ' noemt - de stroom informatie die in de loop der tijden is doorgegeven via de genomen van alles wat leeft. Dawkins was een aanhanger van de opvattingen van George Williams en Robert Travers uit de Verenigde Staten en William Hamilton en John Maynard Smith uit Groot-Brittannie. Deze wetenschappers kwamen tot het inzicht dat de kracht van natuurlijke selectie - het idee dat de kenmerken die zich het best aan hun omgeving weten aan te passen de kenmerken zijn die voortbestaan en zich verder verspreiden ,en niet werkt op het niveau van de soorten, of zelfs maar op dat van individuen binnen een soort, maar op dat van het gen. "Selfish gene" theorie Zelfzuchtige genen Dawkins beschouwt biologisch organismen als voertuigen voor de genen. Vehikels voor de genen om zichzelf te kopi챘ren en door te geven. Genen doen dat door het gedrag van het organisme waarin ze huizen zo te sturen dat dit het aantal kopijen van henzelf zal vergroten. Gedrag wordt dus m.a.w. genetisch bepaald. Maar ook : 'the survival of the fittest' situeert zich niet op het vlak van het organisme, maar op dat van de genen, van de zelfzuchtige genen altruisme Maar dan stelt zich ook de vraag hoe je biologisch hulpgedrag moet begrijpen ? En dan geven biologen graag het voorbeeld van mieren die de eieren van hun koningin verdedigen. De evolutie is een blinde horlogemaker... Nog een andere opvatting van Dawkins : doelgerichtheid is op het vlak van de evolutie ook al een illusie. Of : er is geen Groot Ontwerp of God die de evolutie stuurt naar een voorbestemd eindpunt. Alruisme De redenering achter de selfish gene theorie is als volgt. Stel dat een soort de belangen van elk van zijn leden zou willen bevorderen, bijvoorbeeld door een gezamenlijke voedselvoorraad aan te leggen om alle soortgenoten door de winter te helpen. Het zou dan in het belang van elk individu van die soort zijn om het verbond te verbreken door zoveel mogelijk voedsel naar binnen te werken en zijn soortgenoten ervoor te laten opdraaien om het bijeen te brengen. Mensen houden er hun eigen opvattingen over samenwerking en collectieve belangen op na, ook al is hun altruisme vaak niet meer dan verlicht eigenbelang en angst voor straf Maar eenvoudiger wezens, waarvan het eigenbelang niet tot zoiets verfijnds als verlichting heeft geleid, beschikken niet over dergelijke gevoelens. Een soort als geheel is niet in staat om collectief in het algemeen belang te handelen, omdat dat doel niet spoort met de tegenstrijdige belangen van zijn zeifzuchtige, afzonderlijke individuen. Het is niet zo dat bacterien, wormen of mieren niet in staat zijn tot onzelfzuchtig optreden, maar wel dat elk individu van die soorten dat dat wel doet, al snel aan zijn einde komt, waarna zijn zelfzuchtige soortgenoten zich in hun lot verheugen. Een en ander herhaalt zich op het niveau van het individu. In de natuur zijn ontelbare voorbeelden te vinden van schepsels die ingaan tegen hun eigen belang om in leven te blijven, zoals veldleeuweriken die hun eigen veiligheid opgeven om hun jongen te redden. Om wiens eigenbelang gaat het hier? Niet om dat van de babyleeuweriken - die hun moeder er niet, voor zover we weten, mee dreigen het nest te verlaten om roofdieren af te leiden. En duidelijk niet dat van de moeder, die er niets van haar jongen voor terugkrijgt en soms na alle moeite die ze heeft gedaan haar einde vindt tussen de kaken van een hongerig beest. Dawkins beweert dat ze in feite handelt in het belang van haar genen, die ook in de lijfjes van haar jongen zitten en, als zij zich opoffert, een grotere kans hebben om te blijven voortbestaan en zich te vermenigvuldigen in toekomstige generaties leeuweriken. Dit proces verloopt volledig onbewust. Het is niet zo dat haar genen haar dwingen, of dat ze 'willen' dat ze dat doet - want ze weten zelfs niet dat ze bestaat. Nee, het is eenvoudigweg zo dat genen die het gedrag van hun 'gastheren' kunnen beinvloeden een grotere kans op voortbestaan hebben dan genen die de bouwstenen vormen van leeuweriken die wegvliegen en roofdieren toestaan hun nesten te plunderen. Als er kleinere, zichzelf vermenigvuldigende eenheden zouden zijn die samen een gen zouden vormen, dan zou het eigenbelang van die eenheden zonder twijfel zijn wil aan dat gen opleggen. Omdat genen echter de meest basale eenheid van vermenigvuldiging zijn, kan de verantwoordelijkheid voor dit gedrag niet verder worden afgeschoven. Strikt genomen kunnen genen niet in hun eigen belang of dat van andere genen handelen. Ze doen gewoon wat ze doen, en de genen die zelfzuchtig optreden in die zin dat ze zich zo vaak mogelijk willen vermenigvuldigen, weten zich uiteindelijk verder te verspreiden. Tomaso Agricola schreef op 15 mei 2006 Onder het kopje Evolution of the selfish gene schreef Nature een artikel over een boek dat gewijd is aan de invloed van Richard Dawkins op onze manier van denken over evolutie. 30 jaar geleden verscheen zijn boek The Selfish Gene. Dit jaar komt de 13e editie uit, en daarnaast verschijnt het boek: Richard Dawkins: How a scientist changed the way we think. Een hele eer. Ik kwam voor het eerst in aanraking met Dawkins ideeën tijdens mijn studie biologie. Daarvoor had ik wel gelezen en geleerd over evolutie, maar daar werd altijd gezegd dat evolutie werkte op het niveau van het individu, of zelfs dat dieren heel erg hun best deden om hun soort in stand te houden. Fout! Volgens Dawkins gaat het uiteindelijk om de genen. Wanneer die met succes en in flinke hoeveelheden kunnen worden overgebracht naar een volgende (jongere) generatie (veel nakomelingen dus), dan doet zelfs het individu er helemaal niet toe en mag sterven. Wanneer op deze manier wordt gekeken naar evolutie worden bepaalde gedragingen die je in de natuur vindt, maar die op het eerste gezicht niet passen bij het harde Survival of the fittest, zoals altruïsme bijvoorbeeld, een stuk inzichtelijker en verklaarbaarder. Richard Dawkins heeft dit inzicht uitgewerkt en geïntegreerd in een overkoepelend idee over biologische evolutie. De grootste kritiek kreeg Dawkins, vooral uit religieuze hoek, toen hij het idee van de chromosomen/genen als reproductie machines uitbreidde naar cultuur en ideeën die in culturen kunnen leven, zoals geloof. Zijn logische conclusie was dat geloof niets anders is dan een ander soort bijgeloof, zoals astrologie, homeopathie en wat daarbuiten nog meer voorhanden is, en dat het net zo hard bestreden moet worden. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Stephen J Gould denkt Dawkins dat wetenschap en geloof elkaar behoorlijk in de weg zitten. Quotes van hem zijn onder andere: Over astrologie: "We should take astrology seriously. No, I don't mean we should believe in it. I am talking about fighting it seriously instead of humouring it as a piece of harmless fun." Over kinderen en geloof: "If you have a faith, it is statistically overwhelmingly likely that it is the same faith as your parents and grandparents had. No doubt soaring cathedrals, stirring music, moving stories and parables, help a bit. But by far the most important variable determining your religion is the accident of birth. The convictions that you so passionately believe would have been a completely different, and largely contradictory, set of convictions, if only you had happened to be born in a different place. Epidemiology, not evidence." Over wetenschap en geloof: 'Religious people split into three main groups when faced with science. I shall label them the "know-nothings", the "know-alls", and the "nocontests" [†˜ no-contests†™=geloof en wetenschap kijken naar andere delen van de werkelijkheid en zijn niet met elkaar in conflict, TA].' "A universe with a God would like quite different from a universe without one. A physics, a biology where there is a God is bound to look different. So the most basic claims of religion are scientific. Religion is a scientific theory. " "It is often said, mainly by the "no-contests", that although there is no positive evidence for the existence of God, nor is there evidence against his existence. So it is best to keep an open mind and be agnostic. At first sight that seems an unassailable position, at least in the weak sense of Pascal's wager. But on second thoughts it seems a cop-out, because the same could be said of Father Christmas and tooth fairies. There may be fairies at the bottom of the garden. There is no evidence for it, but you can't prove that there aren't any, so shouldn't we be agnostic with respect to fairies?" Hoewel ik zijn agressieve stijl niet altijd onderschrijf (maar misschien ben ik wel veel te beleefd en begripvol tegenover andersdenkenden/andersgelovenden), moet ik zeggen dat ik het meestal wel met hem eens ben. Maar ik merk ook dat dit soort activiteiten kan uitlopen op een gevecht tegen de bierkaai. Wellicht zijn we nog niet zo ver (en komen we ook nooit zo ver) en is Dawkins zijn tijd (te ver) vooruit. http://en.wikipedia.org/wiki/The_Selfish_Gene http://www.simonyi.ox.ac.uk/dawkins/WorldOfDawkins-archive/Dawkins/Work/Books/selfish.shtml http://www.amazon.com/gp/product/0199291152/102-8134339-6759338?v=glance&n=283155 Aug 19, '05 "MINDER VETTIG ETEN " Dawkins zei iver memen oa. dat ..... memen de 'opvolgers' zijn van genen: ze kunnen nl sneller evolueren, en beinvloeden ons gedrag in veel gevallen meer dan onze genetische opmaak... de 'meme' dat we minder fast-food moeten eten, (Simplistisch en vrij zwak voorbeeld, maar eentje bv. met verreikende gevolgen...) daar we weten dat het niet gezond is in combinatie met ons 'luie' Westerse leefpatroon, terwijl ons lichaam, nog steeds opgezadeld met genetische 'programmering' van onze holenmensen-voorouders ons juist wel naar die vettige brol doet verlangen... Richard Dawkins, In 'The blind watchmaker' en 'The selfish gene' vatte Richard Dawkins de ideeën van enkele evolutiebiologen helder en toegankelijk samen. Dawkins ontwikkelt ook een mementheorie. Memen zijn dan kleine culturele eenheden, vergelijkbaar met de materi챘le genen. Want, stelt Dawkins, de overdracht van culturele elementen gebeurt quasi zoals dat van de genen. Succesvolle idee챘n en gewoontes overleven en verspreiden zich. Een interessante, maar ook betwiste vergelijking. Ook al omdat Dawkins bvb. hersenen reduceert tot een vehikel van memen. Wat bedoelt Dawkins concreet met memen ? : "Dawkins in zijn boek, zijn 'The Selfish Gene' boek, gaat nogal expliciet in op het vb. van het geloof. Het geloof in een leven na de dood. En hij zegt : 'Dat is een zeer succesrijk mem, een zeer succesrijke idee waar geen bewijs voor bestaat, maar die zo succesrijk is dat die algemeen verspreid wordt bij de mensen.' Andere voorbeelden zijn liedjes die heel populair worden of een modeverschijnsel dat plotseling opspringt en over de hele wereld zich verspreidt. Ik zat zo op de trein gisteren. Ik zag allerlei jongelui met gel in hun haar. Dat is duidelijk een nieuw mem dat op dit ogenblik aan het ontstaan is bij een bepaalde leeftijdsgroep." Als Dawkins spreekt, begint hij altijd met te zeggen dat hij zelf een darwinist is.' Je zou kunnen vragen natuurlijk : 'Zijn er redenen om daaraan te twijfelen ?'. Want ik zou hem eigenlijk meer een neodarwinist dan noemen, iemand die toch wel meer belang hecht aan het genetische niveau dan aan het niveau van het organisme. Hoe zit dat eigenlijk in elkaar ? "Dawkins is een neodarwinist, maar hij noemt zichzelf een darwinist omdat uiteindelijk het neo- feitelijk een uitbreiding is van de basisidee van Darwin die namelijk gaat over evolutie door natuurlijke selectie. Natuurlijke selectie is waar het om gaat. En dat is zowel waar voor de genen als voor de memen. Die jongelui met hun gel in hun haar, het mechanisme dat daarop speelt is dat zij daardoor aantrekkelijker zijn bij jonge meisjes. Daardoor wordt dit gedrag aangewakkerd. Het verschil tussen neodarwinisme en darwinisme is dat Darwin in zijn tijd, toen hij zijn boek schreef wel het fenomeen als dusdanig kon omschrijven, biologische variatie, ontstaan als gevolg van natuurlijke selectie waarbij bepaalde varieteiten meer succesrijke en de varianten minder succesrijk waren. Maar Darwin kende het genetisch mechanisme niet dat aan de basis lag. Daarom is Dawkins in feite een neodarwinist, omdat wij vandaag het mechanisme kennen: de genen “n het proces: natuurlijke selectie." 'Waarom bestaat er sowieso altruïsme in de natuur ?' Als het dan toch gaat om de struggle for life en the survival of the fittest, in darwinistische termen, waarom bestaat altru isme dan ? : "Ja, altruisme in de biologie wordt gedefinieerd als een gedrag waar een kost aan verbonden is voor de gever en een voordeel voor de ontvanger. Dat is de definitie voor altruïsme. De vraag is : 'Waarom ontstaat dat in de natuur ? ' De reden is dat wanneer we gaan rekenen met het uitgangspunt van Dawkins, namelijk het aantal kopijen van genen dat een individu kan achterlaten in de loop van zijn leven, dat dan op dat ogenblik het genetisch ego챦sme leidt tot het gedragsaltru챦sme. Ik bedoel daarmee dat als ik investeer in het grootbrengen van mijn eigen kinderen dat daar een kost aan verbonden is. En daardoor zullen mijn genen die in mijn kinderen zitten overleven en verder leven. Een van de hele leuke uitspraken die Dawkins zeer dikwijls doet in zijn voordracht is van te zeggen : 'Elk van ons is een nakomeling van een ononderbroken reeks succesrijke voorouders.' Een heel sterke manier van dat samen te vatten hoe dat natuurlijke selectie in feite inwerkt, want alle individuen die geen nakomelingen hebben nagelaten, die zijn verdwenen uit die reeks. En dus het hele idee is : het altruïsme dat wij vandaag zien in de natuur en zeer algemeen zien in de natuur is in feite een vorm van genetisch egoïsme." Dat boek 'The blind watchmaker', hij heeft het over de blinde horlogemaker en wil daarmee aanduiden dat eigenlijk evolutie geen doelgerichtheid kent. Nu, als ik u hoor praten over het gedrag van de dieren, bij uitbreiding ook het gedrag van de mens dan krijg ik sterk de indruk dat dat gedrag juist wel zeer doelgericht is. Dat daar bijna een duidelijk beeld is van : 'Waar willen we naartoe ?' Het eindpunt van wat wil ik realiseren ? Valt dat te verzoenen met elkaar ? Langs de ene kant dan die blinde horlogemaker en langs de andere kant, ja, juist wat wij verstaan onder bvb. determinisme ? "Ja, Dawkins is heel expliciet : 'Er is geen determinisme.' Wat er vandaag bestaat is het gevolg van toeval. Maar toeval kan ook door natuurlijke selectie heel ingewikkelde organismen laten ontstaan. Zie maar rond de wereld vandaag. Het doel van een gen is van voort te leven. En al de genen die vandaag aanwezig zijn, zijn genen die bestonden in een of andere variant honderden miljoenen jaren geleden. Dus er is geen doelgerichtheid om een mens te produceren. Die is er niet. Of een ander soort wezen. Maar de mens is ontstaan ten gevolge van het proces van natuurlijke selectie waarbij telkens de best aangepaste individuen meer nakomelingen nalieten dan mindergoed aangepaste individuen. En wat is dan bij ons gebeurd ? Dat is duidelijk, op een bepaald ogenblik werd de wereld waarin wij leefden voldoende complex dat het voordelig was van hersenen te ontwikkelen die ons toelieten van problemen op te lossen. Dus mensen die vandaag bestaan zijn niet ontstaan omdat er een doel was om mensen te laten ontstaan, maar zijn ontstaan omdat de individuen in staat waren om problemen op te lossen en plannen die meer succes gehad hebben bij de overleving." Maar kan je ergens zeggen dat die natuur dan toch door het creëren van de mens die een prospectief, een vooruitkijkend vermogen heeft, die dus bepaalde teleologische daden kan stellen, dat de natuur toch wel dat soort van vooruitziendheid, dat soort van gerichtheid, doelgerichtheid heeft gerealiseerd ? "Ik durf dat niet zeggen. Ik bedoel zoals de mensen zich vandaag gedragen zijn ze bezig met hun milieu op zo een dramatische manier te vernietigen dat de vraag is hoe lang de mens nog zal bestaan als soort. Dus is zeker niet de bedoeling geweest, dacht ik, van de Natuur, met hoofdletter, van een individu, een soort te produceren die dan de natuur zou vernietigen. Dat kan ik mij niet voorstellen. Ik ben trouwens akkoord met Dawkins wat dat betreft dat dat geen doelgerichtheid is in de evolutie." Er is nog iets waar Dawkins zich in vastbijt. Hij heeft samengewerkt met o.m. Jay Gould. Rond het bestrijden van het creationisme. Waarom zet hij zich zo fervent af tegen dat creationisme en trekt hij er nogal serieus ten strijde tegen, een soort van kruistocht tegen dat creationisme ? "Dat is zeer waar. Hij heeft heel heftig en heel effectief de strijd aangebonden tegen het creationisme, omdat hij vindt dat creationisten een achterlijk idee is. Namelijk het idee is dat de diversiteit die vandaag bestaat als dusdanig geschapen is door een god, een hoger wezen. Binnen het kader van wat wij vandaag weten is dat vrij absurd, maar er zijn een voldoende aantal mensen op deze wereld, jammer genoeg die nog altijd heel erg overtuigd zijn van het feit dat de wereld op zeven dagen geschapen is, 20.000 jaar geleden door God. Zoals het in de bijbel staat. En die zaken zeer letterlijk nemen. Het probleem is dat die mensen verschrikkelijk goed georganiseerd zijn om hun idee ërn te verspreiden en heel agressief te keer gaan tegen biologen die feitelijk alleen maar proberen te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit. En zij weten dat ze gelijk hebben, want zij hebben de waarheid van God gekregen." : 'Dit heeft eigenlijk ook allemaal zeer zware consequenties of toch belangrijke implicaties voor het mensbeeld dat wij hanteren.' "Als ik zeg dat de kleur van uw ogen genetisch bepaald is, heb je daar geen problemen mee. Als ik zeg dat uw agressief gedrag genetisch bepaald wordt, dan heb je daar wel problemen mee. Het ene en het andere worden op een bepaalde manier bepaald door uw genetische eigenheid, maar het is belangrijk dat wij begrijpen waarom mensen reageren op een bepaalde manier op bepaalde zaken. En ik denk dat de evolutionaire biologie, die zegt niet dat wij gedetermineerd zijn in ons gedrag. Onze genen zeggen niet wat wij moeten doen. Dawkins schrijft dat herhaaldelijk in zijn boek : 'Dat is niet zo, dat mag je niet in mijn mond leggen, dat zeg ik niet.' En dat is, trouwens volkomen waar. Maar het is interessant van te begrijpen waarom wij bepaalde gedragingen uitoefenen, waarom wij bepaalde dingen doen op een bepaalde manier. Waarom, wanneer wij in een agressieve situatie komen onze hormonen ons gaan manipuleren om iets bepaald te doen. En dus uiteraard is het zo dat ethische normen die binnen de mens en maatschappij ontstaan zijn in feite ontstaan zijn als tegengewicht tegen die genetische invloed op ons gedrag. Precies om die genetische invloed op ons gedrag onder controle te houden. En wat dat betreft zijn er bij de mens een aantal ethische afspraken die bij zeer veel verschillende volkeren gelijkaardig aanwezig zijn die in feite een soort tegengewicht vormen tegen onze genetische bagage." Ondanks die genetische bagage, die genetische grondslag , zou men durven/kunnen stellen dat de mens toch een verantwoordelijk wezen blijft May 1, '05 The atheist Evolutionary biologist Richard Dawkins explains why God is a delusion, religion is a virus, and America has slipped back into the Dark Ages. http://groups.yahoo.com/group/evolutionvsintelligentdesign/message/27131 see also ; http://pharyngula.org/index/weblog/comments/dawkins_interview_in_salon/ Apr 26, '05 De memen van Dawkins (2) Memetica Mensen verkeren niet onverbiddelijk in de greep van hun genen. Zoals Dawkins opmerkt, frustreren we de belangen van onze genen elke keer dat we een voorbehoedsmiddel gebruiken. Het menselijk verstand, met zijn grillen en nukken, kan zo ongeveer doen en laten wat het wil. Sterker nog, we zijn bijna zover dat we door middel van genetische manipulatie direct kunnen ingrijpen in de structuur van ons DNA, ondanks onze angst voor designerbab/s en het hele scala aan eugenetische mogelijkheden. De mens is het enige wezen dat in opstand kan komen tegen zijn shepper ; zijn genen " ) ( Quote ; " Dawkins denkt nog een stap verder, namelijk dat wat voor genen geldt, misschien wel geldt voor elk ding dat zich vermenigvuldigt(= "replicator" genoemd ) . Ook ideeen vertonen die eigenschap. Het dringt tot je door dat je een melodietje neuriet, en je herinnert je vervolgens dat je het vijfminuten eerder op de radio hebt gehoord. Even later, nadat je ermee bent opgehouden, hoor je dat je collega hetzelfde melodietje neuriet. Als het goed in het gehoor ligt, kom je misschien tot de ontdekking dat je het steeds maar weer neuriet, waarbij je eike keer dat je dat doet dit 'mem', zoals Dawkins het noemt, aan steeds meer mensen doorgeeft. Allerlei soorten ideeen, rages, uitdrukkingen en vaardigheden zijn besmettelijk. De filosoflsche gereedschappen (en allerlei andere denkinstrumenten en denkbeelden ) - inclusief de idee van de " memen " kunnen als memen worden beschouwd. Als mensen hebben we de neiging elkaar na te doen. Door gedachten en wat we van anderen horen te kopieren zetten we onze eerste schreden op het onderwijspad. En we achten het raadzaam om ideeen en manieren te kopieren van degenen onder ons die het succesvolst zijn, of het nu de kleren van prinses Diana zijn of de ideeen van de laatste businessgoeroe. Nabootsing zou een zo belangrijke eigenschap voor het voortbestaan kunnen zijn dat we ons er wel aan over moeten geven. ( ---> spiegelneuronen ) Tot nu toe zijn we niet alleen maar als sterkste uit de overlevingsstrijd naar voren gekomen omdat we sterke lichamen en opponeerbare duimen hebben, maar ook omdat we onze omgeving dankzij onze memen met gereedschappen en vaardigheden kunnen manipuleren. Zoals bijen bijenkorven bouwen en vogels nesten, zo maken mensen voorwerpen die hen helpen te overleven. Waarin we van vogels en bijen verschillen, is dat het maken van die voorwerpen niet in onze genen is opgeslagen. Het is duidelijk dat vogels het bouwen van een nest niet hoeven te leren, maar de kunst om een auto te maken zit niet in de mens ingebakken. ( overigens bezitten ook onze naaste verwanten " cultuur " en zingen vogels in "verschillende " dialecten : koolmezen zijn zelfs in staat van elkaar te leren om melkflessen te openen ...Dieren bezitten dus eigenschappen en doen ook kunstjes die niet in de genen zijn ingebouwd ) Terwijl het menselijk genoom zich door de tijd heen ontwikkelt, volgen memen hun eigen evolutie wanneer ze door opeenvolgende generaties worden doorgegeven en aangepast. Sommige memen vermenigvuldigen zich net als sommige organismen razendsnel maar leiden geen lang leven, terwijl andere er heel lang over doen om zich te ontwikkelen, maar dan wel millennia lang blijven hangen. de mode om een bepaalde kleur te dragen die met de seizoenen verandert. Voorbeelden van de tweede soort zijn soms nogal controversieel, zoals religieuze/ideologische overtuigingen. Een voorbeeld van de eerste soort is Wat bij nader inzien behoorlijk griezelig lijkt aan memen, is dat ideeen vaak maar een doel lijken te hebben: zich vermenigvuldigen. Ze zijn net zo zeifzuchtig als genen, en Dawkins laat zich in krachtige bewoordingen uit om te beschrijven hoe ze te werk gaan. Hij spreekt van memen die onze hersenen 'infecteren als virussen'. Als ik iemand een pakkende melodie hoor fluiten, 'verlamd die mijn hersenen en gebruikt de melodie mij als vehikel om zich te verspreiden in de breinen van anderen, net zoals virussen parasiteren op cellen van een organisme om kopieen van zichzelfte maken. En net zoals genen die kanker veroorzaken, zijn memen die zich goed kunnen verspreiden niet altijd goed voor hun gastheer. In de Middeleeuwen werden duizenden mensen geinfecteerd met het idee dat God hen niet zou straffen met de pest als ze zich maar vaak genoeg geselden en regelmatig vasten. Hun inspanningen verminderden slechts hun weerstand tegen de ziekte, die miljoenen mensen het leven kostte. De Europese traditie van antisemitisme leidde uiteindelijk niet alleen tot de moord op naar schatting zes miljoen joden, maar ook, aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, tot de dood van de belangrijkste propagandisten ervan. Sommige memen zijn zelfs zo slecht voor ons dat ze hun eigen medium om zich te verspreiden om zeep helpen. Het zal duidelijk zijn dat het idee dat het goed is om van een rots te springen niet op algehele instemming van de mem-gemeenschap kan rekenen.Aan de andere kant zijn memen zoals het kunnen besturen van een auto of tot tien kunnen tellen goedaardig, net zoals genen die verantwoordelijk zijn voor een beter gezichtsvermogen of benen waarmee je sneller kunt rennen. Omdat onze tijd om ons met een idee bezig te houden beperkt is en omdat sommige doctrines elkaar wederzijds uitsluiten, moeten memen om onze aandacht vechten. Nuttig voor ons zijn/ is een van de manieren waarop ze dat kunnen doen, of ons helpen te overleven of ons onder bepaalde omstandigheden voordeel opieveren. Gezien dit criterium is het niet verwonderlijk dat uitvindingen als vuur, warme kleding en het middel tegen pokken zo'n gelukkig huwelijk met de menselijke geest zijn aangegaan. Maar wat de memen betreft is het voordeel dat ze hun gastheren opleveren louter toeval. Als dat voordeel betekent dat meer geesten ontvankelijk voor hen zijn, dan is dat leuk en aardig, maar de hoogste prioriteit is zoveel mogelijk geesten te infecteren, wat de gevolgen ook mogen zijn. Om dat voor elkaar te krijgen moeten memen de mens ervan zien te overtuigen dat die hen tot gemeengoed maakt, en dat kan bijvoorbeeld door de mens een overlevingsvoordeel te verschaffen. Een andere manier is dat een mem ervoor zorgt dat je maar moeilijk van hem afkunt komen als je hem eenmaal hebt geaccepteerd. Een voorbeeld daarvan, zegt Dawkins, is een religieuze overtuiging. Gesterkt door de schande die over de ongelovige Thomas kwam, maakt het geloof betwijfelt en ermee afrekent. geloofs-mem het kritisch vermogen onklaar dat het Andere voorbeelden zijn de memen van de complottheorie, die als verdediging het mechanisme hebben dat hoe schraler het bewijs voor een samenzwering is, des te machtiger en slimmer de samenzweerders moeten zijn. 'mem van de dwaling En ook het geloof in ufo's kan worden toegeschreven aan een ', en wel een die in de jaren veertig van de twintigste eeuw in de Verenigde Staten het licht zag en sindsdien een gestage opmars heeft gemaakt. Sommige memen hebben ons zo in hun greep dat ze ons hele brein overhoophalen en het rijp maken voor andere, vergelijkbare memen. Wat als een idee begint, wordt dan een houding. Gevoelens van paranoia lijken op die manier te werk te gaan. Als we ons eenmaal indenken dat onze partner een verhouding heeft, gaan we alles wat hij of zij doet als geheimzinnig interpreteren. Dawkins beschouwt zulke memen als mentale computervirussen het besturingssysteem van een computer. virussen die het bevel over het verstand van hun gastheer overnemen, zoals Gaat het om een godsdienst, zo zegt Dawkins, dan kruipen ze in onze geest wanneer onze weerstand het laagst is - wanneer we jong en lichtgelovig zijn. Vanwege deze opvatting is Dawkins even beroemd om zijn atheisme als om zijn biologische theorieen. Logischerwijs hebben gelovigen zijn idee dat ze aan een mentale ziekte lijden niet licht opgevat. Ze beweren bijvoorbeeld dat religieuze overtuigingen zo him nut hebben. Ze kunnen ons gelukkiger ofoptimistischer ma-ken, en ze vormden onmiskenbaar de inspiratie voor een enorme canon aan grootse kunst en voor maatschappelijke vooruitgang. Maar daarmee zijn ze nog niet waar. Wel verspreiden die memen zich die niet zozeer nuttig zijn voor ons voortbestaan in biologische zin - want geld geven aan de kerk betekent minder geld om aan eten en onderdak te spenderen - als wel voor datgene wat we als belangrijk beschouwen, wat dat ook moge zijn. Niet alleen memen van religieuze aard werken op die manier. Van radicale politick tot hobby's als klimmen - we dienen de belangen van onze gevoelens met evenveel enthousiasme als we streven naar zelfbehoud. ideologische memen ons ertoe om zoveel nucleaire wapens te verzamelen dat we de In de afgelopen eeuw brachten hele wereld een paar keer konden vernietigen. Net als genen pas sen memen zich al dan niet aan de omgeving aan waarin ze zich bevinden. En is die omgeving toevallig waanzinnig, dan zullen er altijd genoeg memen te vinden zijn die zich daar prima in thuis voelen. Of een dergelijke habitat 'gezond' is of niet, hangt grotendeels af van de memen die de culturele achtergrond bepalen. De uitgangspunten van deze discussie hebben een kunstmatig onderscheid gecreeerd tussen 'zij' en 'wij'. Als we ons afvragen wie er nu eigenlijk de baas is,wij ofde memen, dan mogen we niet vergeten dat sommige memen zich binnen de grenzen van het zeif bevinden, in plaats van invloeden van buitenafte zijn. De principes van het rationele denken waarmee we goede memen van kwade kunnen onderscheiden, zijn zeif memen. ( rationeel en wetenschappelijk denken --> " meme scanner " ) We zijn echter niet geneigd ze als indringers te beschouwen die op een of andere manier onze hersenen hebben aangetast. Dergelijke memen hebben zich misschien met zoveel succes weten in te nestelen dat ze evenveel voor ons betekenen als de energieproducerende mitochondrien die miljarden jaren geleden de cellen van onze voorouders binnendrongen en die we voor ons voortbestaan niet kunnen missen. noties van goed en kwaad en waarheid en onwaarheid, Sommige memen, zoals de zijn niet alleen maar een extraatje voor ons mentale huishouden, maar een deel van wat ons mens maakt. Memetica ? De wetenschap van de memen lijkt een vruchtbare denkrichting, maar haar inzichten staan nog wel ( en nog steeds ) in de kinderschoenen. De meeste boeken (en zelfs een nog groter aantal websites) die aan memen zijn gewijd, bevatten teleurstellend vaak gebakken lucht. De meeste literatuur over het onderwerp, zowel in digitale als in gedrukte vorm, is afkomstig van marginale would-be filosofen en professionals die niet meer dan hun hoogstpersoonlijke ratjetoe van postmoderne woordendiarree toe te voegen hebben. De zwakte van deze wetenschap is niet alleen te wijten aan de tekortkomingen van veel van degenen die haar beoefenen. De vergelijking tussen memen en genen is maar moeilijk met succes vol te houden. In veel gevallen is het een valse analogie die niet kan worden volgehouden memen (Toch blijven een goede metafoor om de "evolutie" van wat men ideeen en mentale inhouden in ons lange termoijngeheugen , kan noemen , te volgen volgens een darwinitische invalshoek ) Memen kunnen zich vermengen en zich opnieuw rangschikken in complexen ( zoals bijvoorbeeld micro-organismen ook genen uitwisselen ---> " lateral gene transfer " en/of van elkaar lenen ) Maar vooral : Memen kunnen zich binnen de levensspanne van hun gastheer aan hun omgeving aanpassen en dan op zijn nageslacht overgaan, waarbij de wijzigingen intact blijven. Genen kunnen daarentegen niet veranderen door de activiteit van hun gastheren ( lamarckisme ) , ze weten slechts te overleven in een volgende generatie of niet. Maar het belangrijkst is, aan het begin van het tijdperk van genetische manipulatie, dat nieuwe genen kunnen ontstaan door toevallige mutatie. Hoewel sommige memen op soortgelijke wijze ontstaan, als het ware in een 'flits van inspiratie', zijn veel andere het bewuste resultaat van hard en doelgericht nadenken.( en zelfs van memetische manipulaties ) vlugger te muteren en zich aan te passen Ze schijnen tevens wanneer ze in een communikatienetwerk cirkuleren Lang voordat we de genetische manipulatie bedachten, leerden we onze vaste overtuigingen en onze instincten rucksichtslos te wijzigen. 'Memetische manipulatie',( slecht( ? )) of rationeel denken,( zoals de goede (?)vormen ervan ook wel wordt genoemd, geeft ons macht over memen. In de mentale sfeer - in tegenstelling tot de fysieke sfeer - leerden we de eenheden van vermenigvuldiging te manipuleren voordat we wisten waarom we ze hadden. Maar zoals de slachtoffers van oorlogen en vervolging op ideologische gronden ons helaas duidelijk maken, blijft deze vorm van manipulatie net als genetische manipulatie nogal onbetrouwbaar. De memen van Dawkins ° Hoofstuk 24 uit Nicholas Fearn ; "Zeno en de schildpad " De oorspronkelijke versie van De zelfzuchtige genen (zie onder hoofdstuk 6) verscheen in 1986. De beste verhandeling over de wetenschap van de memen tot op heden is °The Meme Machine (Oxford University Press, 1999) van Susan Blackmore. ° Er staat ook een uitstekend hoofdstuk over de vooruitzichten op een dergelijke wetenschap in Daniel Dennetts Darwins gevaarlijke idee (Amsterdam: Contact, 1995, vertaling van Darwin's Dangerous Idea uit 1995 )